Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Leiderdorp

Geldend van 25-01-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Leiderdorp

Inleiding

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • 2. Besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • 3. De antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • 4. Klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet.

  • 5. Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • 6. Klager: Klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • 7. Ingezetene: zij die hun werkelijke woonplaats in de gemeente Leiderdorp hebben, als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd.

  • 1.

    De antidiscriminatievoorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen aan de voor klachtenbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

  • 2.

    De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:

    • -

      Per post;

    • -

      Per e-mail;

    • -

      Telefonisch

    • -

      Op een door de gemeente beschikbaar gestelde locatie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening.

Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van de wet regelt in ieder geval:

  • a.

    De afdoeningstermijn van klachten;

  • b.

    De wijze van afdoening van klachten;

  • c.

    De registratie van klachten;

  • d.

    De motivering van het advies.

Artikel 5 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

  • 1. Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht te melden bij het Meldpunt Discriminatie Leiden te Leiden.

  • 2. Ingeval een klacht wordt gemeld bij het publiekscentrum van het gemeentehuis te Leiderdorp, wordt de klager doorverwezen naar het meldpunt, zoals genoemd in het eerste lid

  • 3. Desgewenst kan de klager op afspraak in het gemeentehuis te Leiderdorp spreken met een klachtbehandelaar van het meldpunt, zoals genoemd in het eerste lid.

  • 4. Het college draagt er zorg voor dat klachten op een adequate manier worden opgenomen en dat klagers op een adequate manier worden doorverwezen

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 25 januari 2010.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Leiderdorp

Toelichting

Algemeen

Artikel 1 van de wet legt het college van burgemeester en wethouders op om toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening. Zie ook de toelichting bij

artikel 2 van deze verordening.

Artikel 2, tweede lid, van de wet wordt opgedragen dat de gemeenteraad stelt “met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze wet bij verordening regels vast omtrent de inrichting van de antidiscriminatievoorziening , bedoeld in artikel 1, en de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder a.” De wet is als bijlage toegevoegd aan deze verordening.

De wet is nader ingevuld in een Algemene Maatregel van Bestuur vastgesteld op 16 september 2009, het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorziening. Het besluit is als bijlage toegevoegd aan deze verordening.

Nu veel van de nadere invulling die de wet behoeft is geregeld in het besluit, kan deze verordening beknopt blijven.

Artikelsgewijze Toelichting

Atikel 1

Deze bepaling behoeft geen toelichting.

Artikel 2

Zoals in het algemene deel van deze toelichting al aangegeven, is deze zorgplicht opgenomen in artikel 1 van de wet. In wetstechnische zin is het dan ook niet noodzakelijk om deze hier te herhalen. Er is voor gekozen om dat wel te doen, nu deze zorgplicht zozeer de kern van deze regelgeving uitmaakt, dat het opnemen ervan sterk bijdraagt aan de begrijpelijkheid van deze verordening.

Artikel 3

Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het besluit, dat luidt: “Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van de klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd”. Ook op de verantwoordelijkheid met de omgang met gegevens zal worden toegezien. Er is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk.

De antidiscriminatievoorziening dient aan te geven of ze beschikt over een opleidingprotocol waar klachtbehandelaars gebruik van kunnen maken. Ook moet worden aangegeven hoe

vaak van behandelaars wordt verwacht aan een opleiding deel te nemen. Het landelijke expertisebureau van Art.1 kan de opleidingen en cursussen verzorgen.

De gemeente draagt er zorg voor dat de burger zich zowel fysiek als niet- fysiek kan melden. De mogelijkheid om zich fysiek op locatie te kunnen melden betekent tevens dat een burger redelijkerwijs op de hoogte kan zijn waar hij of zij terecht kan om te melden. De gemeente draagt zorg voor de aanwezigheid van een locatie. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een bestaande balie (zie ook de toelichting bij artikel 5). Uiteraard kan ook worden afgesproken dat de antidiscriminatievoorziening op locatie aanwezig is, zodat klachten direct

bij de voorziening kunnen worden ingediend.

Bij niet-fysiek wordt verstaan dat de mogelijkheid bestaat voor de burger via sms, telefoon (0900 landelijk en 0900 ADV), brief of email om de klacht te melden of in te dienen.

Ook hier geldt dat op de gemeente een zorgplicht rust om ervoor zorg te dragen dat burgers kennis kunnen nemen van deze mogelijkheden.

Artikel 4

Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het besluit dat luidt: “De antidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten”. Daarbij is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk.

Artikel 5

De wet vermeldt dat de antidiscriminatievoorziening zich in de leefomgeving van burgers moet bevinden. De memorie van toelichting geeft aan dat het gemeenten vrij staat om daar op een praktische wijze invulling aan te geven. De voorziening hoeft dan ook niet in de gemeente zelf aanwezig te zijn.

Gezien het lage aantal klachten dat naar verwachting daadwerkelijk fysiek wordt gemeld bij een meldpunt is het niet efficiënt om een apart fysiek punt in te richten in de gemeente Leiderdorp. De klachten kunnen telefonisch, per mail en internet worden gemeld. De inwoners van de gemeente Leiderdorp kunnen ook gebruik maken van de faciliteiten van het meldpunt (kantoor Bureau Discriminatiezaken Hollands Midden & Haaglanden) in Leiden. Indien er behoefte is aan een gespreksruimte binnen de gemeente Leiderdorp zal de gemeente een gespreksruimte binnen de gemeente beschikbaar stellen.

De gemeente Leiderdorp sluit zich aan bij Bureau Discriminatiezaken Hollands Midden & Haaglanden. Bureau Discriminatiezaken Hollands –Midden en Haaglanden is een professionele en onafhankelijke organisatie die werkt volgens landelijke standaarden en criteria. Daarnaast is het bureau een belangrijke samenwerkingspartner van het Openbaar Ministerie en de politie.

Bureau Discriminatiezaken Hollands Midden & Haaglanden zal de uitvoering van de wettelijke verplichting op zich nemen. Dit betekent dat Bureau Discriminatiezaken Hollands Midden & Haaglanden de volgende taken zal uitvoeren;

  • 1.

    Behandelen van klachten en verzoeken om informatie en advies.

  • 2.

    Registratie van de behandelde klachten en verzoeken.

  • 3.

    Opstellen van de jaarlijkse rapportage (met tussenkomst gemeente) aan de minister.

  • 4.

    Opstellen van een jaarverslag, waarin aanbevelingen gericht op het bevorderen van gelijke behandeling in Leiderdorp worden gedaan.

Tevens zal Bureau Discriminatiezaken Hollands Midden & Haaglanden in samenspraak met de gemeente specifieke PR verzorgen voor de inwoners van Leiderdorp om hen bekend te maken met het bestaan van de antidiscriminatievoorziening. Daarnaast zal het bureau ook voorlichtingsbijeenkomsten voor intermediairen, sleutelfiguren en relevante doelgroepen in Leiderdorp organiseren. Doelstelling hierbij is het informeren van deze groepen ten behoeve van (een betere) doorverwijzing en om signalen te vinden.

Artikel 6

Deze bepaling behoeft geen toelichting

Artikel 7

Deze bepaling behoeft geen toelichting