Actualisatie delegatiebesluit 2008

1 Inleiding

In de commissievergadering Bestuur & Maatschappij van 23 juni jl. is een actualisatie van het delegatiebesluit aan u voorgelegd. In uw vergadering heeft u een aantal vragen gesteld en opmerkingen geplaatst waar wij een nadere toelichting op dienen te geven alvorens tot besluitvorming wordt overgegaan. Deze vragen en opmerkingen hebben betrekking op:

• 1.

  De veronderstelling dat raadsbevoegdheden door het vaststellen van het delegatiebesluit worden overgeheveld naar het College (VVD) of in het gedrang komen (CDA);

• 2.

  Het verminderen van de informatievoorziening naar de raad als er teveel wordt gedelegeerd (CDA);

• 3.

  Een toelichting op de bevoegdheden die door het dualisme van de raad naar het college zijn overgegaan, omdat er een aantal voorbeelden zijn welke niet een goed idee zijn om integraal te delegeren (VVD, BBL).

Tot slot wordt volledigheidshalve ingegaan op een mondelinge vraag van de GroenLinks-fractie over het niet opnemen van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening in het delegatiebesluit; deze vraag is in de week voorafgaand aan de Commissievergadering aan het ambtelijk apparaat gesteld en beantwoord.

In dit voorstel wordt ingegaan op de gestelde vragen en opmerkingen.

2 Beoogd effect

Het actualiseren van het huidige delegatiebesluit.

3 Argumenten

Bij delegatie draagt een bestuursorgaan zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten over aan een ander bestuursorgaan die deze bevoegdheid gaat uitoefenen. Delegatie wordt regelmatig verward met mandaat. Mandaat betreft het namens het bestuursorgaan nemen van besluiten. Het mandaat wordt veelal verleend aan ondergeschikten (ambtenaren) van het betrokken bestuursorgaan.

1.1 De invoering van de Wet dualisering gemeentebestuur

Er hebben zich wijzigingen in bestuursbevoegdheden voorgedaan vanwege de invoering van de Wet dualisering gemeentebestuur in 2002. Ook recentere aanpassingen in wetgeving hebben een wijziging in de beslissingsbevoegdheid van de bestuursorganen bewerkstelligd; dit houdt in dat een aantal bevoegdheden wettelijk aan het College zijn toebedeeld (waar deze bevoegdheden voor invoering van het dualisme bij de raad lag) en maken geen deel meer uit van het vast te stellen delegatiebesluit.

In het delegatiebesluit is geregeld welke bevoegdheden zijn overgedragen van de Raad naar het College. Middels delegatie wordt de bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander bestuursorgaan overgedragen die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitvoert. Het actualiseren van het delegatiebesluit is nodig omdat er afgelopen jaren wetswijzigingen zijn opgetreden.

Ten aanzien van de invoering van de invoering van de Wet dualisering gemeentebestuur kan het volgende worden verduidelijkt (bron: website actieprogramma lokaal bestuur www.actieprogramma.nl). In 2002 is de Wet dualisering gemeentebestuur in werking getreden. De bestuursbevoegdheden van de gemeentelijke bestuursorganen zijn sindsdien in de Gemeentewet verankerd. Deze wet voorziet in een scheiding van bevoegdheden van het College en de Raad. De ontvlechting van bestuursbevoegdheden voorziet er in dat de bestuursbevoegdheden in medebewind aan het College zijn toe te delen. Dit draagt bij aan zowel de helderheid van het dualistische bestuursstelsel als aan de realisering van de doelen van de dualisering van het gemeentebestuur. Deze doelen hebben betrekking op de volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende functie van de Raad en kunnen niet los worden gezien van de bestuursbevoegdheden die bij het College zijn ondergebracht. De informatieplicht van het College naar de Raad blijft hiermee onveranderd (vraag 2. CDA).

De bestuursbevoegdheden zijn onder te verdelen:

• -

  in de Gemeentewet opgenomen bestuursbevoegdheden

• -

  in medebewindswetten opgenomen bestuursbevoegdheden

• -

  de in de Grondwet verankerde autonome bestuursbevoegdheid

De gemeentelijke bevoegdheid tot het stellen van algemene regels blijft bij de Raad. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het vaststellen van de begroting, verordeningen, bestemmingsplannen en een gemeentelijke verkeers- en vervoersplan. Bestuursbevoegdheden die door de invoering van het dualisme bij het College zijn komen te liggen hebben betrekking op uitvoerende bevoegdheden zoals het nemen van concrete beslissingen (beschikkingen en besluiten van algemene strekking) en het vaststellen van beleidsregels. Het College is hiermee het “dagelijks bestuur” van de gemeente geworden.

Ten aanzien van het voorliggende delegatiebesluit wordt opgemerkt dat het nieuwe overzicht een actualisatie betreft van de bevoegdheden die (wettelijk) zijn gedelegeerd door de invoering van het gemeentelijke dualisme. De veronderstelling van zowel de VVD- en de CDA-fractie dat door het vaststellen van het nieuwe delegatiebesluit raadsbevoegdheden worden overgeheveld (vraag 1. VVD) of in het gedrang komen (vraag 1. CDA) is niet aan de orde, omdat er qua bevoegdheidsverdeling geen wijzigingen zijn opgetreden. Er worden zo gezegd geen nieuwe taken gedelegeerd. Het verschil tussen het “oude” overzicht en het “nieuwe” overzicht is er in gelegen dat in het nieuwe overzicht geen bevoegdheden meer zijn opgenomen welke wettelijk geregeld zijn en zodoende rechtstreeks aan het college zijn toebedeeld (opmerking 3. VVD, BBL). Het “oude” meegestuurde overzicht bevat een kolom opgenomen in nieuwe regeling/ rechtstreekse bevoegdheid aan B&W. In deze kolom is aangegeven in welke wet de rechtstreekse bevoegdheid van delegatie is opgenomen. De betreffende artikelen zijn in het “nieuwe” delegatiebesluit dan ook niet meer opgenomen.

Tot slot de vraag van de GroenLinks-fractie over het niet opnemen van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (in werking getreden per 1 juli 2008) in het delegatiebesluit. De reden hiervoor is dat zelfstandige projectprocedure volgens de oude WRO (vervallen per 1 juli 2008) vervalt en hiervoor een projectbesluit in de plaats komt. Het projectbesluit is ook de “vervanger” van de oude artikel 19 vrijstellingsprocedure. Gevolg van het projectbesluit is echter dat binnen 1 jaar een nieuw bestemmingsplan moet worden vastgesteld (blijft bevoegdheid raad) en het projectbesluit hierdoor gezien kan worden als voorloper ervan. Er bestaat dus een nauw verband tussen beide besluiten (projectbesluit en bestemmingsplan). Gelijktijdig met de vaststelling van het beleidskader per verzoek kan een voorstel gedaan worden tot delegatie van de afhandeling van de projectprocedure.

4 Kanttekeningen/Risico-inventarisatie

n.v.t.

5 Milieu

n.v.t.

6 Kosten, baten en dekking

n.v.t.