Regeling vervallen per 01-03-2019

VERORDENING bezwaarschriften 2011

Geldend van 14-04-2011 t/m 28-02-2019

Intitulé

VERORDENING bezwaarschriften 2011

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Lelystad,

op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 15 februari 2011;

B E S L U I T:

vast te stellen de navolgende

VERORDENING bezwaarschriften 2011.

HOOFDSTUK I Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

commissie: de commissie van advies voor de bezwaarschriften die is ingesteld op basis van artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

voorzitter: voorzitter van de commissie

wet: de Algemene wet bestuursrecht.

ambtelijk horen: horen van belanghebbenden als bedoeld in artikel 7:5 van de wet en adviseren omtrent een bezwaar door de secretaris van de commissie.

HOOFDSTUK II Behandeling van de bezwaarschriften

Artikel 2. Bevoegdheden commissie.

Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.

  • 1.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van belastingwetgeving of de Wet waardering onroerende zaken en ten aanzien van besluiten waarbij de burgemeester en/of het college vooraf bepaald hebben dat de commissie niet bevoegd is, waaronder besluiten op grond van de FUWA en op grond van het sociaal statuut.

  • 2.

    Naast het horen en adviseren omtrent een bezwaar door de commissie kan, met betrekking tot door het college bij afzonderlijk besluit daartoe aangewezen categorieën van bezwaarschriften, het horen ambtelijk plaatsvinden.

Artikel 3. Samenstelling, benoeming en vergoeding van de commissie.

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste zeven leden.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd, geschorst en ontslagen door de raad.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Lelystad.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 5. Het college stelt de vergoeding vast van de voorzitter en de leden van de commissie bezwaarschriften.

Artikel 4. Samenstelling van de kamers.

  • 1. De commissie bestaat uit drie kamers, namelijk een “sociale” kamer, een “personele” kamer en een “algemene” kamer.

  • 2. De “sociale” kamer brengt advies uit over bezwaarschriften die aan haar worden voorgelegd inzake besluiten op het terrein van sociale wetgeving.

  • 3. De “personele” kamer brengt advies uit over bezwaarschriften die aan haar worden voorgelegd inzake besluiten op het terrein van de rechtspositie van ambtenaren.

  • 4. De “algemene” kamer brengt advies uit over alle overige bezwaarschriften die aan haar ter advisering worden voorgelegd.

  • 5. Elke kamer bestaat uit tenminste drie leden, te weten:

    • a.

      een voorzitter, zijnde de voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 van de wet of een plaatsvervangend voorzitter of een vervanger;

    • b.

      ten minste twee leden, door de commissie aangewezen uit haar midden.

  • 6. De kamers kunnen horen in enkelvoudige samenstelling, bestaande uit de voorzitter en een lid van de commissie.

  • 7. De commissie stelt vast in welke gevallen een kamer enkelvoudig hoort.

Artikel 5. Secretaris.

  • 1. De secretarissen van de commissie en haar kamers zijn door het college aangewezen ambtenaren.

  • 2. Alle gedragingen, handelingen en werkzaamheden van deze secretarissen vallen onder verantwoordelijkheid van het college.

  • 3. Het college kan niet-ambtenaren als plaatsvervangend secretaris aanwijzen.

Artikel 6. Zittingsduur.

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden voor een periode van 4 jaar benoemd.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen één keer worden herbenoemd.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad.

  • 4. De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 7. Ingediend bezwaarschrift.

  • 1. Bezwaarschriften worden schriftelijk ingediend.

  • 2. Bezwaren kunnen ook worden ingediend door middel van het bezwarenformulier op de gemeentelijke website.

  • 3. Ingediende bezwaarschriften worden afgehandeld conform het door college en burgemeester vastgestelde “protocol afhandeling bezwaarschriften 2011”.

Artikel 8. Uitoefening bevoegdheden.

  • 1. De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de secretaris van de commissie indien het bezwaarschrift door de commissie wordt behandeld en door de secretaris die ambtelijk hoort indien het bezwaarschrift ambtelijk wordt behandeld en zoals in het “protocol afhandeling bezwaarschriften” omschreven:

    • -

      artikel 2:1, tweede lid;

    • -

      artikel 6:6;

    • -

      artikel 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

    • -

      artikel 7:4.

  • 2. De bevoegdheid als bedoeld in artikel 7:10, derde en vierde lid van de wet, kan door de secretaris worden uitgeoefend, in welk geval daarvan mededeling wordt gedaan aan belanghebbenden en het verwerend bestuursorgaan.

Artikel 9. Vooronderzoek.

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De commissie laat zo nodig ter plaatse een bezichtiging houden ten overstaan van belanghebbenden. Van deze plaatsopneming ontvangen belanghebbenden tijdig bericht.

