Regeling vervallen per 01-01-2009

Verordening op de heffing en invordering van een baatbelasting in de gemeente Grathem wegens reconstructie enz. van de Ellerweg

Geldend van 01-01-2007 t/m 31-12-2008 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-1979

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van een baatbelasting in de gemeente Grathem wegens reconstructie enz. van de Ellerweg

DE RAAD DER GEMEENTE GRATHEM

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 4 oktober 1978;

gelet op artikelen. 269, 272 letter b en 273a van de gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende

"Verordening op de heffing en invordering van een baatbelasting in de gemeente Grathem wegens reconstructie enz. van de Ellerweg"

Artikel 1 Voorwerp der belasting

  • 1. Terzake van onroerend goed, dat is gebaat door voorzieningen aan de Ellerweg te Grathem, welke voorzieningen zijn tot stand gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur, wordt overeenkomstig de navolgende bepalingen een jaarlijkse belasting geheven, teneinde in de kosten van deze voorzieningen een billijke bijdrage te verkrijgen.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde onroerende goed is in blauwe kleur aangegeven op de bij deze verordening behorende en gewaarmerkte kaart.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde voorzieningen bestaan uit:

    • a.

      aanleg riolering;

    • b.

      nieuwe asfaltering wegen en bermbestrating;

    • c.

      aanpassing openbare verlichting.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene1 die. bij het begin van het belastingjaar krachtens zakelijk recht het genot heeft van een in artikel 1 bedoeld onroerend goed.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genot— hebbende krachtens zakelijk recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale leggers bekend staat, tenzij blijkt dat op dat tijdstip een ander de genothebbende krachtens zakelijk recht was.

  • 3. Indien op grond van dit artikel terzake van een onroerend goed moer dan één belastingplichtige valt aan te wijzen, wordt de aanslag gesteld ten name van een van hen onder toevoeging van de afkorting "c.s.".

Artikel 3 Heffingsgrondslag

  • 1. De heffingsgrondslag voor de belasting is het aantal strekkende meters waarmede een onroerend goed belendt aan de Ellerweg" .

  • 2. Bij de berekening van het aantal strekkende meters per onroerend goed wordt minder dan een halve strekkende meter verwaarloosd; een halve strekkende meter of meer wordt voor een hele strekkende meter gerekend.

Artikel 4 Tarief jaarlijkse belasting

De belasting. bedraagt jaarlijks f 4,50 per strekkende meter, waarmede een artikel 1 genoemd onroerend goed belendt aan de "Ellerweg".

Artikel 5 Tijdsduur van heffing

De belasting wordt behoudens in geval van heffing ineens als bedoeld in artikel 7, lid 1, geheven over een periode van 30 jaar.

Artikel 6 Belastingjaar

liet belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Heffing ineens

  • 1. Op een vóór 1 februari van het belastingjaar bij Burgemeester en Wethouders in te dienen schriftelijk aanvraag van de belastingplichtige wordt de belasting met betrekking tot nog niet aangevangen belastingjaren ineens geheven naar een bedrag dat gelijk is aan de contante waarde van de belastingbedragen welke geheven zouden zijn - beoordeeld naar de omstandigheden bij het begin van het belastingjaar. waarin het verzoek wordt gedaan – voor elk van die nog niet aangevangen belastingjaren.

  • 2. De contante waarde, bedoeld in het vorige lid, wordt berekend naar een rentevoet van 9% per jaar.

Artikel 8 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van onroerend goed, welk in hoofdzaak worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, voor zover dat onroerende goed eigendom van de gemeente is.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 10 Tijdstip van betaling

De belastingaanslagen zijn invorderbaar in één termijn welke vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld..

Artikel 10a

  • 1. Artikel 17, tweede lid, van de Wet van 22 mei 1845, op de invordering van 's—Rijksbelastingen (Stb. 1926 334> zoals dat lid luidde voor de inwerkintreding van de Wet van 26 maart 1987 tot berekening van rente inzake belastingen en premies volksverzekeringen (Stb. 1987, 120) blijft van toepassing tot 1 januari 1997 .

  • 2. Voor de berekening van interest als bedoeld in de in het eerste lid bedoelde bepaling, vinden de krachtens die bepaling gegeven regelen inzake rijksbelastingen zoals die golden tot en met 31 maart 1987, overeenkomstige toepassing.

  • 3. De artikelen 18 tot en met 18c van de wet van 22 mei 1945 blijven buiten toepassing tot 1 januari 1997.

Artikel 11 Bevoegdheid afschrijving

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd tot het verlenen van afschrijving van de belasting, als bedoeld in artikel 17, eerste lid van de Wet van 22 mei 1845, Stbl. 22. (Invorderingswet) .

Artikel 12 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het verlenen van schriftelijke toestemming met betrekking tot het verdagen van de uitspraak op het bezwaarschrift voor ten hoogste een jaar.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeenteambtenaren aanwijzen, die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en de invordering van de belastingen.

Artikel 13

[vervallen]

Artikel 14

[vervallen]

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin de Koninklijke goedkeuring is verleend met dien verstande, dat de in artikel 1 bedoelde belasting voor het eerst wordt geheven met ingang van het belastingjaar 1979.

  • 2. Zij kan worden aangehaald als "Verordening baatbelasting Ellerweg".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad der gemeente Grathem gehouden op 31 oktober 1978.
DE RAAD VOORNOEMD,
De sekretaris, De voorzitter