Financiële verordening gemeente Leusden 2017

Geldend van 30-12-2017 t/m heden

Intitulé

Financiële verordening gemeente Leusden 2017

De raad van de gemeente Leusden;

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet,

besluit:

vast te stellen de Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Leusden.

1. Inleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Administratie:

    Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • b.

    Financieel beheer:

    Het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente.

  • c.

    Financieringsfunctie:

    Alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht op de financiële stromen, de financiële posities, het verwerven van financiële middelen en de hieraan verbonden risico’s.

  • d.

    Grondexploitatie:

    Het proces van productie en uitgifte van bouw- en woonrijpe grond dat gebaseerd is op een referentiekader en een verbonden geheel vormt (vanuit een stedenbouwkundige visie, vanuit hetzelfde bestemmingsplan en vanuit geografische ligging). De grondexploitatiebegroting bevat een meerjarige opstelling van de geraamde kosten en opbrengsten die samenhangen met de productie en die, op basis van een eenduidig prijspeil, worden doorgerekend naar een eindresultaat (complex).

  • e.

    Rechtmatigheid:

    Het in overeenstemming zijn met de begroting en van toepassing zijnde wet- en regelgeving.

  • f.

    Doelmatigheid:

    Het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • g.

    Doeltreffendheid:

    De mate waarin de beoogde doelstellingen van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

2. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Planning en Control cyclus

  • 1. De jaarlijkse Planning en Control cyclus richt zich op de kaderstellende en controlerende rol van de raad voor de planning, sturing, beheersing en verantwoording van beleid en financiën.

  • 2. De Planning en Control cyclus omvat de volgende producten:

    • Kaderbrief (zie artikel 4);

    • Begroting (zie artikel 5);

    • Voor- en Najaarsnota (zie artikel 6);

    • Jaarstukken (zie artikel 7).

Artikel 3. Programma-indeling

  • 1. De raad stelt door het vaststellen van de begroting de programma-indeling en paragrafen vast.

  • 2. De raad stelt per programma ten minste de verplichte beleidsindicatoren en eigen relevante effect- en prestatie indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke realisatie van maatschappelijke effecten, doelen en prestaties.

Artikel 4. Kaderbrief

  • 1. Het college biedt in het voorjaar aan de raad een Kaderbrief aan met voorstellen voor nieuw beleid, belastingvoorstellen en overige financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende begrotingsjaren.

  • 2. De raad stelt de Kaderbrief tijdens het voorjaarsdebat vast.

Artikel 5. Autorisatie begroting, begrotingswijzigingen en investeringskredieten

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten op programmaniveau. De autorisatie vindt in de begroting als volgt plaats:

    • a)

      budgetten: via het overzicht van lasten en baten;

    • b)

      investeringen in het Meerjarig Investeringsplan: via de uiteenzetting financiële positie.

  • 2. Voor de autorisatie van overige investeringskredieten legt het college afzonderlijke voorstellen, exploitatie- of onderhoudsplannen aan de raad ter vaststelling voor;

  • 3. De raad stelt in de Kadernotitie budgetautorisatie de kaders vast voor de autorisatie van begrotingswijzigingen in de loop van het begrotingsjaar. Daarbij worden de volgende soorten begrotingswijzigingen en autorisatieniveaus onderscheiden:

    • a)

      beleid en kaders: vaststelling door de raad op afzonderlijk voorstel van het college;

    • b)

      beheer en uitvoering: vaststelling door de raad via een verzamelwijziging met toelichtend voorstel van het college;

    • c)

      administratie en techniek: vaststelling op ambtelijk niveau via een technische wijziging.

Artikel 6. Tussentijdse rapportage

  • 1. Het college informeert de raad door middel van twee tussentijdse rapportages, te weten de Voorjaarsnota en de Najaarsnota, over de financiële realisatie van de begroting gedurende het lopende begrotingsjaar en de drie opvolgende begrotingsjaren.

  • 2. De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 3. In de tussentijdse rapportage worden afwijkingen toegelicht die bestuurlijk relevant zijn en/of verschillen die groter zijn dan € 25.000 ten opzichte van de raming.

  • 4. Het college informeert de raad over de beleidsinhoudelijke realisatie van de begroting in vier voortgang- en verdiepingsavonden. Per avond wordt één programma besproken.

Artikel 7. Jaarstukken

  • 1. Het college legt jaarlijks aan de raad verantwoording af door middel van het jaarverslag en de jaarrekening.

  • 2. In de jaarstukken worden afwijkingen toegelicht die bestuurlijk relevant zijn en/of verschillen die groter zijn dan € 50.000 ten opzichte van de raming.

  • 3. De raad stelt het Beleidskader rechtmatigheid en accountantscontrole vast, waarin de kaders ten aanzien van de uitvoering van de accountantscontrole zijn beschreven.

  • 4. Het college actualiseert jaarlijks het normen- en toetsingskader en stelt een overzicht vast van de in het controlejaar geldende wet- en regelgeving. Deze stukken worden ter informatie aan de raad aangeboden.

  • 5. De raad stelt de jaarstukken vast en verleent décharge aan het college.

3. Financieel beleid

Artikel 8. Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1. De raad stelt de Nota waardering en afschrijving vaste activa vast, waarin de kaders ten aanzien van de waardering, activering en afschrijving van de vaste activa zijn beschreven.

  • 2. De vaste activa worden afgeschreven volgens de methodiek en de termijnen, zoals vermeld in de afschrijvingstabel die als bijlage bij de Nota waardering en afschrijving vaste activa is gevoegd.

