Regeling vervallen per 01-01-2024

Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Leidschendam-Voorburg

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2023

Intitulé

Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Leidschendam-Voorburg

Het college van Leidschendam-Voorburg

overwegende dat het in het belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen wenselijk is nadere regels te stellen omtrent de frequentie, dagen, tijden, plaatsen en wijze waarop afvalstoffen kunnen worden overgedragen of ter inzameling aangeboden aan de bij dit besluit aan te wijzen inzameldienst en andere inzamelaars, als bedoeld in de Afvalstoffenverordening Leidschendam-Voorburg;

gelet op de bepalingen van de Afvalstoffenverordening Leidschendam-Voorburg 2016;

B E S L U I T:

Vast te stellen het volgende Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Leidschendam-Voorburg.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

  • a.

    verordening: Afvalstoffenverordening Leidschendam-Voorburg 2016;

  • b.

    inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden;

  • c.

    inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of –plaats ten behoeve van meerdere huishoudens, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot.

Artikel 2. Aanwijzing inzamelende instanties

  • 1. Als inzameldienst op grond van artikel 3, eerste lid, van de verordening wordt aangewezen Regionaal Reinigingsbedrijf Avalex gevestigd te ’s-Gravenhage.

  • 2. Als inzamelaar op grond van artikel 4, eerste lid, van de verordening worden aangewezen:

    • a.

      Regionaal Reinigingsbedrijf Avalex voor de inzameling van componenten uit het huishoudelijk afval op afroep en op een van de afvalbrengstations van Avalex;

    • b.

      kerken, scholen en/of verenigingen voor de inzameling van papier en karton dat afkomstig is uit huishoudens, mits zij voldoen aan de vastgestelde beleidsregels genoemd in de Verordening Vergoeding Inzamelen oud papier en karton door instellingen 2006. Kerken, scholen en/of verenigingen voor de inzameling van textiel uit huishoudens door middel van containers op eigen terrein.

    • c.

      de gemeente Leidschendam-Voorburg voor de inzameling van kerstbomen via de jaarlijkse kerstbomenactie.

  • 3. Niet-commerciële organisaties worden jaarlijks aangewezen door het college voor huis-aan-huisinzameling van textiel, overeenkomstig het beleid in bijlage 1.

Artikel 3. Afzonderlijke inzameling

De categorieën huishoudelijke afvalstoffen, onder andere vastgesteld in artikel 7, tweede lid, van de verordening, worden als volgt omschreven:

  • a.

    groente-, fruit- en tuinafval: dat deel van de huishoudelijke afvalstoffen dat van organische oorsprong is, beperkt is van omvang en apart wordt ingezameld;

  • b.

    klein chemisch afval: huishoudelijke afvalstoffen zoals vermeld op de KCA-lijst van het ministerie van VROM;

  • c.

    glas: op kleur gescheiden eenmalige glasverpakkingen zoals flessen, potten en andere glazen verpakkingen, met uitzondering van vlakglas, (glas)keramiek, gloei- en spaarlampen, TL-lampen, nagellakflesjes, stenen kruiken, porselein, kristal, spiegels, doppen van flessen, kunststofflessen en kurken;

  • d.

    papier en karton: huishoudelijk papier en karton dat droog en schoon en niet vervuild is met andere afvalfracties, met uitzondering van drankenkartons voor zuivel en frisdranken, ordners en ringbanden met metaal en/of plastic onderdelen, geplastificeerd papier, sanitair papier, behang, vinyl en doorslagpapier;

  • e.

    kunststof verpakkingsmateriaal (plastic): verpakkingen van kunststof zoals bedoeld in het kader van de Raamovereenkomst verpakkingen;

  • f.

    Drankverpakkingen: verpakkingen, geschikt voor het verpakken van vloeibare levensmiddelen, bestaande voor ten minste 70% uit papier en karton en voor het overige uit een ander materiaal of andere materialen;

  • g.

