Verordening adresnaamgeving en -nummering 2010

Geldend van 06-01-2011 t/m heden

Intitulé

Verordening adresnaamgeving en -nummering 2010

De raad van de gemeente Leiderdorp,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van <datum>;

gezien het advies van Raadscommissie <nummer + naam> van <datum>;

gelet op artikel 6 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

gelet op artikel 108 lid 1 en 2, 147 en 149 van de Gemeentewet; en

gebruik makend van zijn delegatiebevoegdheid op grond van artikel 156 lid 1 van de Gemeentewet

besluit

vast te stellen:

Verordering adresnaamgeving en -nummering 2010

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en daarop berustende nadere regelgeving wordt verstaan onder:

  • a.

    adres: door het College aan een verblijfsobject, een standplaats of een ligplaats toegekende benaming, bestaande uit een combinatie van de naam van een openbare ruimte, een nummeraanduiding en de naam van een woonplaats;

  • b.

    afgebakend terrein: een betreedbaar en afsluitbaar terrein met een kunstmatige of natuurlijke afbakening, waarop zich geen panden, verblijfsobjecten, stand- en ligplaatsen bevinden;

  • c.

    het College: het college van burgemeester en wethouders van Leiderdorp;

  • d.

    convenant postcodes: het tussen de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Koninklijke TPG Post BV gesloten Kader Convenant en Nader Convenant inzake postcodes;

  • e.

    ligplaats: door het College als zodanig aangewezen plaats in het water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, die is bestemd voor het permanent afmeren van een voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig;

  • f.

    nummeraanduiding: door het College als zodanig toegekende aanduiding van een verblijfsobject, een standplaats, een ligplaats;

  • g.

    openbare ruimte: door het College als zodanig aangewezen en van een naam voorziene buitenruimte die binnen één woonplaats is gelegen;

  • h.

    pand: kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;

  • i.

    rechthebbende: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die krachtens eigendom, beperkt zakelijk recht of persoonlijk recht als zodanig beschikking heeft over dan wel beheerder of gebruiker is van een onroerende zaak op grond waarvan hij naar burgerlijk recht bevoegd is om betreffende die zaak te handelen;

  • j.

    standplaats: door het College als zodanig aangewezen terrein of een gedeelte daarvan dat is bestemd voor het permanent plaatsen van een niet direct en duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte ruimte;

  • k.

    verblijfsobject: de kleinste binnen één of meerdere panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, die onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen en in functioneel opzicht zelfstandig is;

  • l.

    wijk- en buurtindeling: een indeling van de gemeente in wijken en buurten conform de eisen die het Centraal Bureau voor de Statistiek aan deze indeling verbindt;

  • m.

    woonplaats: door het College als zodanig aangewezen en van een naam voorzien gedeelte van het grondgebied van de gemeente;

  • n.

    wet BAG: Wet basisregistraties adressen en gebouwen.

Hoofdstuk 2 Toekennen adressen

Artikel 2 Naamgeving en afbakening woonplaats, openbare ruimte, wijk, buurt, afgebakend terrein en overige ruimtelijke entiteiten

  • 1. Het College stelt de geometrie en naam van een woonplaats binnen het grondgebied van de gemeente vast.

  • 2. Het College kan voor een woonplaats een wijk- en buurtindeling vaststellen en voor de onderscheiden wijk of buurt de geometrie en naam vaststellen.

  • 3. Het College stelt per woonplaats de naam van openbare ruimten vast.

  • 4. Het College kan voor afgebakende terreinen en overige ruimtelijke entiteiten, anders dan als bedoeld in lid 1 tot en met 3, de naam en geometrie vaststellen.

  • 5. Onder vaststellen, zoals bedoeld in lid 1 tot en met 4, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.

Artikel 3 Naamgeving en afbakening ligplaats, standplaats, pand, verblijfsobject en utiliteitsobject

  • 1. Het College stelt de geometrie en de naam van een ligplaats en standplaats vast.

  • 2. Het College stelt de geometrie van een pand en verblijfobject vast.

  • 3. Het College kan voor niet-publieke panden en verblijfsobjecten de naam alsmede voor publieke panden, verblijfs- en utiliteitsobjecten de naam en geometrie vaststellen.

  • 4. Onder vaststellen, zoals bedoeld in lid 1 tot en met 3, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.

Artikel 4 Nummeraanduiding ligplaats, standplaats, pand, verblijfsobject, utiliteitsobject, wijk, buurt, afgebakend terrein en overige ruimtelijke entiteiten

  • 1. Het College stelt een nummeraanduiding vast voor een ligplaats, standplaats en verblijfsobject.

  • 2. Het College kan een nummeraanduiding vaststellen voor een pand, een afgebakend terrein, een overige ruimtelijke entiteit, een onderscheiden wijk of buurt als bedoeld in artikel 2 lid 2, publiek pand, een publiek verblijfs- en utiliteitsobject.

Artikel 5 Verbod vaststellen naam, afbakening of nummeraanduiding door onbevoegden

Het is eenieder, die daartoe niet bevoegd is, verboden een naam, nummeraanduiding of geometrie als bedoeld in dit hoofdstuk vast te stellen.

