Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp houdende regels omtrent schuldhulpverlening Beleidsregels Schuldhulpverlening Gemeente Leiderdorp 2018

Geldend van 25-04-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2018

Intitulé

Beleidsregels Schuldhulpverlening Gemeente Leiderdorp 2018

Schuldhulpverlening is een wettelijke taak van de gemeente op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). In artikel 2 van deze wet is aangegeven dat de gemeenteraad een plan dient vast te stellen dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan inwoners van zijn gemeente. Op 26 juni 2017 heeft de Leiderdorpse gemeenteraad het Beleidsplan Schuldhulpverlening Leiderdorp 2017 – 2020 ‘ Preventief, laagdrempelig, maatwerk en integraal’ vastgesteld met als uitgangspunten;

  • Breed toegankelijk,

  • Preventieve activiteiten, vooral gericht op risicogroepen,

  • Laagdrempelige toegang,

  • Outreachende aanpak,

  • Integrale aanpak door samenwerking,

  • Aanbod is maatwerk,

  • Minder recidive en betere nazorg.

  

Burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp; gelet op artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening; en

artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende, dat het Beleidsplan schuldhulpverlening 2017-2020 ten behoeve van een eenduidige uitvoering van schuldhulpverlening een nadere uitwerking vraagt; besluit vast te stellen:

 Beleidsregels Schuldhulpverlening Gemeente Leiderdorp 2018

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    a.

    aanmelding

    De registratie van de hulpvraag van de verzoeker. De

     

     

    aanmelding leidt tot informatie die noodzakelijk is voor

     

     

    intake/crisisinterventie

    b.

    aflossingscapaciteit

    Het bedrag dat de schuldenaar dient af te dragen voor

     

     

    de aflossing van zijn schulden zoals berekend op grond

     

     

    van de Recofa-rekenmethode. Recofa is een landelijk

     

     

    overlegorgaan van de Rechter-commissarissen in

     

     

    faillissementen en surseances van betaling.

    c.

    bedreigende situatie

    Gedwongen woningontruiming, en/of

     

     

    Beëindiging van de levering van gas, elektriciteit

     

     

    of water, en/of

     

     

    Opzegging, dan wel ontbinding van de

     

     

    zorgverzekering.

    d.

    beslagvrije voet

    Een deel van het inkomen waar de deurwaarder geen

     

     

    beslag op mag leggen.

    e.

    budgetbegeleiding

    Tijdens gesprekken of cursussen verzoeker leren zijn

     

     

    financiële situatie zelf te beheren.

    f.

    budgetplan

    Een op maat gemaakt financieel maandoverzicht van

     

     

    o.a. inkomsten, uitgaven, verplichte aflossing schuld en

     

     

    reserveringen.

    g.

    college

    College van burgemeester en wethouders van de

     

     

    gemeente Leiderdorp.

    h.

    intake

    Toetsen van de zelfredzaamheid van de verzoeker en

     

     

    het vaststellen van het (onderliggende) probleem om

     

     

    een plan van aanpak te ontwikkelen.

    i.

    inwoner

    Degene die als ingezetene in de basisregistratie

    personen (BRP) is ingeschreven.

    j.

    NVVK

    Nederlandse vereniging voor schuldhulpverlening en

     

     

    sociaal bankieren statutair gevestigd te Amsterdam.

    k.

    plan van aanpak

    In tweevoud te ondertekenen vastgelegde persoons- en

     

     

    financiële gegevens verzoeker, analyse hulpvraag,

     

     

    advies in aanbod schuldhulpverlening, stappenplan

     

     

    naar wenselijk eindresultaat, verbonden tussenstappen

     

     

    en evaluatiemomenten, rechten en plichten en

     

     

    machtiging tot uitwisseling van gegevens verzoeker.

    l.

    recidive

    Hernieuwde aanvraag van verzoeker die binnen een

     

     

    bepaalde periode nadat door het college

     

     

    schuldhulpverlening is verleend opnieuw een verzoek

     

     

    indient voor schuldhulpverlening.

