Regeling vervallen per 01-01-2010

Uitvoeringsregeling 2008 inzake bijstand onvolledige AOW

Geldend van 24-12-2009 t/m 31-12-2009 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2008

Intitulé

Uitvoeringsregeling 2008 inzake bijstand onvolledige AOW

1.Inleiding

De SVB voert vanaf 1 april 2006 voor een snel groeiend aantal gemeenten de Wet werk en bijstand (WWB) voor 65-plussers en hun partners uit. Voor alle duidelijkheid: de uitvoering van de bijzondere bijstand voor 65-plussers wordt niet aan de SVB opgedragen.

Primaire doelstelling van de gemeente en de SVB is om met inzet van de bestaande infrastructuur van de SVB de dienstverlening aan de burger te verbeteren. Subsidiair dient het niet-gebruik van de WWB teruggedrongen te worden door het actief benaderen van 65-plussers met informatie over het recht op aanvullende bijstand. Daarnaast dient een vermindering van de uitvoeringskosten gerealiseerd te worden.

De uitvoering van de aanvullende bijstand krachtens de WWB voor de 65-plussers en hun partners (hierna: WWB 65+) zal bestaan uit:

  • a.

    Aanvraagafhandeling;

  • b.

    Bestandsbeheer en betaling;

  • c.

    De afhandeling van bezwaarschriften;

  • d.

    Het verrichten van afdrachten, inhoudingen en doorbetalingen;

  • e.

    Handhaving en incasso (inclusief het terugvorderen van ten onrechte betaalde algemene bijstand);

  • f.

    Klachtenafhandeling;

  • g.

    Klantcommunicatie;

  • h.

    Uitvraag van gegevens;

  • i.

    Verantwoording en rapportage

  • j.

    Vertegenwoordiging in rechte bij (hoger) beroep en cassatie.

De gemeente legt verantwoording af aan het Rijk en draagt zorg voor mandatering aan de SVB. Ook staat de gemeente in voor de kwaliteit van de gegevens die aan de SVB worden overgedragen. De SVB en de gemeente gaan de uitvoering periodiek evalueren en houden periodiek overleg.

Met een nieuwsbrief informeert de SVB de gemeente over de uitvoering van de WWB65+. De nieuwsbrief geeft tevens toegang tot documentatie voor de gemeente over de WWB zoals draaiboeken en checklists op de website van de SVB www.svb.nl. Aanmelden als abonnee via wwb@svb.nl

2.Algemene Gegevens

Gemeente Leudal

Adres : Postbus 3008

Postcode/plaatsnaam : 6093 ZG HEYTHUYSEN

Telefoon : 0475 - 85 90 00

Contactpersoon : […]

Telefoon : […]

Fax : 0475 - 85 99 22

E-mail: […]

Web : www.leudal.nl

Sociale Verzekeringsbank

Adres : Postbus 1100

Postcode/plaatsnaam :1180 BH Amstelveen

Contactpersoon : […]

Telefoon […]

Mobiel […]

Fax : 020 65 65 200

E-mail: […]

Web :www.svb.nl

3.Globale inrichting

Alle door de gemeente toegekende bijstandsuitkeringen voor 65-plussers en hun partners worden overgenomen van de gemeente. De bestaande dossiers van de betrokken gemeenten zullen voor zover mogelijk in kopie elektronisch overgaan naar de SVB. Als dit niet mogelijk is worden afspraken gemaakt over het in het voorkomende geval onverwijld kunnen raadplegen van een dossier van de gemeente door de SVB.

De SVB bevordert zelfstandig de aanvraag voor bijstand voor personen waarvoor tijdens de AOW aanvraagprocedure is gebleken dat ze geen recht hebben op een volledig AOW pensioen.

De gerechtigde ontvangt zijn bijstand samen met de eventuele betaling van het AOW pensioen. Uitbetaling vindt plaats in één netto bedrag. Via een pensioenspecificatie informeert de SVB de klanten over de opbouw van de uitbetaling en over het bruto netto traject.

De gecombineerde uitvoering van AOW en WWB 65+ vindt plaats op de volgende Vestiging van de SVB: Roermond.

4. Globale Planning 2008

4.1.Algemeen

Het in dit document beschreven bedrijfsproces WWB 65+ is bij de SVB ingericht, inclusief de daarbij behorende geautomatiseerde ondersteuning. Een gedetailleerde activiteitenplanning voor de overdracht is beschreven in het Draaiboek Conversie, te vinden op svb.nl

4.2.Eerste kwartaal 2008

Vanaf de maand januari 2008 kunnen bijstandsuitkeringen voor bestaande en nieuwe bijstandsgerechtigde 65-plussers en hun partners uit gemeenten door de SVB plaatsvinden. In december 2007 zullen deze gemeenten de bestanden met basisgegevens en de dossiers aan de SVB leveren. De overgenomen klanten ontvangen in de maand december 2007 een overdrachtsbrief van de gemeente en een welkomstbrief van de SVB.