    Metaalverpakkingen: metalen verpakkingen (geen spuitbussen), geschikt voor het verpakken van (vloeibare) levensmiddelen.

  • h.

    textiel: kleding, lakens, dekens, handdoeken en dergelijke, schoeisels, grote lappen stof en gordijnen die schoon zijn, niet vervuild met andere afvalfracties en niet eerder gebruikt als bijvoorbeeld poets- of verflappen;

  • i.

    elektrische en elektronische apparatuur: de producten zoals genoemd in de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur;

  • j.

    bouw- en sloopafval: harde steenachtige materialen, zoals puin, gasbeton, dakpannen, serviesgoed, sloophout en isolatiematerialen;

  • k.

    verduurzaamd hout: hout dat is geïmpregneerd, te herkennen aan groene of bruine kleur, zoals bielzen of tuinhout;

  • l.

    grof tuinafval: plantaardige of organische afvalstoffen door aard, samenstelling of omvang niet vallend onder gft-afval en vrijkomend bij de aanleg, het onderhoud of verwijdering van particulier groen, zoals grof loofafval, snoeihout et cetera, met uitzondering van bielzen, tuinhekken en tuinschuttingen;

  • m.

    asbest en asbesthoudend afval: afval waarin zich asbest bevindt;

  • n.

    grof huishoudelijk afval: volumineus of zwaar huishoudelijk afval dat door afmeting of gewicht niet in een inzamelmiddel of via een inzamelvoorziening ter inzameling kan worden aangeboden;

  • o.

    huishoudelijk restafval: afval afkomstig uit particuliere huishoudens, dat overblijft na scheiding in andere deelstromen genoemd in artikel 3 van de verordening.

Artikel 4. Aanwijzing inzamelmiddelen- en voorzieningen

  • 1. Op grond van artikel 7, eerste lid en artikel 10 van de verordening worden de volgende inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen voorgeschreven:

    • a.

      bij eengezinswoningen:

      - restafval: indien aanwezig met verzamelcontainers. Indien niet aanwezig, middels minicontainers.

      - GFT-afval, papier en karton en Plastic, Metaal en Drankverpakkingen (PMD) met minicontainers. Indien niet aanwezig, middels verzamelcontainers.

    • b.

      bij hoog- en stapelbouw:

      - GFT-afval, papier en karton en Plastic, Metaal en Drankverpakkingen (PMD) met verzamelcontainers.

      - Restafval: indien aanwezig met verzamelcontainers. Zo niet, middels huisvuilzakken of minicontainers.

    • c.

      voor papier en karton zijn huis-aan-huisinzamelingen toegestaan;

    • d.

      voor glas verzamelcontainers op milieuparkjes;

    • e.

      voor textiel verzamelcontainers op milieuparkjes, huis-aan-huisinzamelingen en inzamelcampagnes en –containers op eigen terrein door lokale verenigingen, scholen en stichtingen;

    • f.

      voor afvalstromen die niet in dit artikel genoemd zijn: een van de afvalbrengstations van Avalex.

  • 2. Bij het aanwijzen van de locaties voor ondergrondse containers wordt toepassing gegeven aan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht

Artikel 5. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1. Krachtens artikel 10, derde lid, van de verordening stelt het college de volgende regels voor het gebruik van de van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen:

    • a.

      het beheer van de inzamelmiddelen die in bruikleen zijn verstrekt door of namens de gemeente, berust bij het Regionaal Reinigingsbedrijf Avalex;

    • b.

      de inzameldienst is bevoegd om de container te voorzien van een sticker waarop staat vermeld: een barcode, de afvalstroom waarvoor de container is bestemd, het volume van de container, een postcode, een plaatsnaam, een straatnaam of een huisnummer;

    • c.

      de door of namens de gemeente verstrekte inzamelmiddelen behoren bij de woning;

    • d.

