Welstandsnota 2018

Geldend van 16-01-2021 t/m heden

Intitulé

Welstandsnota 2018

Voorwoord

Naar een nieuw welstandsbeleid

Voor u ligt de nieuwe welstandsnota van de gemeente Leusden. Deze nota vervangt de Welstandsnota 2014 en heeft als doel ondersteunend te zijn aan initiatiefnemers.

De eerder door de gemeente vastgestelde sneltoetscriteria blijven gewoon van kracht. Deze zijn opgenomen onder het kopje ‘Criteria voor kleine bouwwerken’.

Wilt u bouwen in afwijking van de sneltoetscriteria, of heeft u een bouwplan dat niet onder de sneltoetscriteria valt, dan nodigt de gemeente Leusden u uit om aan de hand van de objectcriteria / gebiedscriteria het gesprek met de gemeente en uw buurt aan te gaan.

Bedoeling en opbouw van de Welstandsnota

De Welstandsnota is bedoeld om initiatiefnemers in de gelegenheid te stellen hun bouwplannen vorm te geven.

1 Inleiding

Doel en uitgangspunten van het welstandsbeleid

De gemeente Leusden daagt initiatiefnemers uit om aan de hand van de objectcriteria / gebiedscriteria het gesprek met de gemeente en de buurt aan te gaan. Vindt uw plan draagvlak in de buurt dan toetsen wij terughoudend . Wel blijven we oog houden voor het algemeen belang. Het advies van het Adviesteam Ruimtelijke Kwaliteit nemen wij mee in onze afweging.

Dat is niet voor ieder bouwwerk noodzakelijk. Voor de meest voorkomende bouwwerken, zoals bijvoorbeeld aan- en bijgebouwen (bijbehorende bouwwerken), dakkapellen, dakopbouwen etc. zijn sneltoetscriteria opgesteld. Is het bouwwerk een ‘veel voorkomend bouwwerk’ en voldoet het aan de daarvoor geldende sneltoetscriteria, dan voldoet het bouwwerk aan redelijke eisen van welstand. Wijkt uw plan af van de sneltoetscriteria, neem dan contact op met de secretaris van het Adviesteam Ruimtelijke Kwaliteit.

Welstandsnota

De Welstandsnota is van toepassing op bouwwerken, waarvoor een omgevingsvergunning nodig is. In de nota onderscheiden we de volgende welstandscriteria: criteria voor kleine bouwwerken/sneltoetscriteria, objectcriteria, gebiedsgerichte criteria, algemene criteria, nieuwe projecten en excessenregeling. De nota wordt afgesloten met bijlagen.

Notitie Burenakkoord

In het coalitieakkoord 2014-2018 is opgenomen dat Leusden de kracht uit de samenleving wil benutten. Het Burenakkoord biedt ruimte aan meer lokale zeggenschap. Het is een instrument om draagvlak in te zetten, wanneer op kleine schaal wordt afgeweken van gemeentelijke regels en kaders. Het uitgangspunt is dat bij voldoende draagvlak bij kleinschalige activiteiten er niet meer hoeft te worden getoetst aan het welstandsbeleid. Indien het Adviesteam Ruimtelijke Kwaliteit (ARK) om advies is gevraagd en die tot de conclusie is gekomen dat de afwijking niet past binnen de welstandscriteria, kan de afwijking toch worden gerealiseerd, als de initiatiefnemer instemming van zijn buren heeft aangetoond. Bij initiateven met meer impact kan het draagvlak worden meegenomen als belangrijk onderdeel in de belangenafweging voor de vergunningverlening. Voor een nadere uitwerking van dit beleid wordt verwezen naar de Notitie Burenakkoord.

Adviesteam Ruimtelijke Kwaliteit

Overleggen Sturen in plaats van toetsen

Het Adviesteam Ruimtelijke Kwaliteit (ARK) is een adviesteam dat integraal functioneert als welstands- en monumentencommissie. De ervaring leert dat vooraf sturen en overleggen betere resultaten geeft dan achteraf toetsten. De gemeente Leusden heeft al jarenlang een actief ruimtelijk beleid, waarbij korte lijnen en snel kunnen schakelen een kwaliteit is. De werkwijze van het adviesteam is hierop aangepast. Dit houdt in dat de secretaris van het adviesteam ruime bevoegdheden heeft om, bij afwijking van de welstandsnota, zelfstandig te adviseren en beoordelen of een plan voldoet aan redelijke eisen van welstand. Bij twijfel en bij grotere bouwplannen schakelt hij deskundige hulp in. Complexe (bouw)plannen, of wanneer het rijks-, gemeentelijke monumenten en panden die zijn opgenomen in de Monumenten Inventarisatie Lijst betreft, worden voorgelegd aan het ARK.

Samenstelling, inrichting en werkwijze van het ARK worden geregeld in de gemeentelijke bouwverordening en het daarbij als bijlage bijgevoegde reglement van orde. Hierin zijn onder andere de wijze van openbaarheid van vergaderen, de verslaglegging van adviezen en de benoemingstermijn geregeld.

Criteria voor kleine bouwwerken / sneltoetscriteria

Sneltoetscriteria zijn dermate concreet dat een aspirant-bouwer op voorhand kan zien of zijn bouwplan daaraan voldoet. Deze criteria voor kleinere bouwwerken kunnen worden gezien als een verzameling ‘standaardoplossingen’ die in elk geval geen bezwaren zullen oproepen.

De rol van de trendsetter

Bij de criteria voor kleinere bouwwerken speelt het fenomeen trendsetter een belangrijke rol. Als een bouwplan overeenstemt met een bouwwerk dat eerder, met een positief welstandsadvies in hetzelfde woningblok, of aan een zelfde woning in de straat werd gerealiseerd, dan wordt het geacht vanzelfsprekend aan redelijke eisen van welstand te voldoen. Dat is redelijk en komt tegemoet aan de eis van rechtsgelijkheid. Maar het is ook een instrument voor het levend houden van de welstandsnota. Goede voorbeelden uit het verleden én goede voorbeelden in de toekomst kunnen zo aan de criteria worden toegevoegd.

