Regeling vervallen per 01-01-2010

Verordening regelende de subsidiëring van gemeenschapshuizen en woontussenvoorzieningen

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2009

Intitulé

Verordening regelende de subsidiëring van gemeenschapshuizen en woontussenvoorzieningen

DE RAAD DER GEMEENTE HAELEN,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 9 december 1994, nr. 9/10;

gelet op artikel 147 van de gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende:

Verordening regelende de subsidiëring van gemeenschapshuizen en woontussenvoorzieningen

Artikel 1

  • 1. Het exploitatietekort van een stichting die een gemeenschapshuis dan wel een woontussenvoorziening exploiteert wordt door de gemeente gedekt, indien aan de voorwaarden en bepalingen van deze verordening wordt voldaan.

  • 2. Bij het bepalen van het exploitatietekort blijven buiten beschouwing de tekorten voortvloeiende uit in het gemeenschapshuis dan wel woontussenvoorziening te houden voorstellingen, tentoonstellingen en andere evenementen met uitzondering van die, welke door burgemeester en wethouders in het kader van deze verordening subsidiabel zijn gesteld.

Artikel 2

Uitsluitend de door een stichting geëxploiteerde en de door de raad als zodanig aangemerkte gemeenschapshuizen en woontussenvoorzieningen komen voor subsidie in aanmerking.

Artikel 3

  • 1. Om voor subsidie in aanmerking te komen moet jaarlijks aan burgemeester en wethouders worden overgelegd:

    • a.

      vóór 1 september een begroting voor het volgend exploitatiejaar;

    • b.

      vóór 1 april van elk jaar de rekening en verantwoording, voorzien van een toelichting over het afgelopen exploitatiejaar, welke bescheiden voor akkoord getekend dienen te zijn door een door de stichting aangewezen erkend administratiekantoor.

  • 2. Voor de toepassing van deze verordening is het exploitatiejaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 4

De stichting is verplicht aan burgemeester en wethouders of aan een door deze aan te wijzen ambtenaar inzage te geven in alle boeken en bescheiden, betrekking hebbende op de financiële administratie en boekhouding, alsmede alle overige inlichtingen te verstrekken, welke nodig worden geacht voor het verkrijgen van een juist inzicht. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd omtrent de inrichting van de boekhouding nadere voorschriften te geven.

Artikel 5

Uitgaven, welke naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet kunnen worden geacht te behoren tot de normale uitoefening van de door de stichting op zich genomen taak of uitgaven, welke over meer jaren behoren te worden verdeeld, worden geheel, respektievelijk gedeeltelijk in mindering gebracht op de exploitatielasten.

Artikel 6

  • 1. Aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders zijn onderworpen de besluiten van de stichtingsbesturen tot:

    • a.

      het vaststellen, wijzigen of intrekken van statuten, huishoudelijke reglementen en voorwaarden waaronder verhuring c.q. ingebruikgeving plaatsvindt;

    • b.

      het vaststellen van de begroting en de rekening;

    • c.

      het aangaan van geldleningen en rekening-courant-overeenkomsten, het uitlenen van gelden en het waarborgen van door derden aangegane geldelijke verplichtingen;

    • d.

      het kopen, ruilen, vervreemden en bezwaren van onroerend goed;

    • e.

      het verbouwen, uitbreiden en veranderen van de inrichting;

    • f.

      het doen van uitgaven, waarvan het nut zich over meer jaren uitstrekt;

    • g.

      het vaststellen en wijzigen van de tarieven voor het gebruik van de lokalen en van de verkoopprijzen van de dranken;

    • h.

      het aanstellen van personeel en de bezoldiging daarvan;

    • i.

      het in gebruik geven voor andere doeleinden van een ruimte, welke in hoofdzaak is bestemd voor sport en/of gymnastiekbeoefening;

    • j.

      het oprichten van of het deelnemen aan stichtingen, vennootschappen, coöperaties en andere instellingen of verenigingen;

    • k.

      het voeren van rechtsgedingen, hetzij in eerste aanleg dan wel in beroep of cassatie;

    • l.

      het berusten in tegen de stichting ingestelde rechtsvorderingen.

  • 2. De bepalingen genoemd in lid 1 onder g en i zijn niet van toepassing op de woontussenvoorzieningen.

Artikel 7

  • 1. De stichting is verplicht:

    • a.

      het gemeenschapshuis dan wel de woontussenvoorziening in goede staat te onderhouden en niet van aard en bestemming te veranderen;

    • b.

      het gemeenschapshuis dan wel de woontussenvoorziening slechts te gebruiken voor aktiviteiten die rechtstreeks voortvloeien uit de eigen doelstelling danwel daarmee traditioneel verbonden zijn en niet voor aktiviteiten met een zuiver particulier karakter die in elk geval omvatten recepties, bruiloften, koffietafels en partijen in de particuliere sfeer. Het gebruik van de woontussenvoorziening voor kleinere partijen door of ten behoeve van bewoners van de bij deze voorziening behorende woningen is toegestaan.

  • 2. De exploitatie van het gemeenschapshuis dan wel de woontussenvoorziening mag niet aan derden worden overgedragen.

  • 3. De inventaris, met name meubilair en serviesgoed, mag niet worden verhuurd of anderszins buiten het gebouw ter beschikking worden gesteld aan derden.

  • 4. Het bepaalde in lid 1b is niet van toepassing op Trefcentrum Aldenghoor terwijl het bepaalde in lid 3 niet van toepassing is op Trefcentrum Aldenghoor en de woontussenvoorzieningen met dien verstande dat het servies van de woontussenvoorzieningen alleen ter beschikking gesteld mag worden van de bewoners van de bij deze voorzieningen behorende woningen.

Artikel 8

De stichting is verplicht de haar in eigendom toebehorende gebouwen en de daarbij behorende inboedel te verzekeren tegen de nadelige gevolgen van brand- en stormschade, zulks op basis van vervangingswaarde, en de hoogte van het verzekerd bedrag regelmatig aan te passen aan de vervangingswaarde van het verzekerde.

Artikel 9

De stichting is verplicht een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid af te sluiten, een en ander ten genoegen van burgemeester en wethouders.

Artikel 10

Tot uitbetaling van het in artikel 1 bedoeld subsidie zal eerst worden overgegaan, wanneer blijkt dat de stichting met inachtneming van haar doelstellingen al het mogelijke heeft gedaan tot verkrijging van zo hoog mogelijke inkomsten.

Artikel 11

In afwachting van de vaststelling van het definitieve subsidiebedrag wordt 4/5 gedeelte van het in de gemeentebegroting geraamde subsidie als voorschot uitbetaald in vier termijnen, vervallende op de laatste dag van elk kwartaal.

Indien het als voorschot uitbetaalde bedrag hoger is dan het definitieve subsidie dient het teveel genoten bedrag onverwijld in de gemeentekas te worden teruggestort.

Artikel 12

Bij niet of niet behoorlijke nakoming van de in deze verordening gestelde voorwaarden en bepalingen kunnen burgemeester en wethouders het subsidie over enig exploitatiejaar geheel of gedeeltelijk weigeren.

Artikel 13

Bij liquidatie is de stichting verplicht, voorzover het batig saldo van de liquidatierekening zulks toelaat, het van de gemeente ontvangen subsidie terug te betalen.

Artikel 15

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1995.

  • 2. Alsdan vervalt de bij besluit van 24 mei 1993 vastgestelde Verordening regelende de subsidiëring van gemeenschapshuizen.

Ondertekening

Gedaan in de openbare vergadering van 19 december 1994.
De Secretaris, De Voorzitter,