Beleidsregels verlengde sluitingstijden horecabedrijven gemeente Leudal

1. De sluitingstijden voor de horecabedrijven in de gemeente Leudal zijn geregeld in artikel 2:29 Algemene plaatselijke verordening gemeente Leudal (APV).

2. Ingevolge artikel 2:29 lid 7 APV kan de burgemeester in afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid van artikel 2:29 andere sluitingstijden vaststellen voor een afzonderlijk horecabedrijf.

3. Ingevolge artikel 2:30 APV kan de burgemeester in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid of in geval van bijzondere omstandigheden voor een of meer openbare inrichtingen tijdelijk andere dan de krachtens artikel 2:29 APV geldende sluitingstijden vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen.

4. Ingevolge het bepaalde in artikel 1:4 APV kunnen aan een vergunning of ontheffing voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist. Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te leven.

1. De nachtontheffing dient te worden aangevraagd door de horeca-ondernemer.

2. Er kan een ontheffing verleend worden voor het verlengde sluitingstijd van het horecabedrijf niet zijnde een hotel, restaurant, pension, cafetaria, snackbar, shoarmazaak, broodjeszaak, grillroom, afhaalbedrijf van etenswaren, buurthuis, clubhuis, een zogenaamde nachtontheffing.

3. De verlengde sluitingstijd voor een nachtontheffing van afzonderlijk horecabedrijf is uiterlijk 05:00 uur.

4. Het afwijkende, verlengde maximale sluitingstijdstip van 05:00 geldt voor:

• -

  de nacht van vrijdag op zaterdag;

• -

  de nacht van zaterdag op zondag;

• -

  de nacht volgend op

  • -

    1 januari;

  • -

    de carnavalsdagen van vrijdag tot en met dinsdag;

  • -

    eerste en tweede Paasdag;

  • -

    Koningsnacht (de dag voorafgaand aan de dag dat de Koningsdag wordt gevierd) en

  • -

    Koningsdag;

  • -

    Bevrijdingsdag;

  • -

    Hemelvaartsdag;

  • -

    eerste en tweede Pinksterdag;

  • -

    eerste en tweede Kerstdag;

  • -

    31 december.

5. De nachtontheffing is persoonsgebonden.

6. De nachtontheffing is niet van toepassing op een bij het horeca-bedrijf behorend terras of (tijdelijk) bouwwerk zoals een tent of overkapping.

7. De nachtontheffing wordt niet verleend aan inrichtingen waaraan een vergunning op grond van artikel 4 Drank- en Horecawet is verleend (paracommerciële inrichting).

8. Voor de aanvraag van een nachtontheffing wordt gebruik gemaakt van een door de burgemeester vastgesteld aanvraagformulier.

9. De nachtontheffing wordt slechts verleend door de burgemeester indien:

• -

  de inrichting beschikt over alle benodigde vergunningen en voldoet aan de eisen die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het horecabedrijf;

• -

  wordt voldaan aan de geluidsnormen zoals vastgesteld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer;

• -

  door de aanvrager gemotiveerd kan worden aangegeven waarom behoefte is aan een nachtontheffing:

• -

  de aanvrager voor het horecabedrijf een plan van aanpak (veiligheidsplan) ten behoeve van de nachtontheffing heeft opgesteld dat voldoet aan de in de bijlage geformuleerde voorschriften.

1. Bij de aanvraag voor een nachtontheffing dient een plan van aanpak (veiligheidsplan) te worden ingediend.

2. De eisen van het plan van aanpak van de nachtontheffing zijn opgenomen in de bijlage behorende bij het besluit Beleidsregels verlengde sluitingstijden horecabedrijven gemeente Leudal.

3. Het plan van aanpak nachtontheffing dient door de burgemeester te worden goedgekeurd.

1. Uiterlijk om 04:30 uur kondigt de ontheffinghouder de sluitingstijd van het horecabedrijf aan door geleidelijk aan méér verlichting te ontsteken tot volle verlichting en het geluidsniveau van de muziek steeds meer te verlagen tot achtergrondmuziek (“cooling down-periode”).

2. Om 05:00 uur dienen alle bezoekers het horecabedrijf te hebben verlaten.

3. De ontheffinghouder draagt er zorg voor dat de tijdslimiet voor het inkomende publiek duidelijk binnen en buiten het horecabedrijf kenbaar is gemaakt.

4. Eventuele aanwijzingen van de politie, gegeven in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid moeten stipt en onmiddellijk worden opgevolgd.

5. De ontheffinghouder is verplicht ervoor zorg te dragen dat functionarissen van de politie en/of toezichthouders van de gemeente onmiddellijk en onbelemmerd toegang hebben tot het horecabedrijf:

• -

  gedurende de tijd dat het horecabedrijf voor bezoekers is geopend, dan wel

• -

  gedurende de tijd dat het horecabedrijf gesloten dient te zijn en er bezoekers aanwezig zijn.

6. Ramen en deuren dienen tijdens de gebruikmaking van de nachtontheffing gesloten te zijn. Toegangsdeuren dienen te zijn voorzien van een deurdranger en mogen alleen geopend worden voor het direct in en uit laten van personen.

7. De ontheffinghouder is verplicht alles te doen wat redelijkerwijs mogelijk is om enige vorm van overlast te voorkomen.

1. Als door de politie of de daartoe bevoegde toezichthoudende ambtenaren van de gemeente een overtreding van de voorschriften van de nachtontheffing dan wel van wet-of regelgeving wordt geconstateerd, wordt direct een mondelinge waarschuwing gegeven.

2. De mondelinge waarschuwing wordt schriftelijk bevestigd.

3. Indien binnen zes maanden na de vorige constatering een nieuwe overtreding van de aan de nachtontheffing verbonden voorschriften dan wel van andere wet- of regelgeving wordt geconstateerd wordt de nachtontheffing voor de periode van een maand ingetrokken.

4. Indien binnen zes maanden na de onder lid 3 vermelde constatering opnieuw een overtreding van de ontheffingvoorschriften dan wel van andere wet- of regelgeving wordt geconstateerd wordt de nachtontheffing definitief ingetrokken.

5. Na intrekking van de ontheffing op grond van het vierde lid wordt gedurende één jaar vanaf intrekking een nieuwe aanvraag voor een nachtontheffing ten behoeve van de desbetreffende inrichting door de desbetreffende ontheffinghouder niet in behandeling genomen.

1. De nachtontheffing wordt door de burgemeester ingetrokken:

• a.

  bij overdracht van het horecabedrijf aan een andere horeca-exploitant;

• b.

  bij wijziging in de exploitatie van het horecabedrijf;

• c.

  bij ingrijpende vergunningplichtige bouwkundige wijzingen.

2. De burgemeester kan de nachtontheffing intrekken:

• a.

  indien ter verkrijging van de nachtontheffing onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

• b.

  indien verandering van de omstandigheden of inzichten zijn opgetreden na het verlenen van de nachtontheffing, waardoor intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

• c.

  indien de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

• d.

  indien van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn. Onder een redelijke termijn wordt verstaan van zes maanden;

• e.

  indien de ontheffinghouder dit verzoekt;

• f.

  ingeval van een (dreigende) aantasting van de openbare orde c.q. een ontoelaatbare beïnvloeding

  van het woon- en leefklimaat in de naaste omgeving van het horecabedrijf;

• g.

  indien uitzonderlijke omstandigheden hiertoe aanleiding geven;

• h.

  met het oog op de belangen als bedoeld in artikel 4 van deze beleidsregels.