Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp houdende regels omtrent subsidie voor gemeentelijke monumenten Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Leiderdorp

Geldend van 26-07-2018 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Leiderdorp

Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, artikel 4:81 en de Algemene Subsidieverordening Leiderdorp 2014;

Besluit het college vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Leiderdorp

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a)

    monument: object dat overeenkomstig de bepalingen in artikel 3 van de “Erfgoedverordening Leiderdorp” is aangewezen als beschermd gemeentelijk monument;

  • b)

    restauratie: het treffen van voorzieningen tot opheffing van (bouwtechnische) gebreken, het normale onderhoud te boven gaand, noodzakelijk voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarden van het monument;

  • c)

    onderhoud: werkzaamheden noodzakelijk om een monument in goede staat te houden c.q. in bestaande staat te behouden en/of om toekomstig groot onderhoud en restauraties te voorkomen of te verminderen;

  • d)

    kosten van voorzieningen: de door het college goedgekeurde kosten van de voorzieningen die het onderhoud of de restauratie van de waardevolle (onder)delen van het monument (conform de redengevende omschrijving) of de constructie van het monument tot doel hebben. Hiertoe behoren niet de werkzaamheden ten behoeve van het gebruik of die gericht zijn op verfraaiing;

  • e)

    subsidiejaar: het tijdvak waarop de subsidie betrekking heeft en dat loopt van 2 januari tot en met 10 december;

  • f)

    subsidieontvanger: de eigenaar van het gemeentelijke monument die de kosten van voorzieningen maakt;

  • g)

    Monumenten subsidiebudget:het door de gemeenteraad vastgestelde budget, waaruit de subsidies worden verleend;

  • h)

    Monumentenwacht: de stichting Monumentenwacht Zuid-Holland;

  • i)

    ASV: Algemene Subsidieverordening Leiderdorp 2014;

  • j)

    college: burgemeester en wethouders.

Artikel 2. Toepassing ASV

De ASV is van toepassing voor zover daarvan in deze regeling niet is afgeweken.

Artikel 3. Grondslag en werkingssfeer

  • 1. Het college kan aan de eigenaar van een gemeentelijk monumenteen financiële bijdrage (subsidie) verlenen in de subsidiabele onderhouds- of restauratiekosten van dat monument.

  • 2. De subsidie wordt uitsluitend verleend ten behoeve van monumenten die volgens de Erfgoedverordening Leiderdorp zijn aangewezen en zijn geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst.

  • 3. In geval van brandschade wordt de subsidie berekend aan de hand van de kosten van de te treffen voorzieningen minus de uitkering van de verzekering.

  • 4. Een subsidie kan per monument één maal per subsidiejaar worden verleend en alleen als het monumentensubsidiebudget voor dat jaar toereikend is.

Artikel 4. Uitsluitingen

  • 1. De subsidieaanvraag geldt voor het subsidiejaar waarin deze is ingediend. In de tien subsidiejaren volgend op het jaar van de subsidieaanvraag kan voor dezelfde voorzieningen niet opnieuw subsidie worden verleend.

  • 2. De subsidie wordt slechts verstrekt indien:

    • a)

      het gemeentelijk monument na afloop van de werkzaamheden uit het oogpunt van monumentenzorg voldoet aan redelijke eisen van welstand;

    • b)

      voor het treffen van een bepaalde voorziening, binnen tien jaar voor het tijdstip van indiening van de aanvraag om subsidie, voor diezelfde voorziening geen geldelijke steun van overheidswege is verleend.

Artikel 5. De subsidie

De subsidie bedraagt in alle gevallen één derde deel van de goedgekeurde subsidiabele kosten, met een maximum van € 4.000,- per aanvraag, per subsidiejaar.

Artikel 6. Subsidieverplichtingen

  • 1. Het college verplicht de subsidieontvanger:

    • a)

      de voorzieningen te starten binnen zes maanden na de dag van de toekenning. Is dit niet het geval, dan kan de subsidie lager of op nihil worden vastgesteld, tenzij de aanvrager schriftelijk en met redenen omkleed minimaal vier weken voor het verstrijken van de zes maanden uitstel aanvraagt. De termijn kan dan met ten hoogste zes maanden worden verlengd;

    • b)

      aan de door het college met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen:

      • -

        toegang te verlenen tot het (gebouwde) onroerend goed;

      • -

        inzage te verlenen in de op de voorzieningen betrekking hebbende bescheiden en tekeningen en dat deze zo nodig worden verstrekt.

