VERORDENING belangenbehartiging gehandicaptenbeleid Lelystad

Geldend van 20-06-2008 t/m heden

De raad van de gemeente Lelystad,

op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 15 april 2008;

gelet op artikel 18 van de Standaard Regels van de Verenigde Naties betreffende het bieden van gelijke kansen aan gehandicapten;

B E S L U I T:

de Verordening belangenbehartiging gehandicaptenbeleid

vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de op

12 november 2002 vastgestelde Verordening cliëntenparticipatie

gehandicaptenbeleid Lelystad en

vast te stellen de navolgende

VERORDENING belangenbehartiging

gehandicaptenbeleid Lelystad.

Begrippen.

1. Zelforganisatie.

Organisaties bestaande uit burgers die opkomen voor de belangen van een bepaalde groep in de Lelystadse samenleving.

2. Belangenbehartiging gehandicaptenbeleid.

De gestructureerde wijze waarop de gemeente de zelforganisaties van belanghebbenden via het platform betrekt bij de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van het integrale gemeentelijk gehandicaptenbeleid, voor zover dit niet is geregeld in de verordening cliëntenparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning en Wet werk en bijstand.

3. Integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid.

De samenhangende wijze waarop de gemeente in al haar beleid en verantwoordelijkheden werkt aan de verbetering van de mogelijkheden tot gelijkwaardige maatschappelijke deelname van alle mensen met een functiebeperking of chronische aandoening.

4. Platform.

De in Lelystad actief zijnde belangenvereniging voor mensen met een functiebeperking of chronische aandoening onder de naam Gehandicapten Overleg Lelystad (GOL).

Artikel II. Doelstelling.

  • 1. De belangenbehartiging gehandicaptenbeleid heeft als oogmerk te bewerkstelligen dat belanghebbenden door zelforganisatie, vanuit een onafhankelijke positie, optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het integrale gemeentelijk gehandicaptenbeleid in Lelystad.

  • 2. De belangenbehartiging gehandicaptenbeleid zal moeten bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid, gericht op het realiseren van volwaardig burgerschap en op het bieden van gelijke mogelijkheden aan mensen met beperkingen.

Artikel III. Beleidsterreinen.

In het kader van de belangenbehartiging wordt het platform betrokken bij het integrale gemeentelijk gehandicaptenbeleid met betrekking tot:

  • a.

    voornemens, beleid of activiteiten van de gemeente, gericht op het brengen van samenhang in het beleid, op verschillende terreinen ten behoeve van mensen met een functiebeperking;

  • b.

    het beleid in zoverre dat invloed heeft op de mogelijkheden voor mensen met een functiebeperking op terreinen als:

    • -

      algemeen bestuurlijke bevoegdheden en publiekszaken;

    • -

      onderwijs, media, cultuur, sport, openluchtrecreatie en toerisme;

    • -

      sociale zaken en werkgelegenheid;

    • -

      zorg en welzijn;

    • -

      openbare orde en veiligheid;

    • -

      ruimtelijke ordening en groen, verkeer en vervoer;

    • -

      volkshuisvesting en bouwzaken;

    • -

      financiën en belastingen;

    • -

      informatievoorziening, personeel en organisatie.

Artikel IV. Werkwijze.

  • 1. In het kader van belangenbehartiging vraagt het college het platform om advies over zaken die betrekking hebben op de in artikel III genoemde beleidsterreinen.

  • 2. Het platform is gerechtigd uit eigener beweging advies uit te brengen aan het college over zaken die betrekking hebben op de in artikel III genoemde beleidsterreinen, met inachtneming van de rol van de Cliëntenraad Wmo en het Participatieplatform WWB.

  • 3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Dit houdt in dat:

    • a.

      het platform in ieder geval wordt betrokken bij de vaststelling van de hoofdlijnen van nieuw beleid;

    • b.

      het platform in ieder geval wordt betrokken bij het vaststellen van de vragen die ten grondslag liggen aan de evaluatie.

  • 4. Het platform brengt zo mogelijk binnen 6 weken na de adviesaanvraag advies uit aan het college.

  • 5. De portefeuillehouder maakt jaarlijks met het platform afspraken over:

    • a.

      de onderwerpen waarover het platform geconsulteerd wordt;

    • b.

      de wijze en het moment waarop het platform in het beleidsvormingsproces wordt betrokken;

    • c.

      het budget op basis van werkplan en begroting.

  • 6. Indien het belang van de zaak daartoe aanleiding geeft, vindt bij de aanbieding van het advies overleg tussen het platform en het college plaats.

  • 7. In het geval het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van het platform, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van het platform is afgeweken.

  • 8. De gemeente wijst een coördinerend ambtenaar integraal gehandicaptenbeleid aan als aanspreekpunt voor de communicatie met het platform.

  • 9. Tussen de portefeuillehouder en het platform vindt minimaal 4 maal per jaar een structureel overleg plaats.

  • 10. Tussen de coördinerend ambtenaar integraal gehandicaptenbeleid en vertegenwoordigers van het platform vindt minimaal 4 maal per jaar overleg plaats.

  • 11. Van het overleg met het platform (inclusief de afspraken en de wederzijdse adviezen) doet de gemeente binnen 6 weken schriftelijke rapportage aan het platform, zo mogelijk met beargumenteerde verantwoording van hetgeen met de adviezen van het platform is gedaan.

  • 12. Door het college wordt zorggedragen voor de verstrekking van de nodige informatie aan het platform, waaronder begrepen alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om alle ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen. De informatie wordt desgevraagd in speciale leesvorm (braille, diskette of grootletterschrift) aangeleverd.

Artikel V. Faciliteiten.

Het college verstrekt het platform subsidie om op adequate wijze vorm te geven aan de belangen-behartiging van de achterban.

Artikel VI. Slotbepalingen.

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet met betrekking tot de belangenbehartiging beslist het college in overleg met het platform.

  • 2.

    Met deze bepaling wordt de bestaande Verordening cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid Lelystad ingetrokken. De datum waarop de oude verordening vervalt, is de datum waarop de nieuwe verordening in werking treedt.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening belangenbehartiging gehandicapten-beleid Lelystad”.

  • 4.

    Deze verordening treedt 6 weken na de openbare bekendmaking in werking.

Lelystad, 24 april 2008.

De raad van de gemeente Lelystad,

de griffier, de voorzitter,