Marktverordening 2019 Leidschendam-Voorburg

Geldend van 21-05-2019 t/m heden

Intitulé

Marktverordening 2019 Leidschendam-Voorburg

De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg:

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 maart 2019 (nummer 873)

gelet op de artikelen 149 en 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet;

gezien het advies van de werkgroep actualisatie marktverordening;

besluit:

Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2019

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op alle door burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkten die op gezette tijden worden gehouden.

Artikel 2. Inrichtingsplan

  • 1.

    Voor elke markt stellen burgemeester en wethouders een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

    • a.

      aanduiding van de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);

    • b.

      een kaart van de markt;

    • c.

      mededeling dat het anciënniteitsstelsel van artikel 5 van toepassing is;

    • d.

      aanduiding van de wijze waarop nieuwe vaste-standplaatsvergunningen, dag-plaatsvergunningen kunnen worden verstrekt;.

  • 2.

    Op de kaart zijn aangegeven:

    • a.

      de grenzen van de markt;

    • b.

      de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste-standplaatsver-gunning;

    • c.

      de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor standwerkers.

  • 3.

    Als een standplaats, bestemd voor de houder van een vaste-standplaatsvergunning bij aanvang van de markt nog niet door de vergunninghouder of diens plaatsvervanger is in-genomen, kan daarvoor een dagplaatsvergunning door de marktmeester worden afgegeven.

Artikel 3. Vergunningen

  • 1.

    Het is verboden, op een markt zonder vaste-standplaatsvergunning of dagplaatsver-gunning van burgemeester en wethouders een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2.

    Een vaste-standplaatsvergunning geldt voor onbepaalde tijd en voor de op de vergun-ning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Burgemeester en wet-houders kunnen in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 3.

    Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 4.

    Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 5.

    Vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwaam natuurlijk per-soon met een minimale leeftijd van 18 jaar en die gerechtigd is in Nederland arbeid te ver-richten en die geen vaste-standplaatsvergunning heeft voor de betrokken markt.

Artikel 4. Mandaatverboden

De bevoegdheid tot het vaststellen van inrichtingsplannen kan niet worden gemanda-teerd. De bevoegdheid tot wijzigen daarvan en die tot het verlenen of het intrekken van een vaste-standplaats¬ver¬gunning kan niet aan de marktmeester of een andere toezicht-houder wor¬den gemandateerd.

Hoofdstuk 2. Vaste-standplaatsvergunningen

Artikel 5. Vrijgekomen standplaats;

  • 1.

    1.Burgemeester en wethouders houden een anciënniteitslijst bij van de houders van een vaste-standplaatsvergunning, met vermelding van de datum waarop aan de betrokkenen voor het eerst een vaste-standplaatsvergunning werd verleend en met vermelding van de branche waartoe zij behoren of de artikelen die zij verhandelen

  • 2.

    Als een standplaats vrijkomt die werd ingenomen door de houder van een vaste-stand-plaatsvergunning, kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hoogstgeplaatste aanvrager op de anciënniteitslijst in volgorde van de datum waarop hem voor het eerst een vaste-standplaatsvergunning werd verleend. Als de plaats bestemd is voor een specifieke branche of artikelgroep, komt alleen iemand in aanmerking die aan dat vereiste voldoet.

Artikel 6. Selectiestelsel

  • 1.

    Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het selectiestelsel wordt gehan-teerd voor de toekenning van vaste-standplaats¬vergunningen, geldt het volgende.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders maken bekend dat voor de markt een of meer vaste-stand-plaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.

  • 3.

    De bekendmaking geschiedt via de website van de CVAH ;

  • 4.

    De marktcommissie beoordeelt de aanvragen en kennen punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

    a. of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan het marktassortiment vormt (20);

    b. de uitstraling van de uitstalling (20);

    c. het marktverleden van de gegadigde en de indruk die hij maakt (20);

    d. of bij de gegadigde sprake is van maatschappelijk verantwoord ondernemen (20).

    Gegadigden komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten.

  • 5.

    Indien een lid van de marktcommissie actief is in hetzelfde marktassortiment als de aanvrager, zal dit lid uitgesloten zijn van advisering;

  • 6.

    De marktcommissie adviseert burgemeester en wethouders over de binnengekomen aanvragen;

  • 7.

    Burgemeester en wethouders besluiten over de vaste standplaatsvergunning.

Artikel 7. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

  • 1.

    Wenst de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, zijn kind of een medewerker die minimaal 12 maanden in dienst is;.

  • 2.

    Kan deze weg niet worden gevolgd, dan wordt de vergunning ingetrokken;.

  • 3.

    In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

  • 5.

    De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste-standplaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

  • 6.

    Als de nieuwe vergunninghouder reeds over een vaste-standplaatsvergunning (voor de betrokken markt) beschikt, wordt deze ingetrokken.

Artikel 8. Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning

  • 1.

    Burgemeester en wethouders trekken een vaste-standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

    • b.

      twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 7.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    • a.

      als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krach-tens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    • c.

      als van de vergunning korter dan 11 van de 13 weken per kwartaal gebruik is gemaakt; of

    • d.

      als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3.

    In geval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewezen standplaats vervalt.

  • 4.

    Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 9 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk bij aanvang van de markt heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor de rest van de dag tenzij de marktmeester vooraf op de hoogte is gesteld dat vergunninghouder later zal arriveren.

Artikel 9. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

  • 1.

    De houder van een vaste-standplaatsvergunning kan de hem toegewezen standplaats laten innemen door een vervanger voor in totaal ten hoogste 50 procent van het aantal marktdagen per jaar . Daarvan doet hij van tevoren mededeling aan de marktmeester.

  • 2.

    De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Hoofdstuk 3. Dagplaatsen en standwerkersplaatsen

Artikel 10. Dagplaatsvergunning

  • 1.

    Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste-standplaatsvergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 9.

  • 2.

    Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die daarvoor vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend, voldoen aan de brancheringslijst en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    • b.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3.

    Het belang van een volledig bezette markt gaat voor op het voldoen aan de brancheringslijst.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van lid 2 een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 5.

    Bij meerdere gegadigden wordt er geloot door de marktmeester;

  • 6.

    Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

  • 7.

    Op de markt zijn plaatsen aangewezen als standwerkersplaats. Een standwerkersplaats wordt bij aanvang van de markt door de marktmeester voor die dag verloot.

Hoofdstuk 4. Handhaving

Artikel 11. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

Artikel 12. Onmiddellijke verwijdering

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 13. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 14. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1.

    De marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010 en daarmee samenhangende regels worden ingetrokken.

  • 2.

    De anciënniteitslijst geldt als lijst krachtens deze verordening;

  • 3.

    Een krachtens de marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening.

  • 4.

    Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2019.

Dit besluit treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg van 26 maart 2019.

de griffier, de voorzitter,

mr. G.A. van Egmond, dhr. K. Tigelaar