Regeling vervallen per 11-07-2013

Verordening Leerlingenvervoer gemeente Leudal

Geldend van 12-01-2011 t/m 10-07-2013

Intitulé

Verordening Leerlingenvervoer gemeente Leudal

De raad van de gemeente Leudal

gelezen het voorstel van het college van 8 juni 2010

gelet op de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, Wet op de expertisecentra en Wet op het voortgezet onderwijs;

vast te stellen de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Leudal.

TITEL 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    school

    • ·

      een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (Staatsblad 1998, 495);

      • ·

        een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (Staatsblad 1998, 496);

      • ·

        een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (Staatsblad 1998, 512);

      • ·

        een school voor speciaal voortgezet onderwijs als bedoeld in deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • b.

    ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;

  • c.

    leerling: een leerling van een school als bedoeld onder a;

  • d.

    gehandicapte leerling: een leerling bedoeld onder c, die door een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet of niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken;

  • e.

    woning: de plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft;

  • f.

    afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;

  • g.

    vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning of de opstapplaats en de school, dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids. Behalve wanneer de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;

  • h.

    openbaar vervoer: voor eenieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto;

  • i.

    aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;

  • j.

    eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets;

  • k.

    reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 15 minuten, indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft. De totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids en de aankomst bij de woning;

  • l.

    toegankelijke school

    • ·

      voor basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting. De openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting. De openbare school;

    • ·

      voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting. De openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;

  • m.

    inkomen: het conform de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Staatsblad 2000, 215) vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomenvan de ouders in het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd;

  • n.

    opstapplaats: plaats aangewezen door het college, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer;

  • o.

    commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1, van de Wet op de expertisecentra. Echter niet een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra en ook niet instellingen, die hetzelfde regionaal expertisecentrum in stand houden;

  • p.

    vervoersvoorziening: een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider:

    • ·

      bekostiging van eigen vervoer voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of

    • ·

      bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of

    • ·

      aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of laat verzorgen;

  • q.

    permanente commissie leerlingenzorg: de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs;

  • r.

    samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs;

  • s.

    regionale verwijzingscommissie: de commissie als bedoeld in artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • t.

    opdc: orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in artikel 10h, derde lid Wet op het voortgezet onderwijs;

  • u.

    ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra. Het gaat om begeleiding van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;

  • v.

    commissie voor de indicatiestelling: de commissie als bedoeld in artikel 28c van de Wet op de Expertisecentra;

  • w.

    cluster 4 scholen: scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen, leerlingen van pedologische instituten, langdurig zieke kinderen (psychiatrische problematiek).

Artikel 2. Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten

  • 1. Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 2. Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt het van de ouders die slechts recht hebben op een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten, betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders conform het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer.

  • 3. De bepalingen in deze verordening sluiten niet de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen uit.

  • 4. Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3. Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

  • 1. Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning of de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school. Tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich meebrengt. De ouders moeten wel schriftelijk instemmen met het vervoer naar die verder weggelegen school.

  • 2. Indien bekostiging van de vervoerskosten wordt aangevraagd voor het bezoeken van een school die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 11 of 14 is bepaald, terwijl één of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat er slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school. De aanvrager dient schriftelijk en gemotiveerd te verklaren dat hij overwegende bezwaren heeft tegen het openbaar onderwijs of tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning liggen.

Artikel 4. Uitbetaling van de bekostiging

  • Het college bepaalt bij het verstrekken van een bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling en de tijdsduur van de verstrekte bekostiging. Rekening houdend met het feit dat de tijdsduur, indien mogelijk, voor meerdere jaren of de hele schoolperiode wordt vastgesteld.

Artikel 5. Aanvraagprocedure

  • 1. Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bij het college van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier. De aanvraag dient te worden aangevuld met de op het formulier vermelde gegevens.

  • 2. De aanvraag wordt, indien het een aanvraag voor het eerstvolgende schooljaar betreft, vóór 1 juni voorafgaand aan dat schooljaar ingediend.

  • 3. Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de aanvrager verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

  • 4. Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens. Op aanvragen die vóór 1 juni worden ontvangen.

  • 5. Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 6. Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend wordt deze getroffen met ingang van de door de ouders verzochte datum. Onder de voorwaarde dat de ingangsdatum waarop bekostiging wordt verstrekt niet ligt vóór de datum van ontvangst van de aanvraag door het college.

