Regeling vervallen per 08-10-2020

Beloningsbeleid gemeente Leudal

Geldend van 01-01-2016 t/m 07-10-2020

Intitulé

Beloningsbeleid gemeente Leudal

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE LEUDAL

gelet op het bepaalde in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR)/Uitwerkingsovereenkomst (UWO);

gehoord de bijzondere commissie voor georganiseerd overleg d.d. 12 november 2015;

b e s l u i t e n

vast te stellen het navolgende BELONINGSBELEID GEMEENTE LEUDAL

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Medewerker:

    de medewerker in de zin van artikel 1:1, lid 1, sub a van de CAR-UWO.

  • b.

    salaris:

    het salaris, als bedoeld in artikel 1:1 van de CAR-UWO;

  • c.

    salaristoelagen:

    de salaristoelagen, als bedoeld in artikel 1:1 van de CAR-UWO;

  • d.

    salarisschaal:

    de salarisschaal, als bedoeld in artikel 1:1 van de CAR-UWO;

  • e.

    maximum salaris:

    het hoogste bedrag van een salarisschaal;

  • f.

    volledige dienstverband:

    het volledige dienstverband als bedoeld in artikel 1:1 van de CAR-UWO;

  • g.

    Kwalificaties functioneren:

  • a.

    uitstekend: het functioneren van de medewerker overtreft de gestelde eisen in uitzonderlijke mate;

  • b.

    goed: het functioneren van de medewerker overtreft de gestelde eisen in ruime mate;

  • c.

    voldoende: het functioneren van de medewerker voldoet aan de gestelde eisen;

  • d.

    matig: het functioneren van de medewerker voldoet niet geheel aan de gestelde eisen;

  • e.

    onvoldoende: het functioneren van de medewerker voldoet niet aan de gestelde eisen.

Artikel 2 Vaststelling salaris

  • 1. Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag, te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

  • 2. Het salaris van de medewerker met een onvolledig dienstverband wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledig dienstverband.

  • 3. De salarissen van medewerkers wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen.

Artikel 3 Aanloopschaal

  • 1. Indien de medewerker (nog) niet voldoet aan de hiervoor genoemde eisen/afspraken wordt hij ingepast in de aanloopschaal (één schaal lager dan de functieschaal).

  • 2. Bevordering vanuit de aanloopschaal naar de functieschaal geschiedt bij gebleken geschiktheid en voldoen aan de hiervoor genoemde eisen/afspraken uiterlijk één jaar na toekenning van de aanloopschaal.

  • 3. Indien de medewerker reeds de functieschaal heeft dan vindt geen wijziging plaats.

Artikel 4 Periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Het salaris van de medewerker die matig, voldoende of goed functioneert, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag.

  • 2. De periodieke verhogingen worden toegekend aan de medewerker die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, steeds op 1 januari van elk jaar.

  • 3. Het college kan voor wat het tijdstip van de eerste periodieke verhoging bij aanstelling, van het onder lid 2 genoemde tijdstip afwijken.

Artikel 5 Extra periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Aan de medewerker die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan twee periodieke salarisverhogingen worden toegekend, waarbij het maximumsalaris in de schaal niet kan worden overschreden. Deze extra periodiek verhoging kan worden toegekend op grond van het, gedurende twee opeenvolgende jaren goed functioneren.

  • 2. Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 2 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

Artikel 6 Geen periodieke verhoging

  • 1. Indien een medewerker onvoldoende functioneert, kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 2 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

  • 2. Indien een medewerker in twee opeenvolgende jaren matig functioneert, kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 2 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

  • 3. Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de medewerker zo spoedig mogelijk, maar in elk geval vóór de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk op de hoogte gesteld, onder vermelding van de redenen die tot de beslissing hebben geleid.

Artikel 7 Bevordering naar een hogere salarisschaal

  • 1. Wanneer de medewerker wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hogermaximumsalaris wordt:

    het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eerstvolgende bedrag in die schaal. Hiermee wordt gerealiseerd dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

  • 2. Voor zover nodig zal de vooruitgang in salaris ten gevolge van de indeling in de schaal met een hoger maximumsalaris nooit minder bedragen dan bij verhoging ingevolge artikel 3 in de schaal waarin de medewerker wordt ingedeeld.

Artikel 8 Functioneringstoelage

  • 1. Aan een medewerker die het maximum van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, kan een functioneringstoelage worden toegekend, indien betrokkene gedurende twee opeenvolgende jaren goed heeft gefunctioneerd.

  • 2. Het recht op deze tijdelijke functioneringstoelage wordt steeds voor één jaar verstrekt. Een vervolg hierop dient opnieuw met een beoordeling met het oordeel goed te zijn onderbouwd.

  • 3. De hoogte van deze toelage is 4% van het bruto maandsalaris wanneer een medewerker twee jaar bovenmatig (goed) functioneert en 8% van het bruto maandsalaris wanneer een medewerker twee jaar uitmuntend functioneert.

Artikel 9 Garantietoelage

Indien een medewerker wordt geplaatst in een functie waaraan een lagere salarisschaal is verbonden dan wordt het hem een garantietoelage toegekend gelijk aan het salaris c.q. salarisperspectieven van zijn voormalige functie.

Artikel 10 “Boter bij de vis” beloning

  • 1. Aan een (groep)medewerker(s) waarbij een éénmalige actie/prestatie/succes extra aandacht verdient, kan een beloning in natura (boter bij de vis, bijvoorbeeld diner-/ cadeau bon) worden toegekend.

  • 2. De beloning bedraagt minimaal € 25,- en maximaal € 100,- per persoon.

  • 3. Daar waar bedragen staan genoemd zal één keer per vijf jaar een actualisatie plaatsvinden in verband met de indexering van bedragen.

Artikel 11 Gratificatie

  • 1. Indien een medewerker gedurende een langere tijd een uitstekende individuele of collectieve prestatie in of naast de eigen functie heeft geleverd, kan aan hem een gratificatie worden toegekend.

  • 2. De gratificatie wordt in nettobedragen toegekend en bedraagt minimaal € 100,- en maximaal € 750,- per persoon.

  • 3. Daar waar bedragen staan genoemd zal één keer per vijf jaar een actualisatie plaatsvinden in verband met de indexering van bedragen.

Artikel 12 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet billijk voorziet treft het college een bijzondere

regeling.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016 en kan worden aangehaald als het“Beloningsbeleid gemeente Leudal”.

  • 2. Op de in het eerste lid genoemde datum vervallen:

    • -

      de Bezoldigingsverordening gemeente Leudal van 30 januari 2007;

    • -

      de Inconvenientenregeling gemeente Leudal van 27 april 2010.

    • -

      de Richtlijnen flexibel belonen van 13 december 2011;

    • -

      de Vergoedingsregeling bedrijfshulpverlening gemeente Leudal van 11 december 2012;

Ondertekening

Heythuysen, 8 december 2015
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEUDAL,
De secretaris, De burgemeester,
D.J.E. Noppers A.H.M. Verhoeven