Verordening Wmo-raad gemeente Leudal 2013l

1. De Wmo-raad heeft als doel er voor te zorgen dat belanghebbenden bij de Wmo optimaal betrokken worden én op basis van de wet inspraak hebben bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het gevoerde gemeentelijk Wmo-beleid.

2. De Wmo-raad tracht zijn doelstelling te realiseren door:

• -

  Het gevraagd en ongevraagd adviseren van de gemeenteraad, de raadscommissies, het college en instellingen van de gemeente Leudal bij de ontwikkeling en uitvoering van het Wmo-beleid.

• -

  Het fungeren als erkend overlegpartner, vertegenwoordiger en belangenbehartiger van organisaties van Wmo-belanghebbenden in de gemeente Leudal in contacten met overheden en instellingen.

• -

  Het actief betrokken zijn bij de beleidsontwikkeling en inspraak op het gebied van de Wmo.

• -

  Het onderzoeken en bevorderen van mogelijkheden tot verbetering van de zelfredzaamheid en de positie van Wmo-belanghebbenden in de gemeente Leudal.

• -

  Het bevorderen van betrokkenheid en inzet van de Wmo-belanghebbenden bij de gemeenschap.

3. De Wmo-raad opereert zelfstandig.

1. In de Wmo-raad hebben vertegenwoordigers zitting van lokale zelforganisaties, zoals: cliëntenraden, ouderen, mensen met een functiebeperking, vrijwilligers, mantelzorg, GGZ, dorpsraden en jeugd.

2. In deze verordening zijn de volgende categorieën zelforganisaties vertegenwoordigd:

• ·

  categorie Mensen met een functiebeperking

• ·

  categorie Vrijwilligers

• ·

  categorie Senioren

• ·

  categorie Mantelzorgers

• ·

  categorie Dorpsraden

• ·

  categorie Cliëntenraden

• ·

  categorie Jeugd

3. De samenstelling van de Wmo-raad is flexibel, categorieën zelforganisaties kunnen worden toegevoegd of (tijdelijk) teruggetrokken.

4. Per categorie zelforganisaties neemt één persoon zitting in de Wmo-raad en wordt één persoon aangewezen als plaatsvervanger.

5. De Wmo-raad kiest een onafhankelijke voorzitter, al dan niet na externe werving.

6. De Wmo-raad kiest uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter en een secretaris/penningmeester.

1. Aan de leden van de Wmo-raad worden de volgende eisen gesteld:

• -

  Belangstelling voor en bekendheid met de beleidsterreinen van de Wmo;

• -.

  Goed in staat zijn vanuit het algemeen ondersteuningsvragersperspectief er voor te zorgen dat belanghebbenden bij de Wmo optimaal betrokken worden én op basis van de wet inspraak hebben bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het gevoerde gemeentelijk Wmo-beleid;

• -

  Wonen in de gemeente Leudal, dan wel een categorie zelforganisaties vertegenwoordigen, die haar zetel in de gemeente Leudal heeft.

2. Uitgezonderd van het lidmaatschap van de Wmo-raad zijn:

• -

  Bestuurders en medewerkers van de gemeente Leudal;

• -

  Zorgaanbieders, leveranciers en vergelijkbare personen of instellingen die aan de aanbodkant zakelijke belangen hebben bij de uitvoering van het Wmo-beleid van de gemeente.

1. Het college benoemt de leden van de Wmo-raad op voordracht van de zelforganisaties voor een periode van vier jaar, waarna herbenoeming eenmaal mogelijk is.

2. In geval van een tussentijdse vacature benoemt het college een opvolg(st)er voor de periode die zijn of haar voorgang(st)er nog te vervullen had.

3. Het lidmaatschap van de Wmo-raad eindigt door:

• -

  opzegging van het lidmaatschap door het desbetreffende lid van de Wmo-raad;

• -

  overlijden van het Wmo-raadslid;

• -

  het einde van de zittingsperiode;

• -

  ontslag door het college met instemming van tweederde van de leden van de Wmo-raad;-als niet meer wordt voldaan aan het in artikel 4 bepaalde.

1. Het college vraagt op een dusdanig tijdstip de Wmo-raad om advies inzake het ontwikkelen en uitvoeren van gemeentelijk Wmo beleid, dat het uit te brengen advies van de Wmo-raad van wezenlijke invloed kan zijn op dit beleid.

Dit houdt in dat:

• -

  de Wmo-raad wordt betrokken bij de start van de ontwikkeling en voor de vaststelling van nieuw beleid;

• -

  de Wmo-raad wordt betrokken bij het formuleren en vaststellen van de vragen die ten grondslag liggen aan de evaluatie, de verantwoording van het gevoerde beleid en bij de bespreking van de evaluatie.

