Regeling vervallen per 23-10-2020

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent terrassen (Beleidsregels en Nadere regels Terrassen 2019)

Geldend van 13-09-2019 t/m 22-10-2020

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent terrassen (Beleidsregels en Nadere regels Terrassen 2019)

Burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden;

gelet op 2:28, derde lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2015 en artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;

besluiten vast te stellen de Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent terrassen Beleidsregels en Nadere regels Terrassen 2019, luidende aldus:

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regelsomtrent terrassen Beleidsregels en Nadere regels Terrassen 2019

Artikel 1 Aanvraag terrasvergunning en nadere regels voor gebruik van een terras

  • 1. Het terras en/of een terras op het water is gesitueerd direct aangrenzend aan of in de directe nabijheid van de horeca-inrichting van de aanvrager.

  • 2. Terrassen zijn alleen mogelijk binnen het vlak loodrecht op de voorgevel, binnen de zijdelingse perceelgrenzen ter hoogte van de voorgevel (zie voorbeeldkaartje nummer 1 en 2 in de toelichting). Terrassen die niet tegen de eigen gevel gelegen zijn, mogen bovendien niet binnen een afstand van 4 meter tot panden van derden worden geplaatst, tenzij hierover overeenstemming is met de eigenaar van de betreffende panden (zie voorbeeldkaartje nummer 3 in de toelichting).

  • 3. Een terrasboot op het water steekt niet meer dan 10 centimeter boven de kademuur uit.

  • 4. Brandkranen moeten worden vrijgehouden, dat wil zeggen dat het is verboden voorwerpen die zwaarder zijn dan 15 kg te plaatsen of voorwerpen te verankeren in de grond -binnen een straal van 90 centimeter rondom een brandkraan, gemeten vanuit het hart van de brandkraan of –deksel.

  • 5. Nooduitgangen en toegangen voor derden met de daarbij behorende looproute moeten worden vrijgehouden.

  • 6. Terrassen mogen geen belemmering vormen voor de ambulante handel, kermis, evenementen en bijzondere gebeurtenissen.

  • 7. Het is niet toegestaan objecten te plaatsen binnen een afstand van 50 centimeter aan weerszijden van een geleidelijn, markering of natuurlijke gidslijn ter aanduiding van looproutes voor mensen met een visuele beperking.

  • 8. Een terras op een binnenplaats of binnenterrein, dat wil zeggen een plaats of een terrein dat omsloten is door woningen, is niet toegestaan tenzij het college anders besluit.

  • 9. Als zich in straten trottoirs bevinden, moet op die trottoirs de vrije breedte voor voetgangers minimaal 1,5 meter bedragen. Op de trottoirs van de Stationsweg, de Steenstraat, de Nieuwe Beestenmarkt, de Turfmarkt, de Prinsessekade, het Kort Rapenburg, de Breestraat, de Korevaarstraat, de Lange Mare en de Doezastraat moet de vrije breedte voor voetgangers minimaal 2 meter bedragen.

  • 10. In stegen en straten die smaller zijn dan 4 meter en waar alleen voetgangers zijn toegestaan, zijn terrassen tegen de eigen gevel mogelijk tot 1 meter uit de gevel, tenzij redelijkerwijs te verwachten is dat omwonenden overlast (ten aanzien van geluid en vrije doorgang) zullen ondervinden, en mits de breedte voor een looproute minimaal 1,5 meter bedraagt.

  • 11. Voor de toegang van calamiteitendiensten moet er aan de Beestenmarkt een vrije breedte van minimaal 4 meter bestaan tussen de gevelterrassen en de eilandterrassen. Deze vrije breedte wordt gerekend vanaf de lijngoot (richting het plein) zoals opgenomen is in de toelichting kaart nummer 4.

  • 12. Het college kan vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid nadere eisen stellen aan de situering van de terrassen, dan wel besluiten om terrassen niet te vergunnen.

Artikel 2 Algemene nadere regels voor terrassen

  • 1. De verstrekking van drank dient vanuit de inrichting plaats te vinden. Tappunten op terrassen zijn niet toegestaan, behalve in uitzonderlijke situaties als daarvoor door de burgemeester voor zwakalcoholische dranken ontheffing is verleend volgens artikel 35 van de Drank- en Horecawet.

  • 2. Het terras en de omgeving (ook het aangrenzend openbaar water) dient vrij te blijven van papier, afval en andere ongerechtigheden, afkomstig van of veroorzaakt door het gebruik van het terras.

