Regeling vervallen per 12-01-2016

Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Noord- en Midden- Limburg

Geldend van 31-07-2008 t/m 11-01-2016

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Noord- en Midden- Limburg

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      de regeling: de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Noord- en Midden- Limburg

    • b.

      de Veiligheidsregio : het rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam als bedoeld in art. 2.1 van de regeling

    • c.

      gemeente(n): (een) aan deze regeling deelnemende gemeente(n);college van B&W:

    • d.

      college van burgemeester en wethouders van een deelnemende gemeente;

    • e.

      de wet: de Wet veligheidsregio`s

    • f.

      de Wgr: de Wet gemeenschappelijke regelingen

    • g.

      bestuurscommissie: een commissie als bedoeld in art. 25 van de W.g.r.

  • 2. Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van gemeente, raad, college van burgemeester en wethouders, burgemeester, onderscheidenlijk veiligheidsregio, algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter.

Hoofdstuk II Het rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam

Artikel 2 Openbaar lichaam

  • 1. Er is een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam in de zin van art. 8 lid 1 van de Wgr, genaamd: “Veiligheidsregio Noord- en Midden- Limburg”. Het is gevestigd te Venlo.

  • 2. Het rechtsgebied van de Veiligheidsregio omvat het grondgebied van de gemeenten.

Artikel 3 Bestuursorganen

Het bestuur van de Veiligheidsregio bestaat uit het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.

Hoofdstuk III Doel en taken van de Veiligheidsregio

Artikel 4 Taakvelden

De Veiligheidsregio heeft tot doel de behartiging van de belangen van de gemeenten en hun ingezetenen op het gebied van:

  • a.

    de brandweerzorg;

  • b.

    de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen;

  • c.

    de rampenbestrijding en crisisbeheersing;

  • d.

    het bevorderen van de multidisciplinaire uitvoering van de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de bestrijding van zware ongevallen.

  • e.

    het bevorderen van een samenhangend integraal veiligheidsbeleid in de regio.

Artikel 4a Veiligheid

  • 1. De Veiligheidsregio heeft de zorg voor:

    • a.

      het inventariseren van risico’s op het terrein van branden, zware ongevallen, rampen en crisis;

    • b.

      het doen adviseren van het bevoegd gezag over risico’s op het terrein van branden, zware ongevallen, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen;

    • c.

      het doen adviseren van de colleges van burgemeester en wethouders over het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt, en over het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    • d.

      het voorbereiden op de bestrijding van branden en zware ongevallen en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing;

    • e.

      het instellen en in stand houden van een organisatie, belast met de brandweer;

    • f.

      het instellen en in stand houden van een organisatie, belast met het organiseren van de geneeskundige hulpverlening;

    • g.

      het voorzien in de meldkamerfunctie;

    • h.

      de nazorg bij branden, zware ongevallen, rampen en crises;

    • i.

      het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel;

    • j.

      het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening van de diensten van de Veiligheidsregio en tussen deze diensten en andere diensten en organisaties, die betrokken zijn bij de onder d, e, f en g genoemde taken.

  • 2. De Veiligheidsregio heeft voorts de zorg voor al hetgeen haar bij of krachtens de wet of door de besturen van de gemeenten wordt opgedragen.

Artikel 4b Convenant Regionaal College

  • 1. Het bestuur van de Veiligheidsregio sluit een convenant met het Regionaal College van de Politie Limburg-Noord, in ieder geval met het oog op de samenwerking bij branden, zware ongevallen, rampen en crisis.

  • 2. Het convenant heeft in ieder geval betrekking op de rol van de korpschef van de Politie Limburg-Noord in het kader van de uitvoering van de multidisciplinaire taken van de Veiligheidsregio, op de meldkamerfunctie, op de informatievoorziening en informatie-uitwisseling, op het multidisciplinair oefenen en op de operationele prestaties van de politie in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Hoofdstuk IV Publieke gezondheid en maatschappelijke zorg

Artikel 5 Taakveld publieke gezondheidszorg en maatschappelijke zorg

De Veiligheidsregio heeft voorts tot doel de behartiging van die taken die door de wet- en regelgeving zijn toegekend dan wel die de gemeenten op eigen initiatief wensen op te dragen op het gebied van de publieke gezondheidszorg en maatschappelijke zorg en waarvoor samenwerking tussen de gemeenten op de schaal van de Veiligheidsregio uit oogpunt van verhoging van efficiency en effectiviteit wordt vereist.

