Regeling vervallen per 09-09-2010

Verordening op de instelling en werkwijze van commissies

Geldend van 01-05-2008 t/m 08-09-2010

Intitulé

Verordening op de instelling en werkwijze van commissies

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    deelnemers: de burgemeester, collegeleden en anderen daartoe op grond van artikel 8 lid 2 uitgenodigd;

  • f.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2 Instelling taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

De raad stelt de volgende raadscommissies in:

  • 1.

    Algemene Zaken

  • 2.

    Sociaal Maatschappelijke Zaken

  • 3.

    Leefbaarheid

  • 4.

    Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken

Artikel 3 Taken

  • 1. De commissies brengen aan de raad, zowel ten behoeve van de voorbereiding van besluitvorming in de raad als daarbuiten, advies uit betreffende de zaken die geacht worden te behoren tot hun taakvelden.

  • 2. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij de voorzitters van de betrokken raadscommissies in overleg beslissen dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

  • 3. Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. Een raadscommissie, bestaat uit ten minste één en maximaal drie leden per fractie, al naar gelang de grootte van de fracties, op voorstel van het presidium.

  • 2. De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3. Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • -

      het leiden van de vergadering;

    • -

      het handhaven van de orde;

    • -

      het doen naleven van deze verordening;

    • -

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid , de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 3, vierde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4. De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5. Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, maakt de desbetreffende fractievoorzitter aan de gemeenteraad en de desbetreffende raadscommissie(s) bekend wie naar zijn/haar mening in de vacature wordt benoemd met duiding van het tijdstip waarop die benoeming zal ingaan. De benoemingsdatum kan niet eerder liggen dan het tijdstip waarop de vacature ontstaat. De nieuw benoemde dient te voldoen aan de benoemingsvereisten die de Gemeentewet en deze verordening stellen.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

  • 1. Ter ondersteuning van iedere raadscommissie fungeert een ambtenaar van de griffie als commissiegriffier.

  • 2. De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3. De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

Artikel 8 aanwezigheid anderen

  • 1. De burgemeester en de wethouders kunnen aanwezig zijn en deelnemen aan de beraadslagingen.

  • 2. Anderen kunnen deelnemen aan de beraadslagingen indien zij vooraf hiertoe zijn uitgenodigd door de voorzitter op voorstel van de commissie.

Hoofdstuk 3 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip en voorbereiding

Artikel 9 vergaderfrequentie

  • 1. De vergaderingen van de raadscommissie vinden plaats volgens een jaarlijks op te stellen rooster; de vergaderingen van de raadscommissies vangen in principe aan om 19.30 uur en vinden plaats in het gemeentehuis.

  • 2. Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 3. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de commissiegriffier.

Artikel 10 Oproep

  • 1. De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden en de personen genoemd in artikel 8 een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep verzonden.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 11, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de deelnemers gezonden.

Artikel 11 De agenda

  • 1. Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de voorzitter in overleg met de commissiegriffier de agenda van de vergadering voorlopig vast.

  • 2. Bij de vaststelling van de agenda wordt rekening gehouden met eventuele verzoeken van het presidium om raadsvoorstellen van een advies te voorzien.

  • 3. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van de commissie na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 4. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen van de agenda afvoeren of de volgorde van behandeling wijzigen.

  • 5. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, bepaalt de raadscommissie of en in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd.

  • 2. De voorzitter maakt van de ter inzagelegging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 13. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de deelnemers en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 13 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in het gemeentelijk informatieblad en op de website van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de voorlopig vastgestelde agenda

    • c.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • d.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 16.

Paragraaf 2 Vergaderorde

Artikel 14 presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 15 Opening vergadering; quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is

Artikel 16 Spreekrecht

  • 1. Na de opening van de vergadering kunnen niet-deelnemers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering aan de griffie. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de inspreker.

Artikel 17 Besluitenlijst

  • 1. De concept besluitenlijst van de voorgaande vergadering worden, zo spoedig mogelijk aan de deelnemers van de vergadering toegezonden.

  • 2. Bij het begin van de vergadering wordt, zoveel mogelijk, de besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3. De deelnemers hebben het recht een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor het vaststellen van de besluitenlijst bij de griffier te worden ingediend.

  • 4. De besluitenlijst moet inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de leden, de deelnemers alsmede van de personen die van het spreekrecht op grond van artikel 16 gebruik gemaakt hebben;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een vermelding van hetgeen besloten is, waarbij bij belangrijke breedvoerig besproken agendapunten ook de hoofdargumenten en hoofdoverwegingen worden vermeld zonder daarbij de bron te duiden;

  • 5. De besluitenlijst wordt opgesteld onder de zorg van de griffier.

  • 6. De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 18 Spreekregels

  • 1. Een lid van de commissie, de commissiegriffier, de griffier of een deelnemer voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

  • 2. Een lid van de commissie, de commissiegriffier, de griffier of een deelnemer spreken vanaf hun plaats en richten zich tot de voorzitter.

Artikel 19 beraadslaging en advies

  • 1. De voorzitter stelt vast dat een onderwerp voldoende is besproken en sluit daarmee de beraadslaging, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3. Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

Artikel 20 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 21 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog kan afronden.

  • 2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 22 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 23 Besluitenlijst

  • 1. De besluitenlijst van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar liggen uitsluitend voor de leden bij de griffier ter inzage.

  • 2. Deze besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van deze besluitenlijst. De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 24 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de commissie overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De commissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 25 Opheffing geheimhouding

Indien de commissie op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 26 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

Artikel 27 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 28 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter, niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 29 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing hiervan, beslist de commissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 30 Citeertitel en in werking treden

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als verordening op de instelling en werkwijze van commissies

  • 2. Deze verordening treedt in werking daags na de bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeenteraad van Leudal d.d. 24 april 2007.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL,
De griffier, De voorzitter,
Drs. W.A.L.M. Cornelissen J.F.J. Zuidgeest