Objectgerichte criteria

Objectgerichte criteria hebben betrekking op de beoordeling van specifieke objecten, waarbij het object -, het bouwwerk zelf - bij de toetsing voorop staat. Dit betreft bijvoorbeeld hallenhuisboerderijen, (agrarische) bedrijfsbebouwing of (burger)woningen in het buitengebied.

De opzet van deze objectgerichte beoordelingskaders is vergelijkbaar met de hierna beschreven gebiedsgerichte beoordelingskaders. Ook hierbij gaat het steeds om 'relatieve' welstandscriteria. De bouwplannen worden altijd aan het ARK voorgelegd, die de criteria interpreteert in het licht van het concrete bouwplan. Objectgerichte criteria kunnen per deelgebied en per welstandniveau verschillen.

Gebiedsgerichte criteria

De gemeente kan de welstandscriteria differentiëren naar gebieden. De oorspronkelijke cultuurhistorisch waardevolle lintbebouwing vraagt om een andere benadering dan een bedrijventerrein of een nieuwe woonwijk. De gemeente Leusden heeft er voor gekozen om, waar mogelijk, aan te sluiten bij begrenzingen van de bestemmingsplannen. Waar nodig hebben verbijzonderingen plaats binnen een deelgebied, om recht te doen aan de bijzondere kenmerken en kwaliteiten. Zo kan ook worden voorkomen dat het aantal deelgebieden te groot en dus onoverzichtelijk wordt.

Algemene welstandscriteria

In sommige gevallen moet teruggegrepen worden op algemene criteria, die aan ieder welstandsadvies ten grondslag liggen. Dat is bijvoorbeeld het geval als de indiener van een bouwplan zijn eigen weg wil volgen en burgemeester en wethouders daaraan mee willen werken. Ook wanneer de criteria voor kleinere bouwwerken of de gebiedscriteria ontoereikend blijken, kan het ARK op basis van deze criteria sturen en adviseren aan burgemeester en wethouders. De algemene criteria vormen een vangnet voor die gevallen waarin de overige criteria niet toereikend zijn.

Nieuwe projecten

De Welstandsnota bevat geen welstandscriteria voor (her-)ontwikkelingsprojecten die de bestaande ruimtelijke structuur en karakteristiek doorbreken en waarvoor het ter plaatse geldende bestemmingsplan ook geen ruimte laat. Dergelijke welstandscriteria kunnen namelijk niet worden opgesteld, zonder dat er een concreet stedenbouwkundig plan aan ten grondslag ligt. Voor deze projecten wordt een apart beeldkwaliteitsplan opgesteld, die na oplevering van het project aan de Welstandsnota wordt toegevoegd.

Excessenregeling

De gemeente heeft de mogelijkheid om achteraf (repressief) in te grijpen, wanneer vergunningsvrije bouwwerken in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand. Dit is het geval als er sprake is van excessen: buitensporigheden in het uiterlijk die ook voor niet-deskundigen evident zijn. Op grond van artikel 13a van de Woningwet kunnen burgemeester en wethouders de eigenaar aanschrijven om de strijdige situatie ongedaan te maken. De daarbij gehanteerde criteria moeten in de Welstandsnota worden vermeld (zie hoofdstuk 7).

Welstandsadvies en afwijken

Criteria, die vooraf worden opgesteld brengen onontkoombaar beperkingen met zich mee Ze kunnen ontoereikend zijn voor juist dat ene geval dat zulke bijzondere omstandigheden kent dat afwijken van de criteria gerechtvaardigd is. Er kan ook sprake zijn van een bijzondere oplossing, die weliswaar op een of meer punten van de criteria afwijkt maar die toch goed in de omgeving past of zelfs een verrijking voor de buurt betekent. Gezien de interpretatieruimte die de gebiedscriteria bieden, mogen in dat geval bijzondere eisen aan het architectonisch vakmanschap worden gesteld. Het gaat immers om afwijkingen die door burgemeester en wethouders en door het ARK goed gemotiveerd moeten kunnen worden.

2 Criteria voor kleinere bouwwerken

2.1 Bijbehorende bouwwerken

Een op de grond staand bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan in het ACHTERERFGEBIED

  • -

    Deze criteria komen aan de orde als het bestemmingsplan zich daar niet tegen verzet of wanneer burgemeester en wethouders overwegen bij omgevingsvergunning daarvan af te wijken en het om een bouwactiviteit gaat die niet omgevingsvergunningsvrij is (conform het Bor).

  • -

    Bouwaanvragen die betrekking hebben op monumenten en of panden die voorkomen op de Monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand en het aspect monumenten. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Het bouwwerk is in ieder geval niet in strijd met redelijke eisen van welstand als aan de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  • A.

    het bouwwerk moet overeenkomstig een bestaande aan- of uitbouw in hetzelfde woningblok zijn, die met een positief welstandsadvies is gerealiseerd, of

  • B.

    het bouwwerk is overeenkomstig het ontwerp van de architect, die het project ontworpen heeft waarvan het bouwplan deel uitmaakt en waarvoor een positief welstandsadvies is gegeven, of

  • C.

    het bouwplan voldoet, indien geen trendsetter zoals bedoeld onder A en B aanwezig is, aan de volgende criteria:

    Plaatsing

    direct aan de oorspronkelijke achter- of zijgevel, 1 m terug van de voorgevelrooilijn.

    Vorm

    - geen aanbouw, indien er al een aanbouw aanwezig is;

    - rechthoekig;

    - plat afgedekt voor zover op een afstand van niet meer dan 4 m van het oorspronkelijk hoofdgebouw;

    - met kap voor zover op een afstand van meer dan 4 m van het oorspronkelijk hoofdgebouw en hoger dan 3 m: voorzien van een schuin dak.

    Maatvoering

    boeibord minder dan 0,3 m.

    Materiaal

    overeenkomstig het hoofdgebouw.

