Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017 en bijbehorende Tarieventabel 2017

Geldend van 17-12-2016 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017 en bijbehorende Tarieventabel 2017

De gemeenteraad van gemeente Leudal

Gezien het voorstel van het college d.d. 8 november 2016

Gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet;

Besluit

vast te stellen de volgende:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017 en bijbehorende Tarieventabel 2017.

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse Identiteitskaart en een reisdocument als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Paspoortwet,

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in onderdeel 3.2.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een algemeen nut beogende instelling of plaatselijke non-profitinstelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving,

    dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De artikelen en tarieventabel van de ‘Legesverordening 2015” vervallen met ingang van 1 januari 2017, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. De op artikel 10 van de in het eerste lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening.

  • 3. Indien het voorstel van Rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege laten vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbod is opgelegd ( Kamerstukken I 2015/2016, 34358(R2065), nr A), tot wet is of wordt verheven en artikel 1 van die wet in werking treedt, wordt in artikel 2, onder nummering van de bestaande tekst tot eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidende:

    2 Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Legesverordening 2017”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Leudal van 13 december 2016.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL
De griffier,
De burgemeester,
drs. W.A.L.M. Cornelissen
A.H.M. Verhoeven MPM

Tarieventabel 2017 behorende bij de legesverordening 2017

TITEL 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Euro

1.1.1

Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk of voor de registratie van een partnerschap op:

1.1.1.1

maandag- of woensdagochtend om 09.00 uur in de vergaderruimte de vier Uitersten in het gemeentehuis te Heythuysen of, in een op dat moment beschikbare ruimte, waarbij buiten het bruidspaar/partners waarvan een van beide inwoner van de gemeente Leudal moet zijn, maximaal 4 personen aanwezig zijn, gedurende een ceremonie die in totaal niet meer dan 15 minuten in beslag zal nemen en waarbij verdere (persoonlijke) wensen etc. niet aan de orde zijn

gratis

Voor additionele producten worden de betreffende tarieven in rekening gebracht

1.1.1.2

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of voor de registratie van een partnerschap op

1.1.1.2.1

maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 19.00 uur met uitzondering van de gratis mogelijkheden als vermeld onder 1.1.1.1

250,00

1.1.1.2.2

zaterdag en zondag of een algemeen erkende feestdag als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Algemene Termijnenwet uitgezonderd de vijfde mei, tussen 09.00 en 19.00 uur

400,00

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

1.1.2.1

maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 19.00 uur

250,00

1.1.2.2

zaterdag en zondag of een algemeen erkende feestdag als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Algemene Termijnenwet uitgezonderd de vijfde mei, tussen 09.00 en 19.00 uur

400,00

1.1.3

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

1.1.3.1

op maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 19.00 uur

350,00

1.1.3.2

op zaterdag en zondag of een algemeen erkende feestdag als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Algemene Termijnenwet uitgezonderd de vijfde mei, tussen 09.00 en 19.00 uur

550,00

1.1.4.1

Het tarief voor het aanwijzen van een trouwlocatie voor één dag bedraagt

Bij intrekking van het verzoek vindt geen restitutie plaats.

95,00

1.1.4.2

Het tarief voor het benoemen van een Buitengewoon Ambtenaar van de Burgerlijke Stand voor één dag, onbezoldigd en hiervoor is een actueel benoemingsbesluit met bijbehorende beëdiging in een andere gemeente vereist Bij intrekking van het verzoek vindt geen restitutie plaats

75,00

1.1.5.1

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje

30,00

1.1.5.2

Het tarief voor aanvullende diensten door of vanwege de gemeente bedraagt voor

1.1.5.2.a

het optreden van een ambtenaar als getuige bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap in het gemeentehuis te Heythuysen, per ambtenaar

25,00

1.1.5.2.b

het optreden van een ambtenaar als getuige bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap op elke andere locatie, per ambtenaar

50,00

1.1.5.3

Het wijzigen of annuleren van een datum en/of tijdstip van een reeds vastgelegd huwelijk of geregistreerd partnerschap

65,00

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

23,75

1.1.7

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

Euro

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort faciliteitenpaspoort en zakenpaspoort

1.2.1.1.1

voor een persoon van 18 jaar en ouder

64,75

1.2.1.1.2

Voor een persoon jonger dan 18 jaar

51,45

1.2.1.2

Tot het verstrekken van een reisdocument voor vluchtelingen en vreemdelingen

51,45

1.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart

1.2.2.1

Voor een persoon van 18 jaar of ouder

50,65

1.2.2.2

Voor een persoon jonger dan 18 jaar

28,60

1.2.3

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.2 alsmede in 1.2.2.1 en 1.2.2.2 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

47,55

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Euro

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

38,95

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

34,10

1.3.3

Indien op het moment van aanvraag het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen heeft verklaard dat de aanvrager op basis van een medische indicatie geschikt is voor het besturen van een motorrijtuig voor een periode korter dan 5 jaar wordt het tarief als bedoeld in 1.3.1 verminderd met een bedrag van € 12,50

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen

 

Euro

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de Basisregistratie personen (BRP) moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een uittreksel uit de Basisregistratie personen met gegevens van:

1.4.2.1

één persoon

8,50

1.4.2.2

meerdere personen, wonende op hetzelfde adres of deel uitmakende van één gezin

8,50

1.4.2.3

Indien de onder 1.4.2.1 en 1.4.2.2 genoemde aanvragen middels internet (DigiD) plaatsvinden

4,50

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de Basisregistratie personen

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

22,10

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen het maximale bedrag zoals bij ministeriële regeling vastgesteld.

