Regeling vervallen per 01-01-2017

Algemene subsidieverordening gemeente Leudal

Geldend van 21-07-2015 t/m 31-12-2016

Intitulé

Algemene subsidieverordening gemeente Leudal

De raad van de gemeente Leudal;

Gelezen het voorstel van het college van juni 2009

Gelet op de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

Vast te stellen de hierna volgende “Algemene subsidieverordening gemeente Leudal

Hoofdstuk I: Algemene bepalingen

Artikel 1: Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    Subsidieontvanger: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon, die zich de behartiging van door het gemeentebestuur erkende belangen van ideële en/of materiele aard ten doel stelt;

  • c.

    Activiteit: elke vorm van handelen, of het nalaten daarvan, door een subsidieontvanger;

  • d.

    Beroepskracht: degene die op basis van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:610 van het Burgerlijk wetboek of op basis van een overeenkomst van opdracht als bedoeld in artikel 7:400 van het Burgerlijk Wetboek belast is met de uitvoering van de activiteiten van een instelling;

  • e.

    Directe subsidievaststelling: het vaststellen van de subsidie voor de aanvang van het subsidietijdvak of de te subsidiëren activiteit, zonder dat er voorafgaand een subsidieverlening plaatsvindt.

  • f.

    Subsidie: een subsidie als bedoeld in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • g.

    Budgetsubsidie: een subsidie die wordt toegekend aan een professionele organisatie en waaraan meetbare activiteiten en/of prestaties worden gekoppeld. Ter uitvoering van een beschikking tot verlening van een budgetsubsidie kan een overeenkomst worden gesloten.

  • h.

    Activiteitensubsidie: een subsidie met als doel de instandhouding van de organisatie gelet, op de sociaal-maatschappelijke functie en het belang dat door het college aan de inhoud van de activiteiten wordt gehecht. De subsidie wordt gekoppeld aan specifieke kengetallen, op basis waarvan vooraf de hoogte van het subsidiebedrag wordt berekend. Ook kan voor het geheel of voor bepaalde onderdelen een vast bedrag worden bepaald.

  • i.

    Incidentele en projectsubsidie: subsidie voor éénmalige activiteiten en/of voor activiteiten dan wel projecten die gedurende het jaar dan wel een subsidieperiode bedacht worden;

  • j.

    Bedragen per lid: hierbij geldt in beginsel als teldatum het aantal leden per 1 januari van het jaar, voorafgaande aan de subsidieperiode.

Artikel 2: Reikwijdte verordening

Deze verordening is van toepassing op alle subsidies die de gemeente verleent.

Artikel 3: Bevoegdheid raad

De raad regelt in deelverordeningen op welke beleidsterreinen activiteiten voor subsidie in aanmerking komen, welke grondslagen daarbij worden gehanteerd voor de berekening van de subsidie en eventueel welke specifieke voorschriften daarbij van toepassing zijn.

Artikel 4: Bevoegdheid college

  • 1. Het college is belast met de uitvoering van deze verordening. Uitvoering houdt mede in het beslissen op aanvragen als bedoeld in Titel 4.2 van de wet.

  • 2. Het college is bevoegd ter uitvoering van deze verordening nadere regelingen vast te stellen.

  • 3. Het college is bevoegd tot het verstrekken van subsidies binnen de vastgestelde financiële en beleidsmatige kaders.

Artikel 5: Subsidieplafond en indexering

  • 1. Het college kan jaarlijks een subsidieplafond instellen voor bepaalde subsidies, dan wel categorieën van subsidies.

  • 2. Het college maakt tijdig bekend, op welke wijze de per activiteit beschikbare subsidie wordt verdeeld ingeval van overschrijding van het subsidieplafond.

  • 3. Het college is bevoegd met inachtneming van het bepaalde de artikelen 4, lid 3, en 5. leden 1 en 2, de subsidiebedragen aan het begin van een subsidieperiode aan te passen aan de ontwikkeling van de prijsindex (CBS; 2010 = 100).

