Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp houdende regels omtrent rechtspositieregelingen voor de babs Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Leiderdorp 2018

Geldend van 04-09-2018 t/m heden

Intitulé

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Leiderdorp 2018

Burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp,

gelet op het reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand, kortweg ‘het Reglement op de burgerlijke stand’ genoemd, zoals vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 19 augustus 2003;

gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor georganiseerd overleg op 16 juli 2018;

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende regeling:

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Leiderdorp 2018

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan:

  • a.

    buitengewoon ambtenaar: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in het Reglement op de burgerlijke stand.

  • b.

    CAR/UWO: de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst.

Artikel 2 Aanstelling

  • 1. Aanstelling geschiedt in vaste dienst of in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd.

  • 2. Een aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.

Artikel 3 Salaris

  • 1. De buitengewoon ambtenaar ontvangt een salaris per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap gelijk aan drie en een half keer het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage IIa van de CAR/UWO.

  • 2. Het salaris, bedoeld in het eerste lid, wordt opgehoogd met het percentage genoemd in artikel 3:28, tweede lid, sub b CAR/UWO (voorheen de eindejaarsuitkering) en met 8% (voorheen de vakantietoelage).

Artikel 4 Onkostenvergoeding

Per gesloten huwelijk ontvangt de buitengewoon ambtenaar een onkostenvergoeding van € 7,50 netto.

Artikel 5 Vakantie

  • 1. De buitengewoon ambtenaar heeft recht op 0,30 uur vakantie per voltrokken huwelijk.

  • 2. De vakantie wordt aansluitend aan het voltrokkenhuwelijk opgenomen.

Artikel 6 Aanspraken bij ziekte

  • 1. Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar zijn de artikelen 7:1 tot en met 7:3 (definities, begeleiding en recht op salaris bij ziekte), 7:9 tot en met 7:14 (verplichtingen en sancties) en 7:19 tot en met 7:21 (samenloop doorbetaling salaris en uitkering) van de CAR/UWO van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Voor toepassing van dit artikel wordt onder salaris verstaan: het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 3 over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover het dienstverband van de buitengewoon ambtenaar op deze datum nog geen 12 maanden heeft geduurd, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

  • 3. Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd wordt het recht op vakantie berekend op basis van het gemiddelde van het totaal aantal uren vakantie als bedoeld in artikel 5 over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover het dienstverband van de buitengewoon ambtenaar op deze datum nog geen 12 maanden heeft geduurd, wordt gerekend met het aantal uren vakantie dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

  • 4. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar verstaan: de dag waarop de ambtenaar is aangewezen om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken, waarvoor hij wegens ziekte is verhinderd.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen.

Artikel 7 Ontslag en schorsing

  • 1. Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 8:1 (op verzoek), 8:2 en 8:2a (na de AOW-gerechtigde leeftijd), 8:3 (wegens reorganisatie), 8:4 en 8:5 (wegens arbeidsongeschiktheid), 8:6 (wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid), 8:7 en 8:8 (overige ontslaggronden), 8:12 en 8:12:1 (van rechtswege en tussentijdse ontslag uit tijdelijke aanstelling) en 8:13 (als disciplinaire straf) van de CAR/UWO.

  • 2. Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 en 8:15:2 van de CAR/UWO.

Artikel 8 Overige rechten en verplichtingen

De artikelen 15:1, 15:1b tot en met 15:1g (verplichtingen rond integriteit), 15:1:12 (vergoeding van schade), 15:1:15 (beoordeling van de ambtenaar), 15:1:16 (uniform of dienstkleding), 15:1:19 (verbod betreden arbeidsterrein), 15:1:20 (infectieziekten), 15:1:23 tot en met 15:1:25 (vergoeden van schade) en 15:2 van de CAR/UWO zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9 Plichtsverzuim

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CAR/UWO.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1. De rechtpositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 4 november 2008 wordt ingetrokken.

  • 2. Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2018.

Artikel 11 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als de ‘Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Leiderdorp 2018’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 7 augustus 2018.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp,

Toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijving

De wet-Mulder heeft met ingang van 1 januari 1995 de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) geïntroduceerd. De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand (babs) wordt aangesteld door het college van burgemeester en wethouders (artikel 1:16 Burgerlijk Wetboek).