• -

  De Wmo-raad voldoende tijd tot haar beschikking krijgt om het advies te bespreken en vorm te geven.

2. De gemeente stelt de Wmo-raad in ieder geval in de gelegenheid advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit inzake:

• -

  het vierjaarlijks op te stellen Wmo-beleidsplan;

• -

  vaststelling en wijziging van de verordeningen met betrekking tot de uitvoering van dit plan;

• -.

  de wijze waarop de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning gewaarborgd wordt;

• -

  de wijze waarop cliënten (materieel/immaterieel) keuzevrijheid wordt geboden;

• -

  het programma van kwaliteitseisen dat de gemeente ten aanzien van het Wmo-inkoopbeleid en voorzieningen hanteert;

• -

  de prestatievelden van de Wmo;

• -

  het cliëntentevredenheidsonderzoek.

3. De Wmo-raad is bevoegd het gemeentebestuur ook ongevraagd advies te geven inzake de in lid 2 genoemde onderwerpen en andere onderwerpen die voor de zorgvragers in het kader van de Wmo van belang kunnen zijn.

4. De Wmo-raad brengt in principe schriftelijk advies uit.

5. Het is de verantwoordelijkheid van het college of en in hoeverre het de adviezen van de Wmo-raad opvolgt. Het houdt de Wmo- raad wel adequaat hiervan op de hoogte.

6. In het geval het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van de Wmo-raad, wordt dit onder vermelding van de gronden van afwijking bij dit voorstel vermeld.

7. Van overleg en afspraken met de Wmo-raad doet het college binnen vier weken schriftelijk verslag aan de Wmo-raad, met beargumenteerde verantwoording over hetgeen met de adviezen is gedaan.

1. De Wmo-raad kan met inachtneming van het bepaalde in deze verordening een huishoudelijk reglement vaststellen.

2. De Wmo-raad komt minimaal vier maal per jaar bijeen en verder zo vaak als nodig is voor het goed functioneren van de Wmo-raad.

3. Geldige besluiten kunnen slechts worden genomen in een vergadering waarin de meerderheid van de leden aanwezig is.

4. Geldige besluiten kunnen slechts worden genomen in een vergadering waarin de meerderheid van de leden aanwezig is.

5. Er wordt beslist bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van de stemmen wordt het desbetreffende agendapunt doorgeschoven naar de volgende vergadering. Indien de stemmen opnieuw staken is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

6. Stemming over personen vindt altijd schriftelijk plaats. Wanneer bij stemming over personen geen van de kandidaten bij de eerste stemming de meerderheid haalt, vindt herstemming plaats tussen de twee kandidaten die bij de eerste stemming de meeste stemmen verwierven.

1. De leden van de Wmo-raad zijn, ten opzicht van derden, verplicht tot geheimhouding met betrekking tot persoons- en beleidsgegevens met een vertrouwelijk karakter, die zij in hun hoedanigheid als lid van de Wmo-raad vernemen en waarvan zij het vertrouwelijk karakter kennen dan wel redelijkerwijze kunnen vermoeden.

2. De plicht tot geheimhouding geldt ook na beëindiging van het lidmaatschap van de Wmo-raad.

3. De plicht tot geheimhouding is overeenkomstig van toepassing op personen die als plaatsvervanger of kandidaat-lid optreden, of om andere redenen deelnemen aan een overleg van de WMO-raad.

1. Medewerkers van de gemeente en zorgaanbieders kunnen op verzoek worden uitgenodigd voor een mondelinge toelichting op een bepaald onderwerp tijdens de vergadering.

2. Het gemeentebestuur stelt de Wmo-raad in de vorm van een budget die middelen ter beschikking die redelijkerwijze noodzakelijk zijn om goed te functioneren. Het budget is onder meer bedoeld voor dekking van de kosten van het secretariaat, vergaderfaciliteiten, deelname aan opleidingen wanneer relevant, een reiskostenvergoeding en een vergoeding van overige kosten gerelateerd aan het deelnemerschap van de Wmo-raad.

1. Bij gebleken disfunctioneren van de burgerparticipatie is het college gerechtigd maatregelen te nemen om het functioneren te verbeteren.

2. Bij geschillen stelt het college in overeenstemming met de Wmo-raad een uit drie leden bestaande commissie in, waarvan een lid door het college wordt aangewezen, een lid door de Wmo-raad en een lid door de beide andere gekozen leden. Deze commissie heeft tot taak te bemiddelen en zonodig een bindende uitspraak te doen.

1. Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking en met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013. Hiermee vervalt de op 28 augustus 2007 vastgestelde Verordening Wmo-raad gemeente Leudal.

2. Wijziging van deze verordening kan alleen plaats vinden indien de gemeenteraad en de Wmo-raad hiermee kunnen instemmen.