Artikel 6: Rechtspersoonlijkheid

  • 1. Alleen rechtspersonen kunnen voor subsidie in aanmerking komen.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen subsidie verlenen aan natuurlijke personen.

  • 3. De rechtspersoon dient volgens haar statuten haar zetel te hebben in de gemeente Leudal.

  • 4. Het college kan in bijzondere gevallen toestaan, dat van het bepaalde in het derde lid wordt afgeweken, mits de activiteiten van de instelling in overwegende mate ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente Leudal, dan wel dat de subsidieaanvraag is beperkt tot de activiteiten die in overwegende mate ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente Leudal.

Artikel 7: Eerste aanvraag

  • 1. Indien een rechtspersoon voor de eerste maal een aanvraag indient, gaat de aanvraag voorts vergezeld van:

    • a.

      de statuten en reglementen en een bewijs van inschrijving in het handelsregister;

    • b.

      een opgave van de samenstelling van het bestuur;

    • c.

      een beschrijving van de organisatievorm van de rechtspersoon, voorzover deze niet in de statuten is opgenomen.

  • 2. Het college kan de overlegging van andere stukken dan genoemd in dit artikel of anderszins nadere informatie verlangen als zij dat voor de beoordeling van de subsidieaanvraag nodig achten.

  • 3. Het college kan nadere regels stellen voor de bescheiden als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8: Inspraak

De rechtspersoon dient op zodanige wijze georganiseerd te zijn, dat haar personeel en vrijwilligers in de gelegenheid zijn invloed uit te oefenen op het beleid van de instelling.

Artikel 9: Rechten van de mens

  • 1. Behoudens voor zover sprake is van een op een specifieke doelgroep gerichte activiteit dienen de activiteiten van de rechtspersoon open te staan voor alle groeperingen zonder onderscheid naar ras, godsdienst, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid.

  • 2. De activiteiten van de rechtspersoon mogen in geen enkel opzicht strijdig zijn met de op grond van internationale verdragen algemeen erkende rechten van de mens en het kind.

Artikel 10: Gronden om subsidie te weigeren

De subsidieverstrekking kan naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de wet genoemde gevallen geweigerd worden indien gegrond redenen bestaan om aan te nemen dat:

  • a.

    de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente;

  • b.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • c.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • d.

    de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

  • e.

    de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente.

Artikel 11: Administratieve verplichtingen voor de subsidieontvanger

De subsidieontvanger voert een zodanige ingerichte administratie dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen en de betaling en de ontvangsten kunnen worden nagegaan.

Artikel 12: Toepasselijkheid afdeling 4.2.8 Awb

Op budgetsubsidies is afdeling 4.2.8 van de Awb van toepassing.

Hoofdstuk II: Budgetsubsidies

Artikel 13: Subsidieaanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag moet bij het college worden ingediend vóór 1 mei van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar, tenzij voor dat jaar al een beschikking is afgegeven.

  • 2. Het college kan bij een seizoensgebonden instelling besluiten tot een afwijkende datum van indiening.

Artikel 14: Overleg

Het college kan in overleg treden met de subsidieaanvrager, teneinde tot overeenstemming te komen over de gewenste activiteiten en prestaties, over de wijze waarop de realisatie daarvan wordt getoetst, over de omvang van de subsidie, dan wel de wijze waarop de subsidie

wordt vastgesteld en de overige subsidieverplichtingen.

Artikel 15: Subsidieverlening

  • 1. De beschikking tot subsidieverlening wordt meegedeeld uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het tijdvak waarvoor de subsidie wordt verleend.

  • 2. In de beschikking wordt meegedeeld welk bedrag ter beschikking wordt gesteld, voor welke periode, voor welke activiteiten en/of prestaties dan wel beoogde effecten, en op basis waarvan achteraf de definitieve vaststelling van de subsidie zal geschieden.

Artikel 16: Verantwoording en vaststelling

  • 1. Na afloop van het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend moet de organisatie voor 1 mei een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2. De vaststelling vindt plaats uiterlijk vier maanden na indiening van de hiervoor genoemde stukken.

