Regeling vervallen per 01-01-2007

Verordening op de heffing en de invordering van precariorechten 2006

Geldend van 01-01-2006 t/m 31-12-2006

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariorechten 2006

De raad der gemeente Leiderdorp;

gelezen het voorstel van 18 oktober 2005, nr. 143;

gezien het advies van commissie 1 van 7 november 2005;

gelet op het bepaalde artikel 228 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de

Verordening op de heffing en de invordering van precariorechten 2006

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

a. “dagdeel

de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij de periode maximaal 6 aaneengesloten uren betreft;

b. jaar

een kalenderjaar

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “ precariorechten “ wordt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond of voor de openbare dienst bestemd gemeentewater een recht geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten als bedoeld in artikel 2 worden geheven van diegene van wie dan wel ten behoeve van wie voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond of gemeentewater afkomstig zijn of worden aangetroffen.

Artikel 4 Belastingtijdvak

Het heffingstijdvak is de in een kalenderjaar gelegen periode gedurende welke zich een belastbaar feit in de zin van de verordening voordoet of zal voordoen.

Artikel 5 Tarieven

De rechten worden geheven naar de tarieven en naar het aantal eenheden bepaald en berekend aan de hand van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Belastingaanslagen van minder dan EUR 4,55 worden niet opgelegd.

Voor de toepassing van het bepaalde in het vierde lid wordt het totaal van de op een aanslagbiljet verenigde precariorechten aangemerkt als een belastingaanslag.

Artikel 6 Wijze van heffing; tijdstip verschuldigdheid

  • 1. De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Het recht is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de belasting verschuldigd voor de nog volle kalendermaanden die na de aanvang van de belastingplicht, in het belastingtijdvak overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel nog volle kalendermaanden die na het einde van de belastingplicht, in het belastingtijdvak overblijven.

Artikel 7 Termijnen van betaling

De aanslag moet worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

Artikel 8 Vrijstellingen

De in artikel 2 bedoelde rechten worden niet geheven ter zake van:

  • .

    het hebben van voorwerpen of werken, ten behoeve van eigendommen welke bij de gemeente of haar instellingen in gebruik zijn, met uitzondering van eigendommen welke aan derden zijn verhuurd of in beheer en exploitatie zijn gegeven;

  • .

    het hebben van voorwerpen of werken welke, noodzakelijk voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak, door het rijk, de provincie, de gemeente of door waterschappen zijnaangebracht of geplaatst;

  • .

    verzamelbakken, zoals glascontainers, welke in het belang van het hergebruik van afzon- derlijk in te zamelen afvalstoffen bedoeld in artikel 30 van de Afvalstoffenwet op of in devoor de openbare dienst bestemde grond zijn geplaatst;

  • .

    brievenbussen, postzegelautomaten, telefooncellen;

  • .

    wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWBen van andere overeenkomstige instellingen;

  • .

    het hebben van voorwerpen waarvan de aanwezigheid door de gemeente op grond vaneen overeenkomst of anderszins rechtens moet worden gedoogd;

  • .

    het hebben van voorwerpen uitsluitend langs de gevel aangebracht, welke aan een gebouwzijn aangebracht en niet meer dan 0,10 meter buiten de gevel steken;

  • .

    het hebben van voorwerpen uitsluitend gebezigd door een liefdadig doel en of door instel- ling of groeperingen welke een bijdrage kunnen leveren tot politieke of maatschappelijke bewustwording van de burgers, doch welke nog direct, nog indirect een zakelijk belang nastreven;

  • .

    het hebben van reclame-uitingen en aankondigingen voor een periode van maximaal vieraaneengesloten weken per jaar.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariorechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het verlenen van schriftelijke toe- stemming met betrekking tot het verdagen van de uitspraak op het bezwaarschrift voor ten hoogste een jaar.

Artikel 11 Nakoming van verplichtingen

De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijks- belastingen (Stbl. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, danwel bedoelt of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel

246a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren belast met de heffing of de invordering van gemeente-

lijke belastingen.

Artikel 12 Rente

Het bepaalde in Hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 inzake invorderingsrente vindt toe- passing op de invordering van precariorechten.

De ministeriele regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet vindt daarbij overeen- komstige toepassing.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de verordening, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van zwaarwegende aard zou leiden.