    m.

    risicogroepen

    Groep mensen die meer risico lopen op het krijgen van

     

     

    schulden dan anderen.

    n.

    schuldenaar

    Persoon die een geldbetaling is verschuldigd aan een

     

     

    schuldeiser.

    o.

    schuldeiser

    Persoon of instelling die geld tegoed heeft van een

     

     

    schuldenaar als gevolg van een overeenkomst tussen

     

     

    schuldeiser en schuldenaar.

    p.

    schuldhulpverlening

    Het uitvoeren van diensten gericht op het voorkómen,

     

     

    oplossen of beheersen van schulden.

    q.

    verzoeker

    De natuurlijke persoon of de zelfstandige

     

     

    ondernemer die een beroep doet op

     

     

    schuldhulpverlening.

    r.

    Wgs

    Wet gemeentelijke schuldhulpverlening; vormt het

     

     

    belangrijkste kader voor de

     

     

    schuldhulpverlening in de gemeente. Deze wet is sinds

     

     

    1 juli 2012 van kracht.

    s.

    zelfstandige

    Persoon als bedoeld in artikel 1 lid b van het besluit

     

     

    bijstandsverlening zelfstandigen 2004.

  • 2. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader omschreven zijn, hebben dezelfde betekenis als in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), Gedragscode Schuldhulpverlening NVVK en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2 Doelgroep schuldhulpverlening

Alle inwoners van de gemeente Leiderdorp van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.

Artikel 3 Aanbod schuldhulpverlening

  • 1. Het college verleent aan de verzoeker toegang tot een schuldhulpverleningstraject.

  • 2. Lid 1 wordt in een beschikking vastgelegd. In een plan van aanpak wordt het aanbod schuldhulpverlening uitgewerkt in concrete stappen.

  • 3. De vorm van het aanbod schuldhulpverlening die het college verleent is maatwerk. Maatwerk is gebaseerd op een analyse van de hulpvraag, de schulden, de onderliggende problematiek, gezinssamenstelling en is van meerdere factoren afhankelijk en kan per situatie verschillen.

    Factoren die een rol kunnen spelen zijn:

    • a.

      Sprake van een dreigende situatie,

    • b.

      De aard, zwaarte en/of omvang van de schulden,

    • c.

      De psychosociale situatie,

    • d.

      De houding en gedrag (motivatie) van verzoeker,

    • e.

      De financiële situatie,

    • f.

      Geen sprake van problematische schuldsituatie, zoals omschreven in Gedragscode Schuldhulpverlening NVVK,

    • g.

      De (financiële) vaardigheden van de verzoeker en de mate van leerbaarheid,

    • h.

      Eerder gebruik van schuldhulpverlening.

Artikel 4 Producten schuldhulpverlening

Voor wat betreft de producten schuldhulpverlening conformeert het college zich aan de Gedragscode en Modules van de NVVK. Waar nodig biedt beleid nadere invulling.

De volgende producten kunnen worden ingezet:

  • a.

    Preventie: Doel is het voorkomen dat er financiële problemen ontstaan door van tevoren in actie te komen. Preventie kan ook worden ingezet om grotere financiële problemen of herhaling te voorkomen. Schuldpreventie is een mix van maatregelen, activiteiten en voorzieningen die er op gericht zijn dat mensen financieel vaardig worden en zich zo gedragen dat zij hun financiën op orde houden.

  • b.

    Informatie en advies: Doel is het geven van Informatie en Advies over het zelfstandig kunnen bereiken van financieel evenwicht. Het beoogt de zelfstandigheid van de klant te bevorderen en te benutten. Er wordt hierbij aangesloten op de vraagstelling, behoeften en mogelijkheden van de verzoeker.

  • c.

    Crisisinterventie: Doel is het afwenden van een crisis, als er sprake is van een bedreigende situatie en daarmee de mogelijkheid creëren om de schuldenaar te helpen via de reguliere schuldhulpverlening.