  • 3. Afschrijvingstermijnen van investeringen die niet in de afschrijvingstabel voorkomen worden door de raad vastgesteld via de autorisatie van de betreffende investeringskredieten.

Artikel 9. Voorziening voor oninbare vorderingen

  • 1. De voorziening dubieuze debiteuren, behoudens de voorziening dubieuze belastingdebiteuren (zie lid 2), wordt bepaald volgens de statische methode, waarbij iedere vordering (of groep van vorderingen) afzonderlijk op oninbaarheid wordt beoordeeld.

  • 2. De voorziening dubieuze belastingdebiteuren wordt bepaald door het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn (GBLT), beoordeeld door de controlerende accountant van GBLT en overgenomen door de gemeente.

Artikel 10. Reserves en voorzieningen

  • 1. De raad stelt de nota reserves en voorzieningen vast, waarin de kaders ten aanzien van de vorming en besteding van reserves en voorzieningen worden beschreven.

  • 2. Het instellen, opheffen en wijzigen van een bestemmingsreserve vindt plaats bij een afzonderlijk raadsbesluit.

  • 3. De actualisatie van de reserves en voorzieningen vindt plaats bij de tussentijdse rapportages, programmabegroting en jaarrekening.

Artikel 11. Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen, waarmee kosten in rekening worden gebracht, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vermogen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.

  • 2. Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen en reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.

  • 3. De extracomptabele toerekening van de overhead aan lokale heffingen geschiedt volgens een jaarlijks vast te stellen percentage, zijnde: Kosten taakveld 0.4 Overhead gedeeld door het totaal van de aan de overige taakvelden toe te rekenen directe loonkosten. De raad stelt het percentage vast bij de begroting.

  • 4. Aan grondexploitaties, investeringen en voorziening groot onderhoud buitenruimte wordt bij het opstellen van de begroting een voorcalculatorische overhead toegerekend volgens een jaarlijks vast te stellen percentage, zijnde: Kosten taakveld 0.4 Overhead gedeeld door het totaal van de aan de overige taakvelden toe te rekenen directe loonkosten. De raad stelt het percentage vast bij de begroting.

  • 5. Aan grondexploitaties, investeringen en voorziening groot onderhoud buitenruimte wordt bij het opstellen van de jaarrekening op basis van de realisatie een nacalculatorische overhead toegerekend conform het in de begroting vastgesteld percentage.

  • 6. Het college neemt bij de kostprijsberekening van de leges de kaders in acht die de raad heeft gesteld in de Notitie kostendekkendheid leges.

  • 7. Het college voegt relevante informatie over de kostprijsberekeningen van de belastingen toe aan de paragraaf lokale heffingen van de begroting.

Artikel 12. Financieringsfunctie

  • 1. De raad stelt de Treasury verordening vast, waarin de kaders ten aanzien van het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht op de financiële stromen, de financiële posities, het verwerven van financiële middelen en de hieraan verbonden risico’s zijn beschreven.

Artikel 13. Risicomanagement en weerstandsvermogen

  • 1. De raad stelt de Nota risicomanagement en weerstandsvermogen vast, waarin de kaders ten aanzien van het risicomanagement en weerstandsvermogen zijn beschreven.

  • 2. Overeenkomstig de kaders rapporteert het college over de stand van het weerstandsvermogen ten opzichte van de door de raad vastgestelde norm. Het college doet zo nodig voorstellen tot bijstelling van het weerstandsvermogen.

Artikel 14. Rentebeleid

  • 1. De raad stelt de Nota rentebeleid vast, waarin kaders ten aanzien van het rentebeleid zijn beschreven.

  • 2. De raad stelt in de Kaderbrief het geraamde rendementspercentage op beleggingen voor het komende begrotingsjaar vast.

Artikel 15. Grondexploitatie

  • 1. De raad stelt de Nota grondbeleid, Nota financiële beleidskaders grondbedrijf en Kadernotitie grondprijsbeleid vast, waarin de kaders voor actief en passief grondbeleid, de kaders voor financiële besturing van de grondexploitatie en de kaders voor de te hanteren grondprijzen zijn beschreven.

  • 2. Het college stelt jaarlijks in de grondprijzenbrief de grondprijzen vast die passen binnen de uitgangspunten van de Kadernotie grondprijsbeleid.

4. Financieel beheer en financiële organisatie

Artikel 16. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • a)

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente;

  • b)

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten enzovoorts;

  • c)

    het verschaffen van informatie over uitputting van toegekende budgetten en investeringskredieten aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

  • d)

    Het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid;

  • e)

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving; en

  • f)

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 17. Financiële organisatie

Het college zorgt voor en legt vast:

  • a)

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, en verantwoordelijkheden;

  • b)

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten, investeringskredieten en grondexploitaties;

  • c)

    het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten; en

  • d)

    de aanwijzing van de budgethouder in het gemeentelijk financieel geautomatiseerd systeem.

Artikel 18. Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

5. Slotbepalingen

Artikel 19. Onvoorziene omstandigheden

  • 1. De raad beslist in alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

  • 2. De raad heeft de bevoegdheid om af te wijken van bepalingen van deze verordening,indien de toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 20. Intrekken oude verordening

De “Financiële verordening gemeente Leusden”, vastgesteld door de raad op 17 februari 2011, wordt ingetrokken.

Artikel 21. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie in het gemeenteblad.

Artikel 22. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Financiële verordening gemeente Leusden 2017”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Leusden in zijn openbare vergadering van 14 december 2017.

I. Schutte-van der Schans

griffier

G.J. Bouwmeester

voorzitter