Regeling vervallen per 01-07-2010

Beleidsregels uitbreiding van burgerwoningen

Geldend van 28-06-2007 t/m 30-06-2010

Intitulé

Beleidsregels uitbreiding van burgerwoningen

Aanleiding

Regelmatig komen er verzoeken van mensen die graag hun woning willen uitbreiden.

Te denken valt aan uitbreiding van de woning voor de realisatie van een slaapkamer en een badkamer op de begane grond, uitbreiding van een woning vanwege een grote gezinssamenstelling of gewoonweg voor het vergroten van het woongenot (serre, extra kamer e.d.). De diverse bestemmingsplannen buitengebied van de gemeente Leudal bevatten verschillende regelingen voor de grootte van burgerwoningen. De maximale inhoud verschilt (650 m3 of 750 m3). Daarbij verschillen de bestemmingsplannen in de toepassing van een maximale uitbreidingspercentage (20 %) in relatie tot de omvang van de bestaande bebouwing. Deze verschillende bestemmingsplannen leiden ertoe dat aanvragen voor woninguitbreidingen van inwoners van het buitengebied van Leudal verschillend behandeld worden. Aangezien deze aanvragen vaak voorkomen is het wenselijk om deze regelingen te harmoniseren. Deze beleidsregel geeft een toetsingskader voor het verlenen van vrijstelling op basis van art. 19 Wet op de ruimtelijke ordening (WRO).

In het algemeen kan gesteld worden dat grotere, vrijstaande woningen passen in het buitengebied. Door uitbreiding van woningen zal de bebouwing in het buitengebied meestal toenemen (verstening). Aangezien de uitbreiding altijd plaatsvindt bij een bestaande woning, is de invloed van deze toename van bebouwing beperkt.

In deze beleidsregel wordt een maximum van 750m3 gesteld aan de inhoud van een burgerwoning.

Daarbij is toepassing van een binnenplanse vrijstellingsbepaling van 10 % mogelijk (dus maximaal 825m3). Uitzondering hierop vormt een inpandige verbouwing van de woning waarbij voormalige bedrijfsgebouwen bij de woning betrokken worden. In dit geval is een uitbreiding mogelijk tot maximaal 1000 m3.

Om de negatieve effecten van de extra bebouwing te compenseren, zal van de initiatiefnemer een tegenprestatie worden geëist. Deze tegenprestatie kan in de vorm van sloop van oude gebouwen, natuurontwikkeling of bijvoorbeeld erfbeplanting. Op deze wijze wordt de ruimtelijke kwaliteit verbeterd. Bij relatief kleine uitbreidingen van woningen (tot 650 m3) wordt geen tegenprestatie geëist.

Beleidskader:

  • -

    In principe medewerking verlenen aan de uitbreiding van burgerwoningen tot een maximum van 750 m3

  • -

    Indien er sprake is van een inpandige verbouwing (voormalige bedrijfsgebouwen die een geheel vormen met de woning) is een uitbreiding mogelijk tot 1000 m3

  • -

    Indien de inhoud van de woning daarbij boven de 650 m3 uitkomt wordt een tegenprestatie als voorwaarde gesteld, zoals sloop van oude gebouwen, natuurontwikkeling of erfbeplanting.

Procedure

De medewerking zal, zolang de bestemmingsplannen nog niet zijn aangepast, worden verleend door middel van de vrijstellingsmogelijkheid van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.