Regeling vervallen per 04-03-2010

Regeling organieke functiewaardering en –beschrijving gemeente Leudal 2006

Geldend van 11-09-2008 t/m 03-03-2010 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2007

Intitulé

Regeling organieke functiewaardering en –beschrijving gemeente Leudal 2006

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar: de ambtenaar zoals bedoeld in artikel 1:1, lid 1 onder a van de CAR-UWO voor de sector gemeenten;

  • b.

    organieke functie: een taak of een groep van taken, zoals die binnen het raam van de voor de gemeente geldende regelingen door of namens het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld om door een ambtenaar te worden vervuld;

  • c.

    functiebeschrijving: de beschrijving van de inhoud van een organieke functie die door één of meer ambtenaren dient te worden vervuld;

  • d.

    functieboek: korte beschrijving van de functies zoals deze in de organisatie voorkomen met vermelding van opleidings- en ervaringseisen, eventuele competenties, functieomvang en schaal;

  • e.

    functiedeskundige: de met de uitvoering van de regeling functiewaardering belaste in- en/of externe deskundige(n);

  • f.

    waarderingscommissie : de commissie, zoals bedoeld in artikel 5, lid 1;

  • g.

    bezwarencommissie: de commissie, zoals bedoeld in artikel 7, lid 1;

  • h.

    conversietabel: de tabel die de koppeling legt tussen de resultaten van de waardering en de salarisniveaus;

  • i.

    direct leidinggevende: degene die hiërarchisch direct boven de ambtenaar is geplaatst; normaliter is dit het afdelingshoofd;

  • j.

    afdelingshoofd: degene die hiërarchisch onder de algemeen directeur/directeur is geplaatst en verantwoordelijk is voor de afdeling;

  • k.

    directeur: degene die verantwoordelijk is voor meerdere afdelingen;

  • l.

    hoofd van dienst: de algemeen directeur/gemeentesecretaris;

  • m.

    stuurgroep: het voorlopige bestuursorgaan, ingesteld door de colleges van burgemeester en wethouders van de vier herindelingsgemeenten;

  • n.

    college: het college van de nieuw te vormen gemeente Leudal per 1 januari 2007.

Artikel 2 Omvang

  • 1. Het niveau van alle bij de gemeente voorkomende organieke functies zal worden vastgelegd volgens de methode van functiewaardering die voor de nieuwe gemeente Leudal is vastgesteld.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt slechts ten aanzien van organieke functies waarvoor een bezoldiging van gemeentewege wordt vastgesteld.

  • 3. Taken die worden verricht krachtens een uitzend- c.q. detacheringsovereenkomst blijven voor beschrijving en waardering buiten beschouwing.

Artikel 3 Totstandkoming van de functiebeschrijving

  • 1. Voor benoeming in en waardering van de functies voor de gemeente Leudal per 1 januari 2007 gelden de functiebeschrijvingen en bijbehorende waarderingen die zijn opgenomen in de door de stuurgroep gemeentelijke herindeling vastgestelde functieboeken voor de gemeente Leudal.

  • 2. Na de definitieve benoemingen door het college van de gemeente Leudal (na 1 januari 2007) kunnen nieuwe functiebeschrijvingen in de functieboeken worden opgenomen, dan wel bestaande worden gewijzigd overeenkomstig de volgende procedure.

  • 3. De direct leidinggevende stelt een concept-functiebeschrijving op. De voor de organieke beschrijving verantwoordelijke functionaris kan zich daarbij doen bijstaan door de ambtena(a)r(en) en/of de functiedeskundige.

  • 4. Ingeval in de functiebeschrijving functie-eisen en/of aanwijzingen voor de mate van zelfstandigheid zijn opgenomen alsmede niveaubepalende bestanddelen expliciet zijn aangeduid, hebben deze voor de waardering uitsluitend een indicatief karakter.

  • 5. De concept-functiebeschrijving wordt besproken met de betreffende ambtena(a)r(en).