Hoofdstuk 3 Plaatsen, bevestigen, wijzigen en verwijderen van naam en nummeraanduiding

Artikel 6 Naamborden

  • 1. Het College of, in opdracht van het College, een derde plaatst of bevestigt een naambord in voldoende aantallen en permanent zichtbaar ter plaatse overeenkomstig de door het College gestelde voorschriften op grond van artikel 11.

  • 2. Het College of, in opdracht van het College, een derde verplaatst, wijzigt de positie of verwijdert een naambord overeenkomstig de door het College gestelde voorschriften op grond van artikel 11.

Artikel 7 Medewerkings- en zorgplicht naamborden

  • 1. De rechthebbende is verplicht aan het College of een derde medewerking te verlenen die redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 6.

  • 2. Indien het College een gewijzigde naam heeft vastgesteld, is de rechthebbende verplicht medewerking te verlenen aan het plaatsen of bevestigen van een bord met de gewijzigde naam, waarbij hij tevens verplicht is het bord met de vervallen naam te handhaven gedurende een door het College vast te stellen periode na de datum van plaatsing of bevestiging van het bord met de gewijzigde naam.

  • 3. De rechthebbende draagt zorgt voor de permanente zichtbaarheid en leesbaarheid van een naambord vanaf de openbare weg.

Artikel 8 Nummeraanduidingsborden

  • 1. Het College, een derde in opdracht van het College of, op aanwijzing van het College, de rechthebbende plaatst of bevestigt een nummerbordaanduidingsbord overeenkomstig de door het College gestelde voorschriften op grond van artikel 11.

  • 2. Het College, een derde in opdracht van het College of, op aanwijzing van het College, de rechthebbende verplaatst, wijzigt de positie of verwijdert een nummeraanduidingsbord overeenkomstig de door College gestelde voorschriften op grond van artikel 11.

Artikel 9 Medewerkings- en zorgplicht nummeraanduidingsborden

  • 1 Indien het College of een derde zijn bevoegdheden uitoefent als bedoeld in artikel 8 is de rechthebbende:

    • a

      verplicht daaraan medewerking te verlenen die redelijkerwijs noodzakelijk is;

    • b

      bij een door College vastgestelde wijziging van de nummeraanduiding medewerking te verlenen aan het plaatsen of bevestigen van een bord met de gewijzigde nummeraanduiding, waarbij hij tevens verplicht is het bord met de vervallen nummeraanduiding te handhaven gedurende een door het College vast te stellen periode na de datum van plaatsing of bevestiging van het bord met de gewijzigde nummeraanduiding.

  • 2 Indien het College een gewijzigde nummeraanduiding heeft vastgesteld, is de rechthebbende verplicht een bord met de gewijzigde nummeraanduiding te plaatsen of bevestigen overeenkomstig de door het College vastgestelde voorschriften op grond van artikel 11, waarbij hij tevens verplicht is het bord met de vervallen nummeraanduiding te handhaven gedurende een door het College vast te stellen termijn na de datum van plaatsing of bevestiging van het bord met de gewijzigde nummeraanduiding.

  • 3 De rechthebbende draagt zorgt voor de zichtbaarheid en leesbaarheid van een nummeraanduidingsbord vanaf de openbare weg.

Artikel 10 Verbod plaatsen, bevestigen, wijzigen en verwijderen van naam- en nummeraanduidingsborden door onbevoegden

  • 1

    Het is eenieder verboden om een naambord of nummeraanduidingsbord, waarvan de naam of nummeraanduiding niet door het College overeenkomstig hoofdstuk 2 vastgesteld is, uit eigen beweging te plaatsen of te bevestigen.

  • 2

    Het is eenieder verboden om uit eigen beweging een geplaatst of bevestigd naambord dan wel nummeraanduidingsbord, waarvan de naam of nummeraanduiding door het College overeenkomstig hoofdstuk 2 vastgesteld is, zonder voorafgaande opdracht of aanwijzing van het College, te verplaatsen, van positie te wijzigen of te verwijderen.

Hoofdstuk 4 Nadere uitvoeringsregels

Artikel 11 Nadere uitvoeringsregels

Het College kan nadere regels vaststellen ter uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Hoofdstuk 5 Handhaving

Artikel 12 Last onder dwangsom bij overtreding

  • 1 Bij overtreding van de verboden en het niet of niet behoorlijk nakomen van een of meer verplichtingen als bedoeld in hoofdstuk 2 en 3 kan het college een last onder dwangsom opleggen overeenkomstig afdeling 5.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2 De afdeling Gemeentewinkel is belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het College kan in bijzondere gevallen ten gunste van de rechthebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van zwaarwegende aard leidt.

Artikel 14 Onvoorzienbare situaties

In gevallen waarin de bepalingen van deze verordening niet voorzien, neemt het College een besluit, waarbij zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij vergelijkbare situaties en, indien van toepassing, met inachtneming van de individuele omstandigheden van de rechthebbende.

Artikel 15 Overgangsrecht

Op besluiten inzake naamgeving, nummeraanduiding en afbakening die zijn genomen vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, blijft de regelgeving zoals die gold vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening van toepassing.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag volgend op die van haar bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de tot de inwerkingtredingsdatum van deze verordening geldende regelgeving.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘’Verordening adresnaamgeving en nummering 2010’’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Leiderdorp op maandag 13 december 2010,

De griffier,

mevrouw J.C. Zantingh

De voorzitter,

de heer M. Zonnevylle