Gedragscode voor leden van het college van de gemeente Leusden 2013

Geldend van 06-03-2013 t/m heden

Intitulé

Gedragscode voor leden van het college van de gemeente Leusden 2013

Kernbegrippen integriteit

Leden van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente, en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Integriteit van de leden van het college houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt afgelegd aan de gemeenteraad. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst integriteit van collegeleden in een breder perspectief:

Dienstbaarheid.

Het handelen van een lid van het college is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente Leusden en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

Functionaliteit

Het handelen van een lid van het college heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

Onafhankelijkheid

Het handelen van een lid van het college wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

Openheid

Het handelen van een lid van het college is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de lid van het college en zijn beweegredenen daarbij.

Betrouwbaarheid

Op een lid van het college moet men kunnen rekenen. Ieder houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

Zorgvuldigheid

Het handelen van een lid van het college is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

Deze kernbegrippen vormen het kader van integriteit. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

1 Algemene bepalingen

  • 1.1

    Deze gedragscode geldt voor alle leden van het college.

  • 1.2

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het college.

  • 1.3

    De code is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 1.4

    De onder 1.1 genoemde personen ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

  • 1.5

    Waar in de code wordt gesproken over lid van het college moet worden gelezen de onder 1.1 genoemde personen.

2 Belangenverstrengeling

  • 2.1

    Een lid van het college doet opgave van zijn financiële belangen.

  • 2.2

    Bij privaatpublieke samenwerkingsrelaties voorkomt de lid van het college (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 2.3

    Een oud-lid van het college wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

  • 2.4

    Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een lid van het college over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

  • 2.5

    Een lid van het college die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 2.6

    Een lid van het college neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

  • 2.7

    Een lid van het college vervult geen nevenfuncties die een structureel risico vormen voor een integere invulling van de politieke functie.

  • 2.8

    Een lid van het college geeft ten behoeve van de openbaarmaking van zijn nevenfuncties en q.q.-functies aan voor welke organisaties de functies worden verricht, wat het tijdsbeslag is en of de functies onbezoldigd zijn

  • 2.9

    Een lid van het college behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie, tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan. De in-komsten komen ten goede aan de kas van de gemeente. Voor een voltijds lid van het college vindt verrekening plaats met inkomsten uit niet aan het ambt gebonden nevenfuncties.

3 Informatie

  • 3.1

    Een lid van het college gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

  • 3.2

    Een lid van het college houdt geen informatie achter.

  • 3.3

    Een lid van het college vertrekt geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

  • 3.4

    Een lid van het college maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

  • 3.5

    Een lid van het college gaat verantwoord om met de e-mail, internetfaciliteiten en sociale media van de gemeente.

4 Geschenken, diensten en uitnodigingen

  • 4.1

    Een lid van het college accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

  • 4.2

    Geschenken en giften die een lid van het college uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

  • 4.3

    Indien een lid van het college geschenken of giften ontvangt die een waarde van minder dan 50 euro vertegenwoordigen, kunnen deze in afwijking van het bovenstaande worden behouden en behoeven ze niet te worden gemeld en geregistreerd.

  • 4.4

    Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld in het college waar een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

  • 4.5

    Aanbiedingen voor privéwerkzaamheden of kortingen op privégoederen die een wethouder uit hoofde van zijn functie ontvangt zijn niet toegestaan.

  • 4.6

    Een lid van het college bespreekt in het college uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden die hij uit hoofde van zijn functie ontvangt.

5 Voorzieningen, bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen en buitenlandse dienstreizen

  • 5.1

    Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. Een lid van het college is terughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiek bevinden.

  • 5.2

    Een lid van het college declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 5.3

    Ingeval van twijfel over een declaratie door een lid van het college wordt dit voorgelegd aan de burgemeester en zonodig ter besluitvorming aan het college.

  • 5.4

    Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan.

  • 5.5

    Een lid van het college die het voornemen heeft uit hoofde van functie een buitenlandse reis te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het college. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. Het college stelt de raad van de besluitvorming op de hoogte.

  • 5.6

    Een lid van het college die het voornemen van een reis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

  • 5.7

    Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een lid van het college is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming van het college betrokken.

  • 5.8

    Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is weliswaar niet verboden maar wordt in het algemeen ontraden. in ieder geval wordt dit bij de besluitvorming van het college betrokken.

  • 5.9

    Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden is slechts beperkt toegestaan en moet worden betrokken bij de besluitvorming van het college. De extra reis- en verblijfkosten en de fiscale gevolgen komen volledig voor rekening van de lid van het college.

Ondertekening

Gedragscode voor leden van het college van de gemeente Leusden 2013, behorende bij het raadsbesluit d.d. 28 februari 2013, nummer 196370
mevrouw mr. J.S.Y. Houtman mevrouw drs. A. Vermeulen
griffier voorzitter