  • 3. Terrasmeubilair moet binnen de terrasgrenzen worden opgeslagen of neergezet en zodanig dat geen hinder voor het verkeer kan ontstaan.

  • 4. De terrasexploitant is gehouden te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs gevergd kan worden om hinder en overlast, veroorzaakt door op het terras aanwezige bezoekers, te voorkomen of te beperken.

  • 5. De terrasexploitant dient op eerste aanzegging van de gemeente medewerking te verlenen aan projecten, zoals herbestrating, reconstructie van wegen, vernieuwing van kabels en leidingen en dergelijke, en aan gemeentelijke taken in verband met openbare orde en veiligheid, zonder dat hij daaraan enig recht op schadevergoeding kan ontlenen.

  • 6. Aanwijzingen gegeven door politie, brandweer, omgevingsdienst of daartoe dan wel door het college aangewezen ambtenaren dienen terstond door de terrasexploitant te worden opgevolgd.

  • 7. Het college kan besluiten om gebieden aan te wijzen waar het verboden is om een terras te hebben.

  • 8. Paracommerciële rechtspersonen als genoemd in artikel 4, eerste lid, van de Drank- en Horecawet komen niet in aanmerking voor een terrasvergunning.

  • 9. [vervallen]

Artikel 3 Ruimtelijk-functionele nadere regels voor terrassen

  • 1. Het terras dient te worden opgesteld volledig binnen de grenzen die worden aangegeven op de bij de terrasvergunning behorende tekening.

  • 2. Terrasgrenzen worden waar nodig gemarkeerd met markeringspunaises waar de Leidse sleutels op staan.

  • 3. De gemeente Leiden is verantwoordelijk voor plaatsing van de markeringspunaises.

  • 4. Voor versterkte- en niet versterkte muziek op een terras moet een evenementenvergunning worden aangevraagd bij de burgemeester.

Artikel 4 Nadere regels met betrekking tot ruimtelijke kwaliteit van terrasmeubilair

  • 1. Onder terrasmeubilair wordt verstaan: alle losstaande elementen op een terras. Terrasmeubilair dient schoon, heel en veilig te zijn. De losse onderdelen van het meubilair mogen niet hoger zijn dan 1.50 meter en niet breder dan 2.50 meter. Terrasmeubilair dat in aanleg niet binnen kan worden opgeslagen wordt aangemerkt als bouwwerk. Hiervoor dient een omgevingsvergunning te zijn verleend.

  • 2. Terrasmeubilair moet passend zijn bij de functie en beeldkwaliteit van de directe omgeving en moet in goede constructieve en onderhouden toestand zijn.

  • 3. Terrasmeubilair mag niet in een fluorescerende kleur zijn uitgevoerd.

  • 4. Terrasmeubilair en/of plantenbakken mogen niet dusdanig worden geplaatst dat ze aaneengesloten fungeren als zijwand/terrasafscheiding en mogen niet meer dan 50% van een zijkant/rand van een terras vullen.

  • 5. Plantenbakken hebben een hoogte van maximaal 0,70 meter en een oppervlakte van maximaal 0,70 vierkante meter.

  • 6. Het is verboden de (straat)verharding tijdelijk dan wel permanent te bedekken.

  • 7. Verwijderbare en/of tijdelijke zijschermen zijn toegestaan, met dien verstande dat:

    • a.

      de zijschermen loodrecht uit de gevel worden geplaatst, binnen de grenzen van het terras zoals opgenomen in de terrasvergunning en dus nooit langer dan de lengte (diepte) van het terras;

    • b.

      de hoogte van een zijscherm maximaal 1,5 meter bedraagt, met dien verstande dat een eventueel aanwezig ondoorzichtig deel van een zijscherm (vanaf maaiveld) maximaal 0,70 meter bedraagt;

    • c.

      de transparante invulling uit helder kleurloos glas of helder kunststof bestaat;

    • d.

      de zijschermen zodanig zijn neergezet dat er geen hinder voor het verkeer kan ontstaan;

    • e.

      op het dichte deel of op het transparante deel van het zijscherm logo’s en teksten maximaal 15% van het betreffende schermdeel beslaan;

    • f.

      de zijschermen buiten de terrasuren worden weggehaald;

    • g.

      zijschermen dienen te voldoen aan de daaraan gestelde kwaliteitseisen uit de welstandsnota;

    • h.

      terrasschermen op terrasboten niet zijn toegestaan.

