Regeling vervallen per 03-11-2011

Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissileden 1998

Geldend van 01-01-1998 t/m 02-11-2011

Intitulé

Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissileden 1998

De raad der gemeente Leiderdorp;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 september 1998, nr. 191;

gezien het advies van commissie 1 van 9 november 1998;

gelet op het bepaalde in de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet en de artikelen 2, 14 en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

b e s l u i t :

vast te stellen de

VERORDENING GELDELIJKE VOORZIENINGEN RAADS- EN COMMISSIELEDEN

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

a.de leden van de raad: de leden van de gemeenteraad die geen lid zijn van het college van burgemeester en wethouders;

b.commissie: hieronder wordt verstaan de leden van commissie 1, commissie 2 en Commissie Beroep- en bezwaarschriften;

c.rechtspositiebesluit: rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

Artikel 2

1. De leden van de gemeenteraad ontvangen per kalenderjaar een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten als vermeld in de circulaire op grond van artikel 2 (en 14) van het Rechtspositie besluit die de Minister van Binnenlandse Zaken jaarlijks in de Staatscourant publiceert en waarbij hij de maximale vergoeding en tegemoetkoming in de kosten voor dat kalenderjaar vaststelt.

2. Hij of zij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de gemeenteraad is geweest, ontvangt de vergoeding en de tegemoetkoming in de kosten, als bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij het lidmaatschap van de raad heeft bekleed.

Artikel 3

1. De leden van een commissie, die geen raadslid zijn, ontvangen als vergoeding voor het bijwonen van een vergadering van een commissie het voor de gemeente Leiderdorp van toepassing zijnde bedrag als vermeld in de circulaire, die de Minister op grond van het bepaalde in de artikelen 2 en 14 van het rechtspositiebesluit publi-ceert en waarbij hij de maximale vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen voor commissieleden

vaststelt.

2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid van dit artikel ontvangen de leden van de Commissie beroep- en bezwaarschriften als vergoeding voor het bijwonen van een vergadering van die Commissie of een Kamer twee maal het bedrag als bedoeld in dat artikellid.

3. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel ontvangt de voorzitter van de Commissie beroep- en bezwaarschriften als vergoeding voor het bijwonen van een vergadering van die Commissie of een Kamer drie maal het bedrag als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 4

De leden van de gemeenteraad en de leden van een commissie, als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van deze verordening, ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfkosten, gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een besluit van

het gemeentebestuur of een gemeentelijke commissie, welke wordt vast-gesteld overeenkomstig de regels voor de vergoeding welke een rijksambtenaar ingevolge het Reisbesluit 1971 en de daarop gebaseerde beschikkingen, bij de desbetreffende beschikking ingedeeld in de hoogste categorie, voor dienstreizen ontvangt.

Artikel 5

De in deze verordening bedoelde vergoedingen worden na afloop van elk kalenderkwartaal aan de rechthebbende uitbetaald.

Artikel 6

  • 1.

    Het besluit van de gemeenteraad van 23 mei 1997, nr. 192 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar bekendmaking en werkt terug tot en met 1 janauari 1998.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 1998”.

  • 4.

    In afwijking van het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel treedt met betrekking tot de vergoeding van de leden van de Commissie beroep- en bezwaarschriften werkt deze verordening na haar bekendmaking terug tot 15 juni 1998 en vervalt met ingang van dit tijdstip voor deze vergoeding het besluit van de gemeen-teraad van 23 mei 1997 onder nummer 192.