Regeling vervallen per 16-04-2009

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaarburgerlijke stand van de gemeente Leudal

Geldend van 11-09-2008 t/m 15-04-2009 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2007

Intitulé

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaarburgerlijke stand van de gemeente Leudal

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

    Buitengewoon ambtenaar:de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in het Reglement op de burgerlijke stand.

  • 2. de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst. CAR/UWO:

Artikel 2 Aanstelling

  • 1. De buitengewoon ambtenaar wordt aangesteld door het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Aanstelling geschiedt in vaste dienst of in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd.

  • 3. De aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.

Artikel 3 Bezoldiging

  • 1. De bezoldiging van de buitengewoon ambtenaar bestaat uit een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap.

  • 2. De vergoeding van de buitengewoon ambtenaar bestaat uit driemaal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage IIa van de CAR/UWO. Dit bedrag wordt aangevuld met het percentage van de vakantietoeslag, op grond van artikel 6:3 tweede lid van de CAR/UWO.

  • 3. De vergoeding van het tweede lid wordt opgehoogd met het percentage van de eindejaarsuitkering op grond van artikel 3:6 van de CAR/UWO.

  • 4. De buitengewoon ambtenaar ontvangt een extra vergoeding ter hoogte van 8,6% van het totaal van de vergoedingen genoemd in voorgaande twee leden, vanwege het niet ontvangen van het vakantieverlof, zoals bedoeld in artikel 6:2 van de CAR/UWO.

  • 5. Artikel 3:3 van de CAR/UWO (toelage onregelmatige dienst) is van overeenkomstige toepassing. Als salaris wordt het totaal van de vergoedingen op basis van de voorgaande drie leden beschouwd.

Artikel 4 Aanspraken bij ziekte

  • 1. Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar zijn de artikelen 7:3 (recht op bezoldiging), 7:11 (verplichting tot verlening van medewerking aan reïntegratie), 7:16 (wijze van opdragen passende arbeid), 7:19 (Samenloop van bezoldiging bij ziekte met ziektewetuitkering), 7:20 (Samenloop van bezoldiging bij ziekte met een WW-uitkering) en 7:21 (Samenloop van bezoldiging bij ziekte op grond van de WIA-uitkering) van de CAR/UWO van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Voor de toepassing van lid 1 wordt onder bezoldiging verstaan: de vergoeding, die de buitengewoon ambtenaar in de laatste 12 kalendermaanden voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid gemiddeld heeft ontvangen. Voorzover de buitengewoon ambtenaar op evenbedoelde datum minder dan twaalf kalendermaanden zijn betrekking heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over het tijdvak waarin hij voor het ontstaan van de verhindering in dienst is geweest.

  • 3. Als eerste ziektedag geldt de dag waarop de buitengewoon ambtenaar is aangewezen tot voltrekking van een huwelijk of geregistreerd partnerschap en waarvoor de buitengewoon ambtenaar is verhinderd.

Artikel 5 Schorsing en straf

  • 1. Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 en 8:15:2 van de UWO.

  • 2. De buitengewoon ambtenaar, die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich anderszins schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CAR/UWO.

Artikel 6 Ontslag

Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de volgende bepalingen:

  • a.

    op verzoek van de ambtenaar op grond van artikel 8:1 van de CAR/UWO;

  • b.

    wegens ouderdomspensioen op grond van artikel 8:2 van de CAR;

  • c.

    wegens reorganisatie op grond van artikel 8:4 van de CAR/UWO;

  • d.

    wegens arbeidsongeschiktheid op grond van artikel 8:5 en 8:5a van de CAR;

  • e.

    wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid op grond van 8:6 van de CAR;

  • f.

    wegens FPU op grond van artikel 8:11 van de CAR/UWO;

  • g.

    als disciplinaire straf op grond van artikel 8:13 van de CAR;

  • h.

    wegens overige ontslaggronden op grond van artikel 8:7 en 8:8 van de CAR/ UWO.

Artikel 7 Overige rechten en plichten

De artikelen 15:1:1, 15:1:3, 15:1:4, 15:1:5, 15:1:6, 15:1:12, 15:1:15, 15:1:16, 15:1:19, 15:1:20 en 15:1:23 van de UWO zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan burgemeester en wethouders een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als de “Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Leudal”.

  • 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

  • 3. Op de in het eerste lid genoemde datum vervallen:

    • a.

      de “Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Heythuysen” van 10 oktober 2001;

    • b.

      de “Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Roggel en Neer” van 18 mei 2004.