Regeling vervallen per 01-01-2016

Inconveniëntenregeling gemeente Leudal

Geldend van 13-05-2010 t/m 31-12-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-09-2009

Intitulé

Inconveniëntenregeling gemeente Leudal

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE LEUDAL

gehoord het georganiseerd overleg d.d. 19 maart 2010;

b e s l u i t e n

vast te stellen de navolgende INCONVENIËNTENREGELING GEMEENTE LEUDAL

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Ambtenaar:

    • a.

      de ambtenaar in de zin van de CAR;

    • b.

      de werknemer als bedoeld in artikel 2:5 van de CAR

  • 2.

    Inconveniënt:

    een omstandigheid, voortvloeiende uit het werk, de werkmethode en/of werkomgeving, die – afhankelijk van de gemeenschappelijke factoren- als extra bezwarend wordt ervaren, die in redelijkheid niet vermijdbaar is en die als zodanig een extra beroep doet op de bereidheid onder een dergelijke omstandigheid te werken.

Artikel 2 Functie-aanwijzing

  • 1. Burgemeester en wethouders bepalen aan welke functies en bij welke werkzaamheden zodanige inconveniënten zijn verbonden dat daarvoor op grond van deze regeling compensatie wordt gegeven. Het college dient hierbij aan te geven wat de bezwarende omstandigheden daarbij zijn.

  • 2. Op bezwarende werkomstandigheden waarvoor reeds op grond van andere regels een compensatie wordt gegeven is deze regeling niet van toepassing.

Artikel 3 Inconveniëntentoelage

  • 1. Voor het berekenen van de toelage wordt uitgegaan van het verschil tussen de zesde en zevende periodieke verhoging in schaal 4 van de bijlage IIa van de CAR/UWO.

  • 2. Voor de ambtenaar in een deeltijdfunctie wordt deze vergoeding toegekend naar rato van de omvang van het dienstverband.

Artikel 4 Afbouwregeling

  • 1. Bij beëindiging of vermindering van het inconveniënt wordt een overgangsvergoeding toegekend.

  • 2. De overgangsvergoeding wordt eerst toegekend indien de inconveniëntenvergoeding direct voorafgaande aan de beëindiging of vemindering, gedurende tenminste 2 jaar zonder wezenlijke onderbreking is genoten, waarbij onder wezenlijke onderbreking wordt verstaan een onderbreking, anders dan door ziekte of gebreken, van twee maanden of langer.

  • 3. De duur van de overgangsvergoeding bedraagt gedurende de eerste vier maanden 75%, vervolgens gedurende vier maanden 50% en tenslotte gedurende 4 maanden 25% van het verschil van de inconveniëntenvergoeding voor en na beëindiging of vermindering van het inconveniënt.

  • 4. Ingeval de ambtenaar de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt en gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een inconveniëntenvergoeding heeft ontvangen, blijft aanspraak bestaan op doorbetaling daarvan tot het moment waarop hij de dienst verlaat.

  • 5. Ingeval van ziekte blijft aanspraak bestaan op doorbetaling van de inconveniëntenvergoeding welke betrokkene op dat moment geniet, tot een termijn van maximaal 3 maanden.

Artikel 5 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als: “Inconveniëntenregeling gemeente Leudal” en treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 september 2009.

  • 2. Met ingang van de in het eerste lid genoemde datum vervalt de “Inconveniëntenregeling gemeente Leudal” van 30 januari 2007.

Ondertekening

Heythuysen, 27 april 2010
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEUDAL,
De secretaris, De burgemeester,