Beleidsregel Persoonlijk Participatiebudget Pensioengerechtigden 2019

Geldend van 07-03-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023

Intitulé

Beleidsregel Persoonlijk Participatiebudget Pensioengerechtigden 2019

Burgemeester en wethouders van Leudal,

Gelet op het bepaalde in de Participatiewet,

Gelet op het bepaalde in het gemeentelijk minimabeleid,

Overwegende dat de Verordening Individuele Inkomenstoeslag wordt gewijzigd met ingang van 1 januari 2019;

Besluiten:

De Beleidsregel Persoonlijk Participatiebudget Pensioengerechtigden 2019 vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      bijstandsnorm: de bijstandsnorm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de Participatiewet;

    • b.

      college: het college van burgemeester en wethouders;

    • c.

      inkomen: het inkomen bedoeld in artikel 32 van de Pw. Een aanvullende bijstandsuitkering wordt in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op een persoonlijk participatiebudget als inkomen gezien;

    • d.

      peildatum: datum waarop de aanvraag om een Persoonlijk participatiebudget pensioengerechtigden is ontvangen;

    • e.

      referteperiode: de periode van 12 maanden voorafgaande aan de peildatum;

    • f.

      wet: Participatiewet;

  • 2. Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Aanvraag

Het P ersoonlijk participatiebudget pensioengerechtigden wordt op aanvraag verstrekt.

Artikel 3 Voorwaarden

Voor het Persoonlijk Participatiebudget Pensioengerechtigden komt in aanmerking de belanghebbende die:

  • 1.

    op de peildatum pensioengerechtigd is;

  • 2.

    gedurende de referteperiode aangewezen is geweest op een inkomen dat gemiddeld niet hoger is dan 130 % van de toepasselijke bijstandsnorm;

  • 3.

    geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet.

Artikel 4 Uitsluitingsgronden

Geen recht op het Persoonlijk Participatiebudget Pensioengerechtigden heeft de belanghebbende die in de referteperiode al de Individuele inkomenstoeslag, de Maatschappelijk Actief Bonus of het Persoonlijk Participatiebudget Pensioengerechtigden heeft gehad.

Artikel 5 Hoogte van de toeslag

  • 1. Het Persoonlijk Participatiebudget Pensioengerechtigden bedraagt per jaar:

    • a.

      Voor alleenstaande ouders en gehuwden gezamenlijk € 400,-;

    • b.

      Voor een alleenstaande € 250,-;

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op peildatum bepalend;

  • 3. Als in het geval van gehuwden slechts één partner voldoet aan de voorwaarden, komt hem het recht toe van een alleenstaande.

Artikel 6 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet of waarbij de toepassing tot onrechtvaardige gevolgen zou leiden beslist het college.

Artikel 7 Inwerkingtreding en intrekken oude regeling

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2019. Vanaf die datum wordt de “Beleidsregel Persoonlijk Participatiebudget Pensioengerechtigden 2015” ingetrokken.

Artikel 8 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: “Beleidsregel Persoonlijk Participatiebudget Pensioengerechtigden 2019”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Leudal op 18 december 2018
Burgemeester en wethouders van Leudal,
De secretaris, De burgemeester,