5. Het proes op hoofdlijnen

5.1.Bevorderde aanvraag

De SVB verzendt een half jaar voor het bereiken van de 65-jarige leeftijd een AOW aanvraagformulier. Als uit de behandeling van de aanvraag AOW blijkt dat het gaat om een gekort AOW pensioen of een gekorte toeslag, en de persoon woont in één van de deelnemende gemeenten, en uit eventueel meegeleverde inkomensgegevens blijkt niet dat er voldoende overig inkomen is, dan wijst de SVB de klant per brief op de mogelijkheid aanvullende bijstand aan te vragen bij de SVB. Als daar aanleiding toe is zal de SVB een huisbezoek aan de klant brengen. Dit huisbezoek verhoogt de klantvriendelijkheid en kan vanuit het oogpunt van handhaving nuttig zijn. Als het huisbezoek geen toegevoegde waarde heeft verstuurt de SVB een WWB aanvraagformulier naar de klant. De klant zal alleen in uiterste noodzaak gevraagd worden om ten kantore van de SVB te verschijnen.

In een aantal gevallen zal de klant voor zijn 65e al bijstand ontvangen van de gemeente en is daar dus al een dossier opgebouwd. Voorkomen moet worden dat deze klant allerhande gegevens dubbel moet melden. De SVB neemt daarom contact op met de gemeente. Als de klant voor het bereiken van de 65 jarige leeftijd al bijstand van de gemeente ontving, vraagt de SVB aan de gemeente om het dossier over te dragen. De gemeente eindigt voor alle klanten die 65 worden de betaling van de WWB. De SVB volstaat in dit soort gevallen met een inkomensheronderzoek.

Als de klant geen bijstand van de gemeente ontving, doet de SVB een onderzoek dat aansluit op de aanvraag AOW. Alleen aanvullende gegevens worden van de klant opgevraagd.

5.2.Spontane aanvraag

Spontane aanvragen door klanten zijn ook mogelijk: door omstandigheden raakt iemand inkomen of vermogen kwijt; of een bijstandsgerechtigde verhuist naar een deelnemende gemeente. In die gevallen verwijst de gemeente door naar de SVB.

Personen die na hun 65e voor het eerst in Nederland komen wonen hebben in het algemeen geen recht op AOW. Indien een dergelijk persoon zich tot de gemeente wendt, moet de gemeente deze doorverwijzen naar de SVB..

Als een klant zich spontaan meldt, en geen uitkering heeft of heeft gehad bij de betreffende gemeente, zal de SVB checken of de klant elders al een WWB uitkering heeft.

De uitvoering van de bijzondere bijstand blijft bij de gemeente. De SVB wijst de klant bij toekenning van de WWB met nadruk op de mogelijkheid om bijzondere bijstand en andere gemeentelijk voorzieningen aan te vragen bij de gemeente. De SVB meldt aan de gemeente de toekenning van de WWB. De gemeente stuurt vervolgens aan de klant de beschikking verkorte procedure bijzondere bijstand.

De SVB zal alle telefoongesprekken en bezoekers die raakvlakken hebben met de WWB onmiddellijk overdragen aan de in de uitvoering van de WWB gespecialiseerde medewerkers.

5.3.Re-integratie van de jongere partner

Als sprake is van twee partners wordt het recht aan beide partners gezamenlijk toegekend, waarbij aan ieder de helft wordt uitbetaald. Dit betekent dat de SVB dus ook recht toekent aan de jongere partner die nog geen 65 is. De jongere partner is op grond van de WWB verplicht om naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te accepteren en gebruik te maken van een door de gemeente aangeboden voorziening ter ondersteuning van de re-integratie.

De gemeente blijft verantwoordelijk voor de beoordeling van de re-integratieverplichting en inspanningen van de jongere partner. Daarnaast blijven de gemeenten verantwoordelijk voor het aanbieden van ondersteuning bij de arbeidsinschakeling van de jongere partners. Daarom meldt de SVB zodra de aanvraag WWB is ontvangen onverwijld de personalia van de jongere partner aan de gemeente.

Indien de jongere partner zijn verplichtingen niet nakomt, geeft de gemeente aan de SVB de opdracht om een maatregel op te leggen, inclusief het afgeven van de beschikking. De gemeente geeft aan de SVB door wat de duur en de hoogte van de maatregel zou moeten zijn.

5.4.Betaling Vakantie Uitkering (VU)

Krachtens de WWB dient de VU betrekking te hebben op de voorafgaande maanden juni tot en met mei. Dit wijkt af van de AOW, waarbij de VU betrekking heeft op de voorgaande maanden mei tot en met april. Uit klant- en doelmatigheidsoverwegingen zal de SVB maar één gecombineerde betaling van VU doen, en wel in de maand mei over de voorgaande maanden mei tot en met april.

5.5.Betaling

Betaling vindt plaats rond de 23e van de maand. In bepaalde gevallen zullen noodzakelijke betalingen rechtstreeks gedaan worden in naam van de gerechtigde (bijvoorbeeld huurbetaling, premie zorgverzekering, schuldhulpverlening).

5.6.Overlijden, echtscheiding 65+ partner,

Als de 65+partner overlijdt of als de 65+ partner scheidt van een 65- partner zal de SVB overleggen met de gemeente over de vraag of de jongere partner overgedragen dient te worden aan de gemeente. De leeftijd en het eventuele recht op Anw speelt hierbij een rol.