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen met betrekking tot niet in de Basisregistratie personen opgenomen gegevens, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

23,75

1.4.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een persoonslijst

8,50

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

gereserveerd

Hoofdstuk 6

Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

 

Euro

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

1.6.1.1

bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:

1.6.1.1.1

ten hoogste 100 pagina’s, € 0,23 per pagina tot een maximumbedrag van € 5,-- voor elke afzonderlijke mededeling

1.6.1.1.2

meer dan 100 pagina’s

22,50

1.6.1.2

bij verstrekking anders dan op papier

5,00

1.6.1.3

dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking

22,50

1.6.2

Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

gereserveerd

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

Euro

1.8.1

gereserveerd

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

1.8.2.1

de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988

7,00

1.8.2.2

het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988

7,00

1.8.2.3

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

10,60

1.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

1.8.3.1

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres

10,60

1.8.3.2

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie

10,60

1.8.3.3

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat

10,60

1.8.3.4

de gebouwenregistratie

10,60

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

Euro

1.9

Het tarief tot bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

41,35

1.9.2

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

8,00

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

Euro

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

23,75

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

gereserveerd

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

gereserveerd

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

Euro

1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.13.1

tot het verkrijgen van een gemeentegarantie

60,00

1.13.2

tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening

60,00

Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen

Euro

1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

1.14.1

een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5 van de Marktverordening 2009 (individuele vergunning)

52,00

1.14.2

inschrijving op de wachtlijst als bedoeld in artikel 10 van het Marktreglement 2009

15,00

1.14.3

verlenging van de inschrijving als bedoeld in onderdeel 1.14.2

15,00

1.14.5

overschrijving van de standplaatsvergunning op naam van een ander als bedoeld in artikel 13 van het Marktreglement 2009

30,00

1.14.6

vergunning om zich op de standplaats te laten vervangen als bedoeld in artikel 18 van het Marktreglement 2009

30,00

1.14.7

ontheffing om de standplaats niet tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen als bedoeld in artikel 20 van het Marktreglement 2009

15,00

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

Euro

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.15.1

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

40,00

1.15.2

tot het wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing

40,00

Hoofdstuk 16 Kansspelen

Euro

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.16.1.1

vervallen

1.16.1.2

vervallen

1.16.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt onbepaalde tijd

226,50

1.16.1.4

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd,

1.16.1.4.1

voor de eerste kansspelautomaat

226,50

1.16.1.4.2

en voor iedere volgende kansspelautomaat

136,00

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

vervallen

Hoofdstuk 17 gereserveerd

gereserveerd

Hoofdstuk 18 Telecommunicatie

Euro

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

47,50

1.18.1.1

indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

1,20

1.18.1.2

indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

1,20

1.18.1.3

indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met

47,50

1.18.1.5

indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

1.18.2

Indien een begroting als bedoeld in 1.18.1.5 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

Euro

1.19

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.19.1.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

70,00

1.19.1.2

een ontheffing, als bedoeld in artikel 61b van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (toestemming om met een huifkar achter een gemotoriseerd voertuig op de openbare weg te mogen rijden)

45,00

1.19.2

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

70,00

1.19.3

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

45,00

1.19.4

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) met geneeskundig onderzoek

100,00

1.19.5.1

tot het verlenen van een ontheffing of het afgeven van een verklaring van geen bezwaar op grond van artikel 148, lid 1, sub b van de Wegenverkeerswet voor het houden van een wedstrijd als bedoeld in artikel 10 van de Wegenverkeerswet

vervallen

1.19.5.2

tot het afgeven van een verklaring van geen bezwaar ten aanzien van het houden van een toertocht met voertuigen op de binnen de gemeente Leudal gelegen wegen, zijnde geen wedstrijd als bedoeld in artikel 10 van de Wegenverkeerswet

45,00

1.19.6

tot het verstrekken van een duplicaat ontheffing

23,75

1.19.7

tot het nemen van een verkeersbesluit

140,00

1.19.8.1

tot het verkrijgen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

140,00

1.19.8.2

een aangepast kenteken onderbord plaatsen bij een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken ten gevolge van het wijzigen van het kenteken

36,25

1.19.9

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:33 lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Leudal (beperking verkeer in natuurgebieden)

45,00

1.19.10

tot het verkrijgen van een ontheffing van de route van gevaarlijke stoffen op grond van artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (WVGS)

95,00

1.19.11

De in 1.19.1.1 en 1.19.9 verschuldigde leges zijn niet van toepassing op eigenaren, pachters en landbouwbeheerders voor het bereiken van hun landbouwgronden.