Hoofdstuk III: Activiteitensubsidies

Artikel 17: Subsidieaanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag moet op het daarvoor vastgestelde formulier bij het college worden ingediend vóór 1 mei van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar, tenzij voor dat jaar al een beschikking is afgegeven.

  • 2. Bij de indiening van de aanvraag worden in ieder geval overgelegd:

    • a.

      een activiteitenplan;

    • b.

      indien van toepassing: een ledenlijst;

    • c.

      een begroting.

  • 3. Indien de subsidieontvanger een voor een periode van meer jaren toegekende subsidie ontvangt en tijdens die periode te maken krijgt met positieve of negatieve afwijkingen van 10% of meer bij onder meer gesubsidieerde huisvestingskosten of ledenaantallen of bij belangrijke terugloop in of beëindiging van activiteiten, kan deze, gemotiveerd, tussentijds een herziening van de gegeven subsidiebeschikking aanvragen. Artikel 18, sub 3, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18: Verantwoording en subsidievaststelling

  • 1. Na afloop van het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend dient de aanvrager voor 1 mei bij het college een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2. Bij de aanvrage tot vaststelling van de subsidie worden in ieder geval overgelegd:

  • a. een inhoudelijk en financieel verslag, inclusief de balans, over het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend;

  • b. een ledenlijst.

  • 3. Het college stelt de subsidie vast binnen dertien weken na ontvangst van de onder artikel 17, leden 1 en 2, genoemde stukken.

Hoofdstuk IV: Incidentele en projectsubsidies

Artikel 19: Subsidieaanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag moet worden ingediend tenminste twaalf weken voor de start van de activiteit.

  • 2. De aanvraag bevat een adequate motivering en beschrijving van de activiteit, evenals een hierop betrekking hebbende begroting.

Artikel 20: Subsidieverlening en -vaststelling

  • 1. Binnen acht weken na indiening van de aanvraag neemt het college hierover een beslissing.

  • 2. De subsidie kan worden verleend in de vorm van een vast bedrag of een garantiesubsidie.

Artikel 21: Uitbetaling

  • 1. In de beschikking subsidieverlening wordt aangegeven of en op welke wijze voorschotten kunnen worden verstrekt.

  • 2. In de beschikking subsidievaststelling wordt aangegeven op welke wijze tot betaling van de subsidie zal worden overgegaan.

Artikel 22: Verantwoording garantiesubsidie

  • 1. Bij verlenen van een garantiesubsidie dient de subsidieontvanger binnen twaalf weken na afloop van de activiteit bij het college een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2. De aanvraag gaat vergezeld van een overzicht van baten en lasten.

  • 3. Binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag wordt de subsidie definitief door het college vastgesteld.

Hoofdstuk V: Slotbepalingen

Artikel 27: Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2010

  • 2.

    De navolgende algemene subsidieverordeningen en daarop gebaseerde deelverordeningen worden ingetrokken:

a. Voormalige gemeente Heythuysen

  • ·

    Algemene subsidieverordening gemeente Heythuysen, vastgesteld op 24 oktober 2000.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring amateuristische kunstbeoefening gemeente Heythuysen, vastgesteld op 18 maart 2003.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring investeringen welzijnswerk gemeente Heythuysen, vastgesteld op 28 november 2000.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring jeugd- en jongerenwerk gemeente Heythuysen, vastgesteld op 28 november 2000.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring van jubilea en bijzondere prestaties van instellingen in de gemeente Heythuysen, vastgesteld op 28 november 2000.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring R.K. Kerkbesturen gemeente Heythuysen, vastgesteld op 28 november 2000.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring seniorenverenigingen gemeente Heythuysen, vastgesteld op 28 november 2000.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring volkscultuur, volksfeesten en folklore gemeente Heythuysen, vastgesteld op 27 juni 2006.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring volksgezondheid, maatschappelijke dienstverlening, vormings- en ontwikkelingswerk gemeente Heythuysen, vastgesteld op 28 november 2000.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring vrouwenorganisaties en emancipatiewerk gemeente Heythuysen, vastgesteld op 28 november 2000.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring van overige met name genoemde instellingen gemeente Heythuysen, vastgesteld op 5 oktober 2004.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring gemeenschapshuizen gemeente Heythuysen, vastgesteld op 18 december 2001.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring Stichting Kreato gemeente Heythuysen, vastgesteld op 16 december 2003.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring peuterspeelzaalwerk gemeente Heythuysen, vastgesteld op 22 mei 2001.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring sport gemeente Heythuysen, vastgesteld op18 december 2001.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring Stichting Heythuysen Promotion (Stichting Kunst en Cultuur), vastgesteld op 9 december 2003.

