Regeling vervallen per 19-03-2020

Verordening bedrijveninvesteringszone bedrijventerrein Ittervoort 2016-2020

Geldend van 29-12-2015 t/m 18-03-2020

Intitulé

Verordening bedrijveninvesteringszone bedrijventerrein Ittervoort 2016-2020

De gemeenteraad van gemeente Leudal

Gezien het voorstel het college d.d. 21 juli 2015 nummer 336.

Gelet op artikel 1, eerste en derde lid, artikel 2, eerste lid , artikel 3, eerste lid, en artikel 7, eerste en vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

Gezien de uitvoeringsovereenkomst van 21 juli 2015 gesloten met Stichting BIZ Bedrijventerrein Ittervoort;

besluit vast te stellen:

de Verordening bedrijveninvesteringszone bedrijventerrein Ittervoort 2016-2020.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    bedrijveninvesteringszone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart (bijlage I);

  • b.

    de wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • d.

    Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Leudal en Stichting BIZ Bedrijventerrein Ittervoort gesloten uitvoeringsovereenkomst van 21 juli 2015.

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1. Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2. De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 3 Belastingobject

Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt geheven van:

    • a.

      de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject gebruikt;

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld;

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde zoals deze geldt voor het kalenderjaar.

  • 2. Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

  • 3. In afwijking van dit artikel wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 6 Vrijstellingen

In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:

  • a.

    voor de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;

  • b.

    glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;

  • c.

    onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

  • d.

    één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928 , met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen;

  • e.

    natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden;

  • f.

    openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

  • g.

    waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;

  • h.

    werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;

  • i.

    werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken;

  • j.

    belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;

  • k.

    straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

  • l.

    plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

  • m.

    begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

  • n.

    belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs;

  • o.

    belastingobjecten die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft, voor zover die objecten bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club- en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunst of cultuur, of voor andere activiteiten van sociale of culturele aard;

  • p.

    belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid.

  • q.

    de objecten die vermeld staan in de bijlage Vrijstellingen BIZ-bijdrage Ittervoort (bijlage 3). In bijlage 3 staan vermeld de (vrijgestelde) objecten zoals ze zijn opgenomen in de WOZ-administratie (qua objectcode en objectomschrijving).

Artikel 7 Belastingtarief

Het tarief bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Dit percentage bedraagt 0,12% waarbij de BIZ-bijdrage maximaal € 2.500 per WOZ-object bedraagt.

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als volgt worden betaald:

    • a.

      Bij niet automatische incasso:

      in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn één maand later.

    • b.

      Bij automatische incasso:

      in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde

Artikel 10 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

Artikel 11 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

Artikel 12 Aanwijzing stichting

De Stichting BIZ Bedrijventerrein Ittervoort wordt aangewezen als stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet.

Artikel 13 Algemeen

Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening gemeente Leudal niet van toepassing.

Artikel 14 Subsidievaststelling

  • 1. De subsidie voor de uitvoering van de activiteiten wordt verstrekt aan de in artikel 12 aangewezen stichting.

  • 2. De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen.

  • 3. De eventuele minderopbrengsten (bijvoorbeeld als gevolg van waardevermindering door bezwaar en beroep of oninbaarheid van de belastingbedragen) zijn voor rekening en risico van de Stichting. Eventuele meeropbrengsten komen ten goede aan de Stichting.

  • 4. In de uitvoeringsovereenkomst worden nadere regels gesteld over de wijze van verrekening van de meer- en minderopbrengsten van de geheven BIZ-bijdragen ten opzichte van de betaalde voorschotten

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening BI-zone bedrijventerrein Ittervoort 2016-2020”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Leudal, 8 september 2015.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL
De griffier,De voorzitter,
drs. W.A.L.M. CornelissenA.H.M. Verhoeven MPM

Bijlage 1 kaart van de bedrijveninvesteringszone Ittervoort

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 Belastingobjecten voor de BIZ bijdrage Ittervoort

Hoofdcode

Omschrijving

Hoofdcode

Omschrijving

2111

Winkel met woning

3121

Cafetaria/snackbar

2112

Groothandel met woning

3122

Cafe/bar/restaurant

2113

Toonzaal met woning

3123

Bar/dancing/discotheek

2119

Overige detailhandel met woning

3124

Hotel/motel

2121

cafetarie/snackbar met woning

3125

Pension/logiesgebouw

2122

Cafe/bar/restaurant met woning

3141

Kantoor

2123

Bar/dancing/discotheek met woning

3142

Kantoor in bedrijfsverz.geb.

2124

Hotel/motel met woning

3143

Kantoor (solitair)

2125

Pension/logiesgebouw met woning

3144

Studiogebouw

2141

Kantoor met woning

3151

Bank

2142

Kantoor in bedrijfsverz.geb. met woning

3161

Laboratorium

2144

Studiogebouw met woning

3162

Praktijkruimte

2161

Laboratorium met woning

3167

Atelier/Werkruimte

2162

Praktijkruimte met woning

3171

Showroom/werkplaats/garage

2171

Showroom/werkplaats/garage met woning

3172

Autoshowroom met garage

2172

Autoshowroom + garage

3173

Onderhoud/reparatie

2173

Onderhoud/reparatie met woning

3174

Produktie (fabriek)

2174

Produktie (fabriek) met woning

3175

Opslag/distributie

2175

Opslag/distributie met woning

3176

Atelier/werkruimte

2176

Atelier/werkruimte met woning

3623

Electriciteitscentrale

3111

Winkel

3624

Windmolen

3112

Groothandel

3625

Warmtekracht koppeling

3113

Toonzaal

3631

Luchthaven/Vliegbasis/-veld

3114

Kiosk

3634

NS-Station

3119

Overig detailhandel

3635

Busstation

3636

Parkeerplaats in garage

3637

Parkeergarage

3638

Benzinestation

3639

Overig transport

3661

Postkantoor

3663

Postsorteerbedrijf

Bijlage 3 Vrijstellingen BIZ-bijdrage Ittervoort

Vrijstellingen BIZ-bijdrage Ittervoort

Hoofdcode

Omschrijving

3519

Tennisbaan

3617

Gemaal

3618

Gasdistributiestation

3619

Stroomdistributiestation

3620

Trafo vrijgesteld <2 m²

3621

Trafo

3622

Hoogspanningsmast

3629

Overig energie en water

3664

Telefooncentrale

3665

Zendmast

3666

Televisiemast

3667

Overige communicatie

3668

Geldautomaat

3669

Overige Communicatie

3999

Overige onroerende niet-woning

4100

Ongebouwd (belast)

4111

Bouwterrein (belast)

4115

Parkeerterrein/-plaats (belast)

4116

Opslagterrein (belast)

4199

overig terrein