Hoofdstuk 20 Diversen

Euro

1.20.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.20.1.1

tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening (kapvergunning)

1.20.1.1.1

indien het een boom of bomen betreft welke is of zijn vermeld op een lijst van aangewezen beschermenswaardige bomen, of waar het voornemen bestaat om deze op deze lijst te plaatsen

95,00

1.20.1.1 2

als gevolg van legalisatie na illegale kap: indien het een boom of bomen betreft welke is of zijn vermeld op een lijst van aangewezen beschermenswaardige bomen, of waar het voornemen bestaat om deze op deze lijst te plaatsen

300,00

1.20.1.2

Tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:6 APV (plaatsing kampeermiddel)

40,00

1.20.1.3

Tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in art. 5.13 van de APV (collectevergunning)

vervallen

1.20.1.4.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 5:34 APV (stookontheffing)

60,00

1.20.1.4.2

Kamp- en vreugdevuren, voor zover het St.Maartensvuren betreft welke worden aangevraagd door geregistreerde buurtverenigingen, samenwerkende buurtverenigingen, dorpsraden of andere door of namens het college aan te wijzen organisaties

gratis

1.20.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.20.2.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen,

5,00

1.20.2.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.20.2.2.1

per pagina op papier van A4-formaat

0,10

1.20.2.2.2

per pagina op papier van een ander formaat

0,15

1.20.2.3

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.20.2.1 en 1.20.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

17,50

1.20.2.4

een voor de aanvrager gunstige beschikking op een aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

47,50

1.20.2.5

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

5,00

TITEL 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING / OMGEVINGSVERGUNNING

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten: 

Vervallen

2.1.1.2

bouwkosten: 

Onder bouwkosten/aanlegkosten wordt verstaan de kosten die ontstaan door en worden gemaakt voor de realisering van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning of conceptaanvraag/principeaanvraag is aangevraagd dan wel verleend tot en met de oplevering van dat (bouw)werk, exclusief BTW, en worden berekend op basis van door het college van B&W vast te stellen dan wel vastgestelde genormeerde eenheidsprijzen per type bouwwerk (bouwkostenindicator).

2.1.1.3

sloopkosten: 

Vervallen

2.1.1.4

Wabo:

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.1.5

Heffingsgrondslag 

Voor de berekening van het legesbedrag wordt uitgegaan van de bouw-, aanleg en sloopkosten. Deze kosten worden afgerond op € 500,-- naar boven. Met betrekking tot de bouwvergunningen vormen de ambtshalve vastgestelde bouwkosten de grondslag voor de legesberekening. Deze worden bepaald door de opgegeven bouwkosten te toetsen aan de eenheidsprijzen voor bouwwerken die door het college van burgemeester en wethouders wordt vastgesteld.

2.1.1.6

Legesplicht en moment van legesheffing 

De aanvrager c.q. hij/zij die een dienst vraagt aan de gemeente is legesplichtig vanaf het moment waarop de (aan-) vraag is ingenomen. De leges worden geheven op of vanaf het moment dat aan het verzoek is voldaan of op de aanvraag is besloten of anderszins de behandeling is beëindigd. Alle legesbedragen worden bij heffing naar boven afgerond op een veelvoud van € 1,00.

2.1.1.7

Welstandsadvies 

Een advies dat is uitgebracht door een ingevolge de Woningwet / Wabo / bouwverordening ingestelde welstandscommissie/commissie ruimtelijke kwaliteit.

2.1.1.8

informatieverzoek 

Het geven van informatie op een klantvraag die betrekking heeft op een activiteit die onder de Wabo valt. De informatie betreft uitleg over de regels van wetgeving en vastgesteld beleid. Indien de klant een uitspraak wil over de haalbaarheid van een klantvraag, moet een conceptaanvraag worden ingediend

2.1.1.9

Conceptaanvraag 

Een conceptaanvraag is een aan de indiening van een omgevingsvergunning voorafgaand ingediend ontwerpaanvraag ter beoordeling van de haalbaarheid daarvan.

2.1.1.10

Principeaanvraag

Een principeaanvraag is een beoordeling van de haalbaarheid van een verzoek voor een wijziging of herziening van het bestemmingsplan conform artikel 3.1 en 3.6 lid 1a en 1b Wro, voorafgaand aan de indiening van een formeel verzoek hiertoe.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

2.1.4

LKM: Limburgs Kwaliteitsmenu, betreft provinciaal beleid van de provincie Limburg (provinciaal omgevingsplan Limburg). Dit Limburgs kwaliteitsmenu is doorvertaald in de gemeentelijke structuurvisie en de nota kwaliteit.

2.1.5

Kwaliteitscommissie: De kwaliteitscommissie van de gemeente Leudal benoemd door het college van burgemeester en wethouders op basis van de gemeentewet en de het reglement kwaliteitscommissie Leudal.

2.1.6

BOM+ plan: plan waarop de volgende LKM module van toepassing is: agrarische nieuwvestiging en uitbreiding en/ of de module uitbreiding glastuinbouw.

2.1.7

LKM plan: plan waarop de volgende LKM module van toepassing is: nieuwe landgoederen, gebiedseigen en niet-gebiedseigen toerisme en recreatie, uitbreiding bedrijventerreinen, uitbreiding solitaire bedrijven, nieuwe (solitaire) woningbouw en projectmatige woningbouw in uitleggebieden en overige (maatschappelijke) functies.