    Kleur

    overeenkomstig het hoofdgebouw.

    Gebiedsgerichte criteria

    dit zijn basiseisen, per deelgebied kan daarvan worden afgeweken, er kunnen minder of meer eisen worden gesteld. Zie daarvoor de gebiedsgerichte criteria die voor het adres gelden.

Bijbehorende bouwwerken in het VOORERFGEBIED

  • -

    Deze criteria komen aan de orde als het bestemmingsplan zich daar niet tegen verzet of wanneer burgemeester en wethouders overwegen bij omgevingsvergunning daarvan af te wijken.

  • -

    Bouwaanvragen die betrekking hebben op monumenten en op panden die voorkomen op de Monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand en het aspect monumenten. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Het bouwwerk is in ieder geval niet in strijd met redelijke eisen van welstand als aan de onderstaande voorwaarden wordt voldaan, of

  • A.

    het bouwwerk moet overeenkomstig een bestaande aan- of uitbouw in hetzelfde woningblok zijn, die met een positief welstandsadvies is gerealiseerd, of

  • B.

    het bouwwerk is overeenkomstig het ontwerp van de architect, die het project ontworpen heeft waarvan het bouwplan deel uitmaakt en waarvoor een positief welstandsadvies is gegeven, of

  • C.

    het bouwplan voldoet, indien geen trendsetter zoals bedoeld onder A en B aanwezig is, aan de volgende criteria:

    Plaatsing

    gebouwd aan:

    - de oorspronkelijke voorgevel;

    - een naar de weg of het openbaar groen gekeerde oorspronkelijke zijgevel.

    Vorm

    - rechthoekige hoofdvorm;

    - indeling gevel(s) conform/in overeenstemming met het hoofdgebouw;

    - aan de voorgevel: zonder verbreding van de oorspronkelijke gevelopening(en);

    - kozijnhoogte en hoogteplaatsing van het kozijn gelijk aan het oorspronkelijke raam;

    - plat afgedekt.

    Maatvoering

    - boeibord minder dan 0,30 m;

    - conform het bestemmingsplan

    Materiaal

    overeenkomstig het hoofdgebouw, of, als een serre wordt gebouwd, van glas.

    Kleur

    overeenkomstig het hoofdgebouw.

    Gebiedsgerichte criteria

    dit zijn basiseisen, per deelgebied kan daarvan worden afgeweken, er kunnen minder of meer eisen worden gesteld. Zie daarvoor de gebiedsgerichte criteria die voor het adres gelden.

2.2 Kozijn- of gevelwijzigingen

Kozijn- of gevelwijzigingen in de VOORGEVEL en een naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerde ZIJGEVEL

  • -

    Bouwaanvragen die betrekking hebben op monumenten en op panden die voorkomen op de Monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand en het aspect monumenten. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Het bouwwerk is in ieder geval niet in strijd met redelijke eisen van welstand als aan de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  • A.

    de kozijn- of gevelwijziging moet overeenkomstig een bestaande kozijn- of gevelwijziging in hetzelfde woningblok zijn, die met een positief welstandsadvies is gerealiseerd, of

  • B.

    de kozijn- of gevelwijziging is overeenkomstig het ontwerp van de architect, die het project ontworpen heeft waarvan het bouwplan deel uitmaakt en waarvoor een positief welstandsadvies is gegeven, of

  • C.

    het bouwplan voldoet, indien geen trendsetter zoals bedoeld onder A en B aanwezig is, aan de volgende criteria:

    Plaatsing

    in de voorgevel van een woning of woongebouw of een naar de weg of het openbaar groen gekeerde zijgevel;

    Vorm

    - zonder aantasting van de bestaande gevelopening;

    - kozijnindeling gerelateerd aan bestaande kozijnindeling;

    - bij vervanging van een garagedeur door een pui: geen gemetselde borstwering;

    - bij vervanging van raamkozijnen: gelijke kozijnen gelijktijdig vervangen.

    Maatvoering

    - profielmaten gelijk of nagenoeg gelijk aan bestaande kozijnonderdelen;

    - nieuwe gevelopeningen in de zijgevel;

    - maximaal 1 m² voor een raam;

    - maximaal 2,5 m² voor een deur.

    Materiaal

    overeenkomstig de bestaande kozijnen.

    Kleur

    overeenkomstig het hoofdgebouw.

    Gebiedsgerichte criteria

    dit zijn basiseisen, per deelgebied kan daarvan worden afgeweken, er kunnen minder of meer eisen worden gesteld. Zie daarvoor de gebiedsgerichte criteria die voor het adres gelden.

2.3 Dakkapellen

Dakkapellen in het ACHTERDAKVLAK of het niet naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerde ZIJDAKVLAK

  • -

    Deze criteria komen aan de orde als het bestemmingsplan zich daar niet tegen verzet of wanneer burgemeester en wethouders overwegen bij omgevingsvergunning daarvan af te wijken en het niet om een bouwactiviteit gaat die omgevingsvergunningsvrij is (conform het Bor).

  • -

    Bouwaanvragen die betrekking hebben op monumenten en op panden die voorkomen op de Monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand en het aspect monumenten. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Het bouwwerk is in ieder geval niet in strijd met redelijke eisen van welstand als aan de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  • A.

    het bouwplan moet overeenkomstig een bestaande dakkapel in hetzelfde woningblok zijn, die met een positief welstandsadvies is gerealiseerd, of

  • B.

    de dakkapel is overeenkomstig het ontwerp van de architect, die het project ontworpen heeft waarvan het bouwplan deel uitmaakt en waarvoor een positief welstandsadvies is gegeven, of

  • C.

    het bouwplan voldoet, indien geen trendsetter zoals bedoeld onder A en B aanwezig is, aan de volgende criteria:

    Plaatsing

    - bij enkele dakkapellen: onderzijde meer dan 0,5 m en niet meer dan 1 m boven de dakvoet en bovenzijde meer dan 0,5 m onder de daknok;

    - zijkanten meer dan 0,5 m uit het hart van de bouwmuur of zijkant van het dakvlak (bij hoekkepers aan de bovenkant en bij kilkepers aan de onderkant van de dakkapel gemeten);

    - bij meer dan één dakkapel regelmatige rangschikking op een horizontale rij met een minimale tussenruimte van 1 m;

    - dakkapellen boven elkaar zijn niet toegestaan op een niet-geknikt achterdakvlak over twee bouwlagen van seriematige aaneengebouwde woningen, waarbij maximaal één hoog geplaatste dakkapel en één laaggeplaatste dakkapel is toegelaten en waarbij de bovenste dakkapel centraal wordt geplaatst ten opzichte van de zijkanten/bouwmuren.