Artikel 6 Bestuurscommissie GGD

  • 1. Ter behartiging van de belangen van de publieke gezondheidszorg en maatschappelijke zorg stelt het algemeen bestuur een bestuurscommissie GGD in.

  • 2. Met betrekking tot het taakveld in art. 5 genoemd, dragen het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur hun bevoegdheden voorzover door wet- en regelgeving toegestaan, over aan de bestuurscommissie GGD.

  • 3. De bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de bestuurscommissie GGD worden door het algemeen bestuur geregeld bij verordening. Het overleg van gemeentelijke portefeuillehouders doet daartoe een bindend voorstel aan het algemeen bestuur.

  • 4. In de verordening als bedoeld in lid 3 wordt nader geregeld op welke wijze de beleidsplannen inzake het taakveld publieke gezondheidszorg en maatschappelijke zorg aan de raden van de gemeenten worden aangeboden.

Hoofdstuk V Algemeen bestuur

Artikel 7 De leden

Het algemeen bestuur bestaat uit de burgemeesters van de gemeenten.

Artikel 8 De vergadering

  • 1. Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks ten minste tweemaal en voorts zo vaak de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig acht of indien tenminste 1/5 van het aantal leden dit schriftelijk onder opgave van redenen verzoekt.

  • 2. Het algemeen bestuur beslist bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

  • 3. In een besloten vergadering wordt niet beraadslaagd noch een besluit genomen over:

    • a.

      de vaststelling en wijziging van de begroting en de vaststelling van de jaarrekening;

    • b.

      het invoeren, wijzigen of afschaffen van belastingen;

    • c.

      het benoemen en ontslaan van leden van het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies in de artikelen 6 en 40 genoemd.

  • 4. De Hoofdofficier van Justitie in het arrondissement Roermond en één van de voorzitters van de Waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas worden voor de vergaderingen van het algemeen bestuur uitgenodigd. Zij hebben in die vergaderingen een adviserende stem.

  • 5. De leden van de in artikel 22 bedoelde Veiligheidsdirectie worden voor de vergaderingen van het algemeen bestuur uitgenodigd. Zij hebben in die vergaderingen een adviserende stem.

  • 6. De voorzitter kan zo nodig andere functionarissen dan die genoemd in de leden 4 en 5 uitnodigen om deel te nemen aan de vergaderingen van het bestuur, indien hun aanwezigheid in verband met de te behandelen onderwerpen van belang is.

Artikel 9 Bevoegdheden

Aan het algemeen bestuur behoren alle bevoegdheden die niet expliciet aan het dagelijks bestuur, de voorzitter of andere organen zijn opgedragen.

Artikel 10 Gemeenschappelijke regeling

Het algemeen bestuur treft met andere veiligheidsregio`s een gemeenschappelijke regeling waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld en waaraan de behartiging van taken ten behoeve van de inrichting van een uniforme informatie- en communicatievoorziening wordt overgedragen.

Artikel 11 Inlichtingen

  • 1. Een lid van het algemeen bestuur verschaft aan zijn gemeenteraad de door een of meerdere leden van die raad gevraagde inlichtingen.

  • 2. Een verzoek om inlichtingen wordt schriftelijk ingediend.

  • 3. De gevraagde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk verstrekt, een en ander op dezelfde wijze als in het reglement van orde voor de vergaderingen van de desbetreffende gemeenteraad is voorzien met betrekking tot het verstrekken van inlichtingen.

  • 4. Het lid van het algemeen bestuur tot wie het verzoek om inlichtingen is gericht draagt er zorg voor dat het verzoek en het antwoord daarop of de kennisgeving in het vijfde lid bedoeld, ter kennis worden gebracht van zijn gemeenteraad.

  • 5. Indien het verstrekken van de gevraagde inlichtingen in strijd is met het algemeen belang, wordt verzoeker hiervan in kennis gesteld onder vermelding van het bezwaar.

Artikel 12 Verantwoording

  • 1. Een lid van het algemeen bestuur is aan zijn gemeenteraad verantwoording verschuldigd voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid.

  • 2. Aan de verplichting in het eerste lid genoemd wordt op dezelfde wijze voldaan als voorgeschreven in het reglement van orde van de betreffende gemeenteraad met betrekking tot het afleggen van verantwoording door de burgemeester en de leden van het college van B&W.

Artikel 13 Reglement van orde

Het algemeen bestuur stelt voor zijn vergadering een reglement van orde vast.

