Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Leudal 2009

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Leudal 2009

DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL,

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 21 oktober 2008;

Gelet op artikel 229, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

BESLUIT :

Vast te stellen de:

“VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGSRECHTEN LEUDAL 2009”

Artikel 1 Begripsomschrijvingen.

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats:

    de gemeentelijke begraafplaats, gelegen aan de Haelerweg te Horn;

  • b.

    eigen graf:

    een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

      • -

        het doen begraven en begraven houden van lijken;

      • -

        het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

      • -

        het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf:

    een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    eigen urnengraf:

    een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

      • -

        het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

      • -

        het doen verstrooien van as;

  • e.

    algemeen urnengraf:

    een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    eigen urnennis:

    een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet worden van asbussen met of zonder urnen;

  • g.

    urn:

    een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • h.

    asbus:

    een bus ter berging van as van een overledene;

  • i.

    verstrooiingsplaats:

    een plaats waarop as wordt verstrooid;

Artikel 2 Belastbaar feit.

Op basis van de verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

.

Belastingplichtig is de aanvrager van het gebruik of de diensten, dan wel degene te wiens behoeve het gebruik of van de diensten worden aangevraagd of verleend.

Artikel 4 Belastingtijdvak.

Voor zover in de bij deze verordening behorende tabel rechten zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Tarieven en maatstaven van heffing.

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel.

Artikel 6 Wijze van heffing.

De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.

Artikel 7 Vrijstellingen.

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven of cremeren van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven of gecremeerd.

Artikel 8 Termijn van betaling.

De rechten moeten worden betaald binnen 4 weken na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 9 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden.

Burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeenteambtenaren aanwijzen die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en de invordering van de in deze verordening geregelde rechten.

Artikel 10 Nakoming van verplichtingen.

De verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47, 50 en 51 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (stb. 1959,301) en in de artikelen 58 en 61 van de Invorderingswet 1990 (stb. 221) gelden mede jegens de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren der gemeentelijke belastingen.

Artikel 11 Vrijstelling invorderingsrente bij uitstel van betaling.

Ingeval op de voet van artikel 25 van de Invorderingswet 1990 uitstel van betaling is verleend wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand, volgende op die waarin Koninklijke goedkeuring is verleend.

  • 2. et ingang van de in het eerste lid genoemde datum vervalt de “Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaats Horn”, vastgesteld bij besluit van de raad van de voormalige gemeente Haelenvan 1 januari 1991 en van de toepassing verklaard voor de per 1 januari 2009 nieuw gevormde gemeente Leudal bij besluit van de raad van de gemeente Leudal van 9 december 2008.M

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening lijkbezorgingsrechten Leudal 2009”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Leudal van 9 december 2008.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL
De griffier , De voorzitter
Drs. W.A.L.M. Cornelissen A.H.M. Verhoeven MPM

Bijlage

De tarieventabel behorende bij de op de “Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2009” vast te stellen als volgt;

Hoofdstuk I

1.1

Voor het in gebruik nemen van een graf voor het begraven van maximaal twee lijken boven elkaar voor:

 

1.1.1

een periode van dertig jaren

€ 1.100,00

1.1.2

een verlenging met tien jaren telkens

€ 400,00

1.1.3

Voor de verlenging van de termijn voor het in gebruik genomen

 

1.1.4

graf (naast elkaar) met telkens tien jaren

€ 400,00

1.2

Voor het in gebruik nemen van een graf voor het lijk van een kind van 0 tot 12 jaar voor

 

1.2.1

een periode van dertig jaren:

€ 400,00

1.2.2

Een verlenging met telkens tien jaren

€ 135,00

1.3

Voor het in gebruik nemen van een nis in het columbarium

 
 

voor het bijzetten van maximaal twee asbussen voor

 

1.3.1

een periode van dertig jaren

€ 1.100,00

1.3.2.

Een verlenging van tien jaren telkens

€ 400,00

Hoofdstuk II Begraven

2.1

Voor het bijzetten van een asbus

€ 135,00

2.2

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar en ouder

€ 400,00

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind van 0 tot 12 jaar

€ 200,00

Hoofdstuk III Lichten

3.1

Voor het lichten van een lijk of kist of de overblijfselen daarvan wordt geheven

€ 400,00