    Vorm

    - plat afgedekt;

    - de maatverhoudingen van boven elkaar geplaatste dakkapellen komen overeen.

    Maatvoering

    - hoogte: niet meer dan 1,75 m, gemeten tussen onderkant kozijn en bovenkant boeibord;

    - bij dakkapellen boven elkaar mag de hoogte van de bovenste dakkapel niet meer dan 1,2 m bedragen en mag de breedte van de bovenste dakkapel niet meer bedragen dan 1/3 van de breedte van het dakvlak;

    - boeibord niet hoger dan 0,3 m;

    - geen borstwering;

    - overstekken niet meer dan 0,15 m;

    - gelijke breedte van vensters van boven elkaar geplaatste dakkapellen.

    Kleur

    - overeenkomstig het hoofdgebouw;

    - bij dakkapellen boven elkaar: overeenkomstig het hoofdgebouw of overeenkomstig de aanwezige dakkapel(len).

    Gebiedsgerichte criteria

    dit zijn basiseisen, per deelgebied kan daarvan worden afgeweken, er kunnen minder of meer eisen worden gesteld.

Dakkapellen in het VOORDAKVLAK of het naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerde ZIJDAKVLAK

  • -

    Deze criteria komen aan de orde als het bestemmingsplan zich daar niet tegen verzet of wanneer burgemeester en wethouders overwegen bij omgevingsvergunning daarvan af te wijken.

  • -

    Bouwaanvragen die betrekking hebben op monumenten en op panden die voorkomen op de Monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand en het aspect monumenten. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Het bouwwerk is in ieder geval niet in strijd met redelijke eisen van welstand als aan de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  • A.

    het bouwplan moet overeenkomstig een bestaande dakkapel in hetzelfde woningblok zijn, die met een positief welstandsadvies is gerealiseerd, of

  • B.

    de dakkapel is overeenkomstig het ontwerp van de architect, die het project ontworpen heeft waarvan het bouwplan deel uitmaakt en waarvoor een positief welstandsadvies is gegeven, of

  • C.

    het bouwplan voldoet, indien geen trendsetter zoals bedoeld onder A en B aanwezig is, aan de volgende criteria:

    Plaatsing

    - onderzijde meer dan 0,5 m en niet meer dan 1 m boven de dakvoet en bovenzijde meer dan 0,5 m onder de daknok;

    - zijkanten meer dan 0,5 m uit het hart van de bouwmuur of zijkant van het dakvlak (bij hoekkepers aan de bovenkant en bij kilkepers aan de onderkant van de dakkapel gemeten);

    - bij meer dan één dakkapel regelmatige rangschikking op een horizontale rij met een minimale tussenruimte van 1 m;

    - dakkapellen boven elkaar zijn niet toegestaan;

    - geen dakkapellen op de voordakvlak of het openbaar gelegen zijdakvlak van een aan- of uitbouw.

    Vorm

    - plat afgedekt;

    - de maatverhoudingen van naast elkaar geplaatste dakkapellen komen overeen.

    Maatvoering

    - hoogte: niet meer dan 1,75 m, gemeten tussen onderkant kozijn en bovenkant boeibord;

    - boeibord niet hoger dan 0,3 m;

    - geen borstwering;

    - overstekken niet meer dan 0,15 m.

    Kleur

    - overeenkomstig het hoofdgebouw of overeenkomstig de aanwezige dakkapel(len).

    Gebiedsgerichte criteria

    dit zijn basiseisen, per deelgebied kan daarvan worden afgeweken, er kunnen minder of meer eisen worden gesteld. Zie daarvoor de gebiedsgerichte criteria die voor het adres gelden (zoals in Tabaksteeg).

2.4 Erf- of perceelafscheidingen

Erf- of perceelafscheidingen die niet omgevingsvergunningsvrij zijn (conform het Bor)

  • -

    Deze criteria komen aan de orde als het bestemmingsplan zich daar niet tegen verzet of wanneer burgemeester en wethouders overwegen bij omgevingsvergunning daarvan af te wijken en het niet om een bouwactiviteit gaat die omgevingsvergunningsvrij is (conform het Bor).

  • -

    Bouwaanvragen die betrekking hebben op monumenten en op panden die voorkomen op de Monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand en het aspect monumenten. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Het bouwwerk is in ieder geval niet in strijd met redelijke eisen van welstand als aan de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  • A.

    het bouwplan moet overeenkomstig een bestaande erf- of perceelafscheiding in een vergelijkbare situatie in hetzelfde woningblok (onderscheid tussenwoning en hoekwoning) zijn, die met een positief welstandsadvies is gerealiseerd, of

  • B.

    de erf- of perceelafscheiding is overeenkomstig het ontwerp van de architect, die het project ontworpen heeft waarvan het bouwplan deel uitmaakt en waarvoor een positief welstandsadvies is gegeven.

  • C.

    indien in de kernen en buurtschappen (deelgebieden 1 t/m 14) vóór de voorgevel een groenblijvende erf- of perceelafscheiding wordt beoogd, dan dient een volledig open constructie van gaas of een open metalen hekwerk te worden toegepast. Voorts dient sprake te zijn van een enkelvoudige, rechte vormgeving en waarbij geen diversiteit aan vormgevingsprincipes binnen één erf- of perceelsafscheiding mag worden toegepast. Met een beplantingsschema dient te worden aangetoond dat het groenblijvende (winterharde) beplanting betreft en dat een groene erf- of perceelafscheiding ontstaat binnen een tijdspanne van twee jaar.