Gemeenten hebben een Reglement burgerlijke stand. Daarin kan geregeld zijn welke benoemingsmogelijkheden er zijn. Gemeenteambtenaren, en ook burgemeester, wethouders en leden van de raad, kunnen tot (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand benoemd worden. Tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) kunnen bovendien anderen, niet werkzaam bij de gemeente, benoemd worden.

De gemeenteambtenaar, de burgemeester, de wethouders en de raadsleden worden beschouwd als onbezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. De vergoeding voor de werkzaamheden is in het algemeen alleen op de medewerkers van buiten de gemeentelijke organisatie van toepassing.

De babs is een ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet. Omdat de CAR/UWO niet op hem van toepassing is dient een afzonderlijke rechtspositieregeling te gelden (art. 125 Ambtenarenwet). Doorgaans is de functie van babs een nevenfunctie, die in omvang sterk kan variëren.

Artikel 2 Aanstelling

In het lokale Reglement burgerlijke stand kan een benoemingstermijn geregeld zijn, vaak is dat 5 of 10 jaar. Het kan wenselijk zijn om kortere aanstellingen te verlenen. Het gevolg van een kortere aanstellingsduur is onder meer dat de verplichtingen van de gemeente jegens de ambtenaar in het kader van ziekte (doorbetaling salaris, re-integratie) eerder ophouden te bestaan, namelijk bij einde van het dienstverband. Bovendien geldt voor de duur van het nog resterende dienstverband dat van de werkgever geen onredelijke inspanningen gevergd worden door het UWV. Op de toepasselijkheid van de arbeidsongeschiktheidswetgeving op de babs wordt verder ingegaan bij de toelichting op artikel 4.

De aanstelling kan opnieuw tijdelijk verleend worden. De ketenregeling geldt niet omdat noch de CAR/UWO (artikel 1:2, sub c CAR/UWO), noch het Burgerlijk Wetboek (7:615 BW) van toepassing is.

Bij het benoemen van een personeelslid of raadslid (dan wel andere politieke ambtsdrager) tot babs is het raadzaam de benoeming te beperken tot de periode waarin het (politieke) ambt wordt vervuld.

Artikel 3 Salaris

Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor ambtenaren nadere regels voor de bezoldiging moeten worden getroffen. Artikel 3 van deze regeling voorziet hierin. Per huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt een salaris uitbetaald, dat wordt verhoogd met percentages die tot 1 januari 2017 onder een andere naam in de CAR/UWO geregeld waren: de vakantietoelage in artikel 6:3 en de eindejaaruitkering in artikel 3:18a.

Voorbeeld salarisberekening (schaalbedragen per 1 januari 2018)

Salaris per verrichting € 75,74 (3,5 x 1/156e deel van € 3.376)

Vakantietoelage € 6,06 (8% van € 75,74)

Eindejaarsuitkering € 4,92 (6,5% van € 75,74)

Totaal € 86,72

Artikel 4 Vakantie

Per voltrokken huwelijk (gelijkgesteld aan 3,5 uur) wordt 0,30 uur vakantie opgebouwd. Dat aantal is gebaseerd op het vakantierecht van 158,4 uur per 1819 gewerkte uren van een ‘gewone’ gemeenteambtenaar.

In 2006 heeft het Europese Hof van Justitie bepaald dat een werkgever de wettelijke vakantiedagen van een medewerker niet mag afkopen. Daarom is er voor gekozen de afkoop van vakantie (8,6% van het salaris) met ingang van 2018 niet meer op te nemen in deze rechtspositieregeling. De buitengewoon ambtenaar neemt aansluitend aan ieder huwelijk 0,30 uur verlof op.

Artikel 5 Onkostenvergoeding

De vaste onkostenvergoeding dient ter tegemoetkoming in de volgende kosten:

  • Reis- en verblijfkosten

  • Onderhoud en reiniging toga

  • Telefoonkosten – contact gemeente, bruidsparen, familie

  • Representatie – ontvangst thuis bruidsparen, met versnapering

  • Apparatuur – gebruik PC & printer, papier e.d. voor de toespraak en overzichten

  • Lidmaatschap Matrimonium.

