Regeling vervallen per 01-01-2012

VERORDENING cliëntparticipatie Wwb, Wij en Wsw Lelystad 2008

Geldend van 11-03-2010 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2009

De raad van de gemeente Lelystad,

op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 10 juni 2008;

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet;

gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand (WWB);

gelet op artikel 12, eerste lid, onderdeel d, van de Wet investeren in jongeren (WIJ)

gelet op artikel 2, lid 3, van de Wet sociale werkvoorziening (WSW).

B E S L U I T:

vast te stellen de navolgende

VERORDENING cliëntparticipatie Wwb, Wij en Wsw Lelystad 2008,

onder gelijktijdige intrekking van de Verordening cliëntenparticipatie

Wet Werk en Bijstand, vastgesteld op 12 april 2004.

Artikel 1. Begrippen

1.Cliëntparticipatie:

De betrokkenheid van maatschappelijke organisaties en zelforganisaties van cliënten via het Platform bij de gemeentelijke beleidsvorming voor de Wet werk en bijstand (WWB), Wet investeren in jongeren (WIJ) en de Wet sociale werkvoorziening (WSW).

2.Platform cliëntparticipatie:

De overlegvorm waarin maatschappelijke organisaties en zelforganisaties deelnemen en overleggen over het te voeren en gevoerde gemeentelijk beleid voor en de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand en de Wet Sociale Werkvoorziening.

Artikel 2. Doelstelling

  • 1. De cliëntenparticipatie heeft als doel te bewerkstelligen dat maatschappelijke organisaties en zelforganisaties, vanuit een onafhankelijke positie, optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid op het gebied van de Wwb en de Wsw in Lelystad.

  • 2. De cliëntenparticipatie moet bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het gemeentelijk beleid op het gebied van de Wwb en de Wsw.

Artikel 3. Beleidsterreinen

In het kader van cliëntparticipatie wordt het platform geïnformeerd over en betrokken bij het beleid op de navolgende terreinen:

  • a.

    beleid met betrekking tot het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid voor personen als bedoeld in artikel 7 lid 1 van de Wet werk en bijstand ().

  • b.

    beleid met betrekking tot het tijdig en rechtmatig verstrekken van uitkering, inclusief handhaving;

  • c.

    het minimabeleid, waaronder wordt verstaan alle maatregelen op het gebied van minimabeleid waarin de gemeente eigen beleidsruimte heeft;

  • d.

    beleid met betrekking tot het verkrijgen of behouden van werk in het kader van de Wsw.

Artikel 4. Werkwijze

  • 1. In het kader van cliëntparticipatie vraagt het college het platform om advies over zaken die betrekking hebben op de in artikel 3 genoemde beleidsterreinen.

  • 2. Het platform is gerechtigd uit eigen beweging schriftelijk advies uit te brengen aan het college over zaken die betrekking hebben op de in artikel 3 genoemde beleidsterreinen.

  • 3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Dit houdt in dat:

    • a.

      het platform in ieder geval wordt betrokken bij de vaststelling van de hoofdlijnen van nieuw beleid;

    • b.

      het platform in ieder geval wordt betrokken bij het vaststellen van de vragen die ten grondslag liggen aan de evaluatie.

  • 4. Het platform brengt indien mogelijk binnen zes weken na de adviesaanvraag advies uit aan het college.

  • 5. Tussen de portefeuillehouder en het platform vindt één maal per jaar een structureel overleg plaats. Dit kan gecombineerd worden met het reguliere overleg met het platform.

  • 6. De portefeuillehouder maakt jaarlijks met het platform afspraken over:

    • a.

      de onderwerpen waarover het platform geconsulteerd wordt;

    • b.

      de wijze en het moment waarop het platform in het beleidsvormingsproces wordt betrokken;

    • c.

      het jaarlijks beschikbare budget voor beleidsruimte op basis van het beleidsplan, beleidsverslag en begroting.

  • 7. Indien het belang van de zaak daartoe aanleiding geeft, vindt bij de aanbieding van het advies overleg tussen het platform en (een vertegenwoordiging van) het college plaats.

  • 8. In het geval het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van het platform, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van het platform is afgeweken.

  • 9. Het college wijst een coördinerend ambtenaar cliëntparticipatie aan als aanspreekpunt voor de communicatie met het platform.

  • 10. Onderwerpen voor de agenda van het reguliere overleg van het platform worden voor het overleg schriftelijk aangeleverd aan de coördinerend ambtenaar cliëntparticipatie.

