Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Leiden houdende regels omtrent subsidie Deelverordening Subsidiëring Wijk- en Buurtverenigingen 2018

Geldend van 06-07-2018 t/m heden

Intitulé

Deelverordening Subsidiëring Wijk- en Buurtverenigingen 2018

Op 21 juni 2018 heeft de gemeenteraad de deelverordening Subsidiëring Wijk- en Buurtverenigingen 2018 vastgesteld.

De verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking in het gemeenteblad (zie www.officielebekendmakingen.nl).

Nadere informatie bij team Maatschappelijke Ondersteuning (MO) tel. 14071

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Leiden:

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (Raadsvoorstel 18.0034 van 2018), mede gezien het advies van de commissie,

BESLUIT:

  • 1.

    wijk- en buurtverenigingen te blijven faciliteren onder de aanvullende voorwaarden dat zij:

    • a.

      een gesprekspartner van de gemeente en andere actoren in een wijk/buurt zijn;

    • b.

      wijkinitiatieven stimuleren en faciliteren;

    • c.

      ondersteunen en adviseren bij wijkcommunicatie;

  • 2.

    de Deelverordening subsidiëring wijk- en buurtverenigingen 2018 als volgt vast te stellen:

Deelverordening Subsidiëring Wijk- en Buurtverenigingen 2018

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening komen wijk- of buurtverenigingen in aanmerking die als zodanig door het College van burgemeester en wethouders zijn erkend. Om voor erkenning in aanmerking te komen dient de vereniging:

  • a.

    een vereniging te zijn met volledige rechtsbevoegdheid (BW 2: 26,27);

  • b.

    zich ten doel stellen de belangen in algemene zin van een bepaalde wijk of buurt te behartigen en zich inspannen om de geluiden die leven kenbaar te maken;

  • c.

    een gesprekspartner willen zijn van de gemeente en andere actoren in een wijk/buurt;

  • d.

    wijkinitiatieven willen stimuleren en faciliteren;

  • e.

    willen ondersteunen en adviseren bij wijkcommunicatie.

Artikel 2

  • 1. Een vereniging welke voor erkenning in aanmerking wenst te komen, dient een aanvraag daartoe in onder opgave van:

    • a.

      de statuten;

    • b.

      de werkwijze;

    • c.

      de voorgenomen activiteiten;

    • d.

      de begrenzing van het werkgebied;

    • e.

      de samenstelling van het bestuur;

    • f.

      de ledenlijst.

  • 2. In de statuten dient te zijn vastgelegd dat het lidmaatschap van de vereniging, behoudens in de statuten beschreven uitzonderingen, tenminste openstaat voor alle inwoners van achttien jaar en ouder binnen het werkgebied van de vereniging.

Artikel 3

  • 1. Het College van burgemeester en wethouders weigert erkenning indien:

    • a.

      de vereniging handelt in strijd met enig wettelijk voorschrift;

    • b.

      door erkenning in hetzelfde werkgebied meer dan één vereniging voor subsidie in aanmerking kan komen.

  • 2. Het College van burgemeester en wethouders trekt de erkenning van een vereniging in indien:

    • a.

      de vereniging handelt in strijd met enig wettelijk voorschrift;

    • b.

      de vereniging handelt in strijd met de Algemene subsidieverordening gemeente Leiden;

    • c.

      naar de mening van het College van burgemeester en wethouders, de vereniging nog in onvoldoende mate voldoet aan de voorwaarden in artikel 1 a t/m f.

DE SUBSIDIEAANVRAAG

Artikel 4

  • 1. Subsidie in het kader van deze verordening kan slechts aangevraagd worden door een erkende wijk-of buurtvereniging.

  • 2. In afwijking van artikel 5, tweede en derde lid, van de Algemene Subsidieverordening kan bij een aanvraag volstaan worden met indiening van een door de Algemene Ledenvergadering goedgekeurde jaarrekening.

  • 3. Als voor een aanvraag bedoeld in bovenstaand lid, een aanvraagformulier is vastgesteld, dient van dit formulier gebruik te worden gemaakt.

DE SUBSIDIEVERLENING

Artikel 5

De volgende kosten komen in hun geheel voor subsidie in aanmerking, met in achtneming de in artikel 7 vermelde maxima:

  • a.

    huisvestingskosten;

  • b.

    organisatiekosten;

  • c.

    communicatiekosten;

  • d.

    kosten van activiteiten.

Artikel 6

Onder de kosten in artikel 5 worden verstaan de kosten van wijk- of buurtactiviteiten, verminderd met de door verkregen inkomsten. Indien de kosten in aanmerking komen voor subsidie uit hoofde van een andere regeling, komen deze kosten niet voor subsidie in het kader van onderhavige regeling in aanmerking.

Artikel 7

  • 1. De Gemeenteraad stelt jaarlijks het subsidieplafond voor deze regeling vast bij het besluit tot vaststelling van de gemeentebegroting, conform artikel 4 eerste lid van de Algemene subsidieverordening 2012 van de gemeente Leiden.

