Regeling aanscherping Wet werk en bijstand

Geldend van 01-01-2012 t/m heden

De raad van de gemeente Leiderdorp;

gelezen het voorstel van 13 december 2011, nr 2011i02144.;

gezien het advies van commissie bestuur en Maatschappij van 23 januari 2012;

gelet op het bepaalde in artikel 147 eerste lid van de Gemeentewet en artikel 8, van de Wet werk en bijstand;

overwegende, dat intrekking van de Wet investeren in jongeren en wijziging van de Wet werk en bijstand per 1 januari 2012 het noodzakelijk maakt om de verordeningen die hun grondslag vinden in laatstgenoemde wet aan te passen en voorts dat het gewenst wordt geacht het bestaande gemeentelijk beleid als vastgelegd in deze verordeningen zoveel mogelijk in stand te laten, in afwachting van toekomstige wetgeving die de gemeentelijke sociale zekerheid betreft;

b e s l u i t:

Vast te stellen de tijdelijke regeling Aanscherping Wet werk en bijstand

Artikel I. Wijziging Re-integratieverordening WWB

De Re-integratieverordening WWB wordt als volgt gewijzigd:

A.Voor de paragraaf met de titel ‘Slotbepalingen’ wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd die luidt als volgt: Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012. In die paragraaf worden de hierna volgende artikelen ingevoegd.

B.Artikel 13a wordt ingevoegd met als opschrift: Wijziging betekenis begrippen.

Artikel 13a luidt als volgt:

1.Waar in deze verordening de begrippen ‘alleenstaande’, ‘alleenstaande ouder’ en ‘gezin’ worden gebruikt, hebben deze vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.

2.Waar in deze verordening wordt gesproken van ‘gehuwde(n)’ of ‘gehuwdennorm’ hebben deze begrippen vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als ‘gezin’, bedoeld in artikel 4, respectievelijk ‘gezinsnorm’, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet.

C.Artikel 13b wordt ingevoegd met als opschrift: Afwijkende bepalingen voor jongeren.

Artikel 13b luidt als volgt:

1.Artikel 9, 10 en 12 van deze verordening zijn niet van toepassing voor belanghebbenden jonger dan 27 jaar.

2.In afwijking van artikel 6 van deze verordening geldt voor belanghebbenden jonger dan 27 jaar het volgende:

a.het College stelt voor de persoon jonger dan 27 jaar die recht heeft op algemene bijstand een plan van aanpak op conform artikel 44a van de wet;

b.In dit plan van aanpak staat hoe de eventuele ondersteuning eruit ziet, welke verplichtingen gericht op de arbeidsinschakeling de belanghebbende heeft, en de gevolgen van het niet naleven van de verplichtingen;

c.Het college begeleidt de belanghebbende bij de uitvoering van het plan van aanpak en evalueert, in samenspraak met belanghebbende, periodiek het plan van aanpak en stelt dit zo nodig bij.

Artikel II. Wijziging Toeslagenverordening WWB

De Toeslagenverordening WWB wordt als volgt gewijzigd:

A.Voor het hoofdstuk met de titel ‘Slotbepalingen’ wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd die luidt als volgt: Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012. In die paragraaf worden de hierna volgende artikelen ingevoegd.

B.Artikel 8a wordt ingevoegd met als opschrift: Wijziging betekenis begrippen.

Artikel 8a luidt als volgt:

1.Waar in deze verordening de begrippen ‘alleenstaande’, ‘alleenstaande ouder’ en ‘gezin’ worden gebruikt, hebben deze vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.

2.Waar in deze verordening wordt gesproken over ‘gehuwde(n)’ of ‘gehuwdennorm’ hebben deze begrippen vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als ‘gezin’, bedoeld in artikel 4, respectievelijk ‘gezinsnorm’, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet.

3.Waar in deze verordening het begrip ‘zorgbehoevende’ wordt gebruikt, heeft dit vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als in artikel 4, vijfde lid, van de wet.

C.Artikel 8b wordt ingevoegd met als opschrift: Wijziging verwijzingen

Artikel 8b luidt als volgt:

Waar in deze verordening wordt verwezen naar artikel 21, onderdeel c, van de wet, moet voor die verwijzing vanaf 1 januari 2012 worden gelezen: artikel 21, eerste lid, van de wet.

D.Artikel 8c wordt ingevoegd met als opschrift: Maximale toeslag en wijziging definitie meerderjarige kinderen

Artikel 8c luidt als volgt:

De bepalingen genoemd in artikel 3, derde lid, a t/m c, worden vervangen door de volgende bepalingen:

a.op grond van artikel 4 tweede lid van de wet niet tot het gezin als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van de wet behoort;

b.verzorgingsbehoevende die door de belanghebbende worden verzorgd of personen die de verzorgingsbehoevende belanghebbende verzorgen.

E.Artikel 8d wordt ingevoegd met als opschrift: Intrekking WIJ

Artikel 8d luidt als volgt:

1.In afwijking van artikel 2, eerste lid, zijn de bepalingen van deze verordening vanaf 1 januari 2012 evenzo van toepassing op personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar.

2.In afwijking van artikel 3 wordt aan een alleenstaande van 21 jaar geen toeslag toegekend in verband met het niet of niet geheel kunnen delen van kosten, bedoeld in artikel 25, van de wet.

3.In afwijking van artikel 3 wordt aan een alleenstaande van 22 jaar een toeslag van 10 procent van de gezinsnorm toegekend in verband met het niet of niet geheel kunnen delen van kosten, bedoeld in artikel 25, van de wet.