5.7.Uitvoeringsoverleg

De WWB vereist snelle beoordeling en afhandeling, evenals goede samenwerking met andere instanties. In ieder geval zal er een hot line tussen contactpersonen bij de gemeente en de Vestiging van de SVB worden ingesteld. Werkzaamheden in het kader van de WWB krijgen bij de SVB in het algemeen voorrang. Er zal zeker in de eerste maanden na de overdracht maandelijks overleg op uitvoeringsniveau zijn tussen de contactpersonen van de Vestiging en die van de betrokken gemeente. Naam en adres van deze contactpersonen vindt u in bijlage 1.

In het periodieke overleg op uitvoeringsniveau komen ook die gevallen aan de orde waarbij instructies, wetgeving, jurisprudentie en beleidsregels niet voorzien in een oplossing.

6. Ondersteunende processen

6.1.Beleidsregels

De bevoegdheid om beleidsregels inzake de uitvoering van de WWB op te stellen is door de gemeenten aan de SVB gemandateerd. Deze beleidsregels zijn van toepassing op de bijstandsgerechtigde 65-plussers en hun partner. De gemeenten hebben ervoor gekozen om de bevoegdheid om beleidsregels op te stellen aan de SVB te mandateren omdat dan een eenvormig beleid kan worden toegepast op alle 65-plussers in de deelnemende gemeenten. Dit komt de eenheid van uitvoering en daarmee ook de efficiëntie ten goede.

In de praktijk zal de afdeling Recht & Beleid van de SVB de beleidsregels afleiden uit eerder door de gemeente geformuleerd beleid. Ook het eerder genoemde uitvoeringsoverleg tussen de contactpersonen van de Vestigingen van de SVB en die van de betrokken gemeente, het bestaande beleid inzake de AOW (voor zover relevant) en rechterlijke uitspraken zullen bronnen zijn voor te formuleren beleid. Het is overigens ook mogelijk dat een gemeente een beleidsvoorstel formuleert.

Nadat de afdeling Recht & Beleid of een gemeente een beleidsvoorstel heeft geformuleerd, zal dit worden voorgelegd aan de Themagroep Juridisch Beleid. Deze Themagroep bestaat uit maximaal vijf afgevaardigden van de betrokken gemeenten en een vertegenwoordiger van de SVB. Een beleidsvoorstel is aangenomen indien minimaal 3 van de 5 afgevaardigden het voorstel willen aannemen. Overigens wordt er in de praktijk naar gestreefd dat alle afgevaardigden zich kunnen vinden in het nieuwe beleid. De werkwijze van de Themagroep wordt voor het overige geregeld in een door de Stuurgroep vastgesteld Reglement Themagroep Juridisch Beleid. Dit Reglement en een overzicht van de beleidsnotities is raadpleegbaar via de nieuwsbrief (zie paragraaf 1).

De SVB zorgt ervoor dat de beleidsregels worden gepubliceerd op de wijze die in artikel 3:42 van de Awb is voorgeschreven. Voorts wordt het proces tot het opstellen van de beleidsregels regelmatig geëvalueerd door de SVB en de gemeenten gezamenlijk.

6.2.Terugdringen niet gebruik buiten het reguliere proces

De SVB zal per gemeente afspraken maken over uitvoering en timing van specifieke acties (queries, mailingen, inschakelen media en intermediaire organisaties enzovoort) om het niet-gebruik van de aanvullende bijstand terug te dringen bij nieuwe en bestaande gerechtigden. Deze acties richten zich op de 65-plussers die een gekorte AOW ontvangen, maar geen WWB en op de 65-plussers die geen AOW en geen WWB ontvangen.

Bij klantcontacten zal met nadruk gewezen worden op de mogelijkheid om bijzondere bijstand en andere gemeentelijk voorzieningen aan te vragen bij de gemeente. De SVB meldt aan de gemeente de toekenning van de WWB. De gemeente stuurt vervolgens aan de klant de beschikking verkorte procedure bijzondere bijstand.

6.3. Handhaving en fraude

Handhaving

Voor de uitvoering van de WWB zal de SVB handhavingsactiviteiten verrichten. De SVB rapporteert jaarlijks uitgebreid over haar handhavingsbeleid, de daaruit voortvloeiende activiteiten en de resultaten daarvan in de Rapportage handhaving SVB. De rapportage is te vinden op www.svb.nl.

De leefsituatie wordt in het kader van de AOW uitvoering vastgesteld en gecontroleerd. Het door het AOW/Anw systeem geïnitieerde Onderzoek Leef Situatie vindt nu bij alleenstaanden plaats op 66- en 67-jarige leeftijd, en daarna om de 5 jaar. Verdere controles op leefsituatie vinden steekproefsgewijs plaats.

Overlijden en verhuizing van de gerechtigde (inclusief de gerechtigde partner) worden via de GBA gemeld. Wijziging in burgerlijke staat (scheiding, huwelijk), in nationaliteit of wijziging in verblijfstitel worden ook door GBA gemeld.