Hoofdstuk VI Dagelijks Bestuur

Artikel 14 De leden

  • 1. Het dagelijks bestuur bestaat uit 7 leden, de voorzitter inbegrepen.

  • 2. Lid van het dagelijks bestuur zijn de voorzitter als bedoeld in artikel 18, de voorzitters van de driehoeksoverleggen en 3 overige door en uit het algemeen bestuur aan te wijzen leden.

  • 3. De leden worden door het algemeen bestuur in zijn eerste vergadering van elke zittingsperiode benoemd voor een periode van 4 jaar. Na afloop van de zittingsperiode zijn zij terstond herbenoembaar.

  • 4. Hij die ophoudt lid te zijn van het algemeen bestuur houdt tevens op lid van het dagelijks bestuur te zijn.

  • 6. Indien een plaats in het dagelijks bestuur vacant komt, benoemt het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk het nieuwe lid, met inachtneming van het bepaalde in lid 2.

Artikel 15 De vergadering

  • 1. Het dagelijks bestuur besluit in zijn eerste vergadering tot verdeling van de portefeuilles.

  • 2. Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter of ten minste twee leden dit nodig oordelen.

  • 3. De artikelen 56,57,58 en 59 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 4. De Hoofdofficier van Justitie in het arrondissement Roermond en de leden van de in artikel 22 bedoelde Veiligheidsdirectie worden voor de vergaderingen van het dagelijks bestuur uitgenodigd. Zij hebben in die vergaderingen een adviserende stem.

  • 5. De voorzitter van de in artikel 6 bedoelde bestuurscommissie GGD wordt voor de vergadering van het dagelijks bestuur uitgenodigd wanneer onderwerpen aan de orde zijn inzake het taakveld bedoeld in artikel 5. Hij heeft in die vergadering een adviserende stem.

Artikel 16 Bevoegdheden

  • 1. Aan het dagelijks bestuur is opgedragen:

    • a.

      het voorbereiden van al hetgeen aan het algemeen bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd;

    • b.

      het uitvoeren van de besluiten van het algemeen bestuur;

    • c.

      het beheer van de activa en de passiva van de Veiligheidsregio;

    • d.

      de zorg, voor zover deze niet aan anderen toekomt, voor het geldelijk beheer en de boekhouding alsmede de controle daarop;

    • e.

      het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit;

    • f.

      het toetsen van de uitoefening van de bevoegdheden van de bestuurscommissies aan criteria van (effectiviteit), doelmatigheid en rechtmatigheid;

    • g.

      het benoemen c.q. schorsen en ontslaan van personeel in dienst van de Veiligheidsregio;

  • 2. Het dagelijks bestuur oefent, indien en voorzover het algemeen bestuur daartoe besluit, de volgende aan het algemeen bestuur toekomende bevoegdheden uit:

    • a.

      het kopen, ruilen of vervreemden, het bezwaren of verpanden van eigendommen van de Veiligheidsregio;

    • b.

      het verhuren, verpachten of op enige andere wijze in gebruik geven van eigendommen;

    • c.

      het vaststellen van nadere regels en het aangaan van burgerrechtelijke rechtshandelingen nopens bepaalde in door het algemeen bestuur vastgelegde regelingen en besluiten aangewezen onderwerpen.

Artikel 17

  • 1. Het dagelijks bestuur en elk van zijn leden zijn voor het door het dagelijks bestuur gevoerde beleid verantwoording verschuldigd aan het algemeen bestuur en geven daarover alle door het algemeen bestuur verlangde inlichtingen.

  • 2. Het algemeen bestuur treft in het reglement van orde als bedoeld in artikel 13, een nadere regeling met betrekking tot het afleggen van verantwoording en het verstrekken van inlichtingen door het dagelijks bestuur aan de gemeenten.

  • 3. Een verzoek om inlichtingen wordt schriftelijk ingediend.

  • 4. Indien het verstrekken van inlichtingen in strijd is met het openbaar belang, wordt de verzoeker hiervan in kennis gesteld onder vermelding van de bezwaren.

Hoofdstuk VII De Voorzitter

Artikel 18 Voorzitter en plaatsvervanger

  • 1. Voorzitter van de Veiligheidsregio is de burgemeester die tevens korpsbeheerder is van de Politie Limburg-Noord.

  • 2. Het algemeen bestuur wijst een van zijn leden aan die de voorzitter bij afwezigheid vervangt.

  • 3. De voorzitter is voorzitter van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.

Artikel 19 Taken

  • 1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur. De artikelen 26 en 74 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Hij draagt zorg voor een spoedige afdoening van zaken.