b. Voormalige gemeente Haelen

  • ·

    Algemene subsidieverordening gemeente Haelen, vastgesteld op 3 december 2001.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring van jubilea en bijzondere prestaties van instellingen in de gemeente Haelen, vastgesteld op 3 december 2001.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring jeugd- en jongerenwerk gemeente Haelen, vastgesteld op 3 december 2001.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring volkscultuur, volksfeesten en folklore gemeente Haelen, vastgesteld op 3 december 2001.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring vrouwenorganisaties gemeente Haelen, vastgesteld op 3 december 2001.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring sportorganisaties gemeente Haelen, vastgesteld op 3 december 2001.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring ouderenwerk gemeente Haelen, vastgesteld op 3 december 2001.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring amateuristische kunstbeoefening gemeente Haelen, vastgesteld op 3 december 2001.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring muziekopleidingsinstituten gemeente Haelen, vastgesteld op 3 december 2001.

  • ·

    Deelverordening subsidiëring overige met name genoemde instellingen gemeente Haelen, vastgesteld op 3 december 2001.

  • ·

    Verordening regelende de subsidiëring van gemeenschapshuizen en woontussenvoorzieningen gemeente Haelen, vastgesteld op 19 december 1994

c. Voormalige gemeente Hunsel

  • ·

    Algemene subsidieverordening gemeente Hunsel 2003, vastgesteld op 28 januari 2003.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel deskundigheidsbevordering 2003, vastgesteld op 28 januari 2003.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel investeringen 2003, vastgesteld op 28 januari 2003.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel plaatselijk welzijn 2003, vastgesteld op 28 januari 2003.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel kunstzinnige vorming 2003, vastgesteld op 28 januari 2003.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel toneelgezelschappen 2003, vastgesteld op 28 januari 2003.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel zang- en muziekverenigingen 2003, vastgesteld op 28 januari 2003.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel jeugd- en jongerenwerk 2003, vastgesteld op 28 januari 2003.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel sport en sportieve recreatie 2003, vastgesteld op 28 januari 2003.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel seniorenverenigingen 2003, vastgesteld op 28 januari 2003.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel vrouwenverenigingen 2003, vastgesteld op 28 januari 2003.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel emancipatiewerk 2003, vastgesteld op 28 januari 2003.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel volkscultuur en volksfeesten 2003, vastgesteld op 28 januari 2003.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel maatschappelijke dienstverlening 2003, vastgesteld op 28 januari 2003.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel gezondheidszorg 2003, vastgesteld op 28 januari 2003.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel gehandicaptenplatform 2003, vastgesteld op 28 januari 2003.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel kerkgenootschappen 2003, vastgesteld op 28 januari 2003.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel dorpsraden 2004, vastgesteld op 14 december 2004.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel jumelage 2004, vastgesteld op 14 december 2004.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel ouderenwerk 2004, vastgesteld op 14 december 2004.

  • ·

    Subsidieverordening onderdeel seniorenhoven 2004, vastgesteld op 14 december 2004.

d. Voormalige gemeente Roggel en Neer

  • ·

    Subsidieverordening welzijn c.a. gemeente Roggel en Neer, vastgesteld op 11 mei 2004.

Artikel 28: Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Algemene subsidieverordening gemeente Leudal”

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Leudal van 21 juli 2009.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL
De griffier De voorzitter,
Drs. W.A.L.M. Cornelissen A.H.M.Verhoeven MPM