Jaarlijks vindt een herhalingsonderzoek inkomen (HOI) plaats in geval er sprake is van toeslag voor een jongere partner met inkomen, waarvoor niet spontaan het afgelopen jaar een inkomensmutatie is gemeld. Voor de bijstand zal jaarlijks een herhalingsonderzoek naar inkomen én vermogen plaats vinden voor bepaalde risicogroepen.

Justitie meldt detentie aan de SVB.

Speciale onderzoeken, bijvoorbeeld naar vermogen in het buitenland, zullen uitgevoerd worden door de attachés voor sociale zaken van de SVB verbonden aan de Nederlandse Ambassades in Ankara, Kaapstad, Madrid, Paramaribo en Rabat en door het Controle Team Buitenland van de SVB.

Fraude

SVB medewerkers bespreken fraudesignalen altijd met een sociaal rechercheur van de afdeling Fraudeonderzoek en Opsporing (F&O). Als de sociaal rechercheur het signaal onderzoekswaardig vindt wordt het dossier overgedragen aan F&O. Een vooronderzoek (het zogeheten fraudeonderzoek) moet nader uitwijzen of er voldoende vermoedens van een strafbaar feit zijn om een opsporingsonderzoek te kunnen verrichten. De sociaal rechercheur beslist of een opsporingsonderzoek wordt ingesteld. Formeel heeft de officier van justitie, conform de desbetreffende bepalingen van het WvSv, de leiding van het opsporingsonderzoek.

Als besloten wordt tot een opsporingsonderzoek kan het uit het oogpunt van een effectieve opsporing nodig zijn om in overleg met de administratieve medewerker te treden over de verdere administratieve afhandeling van het geval. Besloten kan worden dat naast het instellen van een opsporingsonderzoek de administratiefrechtelijke afhandeling moet voortgaan. Dan gaat de administratieve medewerker dus verder met het voorbereiden van een eventuele schorsing, terugvordering of verrekening. Maar er kan ook uit het opsporingsonderzoek zodanige informatie naar voren komen dat de sociaal rechercheur het wenselijk acht de administratiefrechtelijke afhandeling te staken. De sociaal rechercheur wil hiermee voorkomen dat de betrokken verdachte op de hoogte geraakt van het feit dat er een fraudeonderzoek tegen hem loopt en naar aanleiding daarvan handelingen verricht die een succesvolle opsporing kunnen frustreren. In die gevallen overlegt de sociaal rechercheur met de administratieve medewerker of de administratieve afhandeling kan worden opgeschort en pas weer wordt hervat als de sociaal rechercheur dat opportuun acht. De beslissing tot opschorting ligt uiteraard bij de daarvoor verantwoordelijke administratieve medewerker.

Als niet besloten wordt tot nader opsporingsonderzoek of wel besloten is tot opsporingsonderzoek maar dit onderzoek geen aangifte tot resultaat heeft, stuurt de sociaal rechercheur het dossier terug met een advies over de verdere administratieve afhandeling.

6.4.Maatregelen

Er kunnen, als de klant in gebreke is gebleven, maatregelen worden opgelegd in de vorm van een korting op de bijstandsuitkering. De SVB ontwikkelt hiertoe in samenspraak met de deelnemende gemeenten een maatregelenbeleid. Zie paragraaf 6.1

6.5.Debiteurenbeheer

De SVB voert zelf het debiteurenbeheer uit. Herzieningen van het recht (‘teveelbetalingen’) worden in principe gedaan met terugwerkende kracht tot het moment van overdracht van de klant van gemeente naar SVB. Indien de herziening van het recht een langere terugwerkende kracht moet hebben, informeert de SVB de gemeente. De SVB zal de gemeente dan vragen om te beoordelen of de gemeente ook daadwerkelijk met een langere terugwerkende kracht wil herzien. Als de gemeente aangeeft dat dit inderdaad het geval is, dan zal de gemeente de volledige herziening op zich nemen (dus ook de herziening na het moment van overdracht aan de SVB). Als de gemeente niet binnen twee weken reageert, dan zal de SVB ervan uitgaan dat de gemeente niet wil overgaan tot herziening met een langere terugwerkende kracht. In dat geval zal de SVB het recht herzien vanaf het moment van overdracht aan de SVB.

De terugvorderingsbesluiten worden in beginsel door de SVB genomen en uitgevoerd. De SVB zal teveel betaalde bijstand zoveel mogelijk verrekenen met toekomstige bijstands- en/of AOW-uitkeringen.

De SVB neemt bestaande cederingen over van de gemeente.

6.6.Klachten, bezwaar en beroep

In beginsel worden de gebruikelijke SVB procedures gehanteerd.

Bezwaar/beroep

De procedures zijn ingericht conform de Awb.

