Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2021

De raad van de gemeente Leusden;

gelezen het voorstel van het college d.d. 27 oktober 2020, nummer L257528;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2021

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ‘eigen graf’: een graf of grafkelder, ten aanzien waarvan voor een bepaalde tijd het uitsluitend recht is verkregen om daarin te doen begraven;

  • b.

    ‘algemeen graf’: alle andere grafruimten.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘lijkbezorgingsrechten’ worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats te Oud Leusden en voor het door de gemeente verlenen van diensten in dat verband.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 7 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend.

Artikel 6 Toepassing van de tarieven

Voor de toepassing van de in de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde rechten gelden de volgende bepalingen:

  • a.

    onder een jaar wordt verstaan een kalenderjaar;

  • b.

    een onderdeel van een eenheid van tijd, afmeting of oppervlakte wordt voor een geheel berekend;

  • c.

    de nodige opmetingen worden uitsluitend van gemeentewege verricht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten bedoeld in hoofdstuk 6 en 7 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 6 en 7 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten bedoeld in hoofdstuk 6 en 7 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 6 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde deel van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 6 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde deel van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder dan € 5,00 bedraagt.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 6 en 7 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. De rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in lid 1 van dit artikel gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening lijkbezorgingsrechten 2020, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in lid 3 van dit artikel genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2021’.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad der gemeente Leusden in zijn openbare vergadering van 10 december 2020,

I. Schutte-van der Schans

griffier

G.J. Bouwmeester

voorzitter

Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2021’

Hoofdstuk 1 Verkrijgen van het uitsluitend recht tot het doen begraven of tot het doen bijzetten van asbussen in een eigen graf

 

1.1

Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot begraven in een eigen graf (daaronder begrepen het bijzetten van asbussen) voor een periode van ten hoogste 25 jaar:

 
 

a.

voor een graf waarin 1 kist kan worden bijgezet

€ 1.116,00

 

b.

voor een graf waarin 2 kisten kunnen worden bijgezet

€ 1.487,00

 

c.

voor een graf waarin 3 kisten kunnen worden bijgezet

€ 1.965,00

1.2

Voor het verlengen van de termijn, bedoeld onder 1.1 voor ten hoogste 10 jaar:

 
 

a.

voor een graf als bedoeld onder 1.1a

€ 461,00

 

b.

voor een graf als bedoeld onder 1.1b

€ 728,20

 

c.

voor een graf als bedoeld onder 1.1c

€ 783,30

1.3

Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot begraven in een eigen kindergraf (daaronder begrepen het bijzetten van asbussen) voor een periode van ten hoogste 25 jaar, waar binnen vijf dagen een begrafenis zal plaatsvinden of een asbus wordt bijgezet:

€ 728,20

1.4

Voor het verlengen van de termijn, bedoeld onder 1.3 voor ten hoogste 10 jaar:

€ 300,90

1.5

Het onder 1.1 genoemde bedrag wordt eveneens met 50% verhoogd, indien het graf niet in aansluitende volgorde, als bedoeld in artikel 12 van de Beheersverordening Gemeentelijke Begraafplaats Oud-Leusden, wordt uitgegeven.

 
 
 
 
 

Hoofdstuk 2 Begraven van lijken

 

2.1

Voor het begraven van lijken op maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de algemeen erkende feestdagen, tussen 10.00 uur en 15.00 uur:

 
 

a.

een eigen graf, geen grafkelder zijnde

€ 1.453,00

 

b.

een grafkelder

€ 1.688,00

 

c.

een algemeen graf

€ 1.453,00

2.2

Voor het begraven op zaterdag en tijdens andere uren dan bedoeld in het eerste lid, worden de in dat lid genoemde rechten met 30% verhoogd.

 

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind, jonger dan 1 jaar, bedraagt het recht een vierde, en dat van een kind van 1 jaar of ouder, doch jonger dan 12 jaar, de helft van de volgens de voorgaande leden geheven rechten.