  • 8. Voor terrassen in de openbare ruimte geldt dat voor permanente zijwanden, vaste parasols of vaste parasolvoeten een omgevingsvergunning moet zijn verleend.

  • 9. Het overkappen van het terras, anders dan in artikel 5 is omschreven of met een vergund uitvalscherm (zie modellenboek gevelreclame en uitstallingen), is niet toegestaan.

  • 10. Een terras op het water is gelegen op een dekschuit met een historische uitstraling in gedekte tint.

  • 11. Op het terras is het voeren van reclame toegestaan op terrasmeubilair. De reclame boodschap mag maximaal 15 % van het oppervlak van het object zijn.

  • 12. Gedrukte reclame op markiezen, uitvalschermen en parasols is alleen toegestaan op de volant tot maximaal 50% van de volantbreedte en een maximale hoogte van 20 centimeter

  • 13. Boodschap van de reclame-uitingen mag uitsluitend bevatten de naam of het beeldmerk van het bedrijf of inrichting waartoe het terras behoort, de naam van de betreffende eigenaar, de naam of een afbeelding van een product dat in het bedrijf verkocht wordt (bijvoorbeeld ijs of pizza) en/of de naam of het logo van een merk dat in het bedrijf verkocht wordt.

  • 14. Het college kan desgevraagd ontheffing verlenen ter zake van dit artikel.

Artikel 5 Parasols

  • 1. Parasols die in aanleg niet binnen kunnen worden opgeslagen, worden aangemerkt als bouwwerk. Hiervoor dient een omgevingsvergunning te zijn verleend.

  • 2. De afmeting van de uitgeklapte parasols overschrijdt niet de grenzen van het terras.

  • 3. De minimale doorloophoogte tussen bestrating en de onderkant van de volant bedraagt minimaal 2.30 meter; De vaste parasol mag in uitgeklapte stand niet hoger zijn dan de eerste verdiepingsvloer van aangrenzend pand tot een maximum van 3.50 meter.

  • 4. Een uitgeklapt aaneengesloten parasoldak mag maximaal 36 vierkante meter beslaan. Tussen de verschillende aaneengesloten parasoldaken moet rondom minimaal 1 meter tussenruimte worden vrijgehouden;

  • 5. Parasols dienen te worden uitgevoerd in een gedekte tint.

Artikel 6 Intrekken oude beleidsregel

De Beleidsregels en Nadere regels Terrassen 2017 (BW17.0475) vervalt op de dag van inwerkingtreding van deze beleidsregel.

Artikel 7 Overgangsrecht

  • 1. Vergunningen die zijn verleend onder de werking van de Beleidsregels en Nadere regels Terrassen 2017 (BW17.0475) en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, worden aangemerkt als vergunningen krachtens deze Beleidsregel.

  • 2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beleidsregels en Nadere regels Terrassen 2017 (BW17.0475) is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze beleidsregel toegepast.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na die van zijn bekendmaking.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregels en Nadere regels Terrassen 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Leiden op 9 juli 2019

de secretaris,

drs. P.M. van Vliet

de burgemeester,

drs. H.J.J. Lenferink

Toelichting

In artikel 1, 2 en 3 zijn enkele (beleids)regels opgenomen die van belang zijn bij de vraag of een terrasvergunning verleend kan worden. Sommige van deze regels kunnen ook van toepassing zijn op vergunde terrassen. Zo kan de regel dat er een obstakelvrije ruimte moet zijn van 1,5 meter (artikel 1, negende lid) aanleiding zijn om voor dat deel geen terrasvergunning te verstrekken. Ook is het mogelijk dat er wel een terrasvergunning wordt verstrekt, maar dat de vergunninghouder hier geen objecten op mag plaatsen. Aangezien de vergunninghouder precario betaalt over het vergunde terras zullen dit soort keuzes in overleg met de aanvrager worden gemaakt.

Bij artikel 1, tweede lid, behoren de volgende voorbeelden van terrassen die loodrecht op de gevel staan binnen de zijdelingse perceelgrenzen;

Voorbeeldkaartje nummer 1

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeldkaartje nummer 2

afbeelding binnen de regeling

Bij artikel 1, tweede lid, ten aanzien van terrassen die niet tegen de eigen gevel staan waarvoor geldt dat deze niet binnen een afstand van 4 meter tot panden van derden mogen worden geplaatst, tenzij daarover overeenstemming is met de eigenaar van de betreffende panden behoort het volgende voorbeeld;

Voorbeeldkaartje nummer 3

afbeelding binnen de regeling

In artikel 1, elfde lid, is bepaald dat voor de toegang van calamiteitendiensten er aan de Beestenmarkt een vrije breedte van minimaal 4 meter moet bestaan tussen de gevelterrassen en de eilandterrassen. Deze vrije breedte wordt gerekend vanaf de lijngoot (richting het plein);

Kaart nummer 4

afbeelding binnen de regeling

Bij artikel 1, zesde lid, zal alleen in het geval van hele bijzondere gebeurtenissen worden besloten dat hiervoor de terrassen moeten wijken.