Artikel 6. Doorgeven van wijzigingen

  • 1. De ouders zijn verplicht wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de verstrekte bekostiging van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van wijziging, meteen schriftelijk mee te delen aan het college.

  • 2. Indien er sprake is van een wijziging die van invloed is op de verstrekte bekostiging, vervalt de aanspraak op bekostiging en verstrekt het college eventueel opnieuw bekostiging van de vervoerskosten.

  • 3. Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten meteen. Het college verstrekt eventueel opnieuw bekostiging van de vervoerskosten. Het college deelt het genomen besluit schriftelijk mee aan de ouders.

  • 4. Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd of worden verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekking van bekostiging.

Artikel 7. Peildatum leeftijd leerling

Voor het verstrekken van bekostiging op basis van artikel 12 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de vergoeding betrekking heeft.

Artikel 8. Andere vergoedingen

De aanspraak op bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op een toelage, voorzover die voor de betreffende leerling betrekking heeft op de reiskosten.

TITEL 2. BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE (NIET GEHANDICAPTE) LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Artikel 9. Bekostiging voor de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning of de opstapplaats en:

  • a.

    de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkings-verband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of

  • b.

    een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a bedoelde samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a.

Artikel 10. Permanente commissie leerlingenzorg

  • 1. Wanneer het college de gevraagde voorziening voor een leerling op een school voor primair onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking de beslissing te betrekken van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs.

  • 2. Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.

Artikel 11. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en eigen vervoer

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders bekostiging op basis van de kosten van het eigen vervoer of het openbaar vervoer, wanneer de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school voor primair onderwijs meer dan zes kilometer en voor de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs meer dan vier kilom e ter bedraagt. Voor deze bekostiging geldt:

    • a.

      een bedrag ter hoogte van de kosten voor openbaar vervoer, indien aanspraak bestaat op bekostiging van de kosten voor openbaar vervoer. Uitgezonderd het bepaalde in het vierde lid;

    • b.

      een bedrag voor een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien  dat minder kosten met zich meebrengt dan een vergoeding van de kosten voor openbaar vervoer. Uitgezonderd het bepaalde in het vierde lid;

    • c.

      een bedrag voor een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak bestaat op een vergoeding voor de kosten van aangepast vervoer, maar de ouders hun kind zelf wensen te vervoeren. Uitgezonderd het bepaalde in het vierde lid.

  • 2. Indien toestemming op grond van het eerste lid b. of eerste lid c. aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland. Uitgezonderd het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van de gemeente voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen, afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 4. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel van het college met of zonder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 12. Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 11, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider indien de leerling jonger is dan negen jaar. De ouders moeten dan voldoende aan het college aantonen, dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fietsgebruik te maken.

  • 2. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 13. Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien wordt voldaan aan het afstandscriterium van artikel 11, en

  • a.

    de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of

  • b.

    openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 14. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en eigen vervoer

  • 1. Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt, verstrekt het college aan (de ouders van) de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het eigen vervoer of het openbaar vervoer:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten voor openbaar vervoer, uitgezonderd het bepaalde in het vierde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien dat minder kosten met zich meebrengt dan een vergoeding van de kosten van openbaar vervoer, uitgezonderd het bepaalde in het vierde lid;

    • c.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op een vergoeding voor de kosten van aangepast vervoer, maar de ouders hun kind zelf wensen te vervoeren, uitgezonderd het bepaalde in het vierde lid.

  • 2. Indien toestemming conform het eerste lid b. of eerste lid c. aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, uitgezonderd het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen, afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 4. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, of zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

TITEL 3. BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN LEERLINGEN IN HET (VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS

Artikel 15. Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke WEC school cluster 4

Verwijzend naar het bepaalde in artikel 3, geldt voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt als dichtstbijzijnde school, de school die door de commissie voor de Indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionale expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.