  • 6. Naar aanleiding van deze gesprekken past de direct leidinggevende zo nodig de concept-functiebeschrijving aan en levert het (definitieve) concept, na ondertekening, in bij de directeur, tezamen met de eventuele schriftelijke zienswijze van de betrokken ambtena(a)r(en). Deze laatste tekent (tekenen) het concept voor “gezien”.

  • 7. Indien één of meer van de in lid 6 genoemde personen de concept-functiebeschrijving niet juist en/of niet volledig acht, wordt in overleg met betrokkene(n) getracht tot overeenstemming te komen. Wordt deze overeenstemming niet bereikt, dan wordt de concept-functiebeschrijving door de directeur voorgelegd aan het hoofd van dienst met de schriftelijke zienswijze van betrokkene(n). Het hoofd van dienst adviseert het college met betrekking tot de taakinhoud.

  • 8. Indien het hoofd van dienst instemt met de concept-functiebeschrijving, tekent hij voor akkoord.

  • 9. Het hoofd van dienst legt de concept-functiebeschrijving tezamen met de eventuele schriftelijke zienswijze(n) ter vaststelling voor aan het college.

  • 10. Het college stelt na kennisneming van alle relevante stukken, waaronder de zienswijze van de betrokken ambtena(a)r(en), de functiebeschrijving vast. Deze beslissing wordt schriftelijk medegedeeld aan degene die de functiebeschrijving in concept heeft opgesteld, de directeur, het hoofd van dienst, de betrokken ambtena(a)r(en) (onder vermelding van de mogelijkheid tot het maken van bezwaar), en aan de functiedeskundige.

  • 11. De vastgestelde functiebeschrijving wordt aan de functiedeskundige voor een concept-waarderingsadvies voorgelegd.

Artikel 4 Eerste functiebeschrijving en wijziging in de functiebeschrijving

  • 1. Functiebeschrijvingen worden opgemaakt:

    • a.

      voor nieuwe organieke functies welke duurzaam vervuld moeten worden;

    • b.

      bij wijziging van het waarderingssysteem: voor die organieke functies waarvoor het college na overleg met de commissie voor Georganiseerd Overleg dit noodzakelijk acht;

    • c.

      bij wijziging van de organisatie of wijziging van de taakinhoud van één of meer organieke functies: voor alle organieke functies die bij deze wijziging betrokken zijn.

  • 2. Tenminste eenmaal per jaar stelt het managementteam vast of functies organiek wijziging behoeven.

  • 3. Voor de behandeling van de in voorgaande leden bedoelde nieuwe of aangepaste functiebeschrijvingen zijn alle bepalingen van deze regeling van toepassing.

  • 4. Wijzigingen in het functieboek, behorend tot het reguliere onderhoud worden ter advisering aan de ondernemingsraad voorgelegd (art. 25 WOR).

Artikel 5 De analyse en de waardering

  • 1. Er is een waarderingscommissie, waarvan de leden door de stuurgroep gemeentelijke herindeling, respectievelijk (na 1 januari 2007) het college worden benoemd. De commissie bestaat uit 3 leden en is als volgt samengesteld:

    • a.

      één lid op voordracht van de werkgever;

    • b.

      één lid op voordracht van de werknemersdelegatie in het (Bijzonder) Georganiseerd Overleg;

    • c.

      een onafhankelijk voorzitter, op voordracht van de onder a en b genoemde leden.

    • d.

      aan de commissie worden een ambtelijk secretaris/adviseur en de functiedeskundige toegevoegd; beiden hebben geen stemrecht.

  • 2. De functiedeskundige vervaardigt aan de hand van de vastgestelde functiebeschrijving(en) een concept-waarderingsadvies voor de commissie.

  • 3. De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar. De leden zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen uit de stukken of de beraadslagingen bekend is geworden.