  • 3. Hij tekent de stukken die van het algemeen en dagelijks bestuur uitgaan.

  • 4. De voorzitter vertegenwoordigt de Veiligheidsregio in en buiten rechte. Hij kan de vertegenwoordiging aan een door hem aan te wijzen gemachtigde opdragen.

Hoofdstuk VIII De secretaris

Artikel 20 Benoeming en taken

  • 1. Het algemeen bestuur beslist omtrent benoeming, schorsing en ontslag van de secretaris.

  • 2. De secretaris is het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter behulpzaam bij alles wat de hun opgedragen taken aangaat.

  • 3. Door de secretaris worden alle stukken die van het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur uitgaan, mede ondertekend.

  • 4. Het algemeen bestuur stelt voor de secretaris een instructie vast.

Hoofdstuk IX Rechtspositie en bezoldiging van het personeel

Artikel 21

Het algemeen bestuur regelt de bezoldiging en de rechtspositie van de ambtenaren en het overige personeel in dienst van de Veiligheidsregio overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 125 en 134 van de Ambtenarenwet.

Hoofdstuk X De Veiligheidsdirectie

Artikel 22 Samenstelling

  • 1. Er is een Veiligheidsdirectie.

  • 2. De Veiligheidsdirectie bestaat uit:

    • a.

      de regionaal commandant brandweer,

    • b.

      de directeur GHOR,

    • c.

      de coördinerend gemeentesecretaris,

    • d.

      de korpschef van de Politie Limburg-Noord.

  • 3. De leden van de Veiligheidsdirectie kunnen zich laten vervangen door een gemandateerde vertegenwoordiger op directieniveau.

Artikel 23 Rampenbestrijding en crisisbeheersing

De Veiligheidsdirectie is belast met de multidisciplinaire afstemming en coördinatie van de voorbereiding op de rampenbestrijding en de crisisbeheersing en is uit dien hoofde het primaire adviesorgaan van het bestuur.

Artikel 24 Taken

De werkzaamheden ter uitvoering van de taakstelling als bedoeld in artikel 4a, worden opgedragen aan de regionaal commandant brandweer, de directeur GHOR, de korpschef van de Politie Limburg-Noord en de coördinerend gemeentesecretaris, ieder voor zover het zijn bevoegdheden en verantwoordelijkheden betreft. Zij zijn hiervoor ieder afzonderlijk verantwoording verschuldigd aan het dagelijks bestuur.

Artikel 25 Regionaal commandant brandweer

  • 1. De regionaal commandant brandweer wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het dagelijks bestuur.

  • 2. De regionaal commandant brandweer staat aan hoofd van de brandweerorganisatie als bedoeld in artikel 4a, lid 1 sub e.

Artikel 26 Directeur GHOR

  • 1. De directeur GHOR wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het dagelijks bestuur.

  • 2. De directeur GHOR staat aan hoofd van de GHOR-organisatie als bedoeld in artikel 4a, lid 1 sub f.

Artikel 27 Coördinerend gemeentesecretaris

  • 1. De coördinerend gemeentesecretaris wordt benoemd door het dagelijks bestuur op voordracht van de Kring van gemeentesecretarissen van de Noord- en Midden-Limburgse gemeenten. Het dagelijks bestuur is bevoegd de coördinerend gemeentesecretaris te schorsen en te ontslaan.

  • 2. Aan de coördinerend gemeentesecretaris worden de volgende bevoegdheden toegekend: nader in te vullen

Hoofdstuk Xa Beleidsplan veiligheidsregio

Artikel 27a

  • 1. Het algemeen bestuur stelt ten minste eenmaal in de vier jaar een beleidsplan vast, zoals bedoeld in artikel 12 van de wet.

  • 2. Het beleidsplan is mede gebaseerd op een door het algemeen bestuur vastgesteld risicoprofiel, zoals bedoeld in artikel 13 van de wet.

  • 3. Het algemeen bestuur stelt het risicoprofiel vast na overleg met de raden van de gemeenten, waarbij het bestuur de raden tevens verzoekt hun wensen kenbaar te maken omtrent het in het beleidsplan op te nemen beleid.

  • 4. Het dagelijks bestuur beziet jaarlijks of het vastgestelde beleidsplan bijstelling behoeft en doet terzake een voorstel aan het algemeen bestuur.

  • 5. Het beleidsplan wordt zo mogelijk tegelijk met de in artikel 29 bedoelde begroting aangeboden aan de raden van de gemeenten.