Klachten

De SVB tracht klachten zoveel mogelijk op informele wijze af te handelen. Dit houdt in dat de SVB zoveel mogelijk telefonisch de klacht met de klager bespreekt. Als een klager niet tevreden is over de informele afhandeling, zal zijn klacht volgens de formele Awb procedure worden behandeld. Vindt de klant dat zijn klacht door de SVB niet goed is behandeld, dan kan hij terecht bij de Nationale ombudsman. De Nationale ombudsman kan dus pas ingeschakeld worden als van de SVB de conclusies over de klacht zijn ontvangen of als die niet binnen zes weken zijn ontvangen (in uitzonderingssituaties geldt een langere termijn). Een klacht bij de Nationale ombudsman moet binnen een jaar nadat de SVB de oorspronkelijke klacht heeft behandeld, ingediend worden. Klachten worden door de SVB geregistreerd en bewaakt in een aparte applicatie.

6.7.Klantcommunicatie

De overgedragen klanten ontvangen een overdrachtsbrief van de gemeente en een welkomstbrief van de SVB. In een gering aantal gevallen zal een wijziging die de klant doorgeeft aan de SVB ook van belang zijn voor de gemeente en omgekeerd. De SVB zendt in die gevallen een kopie van de melding aan de gemeente en omgekeerd de gemeente aan de SVB. De klant krijgt bericht als er iets in zijn betaling wijzigt door middel van een pensioenspecificatie. Voor de klant moet helder zijn welk deel van zijn uitkering AOW is en welk deel bijstand. Op de pensioenspecificatie zal het bijstandsbedrag expliciet vermeld staan.

De SVB verzorgt haar telefonische dienstverlening bij vragen van klanten volgens haar standaardnormen (in beginsel opnemen binnen 30 seconden, zoveel mogelijk in 1 keer afdoen).

7. Wijze van financiering en betaling

7.1.Facturering Uitvoeringskosten

De SVB brengt voor de gemandateerde diensten krachtens artikel 1.6 Besluit Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen zodanige prijzen aan de gemeente in rekening dat valt aan te nemen dat gerekend over het desbetreffende jaar alle directe en indirecte aan die diensten toe te rekenen kosten door de te verwachten baten zijn gedekt. De uitvoeringskosten zijn de initiële kosten, de kosten vanwege de uitvoering van de regeling en de kosten van de kaderstellende SVB afdelingen.

Tarieven

De prijs berekend op basis van voorcalculatie is een vast tarief van € 5.000 per geheel kalenderjaar indien het aantal uitkeringen meer dan 100 bedraagt of € 1.000 per geheel kalenderjaar indien het aantal uitkeringen 100 of minder bedraagt plus in beide gevallen een variabel tarief van circa € 200 per uitkering per geheel kalenderjaar. Als de uitvoering van de WWB voor een gedeelte van een kalenderjaar aan de SVB gemandateerd is, worden het vaste en het variabele tarief naar rato verminderd. Het aantal uitkeringen is het gemiddelde van het aantal uitkeringen per maand in dat jaar.

Wijze van factureren

De SVB zal de uitvoeringskosten jaarlijks in twee termijnen aan de Gemeente factureren. De eerste termijn op basis van voorcalculatie vervalt in maart en is de som van het vaste tarief en driekwart van de variabele kosten. De hoogte van de variabele kosten is gelijk aan het gemiddeld aantal klanten per maand tot die periode vermenigvuldigd met het variabele tarief.

Eindafrekening

Ten behoeve van de jaarafsluiting zal de SVB voor het einde van het lopende jaar definitieve aantallen afgeven en een prognose op basis van nacalculatie. De tweede termijn op basis van nacalculatie vervalt in maart van het volgend jaar. In de loop van februari van het volgende jaar maakt de SVB de eindafrekening op met de totale kosten op basis van nacalculatie. Het verschil tussen het totaalbedrag van de eindafrekening en de eerste termijn is het bedrag van de tweede termijn. De SVB zal de nacalculatie voorzien van een accountantsverklaring.

Wijze van Betaling

De factuurbedragen dienen onverwijld betaald te worden. Indien het factuurbedrag niet binnen 45 dagen is bijgeschreven op de rekening van de SVB, is de gemeente de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a en 120 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek over het openstaande bedrag verschuldigd.

7.2.Declaratie Uitkeringslasten

De uitkeringslasten zullen bij wijze van voorschot maandelijks op basis van het maandwerk van de SVB door de SVB bij de gemeente in rekening gebracht worden. De declaraties dienen onverwijld betaald te worden. Indien het gedeclareerde bedrag niet binnen 45 dagen is bijgeschreven op de rekening van de SVB, is de gemeente de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a en 120 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek over het openstaande bedrag verschuldigd.

8. Geheimhouding en bescherming van persoonsgegevens

8.1.Geheimhouding en vertrouwelijkheid

De registratie van personen in het kader van de uitvoering van de WWB door de SVB zal voor de start van de uitvoering door de SVB gemeld worden zoals voorgeschreven in de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP).

De SVB en de gemeente nemen strikte vertrouwelijkheid in acht. Zij zullen alle redelijkerwijs te nemen voorzorgsmaatregelen treffen om de ontvangen informatie over individuele klanten vertrouwelijk te behandelen. Ten aanzien van alle informatie wordt een strikte geheimhouding in acht genomen.