4.Aan het bepaalde in het tweede en derde lid wordt geen toepassing gegeven in de periode dat een verlaging in verband met schoolverlating wordt toegepast als bedoeld in artikel 28 van de wet.

Artikel III. Wijziging Maatregelenverordening WWB

De Maatregelenverordening WWB wordt als volgt gewijzigd:

A.Voor het hoofdstuk met de titel ‘Overige bepalingen’ wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd dieluidt als volgt:

Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012. In die paragraaf worden de hierna volgende artikelen ingevoegd.

B.Artikel 20a wordt ingevoegd met als opschrift: Wijziging betekenis begrippen.

Artikel 20a luidt als volgt:

1.Waar in deze verordening de begrippen ‘alleenstaande’, ‘alleenstaande ouder’ en ‘gezin’ worden gebruikt, hebben deze vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.

2.Waar in deze verordening wordt gesproken over ‘gehuwde(n)’ of ‘gehuwdennorm’ hebben deze begrippen vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als ‘gezin’, bedoeld in artikel 4, respectievelijk ‘gezinsnorm’, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet.

C.Artikel 20b wordt ingevoegd met als opschrift: Onvoldoende meewerken aan plan van aanpak

Artikel 20b luidt als volgt:

1.Onder ‘gedragingen die arbeidsverplichtingen schenden, als bedoeld in artikel 6, wordt voor jongeren onder de 27 jaar, vanaf 1 januari 2012 mede verstaan: het onvoldoende meewerken aan het opstellen, uitvoeren dan wel evalueren van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 44a van de wet.

2.Indien sprake is van een gedraging als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, zijn artikel 7 t/m 9 van toepassing.

D.Artikel 20c wordt ingevoegd met als opschrift: Niet voldoen aan re-integratieplicht bij ontheffing alleenstaande ouder

Artikel 20c luidt als volgt:

1.Onder “gedragingen die de arbeidsverplichtingen schenden”, als bedoeld in artikel 6, wordt vanaf 1 januari 2012 mede verstaan: het niet voldoen aan de aan de ontheffing verbonden re-integratieverplichtingen die een alleenstaande ouder heeft indien hem op grond van artikel 9a WWB 2012 een ontheffing van de arbeidsplicht is verleend.

2.Indien sprake is van een gedraging als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, zijn artikel 7 t/m 9 van toepassing.

E.Artikel 20d wordt ingevoegd met als opschrift: Onvoldoende inspanningen in de wachtperiode

Artikel 20d luidt als volgt:

1.Onder “gedragingen die arbeidsverplichtingen schenden”, als bedoeld in artikel 6, wordt voor jongeren onder de 27 jaar, vanaf 1 januari 2012 mede verstaan: het onvoldoende zoeken naar werk en/of scholing in dewachtperiode van 4 weken voordat de aanvraag ingediend is.

2.Indien sprake is van een gedraging als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, zijn de artikelen 7 t/m 9 van toepassing.

F.Artikel 20e wordt ingevoegd met als opschrift: Binnen 4 weken na melding indienen van de aanvraag

Artikel 20f luidt als volgt:

1.Voor jongeren onder de 27 jaar geldt een wachtperiode van 4 weken voordat zij hun aanvraag mogen indienen (art. 41 lid 4 WWB). Onder “overige verwijtbare gedragingen”, als bedoeld in artikel 17, wordt voor jongeren onder de 27 jaar, vanaf 1 januari 2012 mede verstaan: het indienen van de aanvraag in de wachtperiode van 4 weken.

2.Indien sprake is van een gedraging als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, zijn de artikelen 17 t/m 18 van toepassing.

G.Artikel 20f wordt ingevoegd met als opschrift: Intrekking WIJ

Artikel 20d luidt als volgt:

1.De bepalingen van deze verordening zijn vanaf 1 januari 2012 evenzo van toepassing op personen van 18 jaar en ouder doch jonger dan 27 jaar.

2.Een verlaging op grond van gedragingen, benoemd in deze verordening, kan eveneens worden toegepast op de bijzondere bijstand die aan belanghebbenden op grond van artikel 12, van de wet, wordt verstrekt.

Artikel IV. Wijziging verordening Langdurigheidstoeslag

De Verordening langdurigheidstoeslag wordt als volgt gewijzigd:

A.Voor de paragraaf met de titel ‘Slotbepalingen’ of met titel ‘inwerkingtreding’ wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd die luidt als volgt: Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012. In die paragraaf wordt het hierna volgende artikel

ingevoegd.

B.Artikel 4a wordt ingevoegd met als opschrift: Wijziging betekenis begrippen.

Artikel 4a luidt als volgt:

1.Waar in deze verordening de begrippen ‘alleenstaande’, ‘alleenstaande ouder’ en ‘gezin’ worden gebruikt, hebben deze vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.

2.Waar in deze verordening wordt gesproken over ‘gehuwde(n)’ of ‘gehuwdennorm’ hebben deze begrippen vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als ‘gezin’, bedoeld in artikel 4, respectievelijk ‘gezinsnorm’, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet.

C.Artikel 4, derde lid, komt te luiden:

Indien één van de gezinsleden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid van de wet, waardoor slechts één van de gezinsleden recht op langdurigheidstoeslag heeft, komt dit gezinslid in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

Artikel V. Inwerkingtreding en geldingsduur

Dit besluit treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van de ‘Wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van

uitkeringsgerechtigden’.

Vastgesteld in de openbare vergadering van

de raad van Leiderdorp op 6 februari 2012,

de griffier,

mevrouw J.C. Zantingh

de voorzitter,

mevrouw L.M. Driessen-Jansen