  • 2. Indien voor de uitvoering van de werkzaamheden een omgevingsvergunning ingevolge de Erfgoedverordening Leiderdorp 2008 of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, mag met de uitvoering niet worden begonnen dan nadat de omgevingsvergunning is verleend. Voor vergunningsvrije ingrepen geldt, dat deze eerst gemeld moeten worden bij de gemeente en dat men pas na toestemming van het college mag beginnen.

Artikel 7. Aanvraagprocedure

  • 1. Een aanvraag om subsidie dient door de eigenaar schriftelijk dan wel digitaal te worden ingediend bij het college op een daartoe beschikbaar te stellen formulier en dient in ieder geval vergezeld te gaan van de daarop gevraagde gegevens.

  • 2. Een aanvraag kan worden ingediend vanaf 2 januari van het subsidiejaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot en met 10 december van dat subsidiejaar.

  • 3. Naast het in het eerste lid bedoelde aanvraagformulier dient de aanvraag te zijn voorzien van:

    • a.

      een gespecificeerde begroting van de kosten;

    • b.

      een werkomschrijving of bestek;

    • c.

      indien van toepassing: tekeningen op schaal, aangevende zowel de bestaande als de te maken toestand;

    • d.

      indien van toepassing: een recent inspectierapport, opgesteld door de Monumentenwacht, dan wel door een onafhankelijke deskundige of onafhankelijke deskundige instantie;

    • e.

      naam en adres van de architect/bouwkundige en de aannemer.

  • 4. Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in het eerste en derde lid stelt het college de aanvrager in de gelegenheid om binnen vier weken de door hen aan te geven ontbrekende gegevens te overleggen. Indien de gevraagde gegevens niet binnen de gestelde termijn zijn overgelegd, kan het college besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen.

  • 5. Het college geeft in afwijking van artikel 7 van de ASV binnen 12 weken na

    ontvangst van de volledige aanvraag een subsidiebeschikking af.

Artikel 8. Beschikkingsprocedure

  • 1. Het college behandelt de aanvragen op volgorde van binnenkomst en ontvankelijkheid, tenzij er zwaarwegende overwegingen zijn om dit niet te doen.

  • 2. Het college beslist zo spoedig mogelijk op een aanvraag en doet mededeling van haar beslissing aan de aanvrager.

  • 3. Met de uitvoering van het werk mag niet eerder worden begonnen dan nadat een subsidiebeschikking is afgegeven en de vereiste vergunningen zijn verleend of toestemming als bedoeld in artikel 6, tweede lid, is verkregen.

  • 4. Het college kan ter uitvoering van deze verordening de overlegging vanandere bescheiden vragen.

  • 5. Het college kan ten allen tijde voor en tijdens de uitvoering van de werkzaamheden nadere aanwijzingen geven.

Artikel 9. Subsidievaststelling en -uitbetaling

  • 1. Zodra de werkzaamheden zijn voltooid, dient de subsidieontvanger, in afwijking van hoofdstuk 7 van de ASV, een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2. De gemeentelijke monumentensubsidie wordt vastgesteld nadat het werk gereed is gemeld en een gespecificeerde eindverantwoording, voorzien van alle rekeningen en betaalbewijzen, is ingediend en door het college is goedgekeurd.

    Uitbetaling van de subsidie geschiedt door overmaking op een rekening bij een in Nederland gevestigde bankinstelling ten gunste van degene aan wie de subsidie is verleend.

Artikel 10. Bijzondere bepalingen

Het college kan, indien het een gemeentelijk monument betreft en de voorzieningen inhet belang van de instandhouding met spoed dienen te worden getroffen een subsidietoekennen voor het treffen van voorzieningen tot gedeeltelijke opheffing vanbouwtechnische gebreken.

Artikel 11. Monumentensubsidiebudget

  • 1. Het monumentensubsidiebudget kan worden verlaagd voor zover de vaststelling van de gemeentelijke begroting daartoe noopt. De verlaging wordt binnen vier weken na de vaststelling van de gemeentelijke begroting bekendgemaakt.

Artikel 12. Overgangsrecht

De aanvragen die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze regeling worden afgehandeld op basis van de Subsidieregeling gemeentelijke monumenten, met die uitzondering, dat de maximale subsidietoekenning € 4.000,- bedraagt.

Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2018.

  • 2. Deze regeling kan worden aangehaald als “Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Leiderdorp ”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Leiderdorp in de vergadering van 10-07- 2018
De burgemeester, De secretaris,