Hoofdstuk XI Financiële bepalingen

Artikel 28 Organisatie van beheer en administratie

  • 1. Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tot de organisatie van de administratie en van het beheer van de vermogenswaarden van de Veiligheidsregio, alsmede met betrekking tot de controle op de administratie en het beheer.

  • 2. De artikelen 212, 213 en 214 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 29 De begroting

  • 1. Het dagelijks bestuur maakt jaarlijks een ontwerpbegroting van inkomsten en uitgaven op, voorzien van een toelichting en zendt dit ontwerp uiterlijk 1 mei van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarop de begroting betrekking heeft, toe aan de raden van de gemeenten.

  • 2. De raden van de gemeenten kunnen binnen 6 weken na de datum van toezending omtrent de ontwerpbegroting aan het dagelijks bestuur van hun zienswijze doen blijken. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting en biedt het ontwerp aan het algemeen bestuur ter vaststelling aan.

  • 3. Het algemeen bestuur stelt de begroting uiterlijk vóór 14 juli van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarvoor deze geldt, vast.

  • 4. Nadat de begroting is vastgesteld zendt het algemeen bestuur deze vóór 15 juli aan Gedeputeerde Staten en voorts zo nodig ter kennisneming aan de raden van de gemeenten, die binnen een maand na de datum van toezending schriftelijk aan Gedeputeerde Staten van hun zienswijze kunnen doen blijken, onder gelijktijdige toezending van een afschrift aan het dagelijks bestuur.

  • 5. Het bepaalde in het tweede en vierde lid van dit artikel is mede van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting.

Artikel 30 De rekening

  • 1. Het dagelijks bestuur zendt jaarlijks uiterlijk 1 mei de ontwerprekening met betrekking tot het afgelopen boekjaar aan de raden van de gemeenten, vergezeld van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid, opgemaakt door een door het algemeen bestuur aangewezen deskundige, die niet in dienst van de Veiligheidsregio mag zijn.

  • 2. De raden van de gemeenten kunnen binnen 6 weken na datum van toezending bij het dagelijks bestuur bezwaren indienen. Het dagelijks bestuur voegt de ontvangen bezwaarschriften bij de ontwerprekening en biedt deze aan het algemeen bestuur ter vaststelling aan.

  • 3. Het algemeen bestur stelt de rekening vast vóór 14 juli van het jaar volgend op het jaar waarop de rekening betrekking heeft.

  • 4. Het dagelijks bestuur zendt de vastgestelde rekening vóór 15 juli toe aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 31 Geldmiddelen

  • 1. De geldmiddelen van de Veiligheidsregio bestaan uit:

    • a.

      de bijdragen van de deelnemende gemeenten, tot de bedragen die jaarlijks bij de vaststelling van de begroting worden aangegeven, te berekenen naar rato van het inwonertal van elk van de gemeenten op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de bijdrage bestemd is;

    • b.

      de bijdragen van de gemeenten of van derden in de kosten van op hun verzoek verrichte werkzaamheden die specifiek voor hen worden uitgevoerd;

    • c.

      subsidies;

    • d.

      belastingen;

    • e.

      overige inkomsten.

  • 3. De bijdragen, bedoeld in lid 1 onder a, zijn verschuldigd in 12 gelijke maandelijkse termijnen per de 15de van elke maand in het betreffende begrotingsjaar.

  • 4. De bijdragen, bedoeld in lid 1 onder b, moeten bij voorschot worden betaald, voordat met de werkzaamheden wordt begonnen. Afgerekening vindt plaats na afronding van de werkzaamheden.

  • 5. Artikel 195 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk XII Belastingen

Artikel 32 Belastingheffing

  • 1. Het algemeen bestuur is bevoegd belastingen te heffen als bedoeld in artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 2. De artikelen 229a en 229b van de Gemeentewet, alsmede de op deze belastingen betrekking hebbende bepalingen inzake heffing en invordering in paragraaf 4 van hoofdstuk XV van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk XIII Geldleningen

Artikel 33

  • 1. In verband met de uitvoering van de taken als bedoeld in artikelen 4 en 5 kan door het algemeen bestuur worden besloten tot het aangaan van geldleningen.

  • 2. Het algemeen bestuur kan besluiten tot garant staan voor de door derden aangegane kredietfaciliteiten.

  • 3. Bij niet-nakoming van de financiële verplichtingen, voortvloeiende uit de voorgaande leden, worden de gemeenten hoofdelijk aangesproken.