    Onder een bedreigende situatie wordt verstaan;

    • Gedwongen woningontruiming, en/of

    • Beëindiging van de levering van gas, elektriciteit of water, en/of

    • Opzegging, dan wel ontbinding van de zorgverzekering.

    Indien er sprake is van een bedreigende situatie vindt binnen 3 werkdagen na de aanmelding het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld. Het spoedprotocol van de Stadsbank Leiden wordt gehanteerd.

  • d.

    Budgetbeheer: Doel is de inkomsten en uitgaven van verzoeker te beheren en in evenwicht te houden, het garanderen dat betalingen tijdig gedaan worden en dat er geen (nieuwe) schulden of betalingsachterstanden ontstaan, conform het overeengekomen budgetplan en plan van aanpak. Dit heeft minimaal betrekking op huur/hypotheek, nutsvoorzieningen en wettelijk verplichte verzekeringen.

  • e.

    Stabilisatie: Doel is het in evenwicht brengen en houden van inkomsten en uitgaven van de schuldenaar, zodat het product Schuldregeling kan worden ingezet Hierbij is van belang dat de inkomsten worden gemaximaliseerd, de uitgaven tot het minimum worden beperkt, er geen bedreigende situatie is en de beslagvrije voet wordt gegarandeerd. Het product Budgetbeheer kan als ondersteuning worden ingezet. Het stabilisatietraject kent een maximale tijdsduur van 4 maanden.

  • f.

    Schuldregeling: Doel is het komen tot een minnelijke overeenkomst tussen schuldenaar en zijn schuldeisers ter (gedeeltelijke) afkoop van de schulden.

  • g.

    BreedMoratorium: Het college kan een verzoek indienen bij de rechtbank om te komen tot een afkoelingsperiode van een halfjaar. Dit breed wettelijk moratorium wordt slechts ingezet als naar het oordeel van het college te verwachten valt dat dit het bereiken van een financieel stabiele situatie bevordert en er voldaan wordt aan de gestelde verplichtingen in het Besluit breed moratorium.

  • h.

    ToeleidingnaarWSNP: Doel is het komen tot een wettelijke overeenkomst op grond van de WSNP tussen schuldenaar en zijn schuldeisers ter (gedeeltelijke) afkoop van de schulden. Dit product kan worden ingezet als een minnelijke overeenkomst is beëindigd. Het college is gemandateerd tot het afgeven van een verzoekschrift en verklaring conform artikel 285 van de Faillissementswet.

  • i.

    Nazorg: Doel is het voorkomen van recidive. Binnen 3 maanden in het eerste jaar nadat een traject schuldregeling succesvol is afgerond, neemt het college het initiatief tot één of meer contactmomenten met verzoeker. Hierin wordt geïnformeerd of er sprake is van een situatie waarin inkomsten en uitgaven (nog steeds) in evenwicht zijn, en zo nodig krijgt verzoeker een aanbod voor extra ondersteuning.

Artikel 5 Wacht- en doorlooptijden

  • 1. Indien een verzoeker zich tot het college wendt voor schuldhulpverlening, wordt bij het eerste gesprek, de aanmelding, de hulpvraag vastgesteld.

  • 2. Binnen 4 weken na aanmelding vindt het tweede gesprek, de intake, plaats. Indien sprake is van een bedreigende situatie, vindt binnen 3 werkdagen een intakegesprek plaats (product crisisinterventie).

  • 3. Het college geeft de verzoeker een globaal inzicht in de vervolgstappen en het aantal weken tussen het intakegesprek en het bereiken van een mogelijk resultaat.

Artikel 6 Inlichtingen- en medewerkingsplicht

  • 1. Verzoeker doet aan het college op vraag, of uit eigen beweging, mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op de schuldhulpverlening. Hieronder wordt in elk geval verstaan: wijzigingen in gezinssamenstelling, woonsituatie, inkomsten, uitgaven, bezittingen en schulden.

  • 2. Verzoeker is verplicht aan het college de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van schuldhulpverlening. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      Het nakomen van gemaakte afspraken in het kader van schuldhulpverlening,

    • b.

      Het tijdig verschijnen op afspraken,

    • c.