Artikel 6 Aanspraken bij ziekte

De regeling verklaart de CAR/UWO op het punt van doorbetaling van salaris bij ziekte van toepassing op de babs. Deze regel geldt ongeacht de leeftijd van de babs en geldt ook voor de babs ouder dan de AOW-gerechtigde leeftijd.

In lid 4 is bepaald welke dag als eerste ziektedag geldt. Het is niet de bedoeling dat de babs direct bij aanvang van het ziekteverzuim salaris krijgt doorbetaald, maar pas vanaf het tijdstip dat hij een huwelijk zou sluiten als hij niet ziek was geweest.

Het tijdstip van uitbetalen tijdens ziekte is gelijk aan het tijdstip van uitbetalen wanneer de babs niet ziek is.

De babs is verplicht zo spoedig mogelijk zijn verhindering tot werken door te geven; in artikel 8 van deze regeling is artikel 15:1d van de CAR/UWO op de babs van toepassing verklaard. Ook het artikel 7:9 lid 4 (verzuimprotocol) van de CAR/UWO is van toepassing verklaard op de babs.

Naast het recht op doorbetaling van salaris staat de verplichting van werkgever en werknemer (jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd) zich in te spannen tot re-integratie in het arbeidsproces. Voor de babs die de AOW-gerechtige leeftijd heeft bereikt geldt de re-integratieverplichting niet. In de praktijk wordt deze verplichting niet altijd als wenselijk beschouwd. De babs is op grond van het Burgerlijk Wetboek immers uitsluitend benoemd tot het verrichten van de formaliteiten rondom en sluiting van het huwelijk/geregistreerd partnerschap.

Bovendien heeft de babs in de regel een hoofdfunctie waar vanuit re-integratieverplichtingen bestaan. In de praktijk zal bezien moeten worden hoe arbodienstverleners en het UWV omgaan met de verplichting tot re-integratie van de gemeente ten aanzien van een zieke babs.

Artikel 7 Ontslag en schorsing

De babs wordt geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders (artikel 1:16 BW). Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor schorsing, ontslag en uitkering nadere regels worden getroffen. Er wordt een limitatieve opsomming gegeven van de ontslaggronden voor de babs, onder verwijzing naar de CAR/UWO.

Opgemerkt wordt dat ontslag na de AOW-gerechtigde leeftijd niet verplicht is. Artikel 8:2, tweede lid en 8:2a CAR/UWO bieden de mogelijkheid om een gepensioneerde in dienst te houden dan wel te nemen. Het dienstverband na de AOW-gerechtigde leeftijd is op grond van artikel 8:2a eenvoudig te beëindigen.

Artikel 8 Overige rechten en verplichtingen

De rechten en plichten van hoofdstuk 15 van de CAR/UWO worden hier voor een groot gedeelte ook op de babs van toepassing verklaard. Voor de inhoud van de artikelen wordt verwezen naar de CAR/UWO. Enkele opmerkingen hierover:

De eed of belofte is niet van toepassing verklaard op de babs omdat eedaflegging reeds op grond van het BW verplicht is.

De personeelsbeoordeling is van toepassing omdat in de ontslaggrond ‘onbekwaamheid/ongeschiktheid anders dan’ aan de orde kan zijn. Een beoordeling kan bij toepassing van die ontslaggrond van belang zijn, evenals bij een weigering om opnieuw een aanstelling te verlenen.

De reguliere bepalingen over schadevergoeding door en aan de ambtenaar zijn van toepassing verklaard. In het algemeen kan gezegd worden dat de gemeente aansprakelijk is voor fouten van ondergeschikten en een zorgplicht heeft ten aanzien van de ondergeschikten zelf. Gemeenten kunnen bij aansprakelijkheid voor schade terugvallen op de aansprakelijkheidsverzekering die personenschade, zaakschade en vermogensschade dekt. Onder deze verzekering valt een ruime groep van ondergeschikten van de gemeente, waaronder de babs. Ook valt hieronder de babs die slechts voor één enkele gelegenheid werkzaamheden verricht.