Derden, die in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst worden ingeschakeld, worden gehouden aan de geheimhoudingsplicht zoals deze is verwoord in artikel 74 van de Wet Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet Suwi) en artikel 64 en volgende WWB.

Een ieder die betrokken is bij deze Uitvoeringsregeling en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van deze regeling de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Op verzoek van de gemeente levert de SVB inzage in lopende dossiers aan de gemeente.

De SVB en de gemeente stemmen bij voorbaat in met publicatie van een bericht over deze Uitvoeringsregeling, bijvoorbeeld door vermelding op de website van de SVB en de Gemeente

8.2.Bescherming persoonsgegevens

De SVB en de gemeente nemen alle wettelijke voorschriften betreffende de te verwerken gegevens, daaronder in het bijzonder begrepen de voorschriften bij of krachtens wettelijke regelingen inzake de bescherming van persoonsgegevens gesteld, in acht en verrichten alle voorgeschreven meldingen.

Zowel SVB als de Gemeente is de verantwoordelijke in de zin van de Wbp met betrekking tot de verwerking van de persoonsgegevens in het kader van deze overeenkomst.

De SVB en de gemeente dragen zorg voor een naar de stand van de techniek adequate beveiliging van de persoonsgegevens.

De SVB en de gemeente zullen de verkregen privacygevoelige informatie niet langer bewaren dan strikt noodzakelijk is volgens de Archiefwet en het daarop gebaseerde Basisselectiedocument Sociale Verzekeringen en voor het overige voldoen aan de eisen gesteld in de Wbp.

De uitgewisselde gegevens worden uitsluitend gebruikt voor de uitoefening van de publiekrechtelijke taken van partijen en worden uitsluitend aangewend voor het doel waarvoor zij zijn verstrekt. Gegevens worden niet overgedragen of ter beschikking gesteld van derden of zijn raadpleegbaar door derden dan na schriftelijke toestemming van de partij die de gegevens heeft geleverd. Hiervan is uitgezonderd informatieoverdracht waartoe in wetten verplichtingen zijn opgenomen

9. Financiële gegevensuitwisseling, rapportage, verantwoording

9.1.Gemeenten

De interne financiële administratie van de SVB loopt via het maandelijkse journaliseringsproces, waarin een apart fonds ‘WWB’ wordt onderscheiden.

De SVB zal maandelijks (in de eerste werkweek na de rechtsmaand) twee overzichten toezenden aan de gemeente. Op het eerste overzicht worden alle personen (gegroepeerd per huishouden) vermeld met een actueel recht op bijstand, alsmede ingangs- en einddatum van het recht. Op het tweede overzicht wordt vermeld de som van de in de afgelopen maand vastgestelde periodieke bruto bijstand, de vastgestelde bruto vakantie uitkering, en de vastgestelde bruto nabetalingen, onder aftrek van de (bruto) vorderingen die door de SVB zijn ingesteld. Dit tweede overzicht vormt zo de specificatie van het bij de gemeente te declareren bedrag aan uitkeringslasten met uitzondering van eventuele kwijtscheldingen van vorderingen. Deze zullen handmatig separaat gespecificeerd worden.

9.2.Belastingdienst

De SVB wordt inhoudingsplichtige en verzorgt de maandelijks loonaangifte.

9.3.CBS

Gemeenten moeten maandelijks informatie verstrekken aan het CBS over de uitvoering van de WWB, de ‘Bijstandsuitkeringenstatistiek’ en de ‘Bijstandsdebiteurenstatistiek’. Het CBS heeft richtlijnen voor het aanmaken en aanleveren van deze statistieken gemaakt. Deze informatie zal door de SVB rechtstreeks aan het CBS worden verstrekt.

Verder is er nog de ‘Bijstandsfraudestatistiek’ die halfjaarlijks moet worden aangemaakt, met daarin informatie over de afgeronde fraude onderzoeken. De gevraagde informatie zal door de SVB rechtstreeks aan het CBS worden verstrekt.

9.4.Verantwoording

De bedragen die in het kader van WWB65+ door de SVB worden uitgekeerd, worden door de gemeente in haar jaarrekening verantwoord. Ten behoeve van de accountantscontrole op deze gemeentelijke verantwoording levert de IAD van de SVB aan de gemeente de volgende bevindingen:

  • een risicoanalyse op de gehele WWB65+ massa die ook van toepassing is op het deel dat voor de betrokken gemeente relevant is;

  • een beoordeling van de AO/IC rondom de gehele WWB65+ massa die ook van toepassing is op het deel dat voor de betrokken gemeente relevant is

  • een hier onder te bepalen hoeveelheid gegevensgerichte waarnemingen die zijn geselecteerd door middel van een geldsteekproef.

Per gemeente wordt dat aantal waarnemingen gecontroleerd dat de gemeente zelf had gecontroleerd als de WWB65+ massa integraal onderdeel was geweest van de gehele gemeentelijke WWB massa. Om die selectie en vervolgens controle mogelijk te maken heeft de IAD van de SVB van de betrokken gemeente een selectie-interval nodig. Deze staat vermeld in het IC plan van de gemeente Leudal. Het IC-plan zal door de IAD SVB worden gehanteerd om een selectie te maken uit het bedrag aan WWB65+ dat namens de betrokken gemeente in dat jaar is uitgekeerd. De resultaten van de steekproefcontrole zullen aan de gemeente worden overhandigd.