  • 4. De commissie waardeert de functiebeschrijving(en) in voltallige vergadering.

  • 5. De commissie stelt, met als uitgangspunt de in artikel 3 vastgestelde functiebeschrijving(en), een gemotiveerd waarderingsadvies op voor de stuurgroep/het college. Hierbij wordt het verslag van de commissievergadering(en) gevoegd. Indien het advies niet unaniem is, wordt in het verslag ook het minderheidsadvies vermeld.

  • 6. De commissie adviseert desgewenst, of op eigen initiatief indien zij daartoe aanleiding ziet, over de conversietabel dan wel over andere tabellen in het functiewaarderingssysteem. De stuurgroep, respectievelijk het college legt de concept-conversietabel en eventuele andere tabellen ter instemming voor aan de commissie voor het (Bijzonder) Georganiseerd Overleg. Vervolgens stelt de stuurgroep, respectievelijk het college de conversietabel en eventueel andere tabellen vast.

  • 7. De stuurgroep, respectievelijk het college stelt de functiewaardering(en) vast, rekening houdend met het advies van de waarderingscommissie. Slechts om zwaarwichtige redenen kan goed gemotiveerd worden afgeweken van het advies van de commissie. Tevens worden met behulp van de conversietabel de functieschalen vastgesteld. Omvangrijke waarderingen, zoals functieboek en onderhoudsronden worden ter instemming aan de commissie voor het (Bijzonder) Georganiseerd Overleg voorgelegd.

  • 8. De vastgestelde waardering wordt gelijktijdig met de vastgestelde beschrijving aan de ambtena(a)r(en) bekend gemaakt (onder vermelding van de mogelijkheid tot het maken van bezwaar), en aan de direct leidinggevende, de directeur, het hoofd van dienst en de waarderingscommissie schriftelijk medegedeeld.

Artikel 6 Bezwaar tegen de vastgestelde functiebeschrijving en functiewaardering

  • 1. Indien de ambtenaar die de functie vervult het niet eens is met de vastgestelde functiebeschrijving en/of daarbij behorende functiewaardering, kan hij dat in een bezwaarschrift kenbaar maken bij het college binnen zes weken na schriftelijke bekendmaking daarvan.

  • 2. Het college legt het bezwaarschrift ter behandeling voor aan de bezwarencommissie en stelt de in artikel 5, lid 8 genoemde functionarissen van het bezwaar in kennis

Artikel 7 Bezwarencommissie

  • 1. Er is een bezwarencommissie, gebaseerd op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht, waarvan de leden door het college worden benoemd. De commissie bestaat uit 3 leden en is als volgt samengesteld:

    • a.

      één lid op voordracht van de werkgever;

    • b.

      één lid op voordracht van de werknemersdelegatie in het (Bijzonder) Georganiseerd Overleg;

    • c.

      een onafhankelijk voorzitter, op voordracht van de onder a en b genoemde leden;

    • d.

      aan de commissie wordt een ambtelijk secretaris toegevoegd, zonder stemrecht.

  • 2. De taak van de bezwarencommissie bestaat uit:

    • a.

      toetsen of de vastgestelde functiebeschrijving en functiewaardering op een correcte wijze tot stand zijn gekomen conform de procedures ingevolge de vastgestelde regeling functiewaardering;

    • b.

      inhoudelijk toetsen van de vastgestelde functiebeschrijving en functiewaardering;

    De bezwarencommissie kan haar werkwijze vastleggen in een reglement.

  • 3. De commissie behandelt een bezwaarschrift in voltallige vergadering.

  • 4. Tenminste 10 dagen voor de behandeling van een bezwaarschrift worden alle daarop betrekking hebbende stukken door de secretaris van de commissie aan de leden toegezonden. De stukken worden tevens toegezonden aan de indiener van het bezwaarschrift en aan diens raadsman indien deze door hem is aangewezen, alsmede aan het bestuursorgaan. Voor de overige in artikel 5, lid 8 bedoelde functionarissen worden de stukken tenminste één week voor het horen ter inzage gelegd, indien zij door de bezwarencommissie voor de hoorzitting worden uitgenodigd.

