Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp houdende regels omtrent bovenwettelijke uitkeringen Regeling sanctiebeleid bovenwettelijke uitkeringen

Geldend van 30-08-2018 t/m heden

Intitulé

Regeling sanctiebeleid bovenwettelijke uitkeringen

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEIDERDORP,

Gelet op hoofdstuk 10d en in het bijzonder de artikelen 10d:28 en 10d:34 van de CAR-UWO

mede gelet op het bepaalde in artikel 125 van de Ambtenarenwet juncto 160 van de Gemeentewet;

met instemming van de commissie voor Gemeenschappelijk Georganiseerd Overleg.

Besluit:

vast te stellen de navolgende regeling:

REGELING SANCTIEBELEID BOVENWETTELIJKE UITKERINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder

  • a.

    ambtenaar: de (gewezen) ambtenaar in de zin van artikel 1:1, lid 1, onder a, van de CAR-UWO en aan wie ingevolge hoofdstuk 10d van de CAR-UWO een aanvullende en/of na-wettelijke uitkering is toegekend;

  • b.

    aanvullende uitkering: de uitkering tijdens de werkloosheidsuitkering als bedoeld in paragraaf 6 van Hoofdstuk 10d van de CAR-UWO;

  • c.

    na-wettelijke uitkering: de uitkering na afloop van de werkloosheidsuitkering als bedoeld in paragraaf 6 van Hoofdstuk 10d van de CAR-UWO;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2. Toepassing en werking

Het verplichtingen- en sanctieregime van de Werkloosheidswet is naast en tezamen met het gemeentelijk verplichtingen- en sanctieregime als opgenomen in Hoofdstuk 10d van de CAR-UWO, overeenkomstig van toepassing op de aanvullende en na-wettelijke uitkering.

Artikel 3. Hardheidsclausule

Het college kan op verzoek van de ambtenaar in positieve zin afwijken van deze regeling voor zover toepassing zou leiden tot een onbillijke uitkomst.

Artikel 4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt met ingang van 1 november 2014 in werking.