Regeling vervallen per 01-01-2009

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2008

Geldend van 01-01-2008 t/m 31-12-2008

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2008

De raad der gemeente Leiderdorp;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van november 2007, nr. ..;

gezien het advies van commissie 1 van 26 november 2007;

gelet op het bepaalde artikel 228 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2008

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a. dagdeel : een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan.

  • b. jaar : een kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond een belasting geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder,op of boven voor de openbare dienst bestemd grond aanwezig zijn.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is de in een kalenderjaar gelegen periode gedurende welke zich een belastbaar feit in de zin van de verordening voordoet of zal voordoen.

Artikel 5 Tarieven

  • 1. De belasting wordt geheven naar de tarieven en naar het aantal eenheden bepaald en berekend aan de hand van de bij deze verordening behorende Tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de Tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 3. Belastingaanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd.

  • 4. Voor de toepassing van het bepaalde in het derde lid wordt het totaal van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen precariobelasting aangemerkt als een belastingaanslag.

Artikel 6 Wijze van heffing; tijdstip verschuldigdheid

  • 1. De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Het recht is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de belasting verschuldigd voor de nog volle kalendermaanden die na de aanvang van de belastingplicht, in het belastingtijdvak overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de volle kalendermaanden die na het einde van de belastingplicht, in het belastingtijdvak overblijven.

Artikel 7 Termijnen van betaling

De aanslag moet worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

Artikel 8 Vrijstellingen

De in artikel 2 bedoelde belasting wordt niet geheven voor:

  • a.

    het hebben van voorwerpen of werken, ten behoeve van eigendommen welke bij de ge-meente of haar instellingen in gebruik zijn, met uitzondering van eigendommen welke aan derden zijn verhuurd of in beheer en exploitatie zijn gegeven;

  • b.

    het hebben van voorwerpen of werken welke, noodzakelijk voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak, door het rijk, de provincie, de gemeente of door waterschappen zijn aangebracht of geplaatst;

  • c.

    verzamelbakken, zoals glascontainers, welke in het belang van het hergebruik van af-zonderlijk in te zamelen afvalstoffen bedoeld in artikel 30 van de Afvalstoffenwet op of in de voor de openbare dienst bestemde grond zijn geplaatst;

  • d.

    brievenbussen, postzegelautomaten, telefooncellen;

  • e.

    wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en van andere overeenkomstige instellingen;

  • f.

    het hebben van voorwerpen waarvan de aanwezigheid door de gemeente op grond van een overeenkomst of anderszins rechtens moet worden gedoogd;

  • g.

    het hebben van voorwerpen uitsluitend langs de gevel aangebracht, welke aan een gebouw zijn aangebracht en niet meer dan 0,10 meter buiten de gevel steken;

  • h.

    het hebben van voorwerpen uitsluitend gebezigd door een liefdadig doel en of door instelling of groeperingen welke een bijdrage kunnen leveren tot politieke of maatschap-pelijke bewustwording van de burgers, doch welke nog direct, noch indirect een zakelijk belang nastreven.

  • i.

    het hebben van reclame-uitingen en aankondigingen voor een periode van maximaal vier aaneengesloten weken per jaar.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 11 Nakoming van verplichtingen

De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelas-tingen (Stbl. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren belast met de heffing of de invordering van gemeente-lijke belastingen.

Artikel 12 Rente

Het bepaalde in Hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 inzake invorderingsrente vindt toe-passing op de invordering van precariobelasting. De ministeriele regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet vindt daarbij overeenkomstige toepassing.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de verordening, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van zwaar-wegende aard zou leiden.

Artikel 14 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1. De Verordening precariobelasting 2007 van 18 december 2006, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 24 september 2007, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekend-making.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening precariobelasting 2008.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van
de raad van Leiderdorp op 17 december 2007,
de voorzitter, M.Zonnevylle
de griffier,M.Zonnevylle mw. J.C. Zantingh

Bijlage Tarieventabel behorende bij verordening Precariobelasting 2008

Rubriek

Omschrijving

Euro

1

BOUWWERKEN

1.1

Voor het afschutten van grond of water, per m2, per jaar

48,50

1.2

Voor het hebben van een loods, directiekeet of ander tijdelijk getimmerte, per m2, per jaar

57,30

1.3

Voor het hebben van een stelling of steiger, per m2 openbare grond of water dat hierdoor wordt overdekt, per jaar