  • 2. Het maximum bedrag van de subsidie voor een erkende wijk- of buurtvereniging wordt berekend op basis van dit subsidieplafond en de verhouding tussen het aantal inwoners in het werkgebied en het totaal aantal inwoners waarvoor subsidie is aangevraagd op grond van deze verordening.

  • 3. het maximale subsidiebedrag per aanvrager wordt verminderd met het financieel vermogen voor zover dat het toegestane weerstandsvermogen of reservevorming te boven gaat.

  • 4. Naast de in de voorgaande leden bedoelde subsidie kan de Gemeenteraad een bedrag vaststellen voor wijk- en buurtverenigingen die in bijzondere omstandigheden verkeren.

Artikel 8

  • 1. Een eigen financieel vermogen van de subsidieaanvrager tot € 2.500 wordt als weerstandsvermogen aangemerkt en bij de beoordeling over de hoogte van het te verlenen subsidiebedrag buiten beschouwing gelaten.

  • 2. Bestemmingsreserves waar het College van burgemeester en wethouders toestemming voor hebben verleend worden eveneens bij de beoordeling over de hoogte van het te verlenen subsidiebedrag buiten beschouwing gelaten.

SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 9

Het College van burgemeester en wethouders is bevoegd ter uitvoering van deze regeling nadere voorschriften en aanwijzingen te geven.

Artikel 10

In alle gevallen, waarin deze regeling niet voorziet, beslist het College van burgemeester en wethouders na overleg met de betrokken organisatie.

Artikel 11

  • 1. Een organisatie die geen vereniging is als bedoeld in artikel 1, sub a, kan het College van burgemeester en wethouders verzoeken op grond van bijzondere omstandigheden te besluiten deze organisatie erkenning te verlenen en voor subsidie in het kader van deze verordening in aanmerking te brengen.

  • 2. De overige artikelen van deze subsidieregeling blijven in dat geval van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12

Wijk- en buurtorganisaties die op basis van de voormalige Subsidieregeling Wijk- en Buurtverenigingen zijn erkend en op de datum van inwerkingtreding van deze verordening nog steeds erkend zijn, blijven deze erkenning behouden. Zij worden geacht al te voldoen aan de eisen van artikel 1in deze deelverordening.

Artikel 13

Deze regeling kan worden aangehaald als “Deelverordening Subsidiëring Wijk- en Buurtverenigingen 2018”

Artikel 14

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De ‘Verordening regelende de subsidiëring van wijk- en buurtverenigingen’ wordt ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van de onderhavige deelverordening.

  • 3. De Algemene subsidieverordening van de Gemeente Leiden is van toepassing voor zover daarvan bij deze deelverordening niet is afgeweken.

Ondertekening

Gedaan in de openbare raadsvergadering van 21 juni 2018,
de Griffier,
de Voorzitter,

Bijlage

Nota-toelichting op de wijzigingen in de

Deelverordening Subsidiëring Wijk- en Buurtverenigingen 2018

Weggevallen artikelen

De artikelen 1 en 7 tot en met 9 (oude verordening) zijn uit de verordening gehaald. Artikel 1 (oud) is gecombineerd met artikel 2 (oud) en artikelen 7 tot en met 9 (oud) zijn opgenomen in de toelichting. De reden is de overzichtelijkheid van de verordening, geen inhoudelijke wijziging.

Artikel 13 (oud) is naar aanleiding van een inspraakreactie eruit gehaald.

De andere artikelen zijn vernummerd.

Artikel 1

Wijk- en buurtverenigingen kunnen niet het woord voeren namens de wijk- of buurt omdat zij geen vertegenwoordigend orgaan binnen een wijk- of buurt zijn. Hiervoor zijn er te weinig leden en is er te weinig diversiteit. Er zijn een aantal redactionele aanpassingen in de tekst. Hierin is een nieuw onderdeel opgenomen over de rollen van een wijk-of buurtvereniging in overeenstemming met de notitie die hierover is opgesteld in samenspraak met diverse buurt- en wijkverenigingen.

  • d.

    Een gesprekspartner van de gemeente en andere actoren in een wijk/buurt.

    Hieronder verstaan we het geven van input vanuit de wijk aan de gemeente, het op een constructieve manier agenderen van kansen en uitdagingen in een wijk.

    Naast andere partners of groepen bewoners die zich op een bepaald thema verenigen, kunnen buurt- en wijkverenigingen in gesprek met de gemeente, adviseren en meedenken en meewerken aan vraagstukken die de wijk betreffen. Ze kunnen assisteren bij het onderzoeken van draagvlak, mensen mobiliseren en bijvoorbeeld vragen om in een klankbordgroep deel te nemen.

  • e.