      de gebruiker van een perceel dient zich tot de klantenservice van de inzameldienst te wenden indien bij een verhuizing naar een perceel geen of een kapot door of namens de gemeente verstrekt inzamelmiddel wordt aangetroffen, bij verdwijning, vermissing of beschadiging van een door of namens de gemeente verstrekt inzamelmiddel;

    • e.

      de inzamelmiddelen blijven eigendom van de verstrekker en worden bij normale slijtage voor haar rekening technisch onderhouden;

    • f.

      de gebruiker is verantwoordelijk voor het gebruik en het onderhoud van de in bruikleen ontvangen inzamelmiddelen als ware deze zijn eigendom;

    • g.

      de gebruiker is verplicht de inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen zodanig te gebruiken dat deze geen overlast voor derden veroorzaakt;

    • h.

      de verstrekte inzamelmiddelen voor rest- en gft-afval mogen alleen worden gereinigd met water.

  • 2. Krachtens artikel 10, derde lid, van de verordening stelt het college de volgende regels omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden:

    • a.

      het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in containers dient ordelijk te geschieden door plaatsing van de container op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg, dan wel op een inzamel- of clusterplaats, zodanig dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en gevaar of schade wordt voorkomen en waarbij aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd;

    • b.

      inzamelmiddelen dienen goed gesloten te zijn en inzamelingvoorzieningen moeten na gebruik goed gesloten worden;

    • c.

      uit de inzamelmiddelen en de inzamelvoorzieningen mag geen huishoudelijk afval steken;

    • d.

      afvalstoffen welke ten onrechte of op een onjuiste wijze zijn aangeboden en welke na inzameling daardoor in de container zijn achtergebleven, dienen onverwijld door de aanbieder uit de container te worden verwijderd;

    • e.

      het gewicht van de hoeveelheid afvalstoffen die ter inzameling worden aangeboden in een huisvuilzak mag niet zwaarder zijn dan 7 kilogram;

    • f.

      het gewicht van de hoeveelheid afvalstoffen en het eigen gewicht van de ter lediging aangeboden minicontainer mag in zijn totaliteit niet zwaarder zijn dan 80 kilogram;

    • g.

      het gewicht van de aangeboden hoeveelheid huishoudelijk klein chemisch afval mag per keer niet zwaarder zijn dan 50 kilogram;

    • h.

      de afvalbrengpunten van de inzameldienst worden aangewezen als brengdepot waar de afvalstoffen als vermeld in artikel 7, tweede lid, van de verordening kunnen worden achtergelaten;

    • i.

      bij de afgifte van afvalstoffen op een afvalbrengpunt zijn de acceptatievoorwaarden van de inzameldienst van toepassing;

    • j.

      de ontdoener van afvalstoffen moet zich bij of op een afvalbrengpunt kunnen legitimeren;

    • k.

      de inzameling van grof huishoudelijk afval, grof tuinafval en grote elektrische en elektronische apparaten kan op afroep plaats vinden. De aanbieder dient voor deze inzameling op afroep een afspraak te maken met de inzameldienst;

    • l.

      het grof afval dient op de afgesproken dag en tijd op een voor het inzamelmaterieel goed bereikbare plaats bij de woning klaar te staan;

    • m.

      grof huishoudelijk afval of grof tuinafval mag bij het overdragen of het aanbieden geen groter volume hebben dan 2 m3;

    • n.

      kleinere stukken grof huishoudelijk afval of grof tuinafval moeten zoveel mogelijk in één of meer bundels samengedrukt en –gebonden worden overgedragen of aangeboden waarbij een bundel niet langer mag zijn dan 1,5 meter, niet breder dan 0,5 meter en niet zwaarder dan 25 kilogram.

  • 3. Op grond van artikel 7, tweede lid, van de verordening kunnen grof huishoudelijk afval, grof tuinafval en grote elektrische en elektronische apparaten zonder inzamelmiddel maar wel gescheiden ter inzameling worden aangeboden.

