Regeling vervallen per 18-12-2008

Regeling jaarlijkse gesprekscyclus gemeente Leudal

Geldend van 11-09-2008 t/m 17-12-2008 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2007

Intitulé

Regeling jaarlijkse gesprekscyclus gemeente Leudal

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.Ambtenaar:

    • 1.

      de ambtenaar in de zin van de CAR (Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling);

    • 2.

      de werknemer als bedoeld in artikel 2:5 van de CAR;

      • b.

        Direct leidinggevende: degene aan wie de medewerker voor wat betreft zijn dagelijkse werkzaamheden direct verantwoording verschuldigd is.

      • c.

        Bevoegd gezag: het college (tenzij plaatselijk door mandaat anders is bepaald).

      • d.

        Individueel werkplangesprek: een periodiek tweezijdig gesprek tussen de medewerker en zijn direct leidinggevende waarin kwantitatieve en kwalitatieve resultaatafspraken worden gemaakt om te komen tot een individueel werkplan.

      • e.

        Functioneringsgesprek: een periodiek tweezijdig gesprek tussen de medewerker en zijn direct leidinggevende waarin de gemaakte afspraken uit het individueel werkplan gesprek en het POP-gesprek worden geëvalueerd en daar waar nodig bijgestuurd.

      • f.

        POP gesprek: een periodiek twee richtingen gesprek tussen de medewerker en zijn direct leidinggevende waarin afspraken worden gemaakt over de toekomstige ontwikkeling van de medewerker en de faciliteiten die de organisatie daar tegenover stelt.

Artikel 2 Het individueel werkplangesprek

  • 1. Jaarlijks vindt er een gesprek plaats tussen medewerker en directe leidinggevende om tot kwantitatieve en kwalitatieve resultaatafspraken te komen.

  • 2. Het gesprek vindt in het begin van het jaar, in het eerste kwartaal, plaats.

  • 3. De kwantitatieve en kwalitatieve resultaatafspraken worden vermeld op een individueel werkplan formulier.

  • 4. Medewerker en direct leidinggevende tekenen dit formulier voor akkoord. De medewerker heeft de gelegenheid om kanttekeningen te plaatsen.

Artikel 3 Het functioneringsgesprek

  • 1. Jaarlijks vindt er minimaal één gesprek plaats tussen medewerker en direct leidinggevende waarin wederzijds feedback wordt gegeven op het functioneren en het welzijn van de medewerker wordt besproken. Tevens worden de gemaakte resultaatafspraken van het individueel werkplan geëvalueerd, hetgeen kan leiden tot bijstelling.

  • 2. Het gesprek vindt in het midden van het jaar, in het derde kwartaal, plaats.

  • 3. De evaluatie en de bijstelling van eventueel gemaakte afspraken worden vermeld op het functioneringsgesprek formulier.

  • 4. Medewerker en direct leidinggevende tekenen dit formulier voor akkoord. De medewerker kan zijn kanttekeningen plaatsen.

Artikel 4 Het POP gesprek

  • 1. Eén keer in de drie jaar vindt er een gesprek plaats tussen medewerker en direct leidinggevende over de ontwikkeling van de medewerker. In dit gesprek worden afspraken gemaakt over de toekomstige ontwikkeling van de medewerker en de faciliteiten die de organisatie daar tegenover stelt.

  • 2. Afspraken in het kader van de ontwikkeling worden vastgelegd in een persoonlijk ontwikkelplan formulier.

  • 3. Medewerker en direct leidinggevende tekenen dit formulier voor akkoord.

  • 4. Het persoonlijk ontwikkelplan wordt jaarlijks een aantal keren geëvalueerd en vormt hierdoor een vast onderdeel van het individueel werkplangesprek, het functioneringsgesprek en het beoordelingsgesprek.

    Wanneer blijkt dat er bijstellingen nodig zijn dan worden die op een apart formulier opgenomen en als bijlage bij het persoonlijk ontwikkelplan gevoegd.

Artikel 5 Archivering en inzage

  • 1. De formulieren en alle andere daarop betrekking hebbende stukken worden strikt vertrouwelijk behandeld en opgeborgen in het persoonsdossier van de ambtenaar.

  • 2. Inzage in de stukken is slechts toegestaan door de ambtenaar, de direct leidinggevende, het bevoegd gezag en de medewerkers P&O.

  • 3. De bewaartermijn voor het de formulieren is vijf jaar, daarna worden de formulieren vernietigd. In het persoonsdossier worden dus steeds de formulieren van de laatste vijf jaar bewaard.

Artikel 6 Procedure

  • 1. De leidinggevende maakt een afspraak met de medewerker voor het gesprek. De medewerker kan zelf ook het initiatief nemen voor het maken van een afspraak. De tijd tussen het maken van de afspraak en het daadwerkelijke gesprek dient minimaal een week te zijn

  • 2. Zowel de leidinggevende als de medewerker kunnen gespreksonderwerpen aandragen. Minimaal twee dagen voor het gesprek worden de gesprekspunten uitgewisseld. Tot de gespreksonderwerpen behoren tenminste de bij eerder gevoerde gesprekken gemaakte afspraken.

  • 3. Indien er tijdens of na het gesprek verschillen van inzicht over het verloop of de uitkomst van het gesprek ontstaan, kan een beroep worden gedaan op bemiddeling door de tweede beoordelaar (uit de regeling personeelsbeoordeling). De P&O adviseur kan gevraagd worden om bij het gesprek aanwezig te zijn om de procedure te bewaken.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1. In die gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslist het bevoegd gezag.

  • 2. Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling jaarlijkse gesprekscyclus gemeente Leudal”.

  • 3. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

  • 4. Op de in het derde lid genoemde datum vervallen:

    • a.

      het “reglement functioneringsgesprekken gemeente Heythuysen” van 4 augustus 1997;

    • b.

      de “handleiding functioneringsgesprekken gemeente Hunsel” van 27 mei 2003;

    • c.

      de “regeling jaarlijkse gesprekscyclus gemeente Haelen” van 1 januari 2004.

matrix