2.5 Dakopbouwen

  • -

    Deze criteria komen aan de orde als het bestemmingsplan zich daar niet tegen verzet of wanneer burgemeester en wethouders overwegen bij omgevingsvergunning daarvan af te wijken en het niet om een bouwactiviteit gaat die omgevingsvergunningsvrij is (conform het Bor).

  • -

    Bouwaanvragen die betrekking hebben op monumenten en op panden die voorkomen op de Monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand en het aspect monumenten. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Het bouwwerk is in ieder geval niet in strijd met redelijke eisen van welstand als aan de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  • A.

    het bouwplan moet overeenkomstig een bestaande dakopbouw in hetzelfde woningblok of op een seriematig aaneengebouwde woning van het zelfde type in de zelfde straat zijn, die met een positief welstandsadvies is gerealiseerd, of

  • B.

    de dakopbouw is overeenkomstig het ontwerp van de architect, die het project ontworpen heeft waarvan het bouwplan deel uitmaakt en waarvoor een positief welstandsadvies is gegeven.

3 Objectgerichte criteria

Bepaalde bebouwing komt in de gemeente Leusden veelvuldig voor. Hiervoor is het opstellen van objectcriteria relevant. Dat betreft de hallenhuisboerderij, de (agrarische) bedrijfsbebouwing, de agrarische woningen en de burgerwoningen in het buitengebied, recreatieve bebouwing en landgoederen. In het navolgende worden hiervoor objectgerichte criteria opgesteld, die eventueel per deelgebied kunnen worden aangepast. Om de context met het gebied te behouden wordt altijd verwezen naar de gebiedscriteria. Deze objectcriteria zijn in het aanvangsstadium gezamenlijk met de overige zeven gemeenten in de Gelderse vallei opgesteld. Met de objectcriteria wordt in belangrijke mate tegemoet gekomen aan de uitgesproken wens om de welstandstoetsing in de buitengebieden op elkaar af te stemmen.

3.1 Object ‘hallenhuisboerderij’

Objectbeschrijving

Verspreid in de Gelderse Vallei gebied komen hallenhuizen voor als het kenmerkend boerderijtype. Hieruit hebben zich de langhuisboerderij en de minder voorkomende T- of dwarshuisboerderij en krukhuisboerderij ontwikkeld. In de hallenhuisboerderij zijn woonruimte en werk-/ opslagruimte onder één dak geplaatst. Bij de dwarshuisboerderij is het voorste gedeelte van de zijgevel opgeheven tot het niveau van de voorgevel. Bij de krukhuisboerderij is slechts één zijgevel opgehoogd, en verlengd zodat een L-vormig plattegrond is ontstaan. De langhuisboerderij heeft een rechthoekige plattegrond, waarvan de lengteas meestal evenwijdig aan de verkavelingsrichting is gesitueerd.

Het merendeel van de gebouwen is met het woongedeelte georiënteerd op de weg. Kenmerkend is de eenvoudige en veelal rechthoekige plattegrond. Er is overwegend sprake van één bouwlaag, die gedekt wordt door een forse (rieten)kap. Meestal is sprake van een zadeldak, al dan niet met wolfseinden met de nokrichting haaks op de weg. Ook komen mansardekappen voor. Het betreft overwegend donkere dakbedekking (van donkerbruin tot antracietkleurig) met riet, gebakken pannen, of een combinatie daarvan.

Als accent is vaak een stevige gemetselde schoorsteen aanwezig. Windveren sieren de overgang van de gevel naar de kap. In het algemeen hebben de houten onderdelen zoals windveren en kozijnen witte en/ of donkergroene kleuren.

De gevelindeling volgt de driehoekige doorsnede van de kap en heeft veelal geen uitbouw. De openingen op de begane grondlaag zijn breed en hoog en verdeeld in twee tot vier ramen / deuren, in een symmetrisch patroon. In de topgevel bevinden zich kleinere ramen, waarvan het aantal ten opzichte van de begane grondlaag altijd kleiner is. Op deze manier ontstaat er een hiërarchische opbouw van de gevel, die rust en stabiliteit uitstraalt. De gevels zijn voorzien van een gepleisterde plint met een donkere kleur (donkergrijs, donkerbruin, antracietkleurig).

De gevels zelf zijn overwegend opgetrokken uit roodachtige baksteen met donker of lichte tinten in staand verband (een kopse laag afgewisseld met een strekse laag) bij oorspronkelijke gebouwen of in halfsteens verband bij verbouwingen. De openingen zijn vaak voorzien van rollagen (rechte en gebogen) met een eenvoudig motief tot geraffineerde details. Gepleisterde gevels komen ook voor. Het opgaand pleisterwerk heeft meestal een gebroken wit / lichtgrijze tint met soms okergele / crème nuances. De gepleisterde plint kan zwart, donkergrijs of donkergroen zijn. De kozijnen zijn in dat geval ook meestal wit tot crèmekleurig.

Soms is er verschil aangebracht in de materiaalkeuze van het woon- en het werkgedeelte. In ieder geval is het onderscheid zichtbaar in de gevelindeling. De ramen zijn in het bedrijfsgedeelte kleiner van omvang en kleiner in aantal. Daar tegenover staan de relatief grote openingen (toegangsdeuren).

Op het achter- en/of zijerf zijn in de loop der jaren veelal bedrijfsgebouwen ontstaan.

afbeelding binnen de regeling

Hallenhuisboerderijen aan de Leusbroekerweg

Waardebepaling, ontwikkelingen en beleid

Het hallenhuis is typerend voor de agrarische bebouwing op de zandgronden. Veel panden zijn cultuurhistorisch waardevol en een aantal is dan ook aangewezen als monument. Het hallenhuis staat reeds geruime tijd onder druk door de veranderingen in de landbouw. Het bedrijfsgedeelte van het hallenhuis voldoet veelal niet meer aan de eisen die op dit moment aan agrarische bebouwing gesteld worden. Daartoe verrijst naast de oorspronkelijke bebouwing grootschaliger bedrijfsbebouwing.