      Het tijdig inleveren van noodzakelijke bewijsstukken voor de schuldhulpverlening,

    • d.

      Geen nieuwe schulden aangaan,

    • e.

      Het tijdig betalen van de vaste lasten,

    • f.

      Het zich houden aan de bepalingen en voorwaarden zoals genoemd in het plan van aanpak en de overeenkomsten schuldregeling en/of budgetbeheer,

    • g.

      Zoveel mogelijk aflossingscapaciteit creëren door het verruimen van inkomen, inzetten van beschikbaar vermogen en minimaliseren van uitgaven, en deze aflossingscapaciteit gebruiken ter afbetaling van de schulden,

    • h.

      Inkomsten verwerven naar volledige arbeidscapaciteit, passende arbeid aanvaarden of passende arbeid proberen te verkrijgen in de mate die redelijkerwijs van verzoeker gevraagd kan worden en aantoonbaar te maken.

Artikel 7 Weigeren of beëindigen – hersteltermijn

Het college kan besluiten tot het weigeren – met uitzondering van het product Informatie en

Advies – of beëindigen van de schuldhulpverlening indien:

  • 1.

    Verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals opgenomen in artikel 6 lid 1 en 2,Voordat besloten wordt tot weigering, dan wel beëindiging, wordt verzoeker eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, aan zijn verplichtingen te voldoen.

  • 2.

    Het college het besluit heeft genomen op basis van onjuiste gegevens,

  • 3.

    Verzoeker zich ernstig misdraagt tegenover het college of zijn ambtenaren en medewerkers,

  • 4.

    Verzoeker niet over voldoende inkomen beschikt om schuldhulpverlening mogelijk te maken,

  • 5.

    Verzoeker geen of niet langer inwoner is van de gemeente Leiderdorp, tenzij er sprake is van een lopende schuldregeling ,

  • 6.

    Verzoeker in staat is zelf zijn schulden te regelen,

  • 7.

    Verzoeker hier zelf om vraagt,

  • 8.

    Het traject schuldhulpverlening succesvol is afgerond,

  • 9.

    De schuldregeling niet is geslaagd door gebrek aan medewerking van één of meerdere schuldeisers,

  • 10.

    Een verklaring als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onderdeel f, van de Faillissementswet is afgegeven (WSNP),

  • 11.

    Verzoeker is overleden.

Artikel 8 Recidive– weigering

Het college kan besluiten tot het tijdelijk weigeren van het product schuldregeling en kan aanvullende voorwaarden stellen bij een herhaald verzoek. Tijdelijke weigering schuldregeling is:

  • 1.

    Eén jaar als de schuldregeling is beëindigd tijdens de opzet, nader te noemen het 120-dagen traject;

  • 2.

    Twee jaar als de schuldregeling is beëindigd tijdens de looptijd;

  • 3.

    Drie jaar als de schuldregeling is afgerond – minnelijk/wettelijk - of middels een saneringskrediet is verstrekt en afbetaald

Artikel 9 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1. Het college kan in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van deze beleidsregels.

  • 2. In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorziet, beslist het college.

Artikel 10 Bezwaar en beroep

Tegen een besluit van het college van Burgemeester en Wethouders in het kader van deze beleidsregels staan overeenkomstig de bepalingen in de Awb bezwaar en beroep open.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking na publicatie, met terugwerkende kracht vanaf 1 april 2018.

  • 2. Op dat moment worden de ‘Beleidsregels schuldhulpverlening 2013’ ingetrokken.

  • 3. Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels Schuldhulpverlening Gemeente Leiderdorp 2018’.

Toelichting per artikel

Artikel 1. Begripsbepalingen

In artikel 1 worden begrippen gedefinieerd die worden gebruikt in de beleidsregels. Het gaat in enkele gevallen om begrippen die op dezelfde wijze zijn gedefinieerd als in de Wgs en/of uit de Gedragscode Schuldhulpverlening van de Nederlandse vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVVK) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2 Doelgroep

Schuldhulpverlening staat open voor alle inwoners van Leiderdorp van 18 jaar en ouder. Minderjarige inwoners kunnen zich met hun wettelijke vertegenwoordiger laten voorzien van informatie en advies, maar kunnen geen schuldhulpverleningstraject krijgen.