Hoofdstuk IV Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing

Artikel 34 Toetreding

  • 1. Toetreding door andere gemeenten kan, behoudens het bepaalde in de wet, plaatsvinden wanneer het algemeen bestuur daarin bewilligt bij besluit, vastgesteld met een meerderheid van minstens tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen, tezamen vertegenwoordigende minimaal tweederde van het aantal inwoners van de Veiligheidsregio.

  • 2. In een besluit van het algemeen bestuur als bedoeld in lid 1 kan de toetreding afhankelijk gesteld worden van het voldoen aan bepaalde voorwaarden door de betrokken gemeente.

Artikel 35 Uittreding

  • 1. Een gemeente kan, behoudens het bepaalde in de wet, uittreden door toezending aan het algemeen bestuur van de daartoe strekkende besluiten van de bestuursorganen, indien en voorzover deze de regeling zijn aangegaan.

  • 2. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van de uittreding.

Artikel 36 Wijziging

  • 1. Zowel het dagelijks bestuur als een gemeente kan aan het algemeen bestuur voorstellen doen over de wijziging van de regeling.

  • 2. Indien het algemeen bestuur wijziging van de regeling wenselijk acht, dan doet het dagelijks bestuur het door het algemeen bestuur vastgestelde voorstel toekomen aan de gemeenten.

  • 3. Een wijziging is tot stand gekomen wanneer tenminste tweederde van het aantal gemeenten, tezamen vertegenwoordigende tenminste tweederde van het aantal inwoners van de Veilgheidsregio, daartoe hebben besloten.

Artikel 37 Opheffing

  • 1. De regeling wordt, behoudens het bepaalde in de wet, opgeheven wanneer daartoe besloten wordt door de raden van tenminste tweederde van het aantal gemeenten, tezamen vertegenwoordigende tenminste tweederde van het aantal inwoners van de Veiligheidsregio.

  • 2. Bij opheffing besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt het daarvoor de nodige regelen. Hierbij kan van de bepalingen van de regeling worden afgeweken.

  • 3. Het liquidatieplan wordt door het algemeen bestuur, de raden van de gemeenten gehoord, vastgesteld.

Artikel 38 Toezending aan G.S.

Het besluit tot toetreding, wijziging, uittreding en opheffing van de regeling wordt door het College van Burgemeester en Wethouders van Venlo aan Gedeputeerde Staten toegezonden.

Hoofdstuk XV Archief

Artikel 39

  • 1. De bepalingen van de Archiefwet 1995 en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsregels zijn, voor zover van toepassing op de archiefbescheiden van gemeenten, van toepassing op de archieven van de Veiligheidsregio.

  • 2. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden.

  • 3. Het dagelijks bestuur wijst de functionaris(sen) aan die belast is (zijn) met het beheer van de archiefbescheiden, overeenkomstig de regels die hiervoor gelden bij de gemeente Venlo.

  • 4. De gemeentearchivaris van de gemeente Venlo oefent overeenkomstig de voor hem vastgestelde regels toezicht uit op het beheer van de archiefbescheiden, voor zover deze niet zijn overgebracht naar de in lid 5 bedoelde archiefbewaarplaats.

  • 5. De archiefbescheiden, bedoeld in artikel 5, lid 1 van de Archiefwet 1995, worden overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Venlo.

  • 6. Bij opheffing van de Veiligheidsregio worden alle archiefbescheiden overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Venlo.

Hoofdstuk XVI Slotbepalingen

Artikel 40 Tijdelijke bestuurscommissie

Een bestuurscommissie wordt ingesteld ten behoeve van de afwikkeling van de taken van de Regio Noord- en Midden- Limburg en de daaruit voortvloeiende verplichtingen. De bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de commissie worden door het algemeen bestuur geregeld bij verordening.

Artikel 41

  • 1. De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

  • 2. De regeling kan worden aangehaald als “Veiligheidsregio Noord en Midden- Limburg”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Leudal in zijn vergadering van 1 juli 2008.
De griffier, De voorzitter,
Drs. W.A.L.M. Cornelissen A.H.M. Verhoeven MPM
Aldus vastgesteld door het College van B&W van de gemeente Leudal in de vergadering van 13 mei 2008.
De secretaris, De burgemeester,
A.Griekspoor- Verdurmen A.H.M. Verhoeven MPM
Aldus vastgesteld dd. 13 mei 2008 door de burgemeester van Leudal;
A.H.M. Verhoeven MPM