Beleidsregels heliterrein

DE BURGEMEESTER VAN LEUDAL

Het Besluit van 14 oktober 1988, houdende regeling inzake het met bepaalde luchtvaartuigen opstijgen van en landen op alsmede het inrichten, van niet als luchtvaartterreinen aangewezen terreinen (Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen), Stb. 1988 511 (hierna: het Besluit Bignal) bevat de eisen voor het opstijgen en landen met bepaalde luchtvaartuigen op niet aangewezen luchtvaartterreinen.

Ingevolge artikel 5, lid 6 van het Besluit Bignal komt aan de burgemeester van de gemeente waarin het terrein is gelegen de bevoegdheid toe om, voordat een terrein als heliterrein wordt gebruikt, in verband met de openbare orde en veiligheid een verklaring van geen bezwaar te verlenen.

Ingevolge artikel 1, lid 3, sub a van het Besluit Bignal wordt onder een heliterrein begrepen een terrein dat geschikt is om, tijdelijk en uitzonderlijk, te worden gebruikt door hefschroefvliegtuigen.

In de artikelen 3 en 4 van het Besluit Bignal zijn algemene en bijzondere voorschriften opgenomen voor het gebruik van een heliterrein. In artikel 5 Besluit Bignal zijn voorschriften opgenomen t.a.v. het gebruik van een heliterrein.

Gebruikmaking van de bevoegdheid door de burgemeester heeft in het verleden met regelmaat geleid tot administratiefrechtelijke procedures of signalen van inwoners van de gemeente en van in de gemeente werkzame organisaties en groeperingen. Bij besluit van de burgemeester van 24 augustus 2007 is bij wijze van proef voor de duur van één jaar een verklaring van geen bezwaar voor het gebruik van het bedrijfsterrein aan de Biesstraat 59 te Heythuysen als heliterrein afgegeven aan Frank Coolen Machines BV. Aan deze verklaring waren voorschriften verbonden gericht op evaluerend onderzoek naar de effecten van het gebruik van een helikopter op mens, flora en fauna. Bezwaren tegen deze voorwaarden werden in het kader van de bezwaarschriftenprocedure gegrond verklaard en dientengevolge geschrapt.

Het toetsingskader van de burgemeester is ingevolge het Besluit Bignal beperkt tot “tijdelijk en uitzonderlijk gebruik” en de “openbare orde en veiligheid” . Volgens jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kan de burgemeester geen belangen meewegen die buiten het kader van de hem ingevolge de Gemeentewet toegekende bevoegdheid inzake handhaving van de openbare orde vallen. Expliciet is uitgesproken dat geluidsoverlast, andere milieuaspecten, schending van privacy en andere vormen van hinder hier in ieder geval niet onder vallen.

Onder openbare orde wordt verstaan: het ordelijk verloop van het gemeenschapsleven ter plaatse, voor zover dat door menselijk handelen beïnvloed en bepaald wordt. Nu het i.c. gaat om een toetsingskader i.v.m. de aanvraag van een verklaring van geen bezwaar voor het gebruik van een terrein als heliterrein dient eventuele verstoring van de openbare orde met dit gebruik in verband te staan.

Bij het besluit van 24 augustus 2007 is dienaangaande overwogen dat in het verleden nimmer van een beletsel ter zake het aspect openbare orde en veiligheid sprake is geweest. Het gebruik van de vorenbedoelde verklaring heeft geen verstoring van de openbare orde tot gevolg gehad.

De verwachting is, dat hiervan ook in de toekomst geen sprake zal zijn, mits de houder van een verklaring van geen bezwaar zich houdt aan de voorschriften als opgenomen in het Bignal en aan de aanwijzingen van de rijksluchtvaartdienst, politie en brandweer. Uit de evaluatie m.b.t. het besluit dd. 24 augustus 2007 blijkt dat het gebruik niet heeft geleid tot verstoring van de openbare orde in de zin van Bignal. Het bestuurlijk standpunt is tussentijds getoetst door de rechter.

Voor wat betreft het aantal in het dictum genoemde vluchten is - zoekend naar een extern en objectief referentiepunt - aansluiting gezocht bij het aantal dagen dat door Verkeer en Waterstaat wordt gehanteerd voor de meeste luchtvaartactiviteiten voor incidenteel gebruik. Hierbij wordt mede overwogen dat de voorzieningenrechter bij zijn uitspraak van 23 januari 2008 procedurenummer 07/1912 BESLU V1 heeft overwogen dat het aantal van 28 vluchten per jaar nog onder de noemer uitzonderlijk is te brengen.

Het toezicht op aankomst en vertrek van helikopters alsmede op de brandveiligheidseisen staat ingevolge artikel 8 van het besluit Bignal ter beoordeling van de Directeur-Generaal van de Rijksluchtvaartdienst.

Het is wenselijk met betrekking tot de uitoefening van de bevoegdheid van de burgemeester beleidsregels voor de gehele gemeente Leudal vast te stellen.

Bij de voorbereiding van de beleidsregels wordt toepassing gegeven aan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (openbare voorbereidingsprocedure).

Het ontwerp van de beleidsregels heeft met ingang van woensdag 18 juni 2008 gedurende 6 weken voor eenieder ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn werd aan eenieder de gelegenheid geboden zienswijzen over het ontwerp schriftelijk of mondeling naar voren te brengen;

Ten aanzien van het ontwerp zijn zienswijzen ingebracht. De zienswijzen en het standpunt van de burgemeester daarop zijn opgenomen in bijlage 1. De betreffende bijlage is gewaarmerkt en dient hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd.

Gelet op de artikelen 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht en het Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen;

b e s l u i t :

Vast te stellen de volgende beleidsregels.