Artikel 14 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

De “verordening precariobelasting 2005 “ van 20 december 2004 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekend- making.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als Verordening precariorechten 2006

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van
de raad van Leiderdorp op 21 november 2005,
de voorzitter, M.Zonnevylle
de griffier, mw. J.C. Zantingh

Tarieventabel behorende bij verordening precariorechten 2006

Rubriek

Omschrijving

Euro

1

BOUWWERKEN

1.1

Voor het afschutten van grond of water, per m2, per jaar

47,25

1.2

Voor het hebben van een loods, directiekeet, of ander tijdelijk getimmerte, per m2, per jaar

55,75

1.3

Voor het hebben van een stelling of steiger, per m2 openbare grond of water dat hierdoor wordt overdekt, per jaar

55,75

2

WOONWAGENS EN WOONSCHEPEN

2.1

Voor het innemen van een staan- of ligplaats, per woonwagen of woonschip, per jaar

241,80

3

WEGWIJZERS EN RECLAMEBORDEN

3.1

Voor het hebben van reclame of andere aankondiging zonder kunstverlichting over de frontoppervlakte per m2, per jaar

20,05

3.2

Voor het hebben van reclame of andere aankondiging met kunstverlichting over de frontoppervlakte per m2, per jaar

29,60

4

BENZINEPOMPEN, -LEIDINGEN EN DERGELIJKE

4.1

Voor het hebben van een mantel, inhoudende een benzine- of oliepomp of lucht- en/of wateraftappunt, al dan niet in bedrijf, een loze mantel of voetstuk:

4.1.1

Voor een loze mantel met één pomp (inclusief de in- of aangebrachte vulgelegenheid) of een mantel met een lucht- en/of wateraftappunt, of een voetstuk zonder mantel, per jaar

215,80

4.2

Voor het hebben van een vulput voor benzine, olie en dergelijke, per vulput, per jaar

67,10

4.3

Voor het hebben van een tank voor benzine, olie en dergelijke, per m2, per jaar

15,10

5

LEIDINGEN, BUIZEN, KABELS (hieronder worden tevens telefoonkabels, kabels en leidingen t.b.v. dataverkeer en overige communicatie bedoeld)

5.1

Voor het hebben van leidingen, buizen, kabels boven, op of onder gemeentegrond of -water ten behoeve van de verspreiding van radio- en tv-signalen, telefonie en dataverkeer, per strekkende meter, per jaar

0,40

5.2

Voor het hebben van leidingen, buizen en kabels onder, boven of op gemeentegrond of -water, anders dan bedoeld in rubriek 5.1 per strek kende meter, per jaar, tot een totale lengte van 150 km,

1,59

5.3

Voor het hebben van leidingen, buizen, kabels boven, op of onder gemeente-grond of –water, anders dan bedoelde in rubriek 5.1 per strekkende meter, per jaar, waarvan de totale lengte meer dan 150 km bedraagt:

1,01

Rubriek

Omschrijving

Euro

6

LUIFELS, BALKONS, OVERBOUWINGEN EN DERGELIJKE

6.1

Voor het hebben van een luifel, balkon, erker, uitbouw, overbouwing en dergelijke onderdelen van bouwwerken voor de in beslag genomen c.q. overdekte grond of water, tot en met 10 m2, per m2, per jaar

10,65

voor elke m2 meer, per m2, per jaar

4,65

7

CIRCUSSEN, KERMISSEN EN BRADERIEËN

7.1

Voor het innemen van een standplaats door circussen of kermissen, per circus of per kermis, per keer

461,40

7.2

Voor het innemen van een standplaats c.q. het hebben van kramen, podia, wagens, installaties etc. ten behoeve van braderieën, per braderie, per keer

310,55

8

STANDPLAATSEN DIENENDE TOT VERKOOP

8.1

Uitstallen van goederen tot en met 30 m2, per toegewezen standplaats per m2, per jaar

98,80

8.2

Uitstallen van goederen voor elke m2 boven de 30 m2, per toegewezen standplaats, per m2, per jaar

10,80

8.3

Uitstallen van goederen tot en met 30 m2, per dagdeel, per toegewezen standplaats per m2, per jaar

50,55

9

MAATSTAF EN TARIEF STROOMVOORZIENING

9.1

Het recht bedraagt per standplaats, per jaar, bij een totale capaciteit van elektrische installaties

9.1.1

Tot en met 500 watt

135,15

9.1.2.

Van 501 watt tot en met 1.000 watt

270,90

9.1.3.

Van 1.001 watt tot en met 1.500 watt

407,25

9.1.4.

Meer dan 1.500 watt

542,95

10

DIVERSE VOORWERPEN

10.1

Voor het plaatsen van wagens, aanhangwagens, handwagens, en andere voertuigen, uitgezonderd motorvoertuigen anders dan bedoeld in rubriek 8, per m2, per jaar

80,80

11

ALGEMEEN TARIEF

11.1

Voorwerpen waarvoor onder de bovenstaande nummers niet in een bijzonder tarief is voorzien, per m2, per jaar

73,90

Behorende bij raadsbesluit van 21 november 2005, nr.

De griffier van de gemeente Leiderdorp,

Mw. J.C. Zantingh.