  • 3. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen (laten) inwinnen en hen zo nodig (laten) uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen.

  • 4. Indien kosten zijn verbonden aan het vermelde in lid 1 tot en met 3, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10. Minnelijke schikking en mediation.

  • 1. De secretaris van de commissie kan in overleg met de voorzitter, na ontvangst van een bezwaarschrift dat behandeling in de commissie behoeft, onderzoeken of het bezwaar in de minne kan worden bijgelegd. De secretaris kan, na ontvangst van een bezwaarschrift dat ambtelijk behandeld wordt, in overleg met de mediator bepalen of het bezwaarschrift in aanmerking komt voor mediation.

  • 2. Indien alle partijen te kennen geven dat zij een minnelijke schikking wensen, wordt dit schriftelijk bevestigd door de secretaris. Partijen worden hierbij gewezen op het bepaalde in artikel 7:10 van de wet.

  • 3. Indien de commissie tijdens de zitting vaststelt dat partijen wensen te onderzoeken of het bezwaar in de minne kan worden bijgelegd, is het bepaalde in dit artikel, voor zover mogelijk, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11. Hoorzitting.

  • 1. De secretaris bepaalt, eventueel in overleg met de voorzitter, plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. Indien de commissie over het bezwaar zal adviseren, beslist de voorzitter eventueel in overleg met de secretaris, over de toepassing van artikel 7:3 van de wet, bij het ambtelijk horen doet de secretaris dit.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het in het tweede lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien, doet hij via de secretaris daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 12. Uitnodiging hoorzitting.

  • 1. De belanghebbenden en het verwerend orgaan worden ten minste tien dagen voor de zitting schriftelijk uitgenodigd door de secretaris.

  • 2. Binnen vier dagen na verzending van de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de secretaris verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de secretaris op dit verzoek wordt uiterlijk drie dagen voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

    De voorzitter (indien het commissiezaken betreft) en de secretaris (indien het ambtelijk horen betreft) zijn bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 13. Quorum.

Voor het houden van een hoorzitting van de commissie is vereist dat in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger en ten minste één lid aanwezig is.

Artikel 14. Niet deelneming aan de behandeling.

De voorzitter, diens plaatsvervanger en de leden van de commissie of de secretaris nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 15. Openbaarheid zitting.

  • 1. Uitsluitend de zitting van de algemene kamer is openbaar.

  • 2. Bij openbare zittingen kunnen de deuren worden gesloten indien de commissie het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet en de commissie daarmee instemt.

  • 3. De commissie kan hiertoe oordelen dan wel instemmen conform het tweede lid indien er gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten.

Artikel 16. Schriftelijke verslaglegging.

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie, tenzij er ambtelijk gehoord wordt, dan volstaat de ondertekening van het verslag door de secretaris.

  • 6. De voorzitter kan de ondertekening opdragen aan een ander lid van de commissie.

Artikel 17. Nader onderzoek.

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verzoek van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18. Raadkamer en advies.

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 5. Het advies wordt door de voorzitter en de ter zitting aanwezige secretaris ondertekend, bij het ambtelijk uitgebrachte advies ondertekent de betreffende secretaris.

  • 6. De voorzitter kan de ondertekening opdragen aan een ander lid van de commissie.

Artikel 19. Uitbrengen van het advies.

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 16 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, binnen de uit het “protocol afhandeling bezwaarschriften 2011” voortvloeiende termijn, uitgebracht aan het verwerend bestuursorgaan.

  • 2. Indien op grond van artikel 9 vooronderzoek of op grond van artikel 17 nader onderzoek wordt verricht bij een extern (advies)orgaan is uitstel mogelijk voor zover de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad of ermee instemmen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging op grond van voorgaand lid, ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

HOOFDSTUK III Slotbepalingen

Artikel 20. Jaarverslag.

  • 1. Het college stelt eenmaal per jaar een beknopt verslag vast waarin zij inzicht geeft in de afhandeling van bezwaarschriften.

  • 2. Voorafgaand aan de vaststelling van dit verslag stuurt de commissie bezwaarschriften eventueel een brief met aanbevelingen aan het college, ter verhoging van de juridische kwaliteit van het gemeentelijk handelen op de terreinen waar de commissie mee in aanraking komt.

Artikel 21. Inwerkingtreding.

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2. De verordening commissie bezwaarschriften Lelystad 2008 wordt per gelijke datum ingetrokken.

Artikel 22. Citeertitel.

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening bezwaarschriften 2011.

Ondertekening

Lelystad, 22 maart 2011.
De raad van de gemeente Lelystad,
de griffier, de voorzitter,
Het college van de gemeente Lelystad,
de secretaris, de burgemeester,
De burgemeester van de gemeente Lelystad,

artikelsgewijze toelichting