Ook verliest een groot aantal boerderijen de oorspronkelijke functie. Veelal komt daar een (extra) niet-agrarische woonfunctie voor in de plaats. Soms is er sprake van niet-agrarische bedrijfsactiviteiten.

Bij verbouw, waarvan hier dus sprake is, dienen die oorspronkelijke kenmerken gerespecteerd te worden, als vertrekpunt voor de nieuwe situatie.

Objectcriteria

Algemeen

  • -

    de bouwwerken passen in de omgevingskarakteristiek (bebouwing) en houden rekening met de bestaande organisatie op het perceel en zijn gerelateerd aan de landschappelijke inrichting;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de Monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Plaatsing

  • -

    de bestaande plaatsing wordt gehandhaafd;

  • -

    de plaatsing van bijgebouwen is ondergeschikt aan het hoofdgebouw.

Massa en vorm

  • -

    de hoofdvorm is enkelvoudig en rechthoekig;

  • -

    aan- en uitbouwen zijn in de massa ondergeschikt aan het hoofdgebouw en worden terughoudend vormgegeven;

  • -

    er worden ononderbroken, forse kappen toegepast;

  • -

    de gevelgeleding wordt gekenmerkt door een evenwichtige, hiërarchische opbouw;

  • -

    de oorspronkelijke indeling naar woon- en bedrijfsgedeelte blijft herkenbaar in de gevelopzet.

Detaillering, kleur- en materiaalgebruik

  • -

    de hoofdmaterialen zijn natuurlijke materialen: (bak-)steen, pleisterwerk, hout, dakpannen en riet;

  • -

    de hoofdkleuren zijn gedempte (aard-)kleuren of stucwerk in gebroken wit of grijs. Signaalkleuren zijn niet toegestaan.

  • -

    kleurgebruik en detaillering van aan- en uitbouwen zijn afgestemd op de hoofdmassa;

  • -

    de kleuren van luiken sluiten aan op lokaal of regionaal gebruik;

  • -

    er worden in ieder geval bij het oorspronkelijke woongedeelte een plint toegepast, met een donkere tint;

  • -

    detaillering als gootlijsten, windveren, kozijnen e.d. zijn zorgvuldig en duidelijk, waarbij de bestaande detaillering als vertrekpunt genomen wordt.

Eventuele nadere bepalingen per gebied zijn te vinden in de gebiedsbeschrijving en de -criteria.

3.2 Object ‘agrarische bedrijfswoning’

Objectbeschrijving

In het buitengebied komen veel losstaande agrarische bedrijfswoningen voor. Daarin hebben zich de afgelopen periode veel veranderingen voorgedaan, waarbij nieuwbouw is verschenen. Soms zijn woonbebouwing en bijgebouwen geheel van elkaar gescheiden. Bijgebouwen en aan- en uitbouwen staan naast of achter de hoofdmassa. De veelal haaks op de straat staande zadeldaken zijn voorzien van rode of donkere dakpannen. De opbouw van de massa is eenvoudig met rechte lijnen en symmetrische opbouw van de gevels. Decoraties en ornamenten komen nauwelijks voor en het materiaalgebruik bestaat uit (bak)steen met kozijnen van hout of kunststof.

afbeelding binnen de regeling

Woning (2 lagen) aan de Lange Steeg

afbeelding binnen de regeling

Woning bij agrarisch bedrijf aan de Asschatterweg

Waardebepaling, ontwikkelingen en beleid

De agrarische bedrijfswoningen zijn functioneel gebonden aan het buitengebied. Er is een tendens waarneembaar waarbij de bedrijfswoning ‘los komt’ van de overige agrarische bebouwing, door de toepassing van afwijkende vormen en afwijkend kleur- en materiaalgebruik. De identiteit van het agrarische karakter van het gebied verandert daarmee.

De gemeente streeft naar het herkenbaar houden van de (oorspronkelijke) agrarische functie van de bebouwing. De welstandsbeoordeling richt zich dan ook op het handhaven of het gericht veranderen en verbeteren van de basiskwaliteit van het gebied.

Objectcriteria

Algemeen

  • -

    de bouwwerken passen in de omgevingskarakteristiek (bebouwing) en de bestaande organisatie op het perceel en zijn gerelateerd aan de landschappelijke inrichting;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de Monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Plaatsing

  • -

    in de directe nabijheid van de weg is de woning georiënteerd op de weg;

  • -

    de plaatsing van bijgebouwen is ondergeschikt aan het hoofdgebouw.

Massa en vorm

  • -

    de hoofdvorm is enkelvoudig en rechthoekig en afgestemd op belendende bebouwing;

  • -

    aan- en uitbouwen zijn in de massa ondergeschikt aan het hoofdgebouw en worden terughoudend vormgegeven;

  • -

    er worden ononderbroken, forse kappen toegepast;

  • -

    de nokrichting is in de verkavelingsrichting van het landschap;

  • -

    de gevelopbouw van de kopgevel wordt gekenmerkt door een samenhangende, evenwichtige opbouw.

Detaillering, kleur- en materiaalgebruik

  • -

    de gevelgeleding wordt gekenmerkt door een evenwichtige, hiërarchische opbouw;

  • -

    de hoofdmaterialen zijn natuurlijke materialen: (bak-)steen, pleisterwerk, hout, dakpannen, riet en grasdak;

  • -

    de hoofdkleuren zijn gedempte (aard-)kleuren of stucwerk in gebroken wit of grijs;

  • -

    kleurgebruik en detaillering van aan- en uitbouwen zijn afgestemd op de hoofdmassa;

  • -

    materiaalgebruik en kleuren van bijgebouwen in de nabijheid van het hoofdgebouw zijn afgestemd op het hoofdgebouw;

  • -

    detailleringen worden terughoudend en sober uitgevoerd.

