Regeling vervallen per 05-06-2014

verordening op de instelling en werkwijze van commissies 2010

Geldend van 09-09-2010 t/m 04-06-2014

Intitulé

verordening op de instelling en werkwijze van commissies 2010

De raad van de gemeente Leudal

gelezen het advies van het presidium;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet ;

besluit:

vast te stellen de: verordening op de instelling en werkwijze van commissies 2010

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2. Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2. Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      De commissie Bestuur en Middelen;

    • b.

      De commissie Ruimte;

    • c.

      De commissie Samenleving

  • 2. De raadscommissie Bestuur en Middelen adviseert en overlegt onder meer over de volgende onderwerpen:

    • a.

      Brandweer

    • b.

      rampenbestrijding GHOR,

    • c.

      (Integrale) Veiligheid

    • d.

      APV

    • e.

      Communicatie

    • f.

      nationale samenwerking VNG, VLG ed.

    • g.

      Vreemdelingenbeleid, AZC

    • h.

      Dualisering

    • i.

      internationale samenwerking (jumelages, Euregio ed)

    • j.

      Stuurgroep GOML

    • k.

      Integrale handhaving

    • l.

      Horeca

    • m.

      gemeentelijke gebouwen

    • n.

      Buurtpreventie

    • o.

      Financiën en belastingen

    • p.

      documentaire informatievoorziening (ICT, I&A, regionaal archief)

    • q.

      Eigendommen

  • 3. De raadscommissie Ruimte adviseert en overlegt onder meer over de volgende onderwerpen:

    • a.

      Wonen (bouwen en wonen, monumentenzorg, volkshuisvesting, woonwagens);

    • b.

      Ruimtelijke ordening (ruimtelijke plannen, exploitatie bestemmingsplannen, grondbeleid en ontgrondingen, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht);

    • c.

      Plattelandsvernieuwing en plattelandsfuncties (landbouw, natuurbeheer en recreatie)

    • d.

      Werken

    • e.

      Economie (retail, horeca, toerisme en recreatie (natuur- en milieueducatie, Toeristisch Recreatieve Ontwikkelings Maatschappij, Vereniging voor Vreemdelingen Verkeer, bedrijventerreinen, Havens, Waterwegen, Ontwikkeling Midden- en Kleinbedrijf, Agrarische sector, Markten, Kermissen)

    • f.

      Openbare ruimte (beheer openbare ruimte, onderhoud gemeentelijke gebouwen, verkeer en openbaar vervoer, IJzeren Rijn, civiele techniek (weg- en rioolbeheer, kunstwerken), nutsbedrijven, begraafplaatsen)

    • g.

      Milieu (milieubeheer, duurzaamheid, afvalverwerking)

  • 4. De raadscommissie Samenleving adviseert en overlegt onder meer over de volgende onderwerpen:

    • a.

      Werkgelegenheid, inkomen en zorg

    • b.

      WMO

    • c.

      Sociale werkvoorziening

    • d.

      Coördinatie dorpsraden

    • e.

      Dorpsontwikkeling en leefbaarheid

    • f.

      Accommodatie- en subsidiebeleid

    • g.

      Cultuurbeleid

    • h.

      Vrijwilligerswerk en mantelzorg

    • i.

      Onderwijs en leerplicht

    • j.

      Welzijn, Sport

    • k.

      Volksgezondheid

  • 5. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij de voorzitters van de betrokken raadscommissies in overleg beslissen dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

  • 6. Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

  • 7. Op verzoek van het presidium, het college of de raad kan een raadsinformatiebijeenkomst worden belegd ter toelichting van onderwerpen, waarover de raad een besluit moet nemen, of waarover de raad raad geïnformeerd moet worden. Het voorzitterschap wordt vervuld door of namens de verzoekende partij.

Artikel 3. Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede, derde of vierde lid, genoemde onderwerpen;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • c.

    het voeren van overleg met het college, de burgemeester en / of de portefeuillehouder over de in artikel 2, tweede, derde of vierde lid, genoemde onderwerpen.

Artikel 4. Samenstelling

  • 1. De in de raad zitting hebbende fracties verdelen de door het presidium bepaalde aantal commissieleden per fractie over de onderscheidene commissies.

  • 2. De leden en plaatsvervangende leden worden door de fracties aangewezen.