Artikel 1, achtste lid.. Hierin staat een terras op een binnenplaats of binnenterrein, dat wil zeggen een plaats of een terrein dat omsloten is door woningen. Dat wil zeggen een plaats of een terrein dat grotendeels omsloten is door gebouwen met een of meer woonbestemmingen. Het idee is dat op binnenterreinen het omgevingsgeluid wegvalt (van verkeer e.d.) waardoor stemgeluid gaat overheersen. Het woordje ‘grotendeels’ geeft aan dat ook terreinen die vrijwel geheel zijn omsloten als binnenterrein worden gezien. De zinsnede ‘een of meer woonbestemmingen’ geeft aan dat het niet uitsluitend door woningen omsloten hoeft te zijn.

Artikel 2, negende lid: Gebleken is dat grote (stadsbrede) evenementen gepaard gaan met veel (zwerf)afval. Een groot deel hiervan is afkomstig van de plastic wegwerpbekers, die onder meer worden verstrekt op evenementen. Dit veroorzaakt overlast voor omwonenden en heeft negatieve effecten op het (stedelijk) milieu. Veel wegwerpbekers belanden als zwerfafval op straat of in de grachten. Deze drijven via de Rijn af naar Katwijk en vervolgens in de zee. Om deze nadelige effecten te voorkomen, kan voor (stadsbrede)evenementen het gebruik van eco-glazen worden voorgeschreven bij het verstrekken van dranken op het evenemententerrein. Deze regels zijn ook van toepassing als op basis van een tapontheffing op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet zwakalcoholische dranken op het evenement worden geschonken. De bepaling bevat een definitie van “eco-glas”. Het gebruik van eco-glazen heeft een positief effect op het (stedelijk) milieu en zorgt voor minder overlast voor de omwonenden. Er wordt minder (zwerf)afval geproduceerd, er wordt minder wegwerpplastic gebruikt, er vindt minder verbranding van plastic plaats en er belandt minder plastic op de afvalberg of in zee. Uit onderzoek en ervaringen met andere evenementen (waaronder de Gentse feesten (België), de stadsbrede invoering van het gebruik van eco-glazen in Amsterdam, Festival Werfpop en de kerstmarkt in Leiden) is gebleken dat de invoering van eco-glazen een geschikt middel is om deze doelen te bereiken. Tevens is gebleken dat het gebruik van eco-glazen alleen effectief is als hiervoor statiegeld moet worden betaald van minimaal 1 euro. Andere maatregelen (zoals het plaatsen van prullenbakken of het opleggen van een opruimplicht, het vissen van het drijvend plastic met een schepboot en het spannen van drijfnetten rondom het gebied van de Nieuwe Rijn) zijn niet voldoende gebleken om genoemde doelen te bereiken. Door het gebruik van eco-glazen worden exploitanten en consumenten gestimuleerd bij te dragen aan het verminderen van het gebruik, de productie en het afval van plastic in het belang van het milieu. Op Europees niveau zullen er naar verwachting op korte termijn soortgelijke bepalingen worden vastgesteld (zie het Voorstel van de Europese Commissie voor een richtlijn betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststof producten op het milieu (2018/0172(COD), 28 mei 2018). Deze richtlijn heeft tot doel de effecten van bepaalde kunststof producten voor eenmalig gebruik op het milieu en op de menselijke gezondheid te voorkomen en te verminderen, en de overgang naar een circulaire economie met milieuvriendelijke, vernieuwende bedrijfsmodellen, producten en materialen te bevorderen. Artikel 4, onder j. Dit geldt niet als dit in een evenementenvergunning is geregeld, zoals een evenementenvergunning voor de viering van Leidens Ontzet.

Artikel 4, tiende lid: Voor terrasboten geldt op grond van de APV dat er sprake dient te zijn van een traditionele dekschuit met zwarte kleur, tenzij het college hiervan vrijstelling verleent.