  • 5. De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar. De leden zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen uit de stukken of de beraadslagingen bekend is geworden.

  • 6. De commissie hoort niet alleen de indiener van het bezwaarschrift en het bestuursorgaan, maar ook indien zij zulks wenselijk acht en/of op verzoek:

    • a.

      de andere ambtena(a)r(en) die de functie uitvoert/uitvoeren c.q. moet/moeten uitvoeren;

    • b.

      de direct leidinggevende;

    • c.

      de directeur;

    • d.

      het hoofd van dienst;

    • e.

      één of meer informanten.

  • 7. Het horen, als bedoeld in het vorige lid, geschiedt zoveel als mogelijk in elkaars bijzijn. De commissie beslist hierover.

  • 8. De bezwarencommissie zal de functie in volle omvang bezien; zij zal zich niet beperken tot het gezichtspunt waartegen bezwaar is ingediend. Indien wordt overwogen te adviseren de waardering voor een niet-bestreden gezichtspunt te verlagen, stelt zij in elk geval de indiener van het bezwaarschrift en het bestuursorgaan in de gelegenheid hierover hun zienswijze naar voren te brengen. Tevens stelt zij de indiener van het bezwaarschrift in de gelegenheid het bezwaarschrift in te trekken.

  • 9. De commissie draagt er zorg voor dat het advies zó tijdig wordt vastgesteld en uitgebracht dat het college kan beslissen binnen de termijn bedoeld in artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht. Zij stelt haar advies bij meerderheid van stemmen vast. Indien het advies niet unaniem is, wordt ook het minderheidsadvies vermeld.

  • 10. Indien de commissie van mening is dat de bestreden functiebeschrijving en/of functiewaardering procedureel niet op een correcte wijze tot stand zijn gekomen, heeft het advies voor het college een bindend karakter. Indien de commissie een inhoudelijk advies uitbrengt, kan het college slechts om zwaarwichtige redenen daarvan goed gemotiveerd afwijken.

Artikel 8 Vaststelling van de beschrijving en waardering na bezwaar

  • 1. Vaststelling van de beschrijving en waardering na bezwaar vindt plaats bij afzonderlijk besluit het college binnen tien weken na ontvangst van een bezwaarschrift. Bij dit besluit wordt rekening gehouden met het advies van de bezwarencommissie. Om zwaarwichtige redenen kan goed gemotiveerd worden afgeweken van dat advies.

  • 2. De beslissing als bedoeld in lid 1 wordt aan de indiener van het bezwaarschrift bekend gemaakt en aan de overige in artikel 5, lid 8 genoemde personen medegedeeld, met overlegging van het uitgebrachte advies van de bezwarencommissie. Eveneens wordt deze beslissing in voorkomende gevallen bekend gemaakt aan de raadsman van de indiener van het bezwaarschrift.

Artikel 9 Slot- en overgangsbepalingen

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling organieke functiewaardering en –beschrijving gemeente Leudal 2006”.

  • 2. In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslist de stuurgroep,respectievelijk het college in de geest van deze regeling.

  • 3. Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2006 onder intrekking van alle regelingen die betrekking hebben op functiewaardering en –beschrijving van de vier fusiegemeenten Haelen, Heythuysen, Hunsel en Roggel en Neer.

  • 4. Voor de eventueel nog in behandeling zijnde herwaarderingen en -beschrijvingen blijven de regelingen gelden, die van toepassing waren bij de aanvang van de procedure voor herwaardering en –beschrijving.

  • 5. De onder vigeur van de regelingen bedoeld onder lid 4 vastgestelde waarderingen en beschrijvingen blijven van kracht tot zij zijn vervangen door waarderingen en beschrijvingen op basis van deze regeling.