Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs

Geldend van 06-11-1998 t/m heden

Intitulé

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs

De raad der gemeente Leusden;

overwegende, dat het gewenst is de toekenning van voorzieningen in het kader van aanvullend gemeentelijk beleid ten aanzien van het onderwijs bij verordening te regelen;

gelezen het verslag van het overleg met de vertegenwoordigers van de schoolbesturen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 augustus 1998, nr. 98-1;

gelet op artikel 105a1 van de Wet op het basisonderwijs;

besluit:

vast te stellen de navolgende:

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen.

  • a.

    Burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    schoolbestuur: het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het basisonderwijs bekostigde in de gemeente gevestigde openbare of bijzondere school.

  • c.

    school: school voor basisonderwijs.

  • d.

    voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening.

  • e.

    indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend.

  • f.

    toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening.

  • g.

    tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend.

  • h.

    subsidieplafond: het door de raad vastgestelde bedrag, voor een door de raad aangewezen voorziening, dat beschikbaar is binnen een bepaald tijdvak.

  • i.

    feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van burgemeester en wethouders waarbij een voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld.

  • j.

    subsidievaststelling: de beschikking van burgemeester en wethouders waarin het subsidiebedrag voor een voorziening definitief wordt vastgesteld en een recht op uitbetaling ontstaat.

  • k.

    subsidieverlening: de beschikking van burgemeester en wethouders waarbij een voorwaardelijke financiële aanspraak ontstaat op het subsidiebedrag voor een voorziening.

Artikel 2. Subsidieplafond en verdelingsregels.

  • 1.

    De raad stelt als onderdeel van de gemeentebegroting voor een voorziening een subsidieplafond vast. Hierbij bepaalt de raad hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders maken het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

Artikel 3. Jaarlijks overzicht.

Jaarlijks voor 1 augustus zenden burgemeester en wethouders aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 januari van het voorgaande jaar tot en met 30 juni van het jaar van toezending.

HOOFDSTUK 2. PROCEDURES.

Paragraaf 2.1. Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden.

Artikel 4. Toevoegen, wijzigen en intrekken.

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door burgemeester en wethouders.

Artikel 5. Indiening aanvraag.

  • 1.

    Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij burgemeester en wethouders. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluiten burgemeester en wethouders om de aanvraag niet te behandelen.

  • Bij de indiening van een aanvraag en de verstrekking van de gegevens dient het schoolbestuur gebruik te maken van het door burgemeester en wethouders vastgestelde formulier.

  • 2.

    De aanvraag vermeldt:

    • a.

      naam en adres van het schoolbestuur;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de gewenste voorziening;

    • d.

      de naam van de school indien de voorziening bestemd is voor een school;

    • e.

      een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.

  • 3.

    Bij het ontbreken van één of meer gegevens delen burgemeester en wethouders dit schriftelijk mede aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van de verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, besluiten burgemeester en wethouders de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 6. Beslissingstermijn.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen 8 weken na de indieningsdatum op de aanvraag.

  • 2.

    De termijn voor het beslissen op een aanvraag wordt opgeschort met ingang van de dag waarop het schoolbestuur krachtens artikel 5, derde lid, is uitgenodigd de aanvraag aan te vullen, tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

  • 3.

    Het niet beslissen binnen de termijn als genoemd in het eerste lid, staat gelijk aan toekenning van de voorziening.

Artikel 7. Toepassing subsidieplafond en verdelingsregels.

Bij het beslissen op aanvragen nemen burgemeester en wethouders het voor de voorziening geldende subsidieplafond alsmede de door de raad vastgestelde verdelingsregels in acht.

Artikel 8. Weigeringsgronden.

Burgemeester en wethouders besluiten de voorziening te weigeren indien:

  • a.

    de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van de verordening;

  • b.

    niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria;

  • c.

    door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2.2. Toekenning, uitvoering beschikking subsidieverlening, intrekking of wijziging; verbod vervreemding.

Artikel 9. Inhoud beschikking tot toekenning; betaling.

  • 1.

    De beschikking van burgemeester en wethouders tot toekenning van een voorziening kan inhouden:

    • a.

      feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening; of

    • b.

      een subsidieverlening; of

    • c.

      een subsidievaststelling.

  • 2.

    De beschikking bevat:

    • a.

      het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is toegekend;

    • b.

      de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.

  • 3.

