Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m heden

De raad van de gemeente Leiderdorp;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015,

nr. Z/15/020569/39602;

gezien het advies van het politiek forum van 30 november 2015;

gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2016

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats gelegen aan de Hoogmadeseweg, metinbegrip van het bijzondere gedeelte van de begraafplaats in gebruik bij de rooms-katholieke gemeenschap;

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk ofrechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot :

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken of overblijfselen daarvan;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • f.

    columbarium: een muur, waarvoor voor bepaalde tijd het recht is verkregen tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen en urnen;

  • g.

    dag: periode van 0.00 tot 24.00 uur of een gedeelte daarvan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met debegraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie dedienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikmaakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk, overblijfselen van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of van kinderen minder dan 1 jaar oud die met de overleden moeder in een kist worden begraven;

  • c.

    een graf dat is aangewezen door het college van burgemeester en wethouders als eenoorlogsgraf.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende Tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de Tarieventabelgenoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aanhet kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.3 van de Tarieventabel is hetbelastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving

waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijksverschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2.1 en 4.3 van de Tarieventabel zijnverschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvangvan de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechtenbedoeld in hoofdstuk 4.2.1 van de Tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfdegedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvangvan de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 4.2.1 van de Tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 4.2.1. en 4.3. van de Tarieventabel zijnverschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van debezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechtenworden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot deheffing en de invordering van de lijkbezorgingsrechten.

Artikel 13 Verzending van de kennisgeving

Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat voor de toezending of uitreikingvan de kennisgeving, ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 voor de metde invordering van gemeentelijke belastingen belaste gemeenteambtenaar een anderegemeenteambtenaar in de plaats treedt.

Artikel 14 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening lijkbezorgingsrechten 2015” van 17 november 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van debekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening lijkbezorgingsrechten 2016.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van

de raad van Leiderdorp op 7 december 2015,

de griffier,

mevrouw J.C. Zantingh

de voorzitter,

mevrouw L.M. Driessen - Jansen