Regeling vervallen per 20-10-2014

Verordening winkeltijden Leidschendam-Voorburg 2003

Geldend van 10-10-2013 t/m 19-10-2014

Intitulé

Verordening winkeltijden Leidschendam-Voorburg 2003

De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg;

gelezen het desbetreffende voorstel van het college;

gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

  • 1.

    in te trekken de ‘Verordening Winkeltijden Leidschendam 1996’ en de ‘Verordening Winkeltijden Voorburg’;

  • 2.

    vast te stellen de navolgende ‘Verordening Winkeltijden Leidschendam-Voorburg 2003’.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, eerste kerstdag en tweede kerstdag.

  • c.

    deel van de gemeente: door burgemeester en wethouders aangewezen deelgebied in de gemeente.

  • d.

    ontheffing: vrijstelling van het bepaalde in de Winkeltijdenwet.

  • e.

    artikel 2 van de Winkeltijdenwet:

    • 1.

      het is verboden een winkel voor het publiek geopend te hebben:

      • -

        op zondag;

      • -

        op Nieuwjaarsdag, op Goede Vrijdag na 19.00 uur, op tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag, op tweede Pinksterdag, op 24 december na 19.00 uur, op eerste en tweede Kerstdag en op 4 mei na 19.00 uur;

      • -

        op werkdagen voor 06.00 uur en na 22.00 uur.

    • 2.

      Het is voorts verboden op de in het eerste lid bedoelde dagen en tijden in de uitoefening van een bedrijf, anders dan in een winkel, goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren.

Artikel 2 Beslistermijn

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag van een ontheffing binnen 6 weken.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten hoogste 4 weken verdagen.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

  • 1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    Ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    Op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    Het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    De aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    Van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    De houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)

  • 1. De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het college aan te wijzen, zondagen of feestdagen per kalenderjaar.

  • 2. Deze bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

  • 3. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet genoemde verboden aan supermarkten, zijnde zelfbedieningswinkels met een divers assortiment waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet –en drinkwaren plegen te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet

  • 4. De ontheffing kan worden geweigerd of worden ingetrokken indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de supermarkt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling.

  • 5. Het college kan beleidsregels opstellen voor de verdere uitwerking van dit artikel.

Artikel 5a Bepaalde winkels

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

  • a.

    musea;

  • b.

    winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksprodukten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;

  • c.

    winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere  goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.

Artikel 5b Openstelling anders dan voor verkoop

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

    • a.

      winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;

    • b.

      winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.

  • 2. De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 5c Straatverkoop van bepaalde goederen

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 5d Begraafplaatsen

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

Artikel 5e Culturele evenementen

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

Artikel 5f Sportcomplexen

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

Artikel 5g Bejaardenoorden

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.

Artikel 5h E.H. Communie

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk foto-artikelen plegen te worden verkocht, voor zover het betreden van die winkel noodzakelijk is voor het vervaardigen van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

  • 2. De in het eerste lid vervatte vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 5i Allerheiligen en Allerzielen

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht, op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

Artikel 5j Ramadan

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden.

Artikel 5k Carnaval

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen.

Artikel 5l Kermis

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, indien in de gemeente, waarin de winkel is gelegen, een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden.

Artikel 6 Avondwinkels

Vervallen.

Artikel 7 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voorzover deze betrekking hebben op de zondag, nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste of tweede kerstdag, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen.

Artikel 8 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen

Vervallen.

Artikel 9 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 uur en 06.00 uur

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag, onder beperkingen en voorschriften, ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voorzover deze betrekking hebben op werkdagen.

  • 2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van bekendmaking in de gemeenterubriek. De ‘Verordening Winkeltijden Leidschendam 1996’ en de ‘Verordening Winkeltijden Voorburg’ worden ingetrokken op de dag dat onderhavige verordening in werking treedt.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening winkeltijden Leidschendam-Voorburg 2003’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergaderingvan de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg van 24 april 2003.
De griffier
De voorzitter

Toelichting verordening winkeltijden leidschendam-voorburg 2003

Algemeen

De hoofdlijnen van de Winkeltijdenwet zijn als volgt:

  • 1.

    Op maandag tot en met zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen 06.00 uur en 22.00 uur. Gemeenten mogen gedurende deze uren geen beperkingen opleggen aan de openstelling van winkels.

  • 2.

    Aan het aantal openingsuren per winkel per week is geen maximum meer verbonden.

  • 3.

    Gedurende de nachturen van 22.00 uur tot 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan. Gemeenten kunnen evenwel vrijstellingen en ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Op 24 december en 4 mei gaat dit nachtregime in om 19.00 uur.

  • 4.

    Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon- en feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling van deze verplichte sluiting verlenen. Als feestdagen worden hierbij aangemerkt nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste en tweede kerstdag.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet. Koninginnedag is in de wet niet meer aangemerkt als een feestdag.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van burgemeester en wethouders. Deze tussenkomst geeft het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de bedrijfsmatige activiteiten van de opvolger.

Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling

Op maximaal 12 zon- en feestdagen per jaar kan worden afgeweken van het sluitingsverbod. Voor de toepassing van dit artikel kan de gemeente in afzonderlijke delen worden gesplitst. Het college is bevoegd om deze deelgebieden aan te wijzen.

De gemeente is verdeeld in negen deelgebieden (collegebesluit 4 maart 2008):

1. Winkelcentrum Leidsenhage

2. Oude Dorpskern Voorburg (Herenstraat e.o.)

3. Leidschendam Centrum

4. Winkelcentrum De Julianabaan

5. Veursestraatweg (tuincentra en Gamma)

6. Stompwijk

7. Evenemententerrein Voorburg

8. Overig Leidschendam

9. Overig Voorburg

Artikel 6 Avondwinkels

Vervallen.

Artikel 7 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

Het artikel is gebaseerd op artikel 4 van de wet. Het stellen van voorschriften en beperkingen is mogelijk.

Artikel 8 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen

Vervallen.

Artikel 9 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 uur en 06.00 uur

Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid de openingstijden op werkdagen tussen 22.00 uur en 06.00 uur te reguleren. Dat kan door gebieden aan te wijzen waarin het verbod niet geldt of door vormen van detailhandel aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt. Ook kan in afzonderlijke gevallen ontheffing verleend worden. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld de introductie van een nieuwe cd van een artiest om 24.00 uur, waarvoor een winkel ontheffing van winkelsluiting verzoekt.

De verordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving en de openbare orde. De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend. In het Vrijstellingenbesluit [per 1-7-2013 van rechtswege vervallen] is voor een aantal overige vormen van detailhandel alleen de openstelling op zon- en feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de uren tussen 22.00 uur ’s avonds en 06.00 uur in de ochtend op werkdagen worden door de verordeningsbepaling geregeld.