Hoofdstuk 2 Beoordeling conceptaanvraag

Euro

2.2.0.0

Het basistarief voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag en/of principeaanvraag waar ook een activiteit bouwen deel van uit maakt, teneinde een indicatie te krijgen of een voorgenomen project in het kader van de Wabo en/of Wro haalbaar is, bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag waarbij de voorgenomen bouwkosten lager zijn dan € 2500,-

100,00

2.2.0.1

Het basistarief voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag en/of principeaanvraag waar ook een activiteit bouwen deel van uit maakt, teneinde een indicatie te krijgen of een voorgenomen project in het kader van de Wabo en/of Wro haalbaar is, bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag waarbij de voorgenomen bouwkosten hoger zijn dan € 2.500,- en lager zijn dan € 10.000,-

240,00

2.2.0.2

Het basistarief voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag en/of principeaanvraag waar ook een activiteit bouwen deel van uit maakt, teneinde een indicatie te krijgen of een voorgenomen project in het kader van de Wabo en/of Wro haalbaar is, bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag waarbij de voorgenomen bouwkosten hoger zijn dan € 10.000,-

400,00

2.2.0.3

Het basistarief voor de beoordeling van een conceptaanvraag die enkel betrekking heeft op de activiteit kap en/of inrit/uitrit en/of sloop bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

120,00

2.2.0.4

Het basistarief voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag en/of principeaanvraag zonder een activiteit bouwen, teneinde een indicatie te krijgen of een voorgenomen project in het kader van de Wabo en/of Wro haalbaar is, bedraagt:

240,00

2.2.1

Indien bij het beoordelen van de conceptaanvraag de activiteit bouwen van toepassing is, wordt bij voorgenomen bouwkosten van € 10.000,-- of meer het in artikel 2.2.0.2 genoemde basistarief vermeerderd met 0.3 % van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 10.000,-- te boven gaan.

2.2.2

Indien uit de toetsing van een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag en/of principeaanvraag blijkt dat de aanvraag vergunningsvrij is, bedraagt het tarief in plaats van de bedragen genoemd in de artikelen 2.2.0.1, 2.2.0.2. en 2.2.1, conform artikel 2.10.3:

72,00

2.2.3

Indien uit toetsing van een conceptaanvraag en/of principeaanvraag blijkt dat het een BOM+ plan betreft en een advies vereist is van de kwaliteitscommissie, wordt het in artikel 2.2.0.1, 2.2.0.2 en 2.2.1 genoemde basistarief vermeerderd met:

300,00

2.2.3.1

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.3 bedraagt het tarief, indien een conceptaanvraag en/of principeaanvraag meer dan twee keer moet worden voorgelegd aan de kwaliteitscommissie ten behoeve van een BOM+ plan, per extra behandeling:

150,00

2.2.4

Indien uit toetsing van een conceptaanvraag en/of principeaanvraag blijkt dat het een LKM+ plan betreft en een advies vereist is van de kwaliteitscommissie, wordt het in artikel 2.2.0.1, 2.2.0.2 en 2.2.1 genoemde basistarief vermeerderd met:

750,00

2.2.4.1

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.4. bedraagt het tarief, indien een conceptaanvraag en/of principeaanvraag meer dan twee keer moet worden voorgelegd aan de kwaliteitscommissie ten behoeve van een LKM+ plan, per extra behandeling:

375,00

2.2.5

Indien uit toetsing van een conceptaanvraag en/of principeaanvraag blijkt dat medewerking enkel mogelijk is middels het wijzigen van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, het wijzigen van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 lid 1a en b van de Wet ruimtelijke ordening of het afwijken van het bestemmingsplan middels artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo, wordt het in artikel 2.2.0.1 en 2.2.0.2 genoemde basistarief vermeerderd met:

350,00

2.2.6

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.0.1 en 2.2.0.2 bedraagt het tarief, indien een aanvraag meer dan twee keer moet worden voorgelegd aan de commissie ruimtelijke kwaliteit, per extra behandeling:

85,00

2.2.6.1

Indien ten behoeve van een aanvraag, anders dan bij een bouwactiviteit, een advies van de commissie ruimtelijke kwaliteit benodigd is, wordt het in artikel 2.2.0.1, 2.2.0.2 en 2.2.1 genoemde basistarieven per behandeling vermeerderd met:

85,00

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Euro

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel.

In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten 

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief voor:

2.3.1.1.0

bouwkosten minder dan of gelijk aan € 2.500

160,00

2.3.1.1.1

bouwkosten vanaf € 2500 tot en met € 10.000

310,00

2.3.1.1.2

bouwkosten vanaf € 10.000 tot € 50.000 bedragen € 450,00 vermeerderd met 2.10% van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 10.000,- te boven gaan

2.3.1.1.3

bouwkosten € 50.000 tot 150.000 bedragen € 1290,00 vermeerderd met 2.3% van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 50.000,- te boven gaan

2.3.1.1.4

bouwkosten € 150.000 tot € 500.000 bedragen € 3590,00 vermeerderd met 2.0% van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 150.000,- te boven gaan

2.3.1.1.5

bouwkosten € 500.000 tot € 2.250.000 bedragen € 10590,00 vermeerderd met 1.55 % van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 500.000,- te boven gaan

2.3.1.1.6

bouwkosten € 2.250.000 en hoger bedragen € 37715,00 vermeerderd met 1.30% van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 2.250.000,- te boven gaat