Eventuele nadere bepalingen per gebied zijn te vinden in de gebiedsbeschrijving en de -criteria.

3.3 Object ‘bedrijfsbebouwing’

Objectbeschrijving

De hoofdopzet van een agrarisch of niet-agrarisch bebouwingscomplex is een hoofdgebouw (woning) met meerdere schuren en stallen. Het hoofdgebouw valt op door zijn ligging in het complex: meestal naar de weg gericht en nokrichting haaks op de weg met de bijgebouwen achter of gelijk met de voorgevellijn van het hoofdgebouw. Het hoofdgebouw kan ook geflankeerd zijn door later toegevoegde bijgebouwen of wanneer een nieuw hoofdgebouw (zoals een tweede woning voor de ‘rustende boer’) naast de oorspronkelijke bebouwing is neergezet.

Bijgebouwen bestaan vaak uit één of meer lange bedrijfshallen of stallen. Daarnaast komen veelvuldig één of meer werktuigbergingen of schuren voor. Het gaat voor het merendeel om grote, eenvoudige, rechthoekige constructies met een zadeldak gedekt met grijze golfplaten. De meeste gebouwen zijn gemetseld op een simpele wijze met een oranje tot rode baksteen in halfsteens verband, soms gedeeltelijk open of bedekt met een damwandprofiel. Overwegend is sprake van een zadeldak en een situering haaks op de weg. De schuren of stallen kunnen vrijstaand zijn maar ook gecombineerd, zowel onderling als via een plat verbindingsstuk aan het woonhuis. De bijgebouwen zijn gesitueerd afhankelijk van de ruimtelijke mogelijkheden van het perceel. Bij brede en ondiepe kavels kunnen de bijgebouwen haaks staan op het hoofdgebouw.

afbeelding binnen de regeling

Bedrijfsschuur aan de Laapeerseweg

afbeelding binnen de regeling

Bedrijfsschuur aan de Langesteeg

Waardebepaling, ontwikkelingen en beleid

Stallen, schuren en andere bedrijfshallen kunnen een grote invloed hebben op het bebouwingsbeeld. Ze kunnen een storende invloed hebben wanneer ze hoger zijn dan de hoofdbebouwing en afwijkende vormen en kleuren hebben. De gemeente streeft naar het beeld van de ondergeschiktheid van bijgebouwen aan het hoofdgebouw.

De bestaande bebouwing en de hoofdgebouwen vormen het kader voor de welstandstoets.

Objectcriteria

Algemeen

  • -

    de bouwwerken passen in de omgevingskarakteristiek (bebouwing) en de bestaande organisatie op het perceel en zijn gerelateerd aan de landschappelijke inrichting;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de Monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Plaatsing

  • -

    de plaatsing is ondergeschikt aan het hoofdgebouw (woning).

Massa en vorm

  • -

    de hoofdvorm is enkelvoudig en rechthoekig;

  • -

    de nokrichting is in de verkavelingsrichting van het landschap;

  • -

    de massaopbouw op het erf is in onderlinge samenhang;

  • -

    de gevelgeleding is horizontaal;

  • -

    de kopgevels kennen een evenwichtige, samenhangende gevelopbouw.

Detaillering, kleur- en materiaalgebruik

  • -

    de gevels worden in metselwerk uitgevoerd. Ander materiaal is toegestaan, mits in donkere tinten uitgevoerd en voorzien van een profiel en een zichtbare metselwerkplint;

  • -

    de dakvlakken worden in pannen uitgevoerd. Ander materiaal is toegestaan mits in grijze of donkere tinten uitgevoerd, afwijkend van de gevelkleur en voorzien van een (golfplaten- of dakpan-) profiel.

Eventuele nadere bepalingen per gebied zijn te vinden in de gebiedsbeschrijving en de -criteria.

3.4 Object ‘niet agrarische woonbebouwing’

Objectbeschrijving

Op diverse plekken in het buitengebied zijn van oudsher burgerwoningen aanwezig: bescheiden arbeidershuisjes, woningen en villa’s.

Het aantal burgerwoningen neemt de laatste jaren toe. Het gaat daarbij om toevoegingen en om veranderingen waarbij agrarische functies plaats maken voor woonfuncties. Het betreft veelal vrijstaande woningen die refereren aan een boerderijstijl of villa’s met een historiserende maar ook met een moderne architectuur.

afbeelding binnen de regeling

Burgerwoning aan de Laapeerseweg

afbeelding binnen de regeling

Woning aan de Leusbroekerweg

De woningen hebben overwegend één bouwlaag en nooit meer dan twee bouwlagen. Er komen veel verschillende dakvormen voor. De vorm van de massa is voornamelijk enkelvoudig en geometrisch. Detailleringen, kleur- en materiaalgebruik zijn zeer divers.

Waardebepaling, ontwikkelingen en beleid

Vooral de gebieden dicht bij de kernen hebben een grote aantrekkingskracht, door de beschikbare ruimte en de extensieve bebouwingsdichtheid. Het extensieve karakter van het buitengebied moet behouden blijven.

Objectcriteria

Algemeen

  • -

    de bouwwerken passen in de omgevingskarakteristiek (bebouwing) en de bestaande organisatie op het perceel en zijn gerelateerd aan de landschappelijke inrichting;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de Monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Plaatsing

  • -

    in de directe nabijheid van de weg, is de woning georiënteerd op de weg;

  • -

    de plaatsing van bijgebouwen is ondergeschikt aan het hoofdgebouw (B)1.

Massa en vorm

  • -

    de hoofdvorm is enkelvoudig en rechthoekig;

  • -

    aan- en uitbouwen zijn in de massa ondergeschikt aan het hoofdgebouw en worden terughoudend vormgegeven;

  • -

    er worden ononderbroken, forse kappen toegepast;

  • -

    de nokrichting is in de verkavelingsrichting van het landschap.