  • 3. Bij verhindering van een lid, kan een ander namens die fractie optreden

  • 4. Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10 , 11 , 12 , 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid en plaatsvervangend lid van een raadscommissie.

Artikel 5. Voorzitter

  • 1. De voorzitter wordt door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De plaatsvervangend voorzitter wordt door de commissie uit haar midden benoemd.

  • 3. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 4. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6. Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, vierde lid, gestelde eisen.

  • 3. De fractie kan een door haar aangewezen lid ontstlaan.

  • 4. De raad kan de voorzitter ontslaan.

  • 5. Een lid en zijn plaatsvervanger en de voorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad en de commissie. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de fractie zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat door die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7. Griffier en commissiegriffier

  • 1. De raad benoemt ter ondersteuning van iedere raadscommissie een medewerker van de griffie als commissiegriffier.

  • 2. De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3. Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een door de griffier aangewezen medewerker van de griffie.

  • 4. De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3. Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8. Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

De voorzitter kan de burgemeester, één of meer wethouders en de secretaris uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

Hoofdstuk 4. Vergaderingen

Paragraaf 1. Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9. Vergaderfrequentie

  • 1. In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie plaats volgens een daartoe op voorstel van de griffier door het presidium vast te stellen rooster. De commissie Samenleving, Ruimte en Bestuur en Middelen hebben als resp. vergaderdagen de maandag, dinsdag en woensdag.

  • 2. De vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 19.30 uur en vinden plaats in het gemeentehuis.

  • 3. Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien ten minste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 4. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de commissiegriffier.

Artikel 10. Vaststellen van de conceptagenda van de commissie

  • 1. De voorzitter en de commissiegriffier stellen een voorlopige agenda op.

  • 2. Op deze agenda komen in ieder geval de raadsvoorstellen waarover de commissie aan de raad moet adviseren met inachtneming van de verdeling naar commissie conform artikel 2 van deze verordening.

Artikel 11. Oproep

  • 1. De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 12, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 12. De agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 2. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 4. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 13. Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kunnen stukken ook op elektronische wijze aan een ieder ter beschikking worden gesteld.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 14. Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in de Streekbode en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

  • 3. Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

    Paragraaf 2. Orde der vergadering

Artikel 15. Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16. Opening vergadering en quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 17. Spreekrecht burgers

  • 1. Burgers hebben spreekrecht. Zij kunnen het woord voeren in de commissievergadering over geagendeerde onderwerpen.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit binnen een redelijke termijn voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

Artikel 18. Verslag

  • 1. Het conceptverslag van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. Het conceptverslag wordt op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 2. Bij het begin van de vergadering wordt het verslag van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3. De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht een voorstel tot wijziging van het verslag aan de raadscommissie te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot wijziging dient voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier te worden ingediend.

  • 4. Het verslag houdt in:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester en de wethouders, de secretaris en de ter vergadering aanwezige leden, allen voorzover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      welke leden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene;

    • e.

      een weergave van de open standpuntbepaling en een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van eventuele afwijkende meningen en standpunten van fracties.

  • 5. Het verslag wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de commissiegriffier.

  • 6. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 19. Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 20. Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker wordt in zijn betoog niet gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

  • 5. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 21. Beraadslaging

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt op een zodanige wijze dat alle fracties hun inbreng kunnen leveren, en zolang totdat de voorzitter besluit dat een onderwerp voldoende is besproken om tot besluitvorming over te gaan dan wel af te ronden.

  • 2. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 3. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 22. Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 23. Advies

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3. Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4. In het advies worden de standpunten van alle fracties en buitengewone leden opgenomen.

Hoofdstuk 5. Besloten vergadering

Artikel 24. Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 25. Verslag

  • 1. Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 2. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 26. Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen. Artikel 20 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 27. Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6. Toehoorders en pers

Artikel 28. Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 29. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 30. Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 31. Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 32. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking

Op dat tijdstip vervalt de verordening op de instelling en werkwijze van commissies van de raad van de gemeente Leudal vastgesteld bij raadsbesluit van 24 april 2007 en gewijzigd bij raadsbesluit van 15 april 2008.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Leudal d.d. 1 augustus 2010
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL
De griffier, De voorzitter,
Drs. W.A.L.M. Cornelissen, A.H.M. Verhoeven MPM