2.3.1.2

Extra welstandstoets 

2.3.1.2.1

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien een aanvraag meer dan twee keer moet worden voorgelegd aan de commissie ruimtelijke kwaliteit (welstandscommissie), per extra behandeling:

85,00

2.3.1.2.2

Indien ten behoeve van een aanvraag, anders dan bij een bouwactiviteit, een advies van de commissie ruimtelijke kwaliteit benodigd is, wordt het in artikel 2.3.1.1 genoemd basistarief per behandeling vermeerderd met:

85,00

2.3.1.3

Beoordeling bodemrapport 

Behoudens de gevallen waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt afgeweken (buitenplanse afwijking (projectbesluit) en behoudens gevallen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen/wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, c.q. 3,6 lid 1 a en b van de Wet ruimtelijke ordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.2.1, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

vervallen

2.3.1.3.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport conform NEN 5725

vervallen

2.3.1.3.1 a

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport conform NEN 5740

vervallen

2.3.1.3.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

vervallen

2.3.1.4

Besluit hogere grenswaarde

2.3.1.4.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een besluit hogere grenswaarde op basis van de Wet geluidhinder bedraagt

725,00

2.3.1.5

Waterhuishouding (watertoets)

2.3.1.5.1

Behoudens de gevallen waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt afgeweken (buitenplanse afwijking (projectbesluit)) en behoudens gevallen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen/wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, c.q. 3,6 lid 1 a en b van de Wet ruimtelijke ordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.2.1, voor het in behandeling nemen van een onderzoek in het kader van de waterhuishouding (watertoets) zoals is vastgelegd in het Besluit Ruimtelijke Ordening

180,00

2.3.1.5.2

eventueel te verhogen met de kosten van externe adviseurs, welke door de gemeente zijn geraadpleegd, op basis van de begroting, welke vooraf aan de belastingplichtige wordt medegedeeld, echter met een minimum van

330,00

De aanvrager krijgt de gelegenheid om binnen 5 dagen na de verzenddatum schriftelijk aan te geven of hij met het begrootte bedrag akkoord gaat

2.3.1.6

Achteraf ingediende aanvraag 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit vallend onder de Wabo, verhoogd met 50% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een maximum van

5000,00

2.3.2

Aanlegactiviteiten 

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

430,00

2.3.2.2

Beoordeling bodemrapport 

Vervallen

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo,bedraagt het tarief:

2.3.3.1

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (binnenplanse afwijking):

520,00

2.3.3.2

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse kleine afwijking):

545,00

2.3.3.3

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse afwijking (projectbesluit)):

3595,00

2.3.3.4

Vervallen

2.3.3.5

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo van het exploitatieplan is afgeweken:

520,00

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.1, derde of vijfde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens provinciale verordening, onderscheidenlijk provinciale verklaring gegeven regels is afgeweken:

520,00

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.3, derde of vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, onderscheidenlijk ministeriële verklaring gegeven regels is afgeweken:

520,00

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit 

vervallen

2.3.4.1

vervallen

2.3.4.2

vervallen

2.3.4.3

vervallen

2.3.4.4

vervallen

2.3.4.5

vervallen

2.3.4.6

vervallen

2.3.4.7

vervallen

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.5.1

Gebouwen met een woonfunctie 

Woningen niet-zelfstandige en niet-zelfredzame bewoners

480,00

Tehuizen,klooster/abdijen,woongebouwen met inpandige gangen

1020,00

Gevangenissen, bejaardenoorden

1680,00

2.3.5.2

Gebouwen met een logiesfunctie 

10-50 personen

840,00

>50 personen

1100,00

Kampeerterrein/jachthaven

50-250 personen

480,00

>250 personen

1100,00

2.3.5.3

Gebouwen met een onderwijsfunctie 

50-250 personen

480,00

250-500 personen

1100,00

>500 personen

1680,00

Kinderdagverblijf / peuterspeelzaal

480,00

2.3.5.4

Gezondheidszorggebouwen 

1980,00

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd rijksmonument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, voor het slopen, verstoren, verplaatsen, in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument of voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht, bedraagt het tarief:

500,00

2.3.6.1.1

vervallen

2.3.6.1.2

vervallen

2.3.6.2

vervallen

2.3.6.3

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een provinciaal of gemeentelijk monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

360,00

2.3.6.4

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de activiteit voor het wijzigen van een gemeentelijk monument waarbij sprake is van werkzaamheden in het kader van de instandhouding van het monument op basis van een meerjaren-onderhoudsrapport van Monumentenwacht Limburg, bedraagt het tarief, in tegenstelling tot hetgeen gesteld onder 2.3.6.3:

75,00

2.3.6.5

vervallen

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten  

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2,2 eerste lid, aanhef en ander a, van de Wabo, of in gevallen waarvoor op grond van artikel 8,1,1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2,2, eerste lid, aanhef en ander a van de Wabo, bedraagt het tarief:

200,00

2.3.7.2

Beoordeling bodemrapport 

vervallen

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

430,00

2.3.9

Uitweg/inrit 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

180,00

2.3.10

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 

 

 

 

2.3.10.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied als bedoeld in artikel 19d, lid 1 van de Natuurbeschermingswet 1998 dan wel artikel 2.7, lid 2 van de Wet natuurbescherming, waarvoor Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg een verklaring van geen bedenkingen dient te geven of te weigeren ingevolge artikel 2.27, lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht:

 

het van toepassing zijnde tarief zoals opgenomen in paragraaf 2.6 van de vigerende Tarieventabel behorende bij de vigerende Legesverordening van de Provincie Limburg inzake het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats of soorten in of nabij een Natura 2000-gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 dan wel artikel 2.7, lid 2 van de Wet natuurbescherming. Dit tarief bedraagt:

 

a. Landbouw en overige

2.491,80

 

b. Industrie

12.377,90

c. Infrastructuur

18.559,25

 

Voor zover deze tarieven door Provinciale Staten van de Provincie Limburg zijn gewijzigd zijn de vigerende tarieven van kracht.