Artikel 4, veertiende lid: Het college kan desgevraagd ontheffing verlenen ter zake van de Nadere regels met betrekking tot ruimtelijke kwaliteit van terrassen (artikel 4). In lijn met de structuurvisie ‘Verder met de Binnenstad’ is bijvoorbeeld in het noordoostelijke gedeelte van de binnenstad (’de innoverende stad’) meer diversiteit en contrast mogelijk. Alvorens een besluit te nemen vraagt het college advies aan de gemeentelijke Toets- en Advies Commissie Openbare Ruimte (TACOR).

Artikel 5. Parasols zijn verkrijgbaar in de groottes van 3x3, 4x4 en 5x5 meter. Natuurlijk zijn er ook maatwerkvarianten te verkrijgen. Maar dit zijn de standaard maten. Voor terrassen die de grootte van 36 vierkante meter overschrijden zijn nadere eisen opgenomen voor de plaatsing van parasols.

De reden voor deze maatregel is dat het qua uitstraling in de openbare ruimte niet gewenst is om grotere terrassen te overkappen met een aaneengesloten dak. Daarom moeten op terrassen groter dan 36 vierkante meter de parasoloverkappingen rondom worden gescheiden in meerdere delen met 1 meter tussenruimte tussen de opengeklapte aaneengesloten parasoloverkappingen. De totale oppervlakte van een opengeklapte aaneengesloten parasoloverkapping mag maximaal 36 vierkante meter bedragen. Dit zijn bijvoorbeeld maximaal 4 parasols van 3x3 aaneengesloten tegen elkaar. In welke vorm de parasols t.o.v. elkaar worden geplaatst (vierkant, rechthoek, L-vorm etc. wordt vrijgelaten). Deze regels zijn zowel van toepassing op losse parasols als voor vaste parasols. Dit omdat het gebruik van losse parasols niet wordt gepromoot t.b.v. de veiligheid. Parasols moeten uitgeklapt binnen het terrasvlak vallen. Achtergrond van deze bepaling is de veiligheid (gebruikers van de rijbaan en trottoirs), de zichtbaarheid, maar ook de beeldkwaliteit en uitstraling van de openbare ruimte. Een overschrijding mag niet hinderlijk/gevaarlijk zijn voor -voetgangers en geen afbreuk doen aan de beeldkwaliteit van de omgeving.

Wanneer elementen dienen te worden uitgevoerd in een “gedekte tint”, deze kleuren zijn terug te vinden in het Leidse Kleurenpalet in de kleurenkaart Helft en de Leidse Kleurenkaart.

Indien er twijfel is of het terras(-meubilair) voldoet aan hetgeen is opgenomen in artikel 4, geldt dat er sprake is van een overtreding van de regels. De vergunninghouder wordt in de gelegenheid gesteld om bij het college een ontheffing aan te vragen. Dit dient plaats te vinden binnen twee weken na de melding van de overtreding. Gedurende de behandeling van de ontheffing wordt er niet handhavend opgetreden. Wordt de ontheffing niet verleend en wordt daartegen bezwaar gemaakt, dan wordt, alvorens handhavend op te treden, het besluit op het bezwaar afgewacht.

Daar waar gesproken wordt over een (omgevings-)vergunning wordt bedoeld een vergunning op grond van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo). Daarin is opgenomen dat voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals permanente zijwanden, nagelvaste parasols, nagelvaste parasolvoeten en andere constructies een omgevingsvergunning is vereist. Alvorens tot het plaatsen van dergelijke zaken over te gaan wordt aangeraden contact op te nemen met de gemeente.

Het Modellenboek Gevelreclame geeft de regels voor gevelreclame, uitstallingen, uitvalschermen en dergelijke.

De hier genoemde regels zijn niet uitputtend. Een aanvraag voor een terrasvergunning wordt altijd getoetst aan de eisen opgenomen in artikel 2:28 van de APV en de daarop gebaseerde nadere regels en voorschriften. Een vergunninghouder moet zich houden aan hetgeen in de artikel 2 tot en met 5 is opgenomen. Wordt er strijdigheid geconstateerd, dan kan handhavend worden opgetreden door het opleggen van een last onder dwangsom/bestuursdwang, dan wel kan de vergunning door het college worden ingetrokken.

Definities:

Natuurlijke gidslijn: een verhoogde kantopsluiting, een speciale gootlijn en/of een keienstrook die in de straatinrichting aangelegd zijn als voorziening voor mensen met een visuele beperking.