Beleidsregel tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Leudal

Geldend van 22-12-2015 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Leudal

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal;

gelet op de verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Leudal;

gelet op artikel 7, eerste lid, onderdeel a, sub c van de Participatiewet;

gelet op artikel 34, eerste lid, onderdeel a, sub c, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

gelet op artikel 35, eerste lid, onderdeel d, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

Het volgende besluit genomen:

Besluit:

vast te stellen de Beleidsregel tegenprestatie Participatiewet 2015gemeente Leudal .

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Leudal.

  • 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder vrijwilligerswerk: werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving;

Artikel 2. Algemene voorwaarden

  • 1. Bij het opdragen van de tegenprestatie geeft het college een duidelijke omschrijving van de te verrichten werkzaamheden, de duur en omvang van de tegenprestatie, zodat voor de uitkeringsgerechtigde duidelijk is wat van hem wordt verwacht.

  • 2. Het college is niet beperkt in het aanwijzen van werkzaamheden die als tegenprestatie kunnen worden ingezet voor zover die werkzaamheden voldoen aan de in artikel 3 lid 1 van de verordening Tegenprestatie 2015 gemeente Leudal genoemde voorwaarden.

Artikel 3. Aanvullende voorwaarden

De werkzaamheden die de gemeente als tegenprestatie oplegt voldoen aan de volgende eisen:

  • 1.

    Het zijn onbeloonde, maatschappelijk nuttige activiteiten;

  • 2.

    De werkzaamheden zijn beperkt in omvang en tijdsduur (maximaal 20 uur per week gedurende maximaal 6 maanden per kalenderjaar);

  • 3.

    De werkzaamheden leiden niet tot verdringing op de arbeidsmarkt;

  • 4.

    Het mag geen belemmering voor de re-integratie gericht op arbeidsinschakeling vormen;

  • 5.

    De werkzaamheden worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid;

  • 6.

    Het hoeven geen werkzaamheden te zijn waarmee de kansen op betaald werk worden vergroot (de tegenprestatie staat los van de arbeidsplicht en het re-integratietraject);

  • 7.

    De werkzaamheden zijn afgestemd op de persoonlijke situatie en individuele omstandigheden. Dus geen werk dat iemand vanwege de gezondheid of om een andere reden niet kan of mag doen;

  • 8.

    De uitkeringsgerechtigde is verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid en aansprakelijkheid;

  • 9.

    Het weigeren van een tegenprestatie kan een maatregel tot gevolg hebben;

  • 10.

    Elk jaar moet de uitkeringsgerechtigde een tegenprestatie leveren.

Artikel 4. Inhoud tegenprestatie (activiteiten)

Het college kan in ieder geval de volgende activiteiten als tegenprestatie inzetten:

  • 1.

    Ondersteunende activiteiten bij maatschappelijke organisaties;

  • 2.

    Ondersteunende activiteiten in wijken;

  • 3.

    Additioneel beheer openbare ruimte;

  • 4.

    Ondersteunende activiteiten bij evenementen;

  • 5.

    Ondersteunende activiteiten bij stichtingen en verenigingen.

Artikel 5. Aantoonbaar voldoende maatschappelijke activiteiten of vrijwilligerswerk en mantelzorgactiviteiten

Indien de uitkeringsgerechtigde aantoonbaar voldoende vrijwilligerswerk of maatschappelijke activiteiten verricht, wordt geen tegenprestatie opgelegd en houdt het college hierbij rekening met de volgende omstandigheden en voorwaarden:

  • 1.

    de maximale belastbaarheid van de uitkeringsgerechtigde, rekening houdend met de individuele omstandigheden;

  • 2.

    het aantal uren dat de uitkeringsgerechtigde vrijwilligerswerk, maatschappelijke activiteiten of mantelzorg verricht;

  • 3.

    de maximale duur en omvang van de tegenprestatie zoals dit in de verordening is vastgesteld;

Artikel 6. Verzekering en aansprakelijkheid

Het college draagt zorg voor het afsluiten van een wettelijke aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering voor de uitkeringsgerechtigden tijdens het verrichten van de tegenprestatie.

Artikel 7. Citeertitel

Deze beleidsegels worden aangehaald als: “Beleidsregels Tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Leudal ”.

toelichting

Algemene toelichting BELEIDSREGELSTegenprestatie2015GEMEENTE Leudal

Het college stelt ter nadere uitvoering van de verordening tegenprestatie regels vast waarin wordt vastgelegd welke aanvullende activiteiten het college in ieder geval kan aanbieden, de voorwaarden die daarbij gelden en welke activiteiten in ieder geval als tegenprestatie worden aangemerkt, voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

Het college is bevoegd een uitkeringsgerechtigde te verplichten naar vermogen een tegenprestatie te verrichten, ook als die tegenprestatie niet direct samenhangt met de arbeidsinschakeling. Een uitkeringsgerechtigde van achttien jaar of ouder, maar jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, is vanaf de dag van melding gehouden naar vermogen een tegenprestatie te verrichten. Dit is vastgelegd in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de Participatiewet.

De tegenprestatie bestaat uit de plicht om naar vermogen door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige activiteiten te verrichten, naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. De plicht voor de uitkeringsgerechtigde om naar vermogen een tegenprestatie te verrichten, bestaat naast de overige verplichtingen (de arbeids- en re-integratieplicht).

De tegenprestatie is gebaseerd op het principe van wederkerigheid: iedereen die een uitkering ontvangt, dient iets terug te doen voor de samenleving. Een tegenprestatie kan dus opgedragen worden aan alle uitkeringsgerechtigden ongeacht hun afstand tot de arbeidsmarkt en ongeacht de vorm van bijstandsverlening. Het primaire doel van de tegenprestatie is dan ook dat iemand maatschappelijk nuttige activiteiten verricht. De hoofdlijn is dat het verrichten van een tegenprestatie het accepteren van passende arbeid of van re-integratie inspanningen niet mag belemmeren. Immers, het uitgangspunt ‘werk boven uitkering’ staat voorop.

In de regio Midden-Limburg hechten we er veel waarde aan dat mensen maatschappelijk nuttige activiteiten op vrijwillige basis uitvoeren. De gemeente beoordeelt of de uitkeringsgerechtigde met de activiteiten die hij vrijwillig verricht, ook zijn verplichtingen nakomt.

De tegenprestatie wordt afgestemd op de individuele omstandigheden. Ook is er nauwkeurig gekeken naar de activiteiten die als tegenprestatie worden ingezet. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan: sneeuwruimen, zwerfafval opruimen, tuinonderhoud bij hulpbehoevende inwoners, ramen wassen bij verenigingen, seizoenswerkzaamheden bij een openluchtmuseum, opknappen van speeltuinen e.d.