 

 

 

 

 

Restitutiebepaling:

 

 

Restitutie bij weigeren omgevingsvergunning

Indien een omgevingsvergunning, die voorziet in projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied, door de Gemeente wordt geweigerd, als gevolg van het weigeren van een verklaring van geen bedenkingen met betrekking tot dit onderdeel door Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager plaats van 75% van de geheven leges van de aanvrager.

 

 

 

 

 

Restitutie bij intrekking aanvraag

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning, die voorziet in projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied, door de aanvrager wordt ingetrokken alvorens daarop door de Gemeente is beschikt, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager als volgt plaats:

a. indien het verzoek tot intrekking is gedaan binnen zes maanden na datum van ontvangst van de aanvraag bij de Gemeente, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager plaats van 50% van de geheven leges van de aanvrager.

b. indien het verzoek tot intrekking is gedaan zes maanden na datum van ontvangst van de aanvraag bij de Gemeente, vindt restitutie plaats door de Gemeente aan de aanvrager van 25% van de geheven leges van de aanvrager.

 

 

 

 

 

Leges worden niet geheven voor:

Het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning in het kader van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats of soorten in of nabij een Natura 2000-gebied betrekking hebbende op evenementen en het beheer van een Natura-gebied

 

2.3.11

vervallen

 

2.3.12

Andere activiteiten 

Behoudens de gevallen waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt afgeweken (buitenplanse afwijking (projectbesluit)) en behoudens gevallen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen/wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, c.q. 3,6 lid 1 a en b van de Wet ruimtelijke ordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.2.1, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.12.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

180,00

2.3.12.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

180,00

2.3.12.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning;

2.3.12.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken

2.3.14

Omgevingsvergunning in twee fasen 

2.3.14.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.14.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft, vermeerderd met 10%;

2.3.14.3

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft, vermeerderd met 10%;

2.3.15

Advies 

2.3.15.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.15.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.15.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.16

Kwaliteitscommissie 

2.3.16.1

Indien uit toetsing van een aanvraag blijkt dat het een BOM+ plan betreft en een advies vereist is van de kwaliteitscommissie, wordt het in artikel 2.2 genoemde basistarief vermeerderd met:

300,00

2.3.16.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.16.1 bedraagt het tarief, indien een aanvraag meer dan twee keer moet worden voorgelegd aan de kwaliteitscommissie ten behoeve van een BOM+ plan, per extra behandeling:

150,00

2.3.16.3

Indien uit toetsing van een aanvraag blijkt dat het een LKM+ plan betreft en een advies vereist is van de kwaliteitscommissie, wordt het in artikel 2.2 genoemde basistarief vermeerderd met:

750,00

2.3.16.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.16.3 bedraagt het tarief, indien een aanvraag meer dan twee keer moet worden voorgelegd aan de kwaliteitscommissie ten behoeve van een LKM+ plan, per extra behandeling:

375,00

2.3.17

Verklaring van geen bedenkingen 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.17.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

550,00

2.3.17.1.1

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.17.1.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.18

Adviescommissie MER

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1, 2.3.3 en hoofdstuk 8 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de commissie voor de milieueffect rapportage (m.e.r.) nodig is en wordt afgegeven: 100% van de externe advieskosten

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

2.4.2

Indien de wijziging of herziening van een bestemmingsplan is voorafgegaan door een aanvraag om beoordeling van een principeaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van de principeaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor het wijzigen of herzien van een bestemmingsplan als bedoeld in hoofdstuk 8.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Euro

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.4, 2.3.5 en 2.3.6 binnen een termijn van vier weken na het in behandeling nemen ervan intrekt, doch voor het verlenen van de vergunning, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met additionele adviezen, verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 en leges die reeds conform hfst 2 in rekening zijn gebracht. De teruggaaf bedraagt 75%, met dien verstande dat indien blijkt dat door deze teruggaaf het legesbedrag onder de € 150,00 komt, altijd € 150,00 in rekening wordt gebracht c.q. verschuldigd is.

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag 

Als een aanvrager zijn aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hfst. 2, binnen een termijn van vier weken na het in behandeling nemen ervan intrekt, doch voor het afgeven van het eindadvies, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met additionele adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17. De teruggaaf bedraagt 75%, met dien verstande dat indien blijkt dat door deze teruggaaf het legesbedrag onder de € 100,00 komt, altijd € 100,00 in rekening wordt gebracht c.q. verschuldigd is.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het buiten behandeling laten van een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag 

Als een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hfst. 2, conform artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met additionele adviezen en verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17. De teruggaaf bedraagt 75%, met dien verstande dat indien blijkt dat door deze teruggaaf het legesbedrag onder de € 100,00 komt, altijd € 100,00 in rekening wordt gebracht c.q. verschuldigd is.

