Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening adviescommissie bezwaarschriften

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening adviescommissie bezwaarschriften

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Leusden;

Ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 juni 2003, nr. 2003-3925;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

besluiten:

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING ADVIESCOMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeenten Nijkerk, Putten, Leusden en Bunschoten.

  • 2.

    De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    Het college benoemt een aantal plaatsvervangende leden.

  • 4.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 3a Kamers

  • 1.

    De commissie heeft een persoonsgebonden kamer, een zaaksgebonden kamer en een rechtspositionele kamer.

  • 2.

    In de kamers worden de volgende categorieën bezwaarschriften behandeld:

    • a.

      rechtspositionele kamer: rechtspositionele aangelegenheden van ambtenaren in dienst van de gemeente;

    • b.

      persoonsgebonden kamer: aangelegenheden op het gebied van de sociale zekerheid, urgentieverklaringen, volksgezondheid/wet voorzieningen gehandicapten, invalidenparkeerkaarten en daaraan gelijk te stellen categorieën;

    • c.

      zaaksgebonden kamer: alle bezwaren die niet door een andere kamer worden behandeld, tenzij de kamer anders beslist.

  • 3.

    Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden:

    • a.

      een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 Awb, zijnde de voorzitter of een van de leden van de commissie, uit haar midden aangewezen.

    • b.

      Ten minste twee andere leden, door de commissie aangewezen uit haar midden.

  • 4.

    De commissie wijst uit haar midden voor elk lid een plaatsvervanger aan.

  • 5.

    De kamer kan beslissen dat de behandeling van een bezwaarschrift door de commissie zal geschieden.

  • 6.

    De commissie kan andere kamers dan in het eerste lid genoemd instellen. De commissie stelt voor elke kamer vast welke categorie of categorieën bezwaarschriften door haar zullen worden behandeld.

  • 7.

    Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie en haar kamers is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie treden vier jaar na hun benoeming af. De voorzitter en de leden kunnen maximaal één keer worden herbenoemd.

  • 2.

    De zittingstermijn van hem die wordt benoemd ter vervulling van een tussentijdse vacature, eindigt bij het verstrijken van de benoemingstermijn van degene in wiens plaats hij is getreden.

  • 3.

    De voorzitters en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 4.

    De aftredende voorzitters en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 5.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in de leden 1 en 4.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie

Artikel 7a Bemiddeling

De commissie onderzoekt of de zaak in der minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van de artikel 7:3 van de Awb.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1.

    De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Binnen drie werkdagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op een verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2.

    De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 2.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

  • 3.

    De zitting van de commissie vindt achter gesloten deuren plaats wat betreft bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van de Wet werk en bijstand en de Wet maatschappelijke ondersteuning.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies

  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van twaalf weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 17a Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 18 Intrekking oude regeling

De Verordening behandeling bezwaarschriften, vastgesteld bij raadsbesluit van 23 februari 1995, nummer 95-10, en de Verordening op de commissie bezwaarschriften / klachtenregeling, vastgesteld bij raadsbesluit van 23 februari 1995, nummer 95-48, worden ingetrokken

Artikel 19 Overgangsrecht

Bezwaarschriften die tot aan de inwerkingtreding van deze verordening worden ontvangen, worden behandeld volgens de regeling neergelegd in de Verordening behandeling bezwaarschriften respectievelijk de Verordening op de commissie bezwaarschriften / klachtenregeling.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op een bij besluit van het college te bepalen tijdstip.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening adviescommissie bezwaarschriften

Ondertekening

Aldus vastgesteld
I. in de openbare vergadering van de raad van 3 juli 2003,
de griffier, de voorzitter,
Ir. T. Rolle. Drs. C.J.G.M. de Vet.
II. in de vergadering van het college van ………….,
de secretaris, de burgemeester,
Mr. M.N.J. Broers. Drs. C.J.G.M. de Vet.
III. door de burgemeester d.d. ……..,
de burgemeester,
Drs. C.J.G.M. de Vet.