57,30

2

WOONWAGENS EN WOONSCHEPEN

2.1

Voor het innemen van een staan- of ligplaats, per woonwagen of woonschip, per jaar

248,45

3

WEGWIJZERS EN RECLAMEBORDEN

3.1

Voor het hebben van reclame of andere aankondiging zonder kunstverlichting over de frontoppervlakte per m2, per jaar

20,60

3.2

Voor het hebben van reclame of andere aankondiging met kunstverlichting over de frontoppervlakte per m2, per jaar

30,40

4

BENZINEPOMPEN, -LEIDINGEN EN DERGELIJKE

4.1

Voor het hebben van een mantel, inhoudende een benzine- of oliepomp of lucht- en/of wateraftappunt, al dan niet in bedrijf, een loze mantel of voetstuk:

4.1.1

Voor een loze mantel met één pomp (inclusief de in- of aangebrachte vulgelegenheid) of een mantel met een lucht- en/of wateraftappunt, of een voetstuk zonder mantel, per jaar

221,75

4.2

Voor het hebben van een vulput voor benzine, olie en dergelijke, per vulput, per jaar

68,90

4.3

Voor het hebben van een tank voor benzine, olie en dergelijke, per m2 per jaar

15,45

5

LEIDINGEN, BUIZEN, KABELS (hieronder worden tevens telefoonkabels, kabels en leidingen t.b.v. dataverkeer en overige communicatie bedoeld)

5.1

Voor het hebben van leidingen, buizen, kabels voor de verspreiding van radio- en tv-signalen, telefonie en dataverkeer, per strekkende meter, per jaar

0,42

5.2

Voor het hebben van leidingen, buizen en kabels anders dan bedoelde in rubriek 5.1 per strekkende meter, per jaar, tot een totale lengte van 150 km,

1,61

5.3

Voor het hebben van leidingen, buizen, kabels anders dan bedoelde in rubriek 5.1 per strekkende meter, per jaar, waarvan de totale lengte meer dan 150 km bedraagt:

1,02

6

LUIFELS, BALKONS, OVERBOUWINGEN EN DERGELIJKE

6.1

Voor het hebben van een luifel, balkon, erker, uitbouw, overbouwing en dergelijke onderdelen van bouwwerken voor de in beslag genomen c.q. overdekte grond of water, tot en met 10 m2, per m2, per jaar

10,90

6.1.1

voor elke m2 meer, per m2, per jaar

4,75

7

CIRCUSSEN, KERMISSEN EN BRADERIEËN

7.1

Voor het innemen van een standplaats door circussen of kermissen, per circus of per kermis, per keer

474,15

7.2

Voor het innemen van een standplaats c.q. het hebben van kramen, podia, wagens, installaties etc. ten behoeve van braderieën, per braderie, per keer

319,10

Rubriek

Omschrijving

Euro

8

STANDPLAATSEN DIENENDE TOT VERKOOP

8.1

Uitstallen van goederen tot en met 30 m2, per toegewezen standplaats per m2, per jaar

101,50

8.2

Uitstallen van goederen voor elke m2 boven de 30 m2, per toegewezen standplaats, per m2, per jaar

11,05

8.3

Uitstallen van goederen tot en met 30 m2, per dagdeel, per toegewezen standplaats per m2, per jaar

51,90

9

MAATSTAF EN TARIEF STROOMVOORZIENING

9.1

Het recht bedraagt per standplaats, per jaar, bij een totale capaciteit van elektrische installaties

9.1.1

Tot en met 500 watt

138,85

9.1.2.

Van 501 watt tot en met 1.000 watt

278,35

9.1.3.

Van 1.001 watt tot en met 1.500 watt

418,45

9.1.4.

Meer dan 1.500 watt

557,95

10

DIVERSE VOORWERPEN

10.1

Voor het plaatsen van wagens, aanhangwagens, handwagens, en andere voertuigen, uitgezonderd motorvoertuigen anders dan bedoeld in rubriek 8, per m2, per jaar

83,00

11

ALGEMEEN TARIEF

11.1

Voorwerpen waarvoor onder de bovenstaande nummers niet in een bijzonder tarief is voorzien, per m2, per jaar

75,90

Behorende bij raadsbesluit van 18 december 2006, nr.

De griffier van de gemeente Leiderdorp,

Mw. J.C. Zantingh.