 

2.4

Voor het ter plaatse controleren van de nog beschikbare begraafruimte in een graf op verzoek van de nabestaanden, terwijl het begraafregister hierover al uitsluitsel geeft

€ 42,20

 
 
 
 

Hoofdstuk 3 Opgraven en herbegraven van lijken

 

3.1

Voor het opgraven van een lijk, anders dan op rechterlijk gezag

€ 660,40

3.2

Voor het opgraven van een lijk, anders dan op rechterlijk gezag en het opnieuw begraven van een lijk in een ander graf op dezelfde begraafplaats, worden de onder 2.1. genoemde rechten verhoogd met:

€ 660,40

3.3

Voor het opgraven, vervoeren en het opnieuw begraven van een lijk van een kind jonger dan 1 jaar, bedraagt het recht een vierde, dat van een kind van 1 jaar en ouder, doch jonger dan 12 jaar, de helft van de onder 3.1 en 3.2 genoemde bedragen.

 
 
 
 
 

Hoofdstuk 4 Bijzetten van asbussen

 

4.1

Voor het bijzetten van een asbus in een eigen graf

€ 182,00

 
 
 
 

Hoofdstuk 5 Grafbedekking

 

5.1

Voor het verkrijgen van de bevoegdheid tot het aanbrengen van gedenktekenen of andere voorwerpen op graven:

 
 

a.

op een eigen graf

€ 133,60

 

b.

op een algemeen graf

€ 73,40

5.2

Voor het van gemeentewege afnemen en herplaatsen van gedenktekenen en voorwerpen:

 
 

a.

van een grafkelderzerk of monument

€ 379,40

 

b.

van een staande of liggende steen

€ 132,80

 

c.

van een omranding of omlijsting

€ 99,10

 

d.

van een grafbedekking, bestaande uit marmerslag, rode korrel of dergelijke

€ 72,80

 

e.

van een beplanting

€ 72,80

 
 
 
 

Hoofdstuk 6 Grafonderhoud

 

6.1

Voor het onderhouden van eigen, niet gemetselde graven, waarop geen voorwerpen of beplantingen zijn aangebracht, per jaar

€ 23,80

6.2

Voor het onderhouden van gedenktekenen en andere voorwerpen, alsmede van beplantingen op eigen graven, per jaar:

 
 

a.

van een grafkelder (buitenwerk) met inbegrip van de daarop geplaatste voorwerpen en beplantingen, indien de oppervlakte van het graf 6 m² of minder is

€ 200,00

 
 

voor elke m² boven een oppervlakte van 6 m²

€ 48,80

 

b.

van een eigen graf, geen grafkelder zijnde

€ 48,80

6.3

Voor het onderhouden van een gedenkteken en andere voorwerpen op een algemeen graf, per jaar

€ 44,80

 
 
 
 

Hoofdstuk 7 Heffing ineens recht onderhoud graven

 

7.1

De in hoofdstuk 6 bedoelde rechten kunnen uiterlijk voor de tijd gedurende welke de begraafplaats geopend blijft op een daartoe strekkend verzoek ineens worden geheven tot het bedrag genoemd in het tweede en derde lid van dat hoofdstuk.

 

7.2

Het in het eerste lid bedoelde bedrag bedraagt ten aanzien van eigen graven, indien het recht van een eigen graf:

 
 

a.

voor de tijd van ten hoogste 25 jaar is uitgegeven, het vijfentwintigvoud van het desbetreffende in hoofdstuk 6 genoemde recht.

 
 

b.

voor de tijd van ten hoogste 10 jaar, gedurende een verlenging van de termijn als bedoeld in hoofdstuk 1, onder 1.2, het tienvoud van het desbetreffende in hoofdstuk 6 genoemde recht.

 

7.3

Het in het eerste lid bedoelde bedrag bedraagt ten aanzien van algemene graven het tienvoud van het desbetreffende in hoofdstuk 6 genoemde recht.

 

7.4

Indien het uitsluitend recht om lijken in een bepaald graf te doen begraven vervalt, vindt geen terugbetaling plaats van ineens geheven rechten.

 
 
 
 
 

Hoofdstuk 8 Inschrijven en overboeken van eigen graven

 

8.1

Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven in het daartoe bestemde register, voor iedere boeking of overschrijving

€ 69,60

 
 
 
 

Hoofdstuk 9 Overige heffingen

 

9.1

Voor het gebruik van de aula voor het opbaren van een lijk en/of condoleren op de dag voorafgaand aan de begrafenis

€ 130,40

9.2

Voor het gebruik van de aula ten behoeve van de begrafenisplechtigheid

€ 57,80

9.3

Voor het luiden van de torenklok tijdens de begrafenis overeenkomstig plaatselijk gebruik

€ 52,40