Artikel 6. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Het college van burgemeester en wethouders stelt de volgende regels op grond van artikel 9 van de verordening:

  • a.

    inzamelmiddelen moeten worden aangeboden op de inzameldagen die jaarlijks worden vastgesteld door het college, vóór 07.30 uur;

  • b.

    inzamelmiddelen mogen, mits goed gesloten de avond voor de vastgestelde inzameldag vanaf 21.00 op de juiste wijze worden aangeboden;

  • c.

    de inzamelmiddelen moeten zo spoedig mogelijk na lediging door de inzameldienst, doch uiterlijk aan het einde van de vastgestelde inzameldag, van de weg zijn verwijderd;

  • d.

    grof huishoudelijk afval, grof tuinafval en grote elektrische en elektronische apparatuur die op afroep ingezameld worden, mogen slechts worden aangeboden vanaf 21.00 uur op de dag voorafgaand aan de met de inzameldienst afgesproken ophaaldag. Uiterlijk om 07.30 uur op de ophaaldag moet dit afval aangeboden zijn.

  • e.

    in verband met geluidhinder mogen glasbakken alleen tussen 7.00 en 19.00 uur worden gebruikt.

Artikel 7. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Op grond van artikel 11 van de verordening kan de inzameldienst ook bedrijfsafval uit de kantoor-, winkel- en dienstensector inzamelen.

Artikel 8. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

Het college van burgemeester en wethouders stelt op grond van artikel 13, tweede lid, van de verordening de volgende regels:

  • a.

    in Leidschendam-Voorburg mag het bedrijfsafval alleen worden ingezameld tussen 07.00 en 19.00 uur;

  • b.

    de inzamelmiddelen mogen niet op of aan de openbare weg geplaatst worden anders dan voor onmiddellijke overdracht aan de inzamelaar;

  • c.

    de gebruikte inzamelmiddelen dienen na lediging onmiddellijk te worden teruggeplaatst in of op het perceel van de gebruiker overeenkomstig de daarvoor geldende regels.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking op 1 januari 2017.

Artikel 10. Citeerbepaling

Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Leidschendam-Voorburg 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 20 december 2016
A. Huykman, K. Tigelaar
secretaris, burgemeester

Bijlage 1 Beleidsregels voor de huis-aan-huisinzameling van textiel

Burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg,

overwegende,

dat het college voor de huis-aan-huisinzameling van textiel jaarlijks enkele niet-commerciële organisaties aanwijst op grond van artikel 2, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit afvalstoffenverordening 2016,

dat het om praktische redenen gewenst is beleidsregels over deze jaarlijkse aanwijzing vast te stellen,

gelet op artikel 2, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit afvalstoffenverordening 2016 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende “Beleidsregels voor de huis-aan-huisinzameling van textiel”:

Inleiding

Op grond van de Afvalstoffenverordening Leidschendam-Voorburg 2016 is het verboden om een openbare inzameling van textiel te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden. Een inzameling wordt als openbaar aangemerkt als deze aan de openbare weg of van daaraf zichtbaar dan wel op een andere voor het publiek toegankelijke plek plaatsvindt. Ook indien een inzameling beperkt is tot de op intekenlijsten voorkomende namen kan dus van een openbare inzameling sprake zijn.

Het huis-aan-huis inzamelen van kleding is in de gemeente Leidschendam-Voorburg altijd al toegestaan. Gezien de ingezamelde hoeveelheden per inzamelingsactie, mag geconstateerd worden dat voortzetting van dit soort acties gewenst is, zowel onder de burgers alsook vanuit milieuoverwegingen. Daarom is het nodig beleid vast te stellen.

Basis voor beleid textielinzameling

Op grond van artikel 4, eerste lid van de Afvalstoffenverordening kan het college inzamelaars aanwijzen die bepaalde categorieën afvalstoffen mogen inzamelen. In het Uitvoeringsbesluit wordt deze aanwijzing geregeld in artikel 2, lid 3. Gelet hierop kan het college inzamelaars aanwijzen die huis-aan-huis textiel mogen inzamelen.