    De beschikking tot subsidieverlening bevat voorts:

    • a.

      het bedrag van de subsidie of, indien de beschikking tot subsidieverlening het bedrag niet vermeld, het bedrag waarop de subsidieverlening ten hoogste wordt vastgesteld;

    • b.

      het bedrag van het voorschot of de wijze van vaststelling daarvan indien de beschikking tot subsidieverlening bepaalt dat burgemeester en wethouders een voorschot verlenen;

    • c.

      voorzover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan burgemeester en wethouders.

  • 4.

    De beschikking tot subsidievaststelling bevat voorts:

    • a.

      het bedrag van de subsidie;

    • b.

      voorzover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan burgemeester en wethouders.

  • 5.

    De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 10. Uitvoering beschikking tot subsidieverlening.

  • 1.

    Na een beschikking tot subsidieverlening dient het schoolbestuur uiterlijk acht weken na afloop van het tijdvak waarvoor de voorziening is toegekend een aanvraag tot subsidievaststelling in. Burgemeester en wethouders stellen de subsidie ambtshalve vast indien de aanvraag achterwege blijft.

  • 2.

    Bij de aanvraag toont het schoolbestuur aan dat de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen als genoemd in artikel 11 zijn nagekomen.

  • 3.

    Indien het schoolbestuur niet of niet voldoende aantoont dat de verplichtingen zijn nagekomen, delen burgemeester en wethouders dit schriftelijk mede aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij aan op welke onderdelen het schoolbestuur aanvullende informatie moet verschaffen. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na ontvangst van de mededeling de gevraagde informatie schriftelijk te verschaffen. Indien het schoolbestuur de gevraagde informatie niet binnen deze termijn verstrekt, stellen burgemeester en wethouders de subsidie ambtshalve vast.

Artikel 11. Subsidievaststelling volgend op verlening.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na de indiening van de aanvraag als bedoeld in artikel 10 of binnen acht weken na de verstrekking van de aanvullende informatie. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stellen burgemeester en wethouders het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders betalen het subsidiebedrag onder verrekening van de betaalde voorschotten, overeenkomstig de subsidievaststelling. De betaling vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 12. Intrekken of wijzigen beschikking tot feitelijke beschikbaarstelling of subsidievaststelling.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een beschikking tot feitelijke beschikbaarstelling of subsidievaststelling intrekken of ten nadele van het schoolbestuur wijzigen:

    • a.

      op grond van feiten en omstandigheden waarvan burgemeester en wethouders bij de toekenning van de voorziening redelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en op grond waarvan de toekenning van de voorziening anderszins zou hebben plaatsgevonden;

    • b.

      indien het schoolbestuur niet voldoet aan de in de beschikking gestelde verplichtingen;

    • c.

      indien de beschikking onjuist was en het schoolbestuur dit wist of behoorde te weten.

  • 2.

    De intrekking of wijziging van een beschikking tot subsidievaststelling werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 13. Intrekken of wijzigen beschikking tot subsidieverlening.

  • 1.

    Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kunnen burgemeester en wethouders een beschikking tot subsidieverlening intrekken of ten nadele van het schoolbestuur wijzigen, indien:

    • a.

      het bepaalde in artikel 12, eerste lid, onder b. en c. van toepassing is;

    • b.

      de voorziening niet of niet geheel heeft plaatsgevonden, of zal plaatsvinden;

    • c.

      het schoolbestuur onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking zou hebben geleid;

  • 2.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van een voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 14. Terugvordering.

Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kunnen worden teruggevorderd voorzover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld, dan wel de handelingen als bedoeld in artikel 13, eerste lid onder b., heeft plaatsgevonden, nog geen vijf jaren zijn verstreken. Ten onrechte feitelijk beschikbaar gestelde voorzieningen kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de voorziening is toegekend nog geen vijf jaren zijn verstreken en de aard van de voorziening dit mogelijk maakt.

Artikel 15. Verbod tot vervreemding.

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van burgemeester en wethouders tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van een samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

HOOFDSTUK 3. SLOTBEPALINGEN.

Artikel 16. Informatieverstrekking.

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van burgemeester en wethouders nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 17. Beslissing van burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet.

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 18. Citeertitel; inwerkingtreding.

  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als: "Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Leusden".

  • 2.

    Zij treedt in werking met ingang van de achtste dag na de dag van bekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Leusden
in zijn openbare vergadering van 29 oktober 1998
de secretaris, de voorzitter,
Drs. P. van Elteren Drs. C.J.G.M. de Vet