    Stimuleren en faciliteren van wijkinitiatieven (niet persé zelf uitvoeren). Bijvoorbeeld een initiatiefnemer indien nodig faciliteren met advies, verbinding in het wijknetwerk, zichtbaarheid van het initiatief, aanvragen van subsidie.

  • f.

    Ondersteunen en adviseren bij wijkcommunicatie (niet (alleen) zelf uitvoeren) bijvoorbeeld door een wijkkrantje en/of een website.

 

Artikel 2

Dit artikel gaat over de erkenning van wijk- en buurtverenigingen, deze erkenning is een voorwaarde voor de subsidieverlening in deze regeling. Het college beoordeelt hierbij met name de statuten.

 

Artikel 3

Geeft aan wanneer het college erkenning zal weigeren.

Nieuw is het artikel onder lid 1 a, indien de vereniging handelt in strijd met enig wettelijk voorschrift. Dit artikel is overgenomen uit de modelverordening van de VNG en is een kapstok voor gevallen waarin de vereniging illegale of criminele activiteiten uitvoert of daaraan bijdraagt.

Ook tegen besluiten van het college op basis van dit artikel, kan volgens de daartoe strekkende bepalingen van de Wet algemeen bestuursrecht bezwaar worden gemaakt. Het bezwaar wordt eerst behandeld in de onafhankelijke bezwaarcommissie, die hierover adviseert aan het college en daarna is nog bezwaar mogelijk bij de bestuursrechter. Het streven van Leiden is om dergelijke procedures te voorkomen door overleg voorafgaande aan de beslissing van het college.

 

Artikel 4

Dit artikel gaat over de aanvraag.

Dit is een nieuwe regel, gebaseerd op de bestaande praktijk. Deze praktijk is in 2010 na overleg met de wijk- en buurtverenigingen ingevoerd en schriftelijk bevestigd. Het is formeel juister deze praktijk in deze regeling op te nemen.

 

Artikel 5

Hier worden de kosten benoemd die voor subsidie in aanmerking komen. In de oude verordening stond in de artikelen 6 tot en met 9 een nadere uitwerking van de kosten. De inhoud van deze artikelen isverplaatst naar deze nota van toelichting. De veranderingen zijn redactioneel en bij communicatiekosten iets ruimer geformuleerd zodat ook kosten van bijvoorbeeld een website hieronder valt.

Onder huisvestingskosten in artikel 5 wordt verstaan de kosten van huur, energie en water, schoonmaak, onderhoud en kleine kantoorbenodigdheden.

Onder organisatiekosten bedoeld in artikel 5 worden verstaan:

  • a.

    afschrijving op en verlies bij verkoop van kantoormachines;

  • b.

    drukwerk/stencilwerk;

  • c.

    rente/bankkosten;

  • d.

    administratie- en/of accountantskosten;

  • e.

    bestuurskosten;

  • f.

    abonnementen;

  • g.

    andere als zodanig door het College van burgemeester en wethouders aanvaarde organisatiekosten.

Onder communicatiekosten in artikel 5 wordt verstaan de kosten van vervaardiging en verzending van een wijk- of buurtblad, de kosten voor een internetsite of andere als zodanig door het College van burgemeester en wethouders aanvaarde communicatiekosten.

 

Artikel 6

Dit is een redactionele wijziging.

 

Artikel 7

De oorspronkelijke tekst uit 1975 was verouderd. De nieuwe tekst sluit aan bij de Algemene subsidieverordening gemeente Leiden die in 2012 is vernieuwd. De manier van berekenen is niet veranderd. (beschikbaar geld wordt verdeeld op basis van het aantal inwoners in het werkgebied in relatie tot het totaal aantal inwoners waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Hiermee wordt het totale subsidiebedrag jaarlijks helemaal verdeeld).

 

Artikel 8

Hier worden grenzen gesteld aan het eigen vermogen van de instelling. De wijk- of buurtvereniging kan een weerstandsvermogen instellen om schommelingen in uitgaven en inkomsten over jaren heen op te vangen. Er kunnen er ook bestemmingsreserves (voor een jubileum, toekomstige vervangingen materiaal en dergelijke) worden ingesteld met behulp van eigen inkomsten van de wijk- of buurtorganisatie. Indien de gemeente het jaarverslag van het voorgaande jaar goedkeurt en op basis van artikel 4 lid 2, subsidie verleent, worden ook de in het jaarverslag opgenomen reserves geacht te zijn goedgekeurd.

 

Artikel 9 tot en met 14 zijn ongewijzigd, met uitzondering van de overgangsbepaling die sloeg op het jaar 1998, deze is verwijderd. Naar aanleiding van een inspraakreactie is geconstateerd dat (het oude) artikel 13 geen materieel belang had, deze is eruit gehaald.

 

Artikel 12

Dit artikel is toegevoegd om te zorgen dat de bestaande erkende wijk- en buurtverenigingen niet opnieuw een aanvraag tot erkenning hoeven te doen.

De overige artikelen behoeven geen toelichting.