Artikel 16. Commissie voor de begeleiding

Indien het college de gevraagde voorziening voor een leerling op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleidingof het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 17. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 14, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten voor een begeleider. De ouders moeten dan voldoende aan het college aantonen, dat de leerling door zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 18. Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1. Het college verstrekt bekostiging voor de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 14 en:

    • a.

      de gehandicapte leerling, naar het oordeel van het college niet in staat is, ook niet onder begeleiding, van openbaar vervoer gebruik te maken, of

    • b.

      de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of

    • c.

      openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets of zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 19. Bekostiging van de vervoerskosten van gehandicapte leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs

  • 1. Indien het college van oordeel is dat de leerling gehandicapt is, verstrekt het eveneens bekostiging voor de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling van een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan vier kilometer.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten zoals bedoeld in het eerste lid, is artikel 14 lid 1b tot en met lid 4 eveneens van toepassing.

TITEL 4. BEPALINGEN OMTRENT WEEKEINDE- EN VAKANTIEVERVOER

Artikel 20. Bekostiging van de kosten van het weekend- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Het college bekostigt desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze titel.

Artikel 21. Bekostiging van de kosten van het weekend- en vakantievervoer

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten voor het weekendvervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug. De bekostiging wordt verstrekt voorzover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

  • 2. Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug. Bekostiging vindt plaats voorzover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.

  • 3. Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 16, artikel 17 lid 2, artikel 18 lid 1b, artikel 18 lid 2 enartikel 19.

TITEL 5. EIGEN BIJDRAGE

Artikel 22. Drempelbedrag

  • 1. Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonder-wijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan 22.500,00 euro, wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 of artikel 14 bepaalde afstand te boven gaan.

  • 2. Wanneer het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt of laat verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 of artikel 14 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan 22.500,00 euro.

  • 3. De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt (zone indeling in de regeling die is geba-seerd op artikel 30, eerste lid van de Wet personenvervoer 2000). Ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.

  • 4. Het bedrag van 23.400,00 euro genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2011 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van 450,00 euro. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van 22.500,00 euro.

  • 5. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie conform titel 6 een vervoervoorziening is verstrekt.

Artikel 23. Financiële draagkracht

  • 1. Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, wordt de vastgestelde bekostiging verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.

  • 2. Wanneer het college, in plaats van bekostiging in geld toe te kennen, het vervoer zelf verzorgt of laat verzorgen en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijk school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.

  • 3. De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid worden berekend per gezin. De bedragen zijn afhankelijk van de hoogte van het belastbaar inkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 2001. Zij bedragen:

    Inkomen in

    Eigen bijdrage in

    0 – 31.000

    Nihil

    31.000 – 37.500

    120,00

    37.500 – 43.500

    505,00

    43.500 – 49.000

    940,00

    49.000 – 56.000

    1.375,00

    56.000 – 62.000

    1.810,00

    62.000 en verder

    voor elke 4.500,00: 445,00 erbij.

  • 4. De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2011 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar. Rekenkundig afgerond op een veelvoud van 500,00 euro.

  • 5. De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2011 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onder-deel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar. Rekenkundig afgerond op een veelvoud van 5,00 euro.

  • 6. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie conform titel 6 een vervoervoorziening is verstrekt.

TITEL 6. BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN GEHANDICAPTE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Artikel 24. Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding

  • 1. Uitgaande van het bepaalde in artikel 3 verstrekt het college bekostiging op basis van de kosten van open-baar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en die gehandicapt is. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

  • 4. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets of bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder bege-leiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, of zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 25. Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer

  • 1. Het college verstrekt bekostiging van de kosten voor aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien:

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het college gehandicapt is. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht. Of:

    • b.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 24 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school en terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aan-gepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of;

    • c.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 24 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets of zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 26. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2. Indien toestemming conform het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren of laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van het openbaar vervoer, uitgezonderd het bepaalde in het vijfde lid;

    • b

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, uitgezonderd het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming conform het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, uitgezonderd het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen, afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat of van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

TITEL 7. SLOTBEPALINGEN

Artikel 27. Beslissing van het college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen die de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 28. Afwijken van de bepalingen

Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening. Zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie ofandere deskundigen.

Artikel 29. Intrekking oude regeling

De Verordening leerlingenvervoer gemeente Leudal vastgesteld in de openbare vergadering op 17 april 2007, wordt ingetrokken.

Artikel 30. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking zes weken na datum van publicatie.

Artikel 32. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening Leerlingenvervoer gemeente Leudal”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 juli 2010.
De gemeenteraad van Leudal,
de griffier, de voorzitter,
Drs. W.A.L.M. Cornelissen A.H.M. Verhoeven MPM