Omdat de steekproef die de gemeente zelf controleert en de steekproef die de IAD SVB controleert het zelfde selectie-interval hebben, kunnen zij bij elkaar worden opgeteld en geëvalueerd als een steekproef over het gehele door de gemeente verantwoorde bedrag.

De gemeente zendt zo spoedig mogelijk na aanvang van het kalenderjaar een opgave van het selectie-interval aan de IAD van de SVB.

10. Overdracht van de gemeenten aan de SVB

10.1.Selectie van over te dragen klanten

Bestaande en toekomstige gerechtigden zullen worden overgedragen aan de SVB. Het gaat om de groep 65-plussers (inclusief een eventuele jongere partner) waarvoor geen onderzoek of afhandeling van de aanvraag loopt. De gemeente maakt een dergelijk onderzoek eerst af, c.q. handelt eerst de aanvraag af. Ook lopende klachten, bezwaar en beroep handelt de gemeente nog af.

Klanten waarbij uitsluitend sprake is van een nog lopende terugbetaling en die na afloop van de terugbetaling geen recht op WBB zullen krijgen, worden niet overgedragen aan de SVB maar door de gemeente afgehandeld. Klanten waarbij nog verrekening van een teveelbetaling plaats vindt met een lopende WWB uitkering worden wel overgedragen.

10.2.Massale gegevensoverdracht

Voordat de SVB met de uitvoering kan beginnen dienen er gegevens te worden overgedragen. Dit gaat als volgt. De gemeente levert eenmalig een bestand met de gegevens van alle actieve dossiers aan de SVB. De overdracht van de gegevens geschiedt elektronisch door middel van CD ROM . Deze gegevensuitwisseling is gebaseerd op artikel 8 sub e Wbp, artikel 62 SUWI en artikel 64 WWB.

Zowel de Gemeente als de SVB informeert de betrokken klanten vooraf per brief over deze gegevensuitwisseling. Timing en uitvoering worden door partijen in onderling overleg bepaald en afgestemd. De SVB en de gemeenten zullen bij constatering van fouten in de gegevens de andere partij daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte stellen.

Aldus levert de gemeente van de afgehandelde klanten een conversiebestand in elektronische vorm aan het Hoofdkantoor van de SVB. Het bestand is beschreven in het document: “Lay-out bestand conversie WWB van gemeente naar SVB”. In samenwerking met Centric is ten behoeve van de gemeenten die de systemen van Centric gebruiken een conversiescript ontwikkeld dat de gemeenten kunnen gebruiken voor het genereren van het bestand.

De SVB zal de ontvangst en de verwerking van het bestand schriftelijk aan de gemeente bevestigen.

10.3.Massale dossieroverdracht

De bestaande dossiers van de afgehandelde klanten van de betrokken gemeenten zullen voor zover mogelijk in kopie elektronisch overgaan naar de SVB.

Eventueel worden van de afgehandelde klanten kopieën van de volgende stukken overgedragen aan de Vestiging van de SVB: het WWB aanvraagformulier, het laatste heronderzoeksformulier, de in 2007 gevoerde correspondentie, de laatste afgegeven toekennings- of herzieningsbeschikking, correspondentie over een vordering, terugbetaling of verrekening, eventuele afspraken met of bijzonderheden over de klant

De Vestiging van de SVB zal de ontvangst en de verwerking schriftelijk aan de gemeente bevestigen.

Indien de hier boven omschreven overdracht niet mogelijk is worden tussen de gemeente en de Vestiging van de SVB zodanige afspraken gemaakt dat de SVB in het voorkomende geval onmiddellijk over de gegevens in het dossier van de gemeente kan beschikken.

10.4.Individuele overdracht

De op het moment van overdracht nog niet afgehandelde klanten worden na afhandeling op individuele basis, overgedragen aan de Vestiging van de SVB. De over te dragen gegevens en stukken zijn verder identiek. De zelfde gegevens worden overgedragen zoals beschreven in eerder genoemd document “Lay-out bestand conversie WWB van gemeente naar SVB”

De SVB zal de ontvangst en de verwerking van de stukken schriftelijk aan de gemeente bevestigen.

Als de klant voor het bereiken van de 65-jarige leeftijd al bijstand van de gemeente ontving, en bij de beoordeling van de AOW aanvraag blijkt dat hij een gekort AOW pensioen zal gaan ontvangen, vraagt de SVB aan de gemeente om het dossier over te dragen, zoals hierboven omschreven.

Als een klant zich na zijn verhuizing naar een deelnemende gemeente spontaan meldt en een WWB uitkering heeft in een niet-deelnemende gemeente, vraagt de Vestiging van de SVB aan de niet deelnemende gemeente om de gegevens en de stukken rechtstreeks aan de Vestiging van de SVB over te dragen op de wijze zoals in deze paragraaf omschreven.

