Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Leusden 2006

Ondertekening

Toelichting op de artikelen

Artikel 2. Onderzoeksfrequentie en accent onderzoeksaandacht

Het college verricht onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur. Bij onderzoek naar de doelmatigheid betreft dit de uitvoering van het beleid en het beheer van middelen. De uitvoering is ten eerste gericht op de organisatie-eenheden van de gemeente. Een tweede ingang voor doelmatigheidsonderzoek is de procesgang. Hiervoor kan men kijken naar de gemeentelijke taken. Het voordeel hiervan is dat ook de doelmatigheid van de uitvoering van gemeentelijk beleid en het beheer van middelen door derden wordt onderzocht. Het onderzoek naar doeltreffendheid vindt plaats op basis van het in de programma’s of paragrafen van de begroting geformuleerde beleid. Dit beleid kan gehele begrotingsprogramma’s omvatten of delen daarvan. Ook kan het paragrafen van de begroting en jaarstukken of delen daarvan omvatten.

Het tweede lid regelt dat bij het onderzoek het accent op de doelmatigheid wordt gelegd. Hiermee wordt beoogd in Leusden een evenwichtig verdeelde onderzoeksaandacht te bewerkstelligen naar doelmatigheid (college), doeltreffendheid (rekenkamerfunctie) en rechtmatigheid (accountant).

Artikel 4. Onderzoeksplan

De beslissing wat te onderzoeken is aan het college. Het onderzoeksplan wordt door het college vastgesteld en voorafgaand aan het onderzoek naar de raad gezonden. Het onderzoeksplan moet een globaal maar volledig beeld geven van het voorgenomen onderzoek.

De onderwerpen genoemd in het tweede lid kunnen als volgt worden toegelicht:

a. Het object van een onderzoek wordt dusdanig omschreven dat duidelijk is aangegeven wat de afbakening van het onderzoek is. Daarbij worden de scheidslijnen aangegeven ten aanzien van de te onderzoeken procedures en instrumenten en de scheidslijnen met andere beleidsvelden.

b. De reikwijdte van ieder onderzoek strekt zich in beginsel uit over alle organen (raad, college), organisatie-eenheden en instellingen waarvoor de gemeente bestuurlijk verantwoordelijk is of waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd. De reikwijdte kan in het onderzoeksplan worden ingeperkt door het aangeven van het te onderzoeken tijdsvak en de te onderzoeken organen, organisatie-eenheden en instellingen. Aangegeven moet worden welk tijdvak wordt onderzocht en welke organisatie-eenheden en niet-gemeentelijke instellingen bij het onderzoek worden betrokken.

c. Hier wordt aangegeven welke methoden gebruikt zullen worden (benchmarking, enquête, enzovoorts).

d. Een inschatting van de duur van het onderzoek, eventueel onderverdeeld in fasen.

e. Onderzoeken kunnen in opdracht van het college worden uitgevoerd door het ambtelijk apparaat (al of niet met inbreng van deskundigheid van derden) of door derden. Indien de ambtelijke organisatie de onderzoeken uitvoert zullen in de onderzoeksopzet waarborgen dienen te worden ingebouwd, waarmee de onafhankelijkheid van de analyse en/of adviezen ter verbeteringen worden gegarandeerd.

Artikel 5. Onderzoeksrapportage

De bevindingen van het onderzoek worden in de rapportage opgenomen. Systematische aandacht voor de doelmatigheid en doeltreffendheid impliceert het doel om te leren, om te denken over en te streven naar verbetering, daarom is in de verordening opgenomen dat aanbevelingen voor verbetering onderdeel zijn van de rapportage.

Met het onderzoek beoogt de gemeente onder meer om de transparantie van gemeentelijk handelen te vergroten en de publieke verantwoording daarover te versterken. De rapportage wordt dan ook aan de raad aangeboden, zoals voorgeschreven in artikel 213a, tweede lid, van de Gemeentewet. Passend bij de duale verhoudingen en informatievoorziening wordt ten behoeve van de raad bij het rapport een bestuurlijke samenvatting gevoegd met de verbeteracties.

De rapporten dienen volgens artikel 197 tweede lid van de Gemeentewet te worden gevoegd bij de jaarrekening en het jaarverslag. Het betreft uiteraard de verslagen die lopende het verslagjaar zijn afgerond. Dat sluit niet uit dat de raad, als hij dat wenst, de rapporten ontvangt zodra ze door het college zijn vastgesteld.

Artikel 6. Rapportage voortgang

In een paragraaf van de begroting en jaarstukken wordt gerapporteerd over de stand van zaken bij het interne onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde bestuur.

De bedrijfsvoering is een zaak van het college. Het is dan ook de verantwoordelijkheid van het college dat de vastgestelde aanbevelingen voor verbetering in uitvoering worden genomen. Het college rapporteert daarom in de paragraaf eveneens over de voortgang van het verbetertraject.

Artikel 9. Citeertitel

In dit artikel wordt de naam gegeven waarmee in gemeentelijke stukken naar deze verordening kan worden verwezen.