2.5.4

Teruggaaf als gevolg van het buiten behandeling laten van een aanvraag om omgevingsvergunning 

Als een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.4, 2.3.5 en 2.3.6, conform artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met additionele adviezen, verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 en leges die reeds conform hfst 2 in rekening zijn gebracht. De teruggaaf bedraagt 75%, met dien verstande dat indien blijkt dat door deze teruggaaf het legesbedrag onder de € 150,00 komt, altijd € 150,00 in rekening wordt gebracht c.q. verschuldigd is.

2.5.5

Teruggaaf als gevolg van het intrekken van een omgevingsvergunning

2.5.5.1

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning intrekt, anders dan bedoeld onder 2.5.5.2, bestaat géén aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

2.5.5.2

Als de vergunninghouder de gemeente verzoekt een verleende omgevingsvergunning in te trekken, bestaat géén aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, behoudens indien de vergunning het realiseren van één of meerdere woningen betreft. In dit geval bedraagt de teruggaaf 15%, met een maximum per verleende vergunning van:

1000,00

2.5.6

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning of een negatief eindadvies

Als de gemeente een omgevingsvergunning weigert of negatief beslist omtrent een conceptaanvraag, bestaat géén aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

2.5.7

Verklaring vergunningsvrij activiteit 

Indien uit een ingediende conceptaanvraag om omgevingsvergunning of een aanvraag omgevingsvergunning blijkt dat de gehele aanvraag vergunningsvrij is, bedraagt het tarief voor een schriftelijke verklaring dat de aanvraag om omgevingsvergunning of beoordelen van een conceptaanvraag, vergunningsvrij is, in plaats van de bedragen zoals genoemd in de hoofdstukken 2 en 3:

72,00

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

Euro

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:

gratis

Indien de vergunning niet op aanvraag wordt ingetrokken (ambtshalve door het bevoegde gezag), worden géén leges in rekening gebracht.

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Euro

2.7.1

Het in behandeling nemen van een wijzigingsaanvraag op een eerder afgegeven omgevingsvergunning is alleen mogelijk als de werkzaamheden waarop de primaire vergunning betrekking hebben nog niet gereed zijn. Het tarief voor het in behandeling nemen van een wijzigingsaanvraag wordt berekend op basis van het verschil in kosten tussen de primaire aanvraag en wijzigingsaanvraag, en bedraagt altijd het minimumbedrag voor het desbetreffende product genoemd in deze verordening. Additionele legeskosten die van toepassing zijn dienen altijd voor 100% op te worden betaald.

2.7.2.1

Het tarief voor de overdracht van de tenaamstelling van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.25 lid 2 Wabo bedraagt:

gratis

2.7.2.2

Het tarief voor de overdracht van de tenaamstelling van een omgevingsvergunning bedoeld als in artikel 2.25 lid 3 Wabo bedraagt:

72,00

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Euro

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

3595,00

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 lid 1a en b van de Wet ruimtelijke ordening

3595,00

2.8.3

Voorbereidingsbesluit 

het tarief voor een project waarvoor een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening moet worden genomen, bedraagt.

495,00

2.8.4

Ruimtelijke onderbouwing 

Indien voor de aanvraag een goede ruimtelijke onderbouwing dient te worden vervaardigd en aanvrager hier niet zelf in voorziet, worden de kosten van deze activiteit, zoals deze voorafgaand aan het opstarten van de benodigde procedure aan de aanvrager zijn medegedeeld en blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld, in rekening gebracht. De aanvrager krijgt de gelegenheid om binnen 5 werkdagen na de verzenddatum schriftelijk aan te geven of hij met het begrote bedrag akkoord gaat dan wel dat hij op een andere wijze voorziet in het leveren van een goede ruimtelijke onderbouwing.

2.8.5

Herziening/ wijzigen bestemmingsplan op aanvraag 

Indien voor de aanvraag een herziening of wijziging van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 eerste lid en artikel 3.6 lid 1a en b van de Wet ruimtelijke ordening dient te worden vervaardigd en aanvrager hier niet zelf in voorziet, worden de kosten van deze activiteit, zoals deze voorafgaand aan het opstarten van de benodigde procedure aan de aanvrager zijn medegedeeld en blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld, in rekening gebracht. De aanvrager krijgt de gelegenheid om binnen 5 werkdagen na de verzenddatum schriftelijk aan te geven of hij met het begrote bedrag akkoord gaat dan wel dat hij op een andere wijze voorziet in het leveren van de benodigde bescheiden.