  • 11. De vergaderstukken, evenals andere relevante informatie voor het overleg worden tijdig aan de deelnemers van het platform verzonden.

  • 12. Van het overleg met het platform (inclusief de afspraken en wederzijdse adviezen) levert de coördinerend ambtenaar cliëntparticipatie binnen zes weken schriftelijk verslag aan het platform.

  • 13. Het platform cliëntparticipatie komt minimaal vier keer per jaar bijeen in een regulier overleg.

  • 14. Het reguliere overleg van het platform wordt voorgezeten door een externe voorzitter.

  • 15. Het reguliere overleg van het platform vindt doorgang als er deelnemers aanwezig zijn vanuit minstens één zelforganisatie, één maatschappelijke organisatie en de afdeling Werk en Inkomen.

  • 16. Niet georganiseerde belanghebbenden kunnen een onderwerp voor het platform schriftelijk inbrengen via de coördinerend ambtenaar cliëntparticipatie of desgewenst via één van de zelforganisaties.

  • 17. Het staat het platform vrij om specifieke doelgroepen te betrekken bij het platform, zodra dit voor de behandeling van actuele onderwerpen van belang is.

  • 18. De voorzitter van het platform kan besluiten tot mondelinge inspraak van individuele cliënten.

Artikel 5. Deelnemende organisaties

  • 1. In het platform hebben vertegenwoordigers zitting van onderstaande maatschappelijke organisaties en zelforganisaties; Per organisatie hebben maximaal twee vertegenwoordigers zitting in het platform;

    • a.

      de Stichting Kliëntenraad/Vrouw en Bijstand;

    • b.

      het Interkerkelijk Diaconaal Overleg (IDO);

    • c.

      Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (MDF);

    • d.

      Gehandicapten Overleg Lelystad (GOL);

    • e.

      een vakbondsbestuurder voorgedragen vanuit de OR van Concern voor Werk NV;

    • f.

      een lid van de Jongerenraad Lelystad.

  • 2. De afdeling werk en inkomen is vertegenwoordigd bij het overleg van het platform, maar is geen deelnemer.

  • 3. Het platform heeft een aantal witte zetels, die na goedkeuring van de voorzitter incidenteel of structureel bezet kunnen worden door andere dan in lid 1 genoemde organisaties.

Artikel 6. Voorzitter

  • 1. De onafhankelijke voorzitter wordt aangesteld door het college.

  • 2. De voorzitter van het platform kan geen deel uitmaken van of werkzaam zijn bij de gemeente Lelystad of een organisatie die activiteiten ontplooit in het verlengde van de doelstellingen van de afdeling werk en inkomen van de gemeente Lelystad.

  • 3. De voorzitter verricht ook voorkomende werkzaamheden ten behoeve van het platform, buiten de vergaderingen om.

  • 4. Bij afwezigheid van de voorzitter zorgt het platform zelf voor vervanging.

Artikel 7. Secretaris

  • 1. De coördinerend ambtenaar cliëntparticipatie treedt op als secretaris van het platform.

  • 2. Bij afwezigheid van de secretaris zorgt de afdeling Werk en Inkomen voor vervanging.

Artikel 8. Vergoedingen

  • 1. Deelnemers aan het platform en de voorzitter kunnen voor hun werk in het platform aanspraak maken op een forfaitaire onkostenvergoeding.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde vergoeding bedraagt voor de leden € 50,00 per bijeenkomst.

  • 3. De forfaitaire vergoeding bedraagt voor de voorzitter € 200,00 per bijeenkomst.

  • 4. Reiskosten worden vergoed conform de geldende gemeentelijke richtlijnen.

Artikel 9. Openbaarheid vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van het platform zijn openbaar.

  • 2. Op grond van dringende redenen kan de voorzitter besluiten tot het besloten houden van een deel van de vergadering.

Artikel 10. Slotbepalingen

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet met betrekking tot de cliëntparticipatie in het kader van de Wwb en de Wsw beslist het college van de gemeente Lelystad na consultatie van het platform.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening cliëntparticipatie Wwb, Wij en Wsw”.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2008.

  • 4.

    De Verordening cliëntparticipatie Wet Werk en Bijstand() wordt gelijktijdig ingetrokken.

Lelystad, 2 februari 2010.

De raad van de gemeente Lelystad,

de griffier, de voorzitter,