Artikel 3 Aanbod

Dit artikel toont de kern van het nieuwe Beleidsplan schuldhulpverlening 2017-2020:

Preventief, laagdrempelig, maatwerk en integraal.

De schuldhulpverlening legt de nadruk op preventieve activiteiten vooral gericht op de risicogroepen; Jongeren, Laaggeletterden, Statushouders, Uitkeringsgerechtigden, Mensen met een licht verstandelijke beperking, Cliënten in de maatschappelijke opvang en Zelfstandigen. Het aanbod van schuldhulpverlening is maatwerk, laagdrempelig door de organisatie van inloopspreekuren dichtbij in de wijk, heeft een outreachende benadering aan inwoners die zichzelf niet melden voor hulp biedt online-dienstverlening door aansluiting van het Startpunt Geldzaken, de mogelijkheid tot digitale aanmelding, biedt een netwerk van hulpverlenende organisaties en vrijwilligers die elkaar en de integrale hulp aan de inwoner versterken en richt zich op minder recidive door betere nazorg.

Artikel 4 Producten

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 5 Wacht- doorlooptijden

De bepalingen van dit artikel zijn afkomstig uit de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, artikel, Gedragscode Schuldhulpverlening en modules NVVK.

Artikel 6 Inlichtingen en medewerkingsplicht

Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de verzoeker om tijdig de benodigde informatie te geven, lid 1, en medewerking, lid 2, te verlenen. Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van de schuldhulpverlening.

Artikel 7 Weigeren of beëindigen – hersteltermijn

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden geweigerd of beëindigd. Indien er sprake is van het eerste lid, moet het college aan verzoeker eenmaal een hersteltermijn bieden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet genoemd. De termijn dient redelijk te zijn. Wat redelijk is hangt samen met het type verplichting.

Hier is sprake van maatwerk en dit dient de medewerker schuldhulpverlening goed te motiveren in de rapportage en beschikking.

Dit artikel is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

Artikel 8 Recidive – weigering

In dit artikel wordt beschreven hoe wordt omgegaan met een herhaald verzoek schuldhulpverlening en de bevoegdheid van het college tot tijdelijke weigering van het product schuldregeling en kunnen er aanvullende voorwaarden (bijvoorbeeld budgetbeheer en hulpverlening) worden gesteld bij een herhaald verzoek tot schuldhulpverlening.

6

Afhankelijk van de reden van uitval en de fase waarin de uitval plaatsvond, kan de cliënt 1 tot 3 jaar worden uitgesloten van schuldhulpverlening. Deze beleidsregel geldt als richtlijn en nadrukkelijk als stok achter de deur. In alle gevallen kan de schuldhulpverlener hiervan op basis van individuele omstandigheden afwijken en de hardheidsclausule toepassen. Schuldhulpverleners worden aangemoedigd om in geval van recidive altijd de reden van (her)aanmelding te achterhalen en opnieuw in te schatten of schuldhulpverlening succesvol kan zijn.

Artikel 9 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere, lid 1, en/of onvoorziene, lid 2, gevallen af te wijken van deze beleidsregels ten gunste van verzoeker, wanneer de toepassing van de regels onevenredige gevolgen heeft. Bijvoorbeeld bij een gezin met minderjarige kinderen.

Het gebruik van dit artikel moet worden beschouwd als uitzondering en niet als regel. Er moet dan ook duidelijk worden aangegeven waarom conform lid 1 of 2 van deze beleidsregels wordt afgeweken.

Artikel 10 Bezwaar en beroep

Tegen een besluit van het college van Burgemeester en Wethouders in het kader van deze beleidsregels staan overeenkomstig de bepalingen in de Awb bezwaar en beroep open.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

De beleidsregels treden, met terugwerkende kracht, vanaf 1 april 2018 in werking.