2.8.6

Publicatie Staatscourant 

vervallen

2.8.7

Kwaliteitscommissie 

2.8.7.1

Indien uit toetsing van een aanvraag blijkt dat het een BOM+ plan betreft en een advies vereist is van de kwaliteitscommissie, wordt het in artikel 2.8.1 en 2.8.2 genoemde basistarief vermeerderd met:

300,00

2.8.7.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.8.7.1 bedraagt het tarief, indien een aanvraag meer dan twee keer moet worden voorgelegd aan de kwaliteitscommissie ten behoeve van een BOM+ plan, per extra behandeling:

150,00

2.8.7.3

Indien uit toetsing van een aanvraag blijkt dat het een LKM+ plan betreft en een advies vereist is van de kwaliteitscommissie, wordt het in artikel 2.8.1 en 2.8.2 genoemde basistarief vermeerderd met:

750,00

2.8.7.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.8.7.3 bedraagt het tarief, indien een aanvraag meer dan twee keer moet worden voorgelegd aan de kwaliteitscommissie ten behoeve van een LKM+ plan, per extra behandeling:

375,00

Hoofdstuk 9 Sloopmelding en gebruiksmelding

2.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding en/of een gebruiksmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening en paragraaf 2.12 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken.

gratis

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

Euro

2.10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

180,00

commerciële dienstverlening 

2.10.2

Het bedrag voor het beantwoorden van vragen over bestemmingsplannen, bodemgesteldheid e.d. ten behoeve van commerciële activiteiten bedraagt:

72,00

Verklaring vergunningsvrij activiteit 

2.10.3

Het bedrag voor een schriftelijke verklaring dat de aanvraag om omgevingsvergunning of beoordelen van een conceptaanvraag, vergunningsvrij is, bedraagt:

72,00

TITEL 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN

Hoofdstuk 1 Horeca

Euro

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

330,00

3.1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een wijziging als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

165,00

3.1.2.2

Het tarief voor het in behandeling van een wijziging aanhangsel als bedoeld in artikel 30 lid 1 onder a (wijziging leidinggevende)

70,00

*) algemeen tarief hoofdstuk 20 1.20.2.4 diversen

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

vervallen

*) algemeen tarief hoofdstuk 20 1.20.2.4 diversen

3.1.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een exploitatievergunning horecabedrijf als bedoeld in artikel 2:28 APV

120,00

3.1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een wijziging van een exploitatievergunning horecabedrijf als bedoeld in artikel 2:28 APV

70,00

3.1.5

Het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:29 APV (nachtontheffing)

160,00

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

Euro

Een vergunning als bedoeld in artikel 2.25 van de APV (evenementenvergunning) wordt ingevolge het Multidisciplinair Evenementenbeleid Openbare Orde en Veiligheid van de sector Veiligheid Noord- en Midden Limburg en het Evenementenbeleid gemeente Leudal onderverdeeld in verschillende klassen

vervallen

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft:

3.2.1.1.a

Klasse C evenement (klein, eenvoudig evenement) voor zover niet vallende onder het aanwijzingsbesluit vergunningvrije, meldingsplichtige evenementen;

vervallen

3.2.1.1.b

Klasse C evenement combi (klein, eenvoudig evenement inclusief geluidsontheffing, ontheffing ogv artikel 35 Drank- en Horecawet, brandpreventief advies, overige vergunningen)

vervallen

3.2.1.1.c

Klasse B evenement (groot evenement met een gemiddeld risico);

vervallen

3.2.1.1.d

Klasse A evenement (groot evenement met een verhoogd risico)

vervallen

3.2.1.2

Het tarief bedraagt voor het verlenen van een brandpreventief advies voor het organiseren van een evenement als onderverdeeld in Klasse B evenement (groot evenement met een gemiddeld risico):

vervallen

3.2.1.3

Indien er sprake is van een Klasse A evenement (groot evenement met een verhoogd risico ) is het tarief voor het verlenen van een brandpreventief advies gelijk aan de daadwerkelijk daaraan besteedde tijd, afgerond op een kwartier, tegen een tarief per kwartier van

vervallen

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:6 APV Overige geluidhinder en/of artikel 4:6a APV (geluid)hinder in de openlucht per dag

vervallen

3.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:18 APV (standplaatsvergunning):

3.2.3.a

indien de vergunning een geldigheidsduur heeft van een of meer dagen, per aanvraag, per kern, per dag (incidentele aanvraag);

18,75

3.2.3.b

indien de vergunning een geldigheidsduur heeft van een week, per aanvraag, per kern, per week (incidentele aanvraag);

37,50

3.2.3.c

indien de aanvraag een geldigheidsduur heeft van een maand, per aanvraag, per kern, per maand (incidentele aanvraag);

62,50

3.2.3.d

indien de vergunning een onbeperkte geldigheidsduur heeft

3.2.3.d.1

per kern

190,00

3.2.3.d.2

Voor meerdere kernen, per kern, per dag

162,50

3.2.3.e

het maximaal op basis van het onder d sub 2 in rekening te brengen tarief bedraagt

1950,00

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Euro

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.2:

3.3.1.1

voor een seksinrichting

1562,50

3.3.1.2

voor een escortbedrijf

1562,50

3.3.2

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

3.3.2.1

voor een seksinrichting

187,50

3.3.2.2

voor een escortbedrijf

187,50

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

gereserveerd

Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening

gereserveerd

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening

gereserveerd

Hoofdstuk 7 Kinderopvang

Euro

7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

7.1.1

het in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang en/of buitenschoolse opvang), of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

1080,00

7.1.2

het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

375,00

7.1.3

het in exploitatie nemen van een peuterspeelzaal als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

1080,00

Behorende bij raadsbesluit van 13 december 2016.

De griffier van Leudal,