10.5.Vakantiegeld, vorderingen

Het tot het moment van overdracht opgebouwde vakantiegeld wordt niet door de gemeente aan de klant uitbetaald. Het bedrag van het in de gemeenteperiode opgebouwde vakantiegeld wordt in het conversiebestand wel aan de SVB gemeld. De SVB betaalt dit bedrag vervolgens samen met het in de SVB periode opgebouwde vakantiegeld in één bedrag met de periodieke WWB uitkering, het AOW pensioen en het AOW vakantiegeld, uit in de eerstvolgende maand mei. Vóór de betaaldag declareert de SVB het in de gemeenteperiode opgebouwde vakantiegeld, het in de SVB periode opgebouwde vakantiegeld en de periodieke WWB uitkering bij de gemeente. De gemeente moet bij overdracht van gereserveerde vakantiegelden deze ‘afboeken’.

Een op het moment van overdracht openstaande vordering op een klant wordt niet ter verdere afwikkeling en invordering aan de SVB overgedragen. De SVB zal na uitdrukkelijke opdracht van de gemeente hiertoe een vast bedrag inhouden op de WWB uitkering en overmaken op een bankrekening van de gemeente.

11. Monitor, rapportage en evaluatie

De SVB en de gemeente evalueren periodiek de gegevensoverdracht en de uitvoering van de werkzaamheden. Specifiek ten behoeve van deze evaluatie levert de SVB gegevens op de aspecten klanttevredenheid, niet-gebruik en uitvoeringskosten.

Daarnaast zal de SVB in nader overleg met de gemeenten de gebruikelijke managementinformatie leveren zoals aantallen uitkeringen, klachten, bezwaarzaken enzovoort.

12.Wijzigingen

Ten behoeve van de uitvoering van de WWB65+ is een Stuurgroep ingesteld. Deze Stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de SVB, vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten en een onafhankelijke voorzitter. De Stuurgroep vergadert in elk geval elk half jaar. De gemeenten hebben ervoor gekozen om tot één gezamenlijke Uitvoeringsregeling te komen omdat dan een eenvormig proces kan gelden voor 65-plussers in alle deelnemende gemeenten. Dit komt de eenheid van uitvoering en daarmee ook de efficiëntie ten goede.

Indien zich een omstandigheid voordoet die noopt tot aanpassing van de Uitvoeringsregeling, dan zullen de SVB en de gemeenten in de Stuurgroep een aanpassing van de Uitvoeringsregeling overeenkomen. Indien een of meer bepalingen van de Uitvoeringsregeling ongeldig, onwerkbaar dan wel moeilijk uitvoerbaar blijkt te zijn, kan door de SVB of door een gemeente een voorstel tot wijziging worden ingediend in overeenstemming met onderstaande procedure. Bij het opstellen van het wijzigingsvoorstel wordt het doel dat met de mandatering aan de SVB wordt beoogd voorop gesteld. Primaire doelstelling is om met inzet van de bestaande infrastructuur van de SVB de dienstverlening aan de burger te verbeteren. Subsidiair dient het niet-gebruik van de WWB teruggedrongen te worden door het actief benaderen van 65-plussers met informatie over het recht op aanvullende bijstand. Daarnaast dient een vermindering van de uitvoeringskosten gerealiseerd te worden.

Voorstellen tot wijziging van de Uitvoeringsregeling kunnen zowel door de gemeente als door de SVB worden gedaan. De SVB informeert de gemeenten over de voorgestelde wijziging van de tekst. De wijzigingen worden na overleg met de gemeenten zoals vertegenwoordigd in de Stuurgroep, vastgesteld door de SVB. Vervolgens wordt de wijziging van de Uitvoeringsregeling officieel bevestigd door de gemeenten en de SVB. De colleges van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeenten zullen een ambtenaar van de gemeente middels een (onder)mandaat bevoegd verklaren om in te stemmen met een wijziging van de Uitvoeringsregeling. Namens de SVB is de voorzitter van de Raad van bestuur bevoegd om in te stemmen met de wijziging van de Uitvoeringsregeling.

Wijzigingen van deze Uitvoeringsregeling zijn slechts rechtsgeldig indien zij schriftelijk zijn bevestigd door de persoon daartoe bevoegd krachtens ondermandaat. Mondelinge mededelingen, toezeggingen of afspraken hebben geen rechtskracht tenzij ze schriftelijk bevestigd zijn.

Ingeval van beëindiging van de mandatering voeren SVB en gemeente overleg over de termijn waarbinnen en de wijze waarop de lopende dossiers, relevante informatie en gegevens van de SVB aan de gemeente kunnen worden overgedragen. Een en ander wordt vastgelegd in een Beëindigingsregeling. De SVB en gemeente dienen daarbij de continuïteit van de uitvoering van de werkzaamheden en de belangen van betrokken burgers de hoogste prioriteit te geven.

13.Ondertekening

ALDUS OVEREENGEKOMEN EN IN TWEEVOUD ONDERTEKEND

Heythuysen,

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEUDAL,

de secretaris, de burgemeester,

J.Dijkstra A.H.M. Verhoeven

De Raad van bestuur van de SVB,

E.F. Stoové, voorzitter Raad van bestuur van de SVB