De navolgende beleidsregels zijn van toepassing op de huis-aan-huis-inzameling van textiel.

Jaarlijkse aanwijzingen

De aanwijzingen vinden jaarlijks plaats door of namens het college.

Geldigheid

De aanwijzingen gelden voor 1 inzamelingsactie per inzamelaar. In de aanwijzingen worden de periodes van inzameling per inzamelaar aangegeven. Bij geen gebruik van de aanwijzing hebben aangewezen instanties geen recht op een andere periode in het lopende jaar.

Instantiegebondenheid

De aanwijzingen zijn gebonden aan de instanties die aangewezen zijn en niet overdraagbaar aan andere instanties.

Gebied

De inzamelingsacties mogen in het hele grondgebied van de gemeente Leidschendam-Voorburg gehouden worden. Een inzamelaar is niet verplicht in het hele gebied in te zamelen.

Aantal inzamelacties per jaar:

Om te voorkomen dat het inzamelen van kleding leidt tot overlast voor het publiek en ter voorkoming van een “oververzadiging van de markt”, zijn er in Leidschendam-Voorburg maximaal vier kledinginzamelingen per jaar toegestaan. Van de vier instellingen die aangewezen worden voor het inzamelen van kleding is er minimaal één gevestigd in Leidschendam-Voorburg.

Duur van de inzamelperiode

De inzamelende instanties moeten voldoende in staat worden gesteld om in de hele gemeente hun hun inzamelwerkzaamheden te verrichten. Vanwege de grootte in oppervlak van Leidschendam-Voorburg en het aantal huishoudens wordt de duur van een inzamelingsactie vastgesteld op ten hoogste één week per inzamelingsactie.

Melding ingezamelde hoeveelheden

Het monitoren van de afvalscheiding op allerlei afvalstromen is voor een goed afvalbeleid noodzakelijk. Ook op het gebied van textiel wenst de gemeente op de hoogte te zijn van de inzamelresultaten. Daarom worden de inzamelaars verplicht gesteld na afloop van een inzameling, binnen een maand de ingezamelde hoeveelheden te melden bij de gemeente. Indien een instantie dit nalaat, komt deze niet in aanmerking om opnieuw aangewezen te worden voor nieuwe inzamelingsacties.

CBF-keur

De gemeente acht het wenselijk om alleen bonafide instanties toe te laten om afvalstromen in te zamelen. Daarom moeten de inzamelaars voor textiel aantonen dat zij een CBF-keur hebben. Zonder het overleggen van een CBF-keur, kan geen aanwijzing plaats vinden.

Een uitzondering hierop kan gemaakt worden voor lokale instanties die op andere manieren kunnen aantonen dat zij bonafide zijn. Bijvoorbeeld door overlegging van een begroting of stukken waaruit blijkt dat de instantie een subsidierelatie heeft met de gemeente. Deze uitzondering geldt alleen als inzameling van textiel geen core business is van de lokale instantie.

Overige voorschriften met betrekking tot de inzameling zelf

In het aanwijzingsbesluit worden voorschriften gesteld teneinde een inzameling ordelijk en goed te laten verlopen. Deze voorschriften zijn o.a.:

- de inzamelaar neemt de nodige maatregelen in acht zodat derden geen overlast ondervinden of schade wordt voorkomen. Eventuele schade of verontreinigingen die gerelateerd zijn aan de inzameling, komen voor rekening van de inzamelaar.

- De inzamelaar maakt aan de ontdoeners van textiel tijdig en duidelijk kenbaar dat textielzakken alleen aangeboden mogen worden op stoepen voor zover geen hinder en gevaar ontstaat voor voetgangers.

- Aanwijzingen van brandweer, politie, Avalex of gemeente dienen direct opgevolgd te worden.

- De aanwijzing en de daaraan gestelde voorschriften houden geen ontheffing in van enige andere wettelijke bepaling.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 20 december 2016.

A. Huykman, K. Tigelaar

secretaris, burgemeester