Detaillering, kleur- en materiaalgebruik

  • -

    de gevelgeleding wordt gekenmerkt door een evenwichtige, hiërarchische opbouw;

  • -

    de hoofdmaterialen zijn natuurlijke materialen: (bak-)steen, pleisterwerk, hout, dakpannen, riet en grasdak;

  • -

    de hoofdkleuren zijn gedempte (aard-)kleuren of stucwerk in gebroken wit of grijs;

  • -

    kleurgebruik en detaillering van aan- en uitbouwen is afgestemd op de hoofdmassa;

  • -

    materiaalgebruik en kleuren van bijgebouwen in de nabijheid van het hoofdgebouw zijn afgestemd op het hoofdgebouw;

  • -

    bij verbouw worden bestaande details gerespecteerd;

  • -

    de bebouwing is niet gebonden aan een bepaalde bouwstijl;

  • -

    de woningen hebben een individuele uitstraling.

Eventuele nadere bepalingen per gebied zijn te vinden in de gebiedsbeschrijving en de -criteria.

3.5 Object ‘recreatieve bebouwing’

Objectbeschrijving

In het gebied bevinden zich diverse recreatieterreinen voor verblijfsrecreatie. De terreinen worden veelal omringd door opgaande beplanting, waardoor deze vanaf de openbare weg niet of nauwelijks zichtbaar zijn. De bebouwing is kleinschalig en introvert ten opzichte van de omgeving, zij is niet prominent in het landschap aanwezig.

De recreatieve bebouwing heeft veelal één bouwlaag met een bescheiden zadel- of tentdak. Het betreft enkelvoudige vormen, met de nadruk op rechte lijnen en een geordende gevelindeling. De geleding is evenwichtig. Detailleringen worden niet veelvuldig toegepast bij de recreatieve bebouwing. Overstekken treft men wel veel aan. Het materiaalgebruik bestaat hoofdzakelijk uit natuurlijke materialen: hout en bakstenen, pannen en riet.

Waardebepaling, ontwikkelingen en beleid

De kleinschaligheid van de bebouwing en de besloten ligging zijn belangrijke waarden. Het beleid van de gemeente is gericht op het in stand houden van het extensieve karakter van de bebouwing (B).

Bij de (ver-)bouw van bebouwing dient extra aandacht te zijn voor de plaatsing in en het karakter van de omgeving.

Objectcriteria

Algemeen

  • -

    de bouwwerken passen in de omgevingskarakteristiek (bebouwing) en de bestaande organisatie op het perceel en zijn gerelateerd aan de landschappelijke inrichting;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de Monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Plaatsing

  • -

    de bebouwing mag geen afbreuk doen aan het landelijk karakter van de omgeving;

  • -

    de bouwwerken hebben een gevarieerde plaatsing op de kavels.

Massa en vorm

  • -

    de bebouwing is vrijstaand (B)2;

  • -

    de bebouwing heeft niet meer dan één bouwlaag, woonruimte onder de schuine kap is mogelijk (B)2.

Detaillering, kleur- en materiaalgebruik

  • -

    gevels hebben een evenwichtige samenhangende opbouw;

  • -

    detailleringen worden terughoudend en sober uitgevoerd;

  • -

    het materiaalgebruik bestaat in hoofdzaak uit natuurlijke materialen, met de nadruk op hout, baksteen, pannen en riet;

  • -

    het kleurgebruik is ingetogen, met de nadruk op aardkleuren en donkere tinten.

Eventuele nadere bepalingen per gebied zijn te vinden in de gebiedsbeschrijving en de -criteria.

3.6 Object ‘landgoederen’

Objectbeschrijving

Van oorsprong liggen in het gebied diverse landgoederen, die de ontwikkeling van het landelijke gebied hebben beïnvloed. De landgoederen hebben een rijke historie die terug kan gaan naar de middeleeuwen. De bouwwerken bestaan uit een hoofdgebouw met daar omheen verscheidene bijgebouwen. Bovendien maken veelvuldig verscheidene boerderijen in de directe omgeving deel uit van het landgoed.

Het hoofdgebouw van een landgoed heeft een prominente plaatsing op de kavel. De hoofdbebouwing is veelal opgebouwd uit twee bouwlagen met een kap evenwijdig aan de representatieve voorgevel. De gevels zijn overwegend geometrisch opgebouwd, met een verticale geleding en met een samenhangende massaopbouw.

De onderstaande criteria hebben betrekking op bestaande landgoederen. Voor nieuwe landgoederen is maatwerk vereist. Er zal steeds een op de situatie afgestemd welstandskader moeten worden ontwikkeld. Dat kan gebeuren door eerst een randvoorwaardennota en/of een beeldkwaliteitplan op te stellen en de welstandsaspecten daaruit over te hevelen naar de welstandsnota.

afbeelding binnen de regeling

Landgoed De Boom

afbeelding binnen de regeling

Landgoed Den Treek

Objectcriteria

Algemeen

  • -

    de bouwwerken passen in de omgevingskarakteristiek (bebouwing) en de bestaande organisatie op het perceel en zijn gerelateerd aan de landschappelijke inrichting;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de Monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Plaatsing

  • -

    de plaatsing van bijgebouwen is ondergeschikt aan het hoofdgebouw.

Massa en vorm

  • -

    het bouwwerk kent een representatieve gevel die op de openbare ruimte gericht is;

  • -

    de bebouwing wordt gekenmerkt door een rijzig karakter;

  • -

    er worden enkelvoudige en samengestelde kappen toegepast.

Detaillering, kleur- en materiaalgebruik

  • -

    de gevelgeleding wordt gekenmerkt door een verticale geleding en horizontale verbanden;

  • -

    de hoofdmaterialen zijn natuurlijke materialen: (bak-)steen, pleisterwerk, hout, dakpannen en riet;

  • -

    de hoofdkleuren van de gevels zijn stucwerk in gebroken wit of grijs of gedempte (aard-)kleuren;

  • -

    binnen een dakvlak komen geen kleurverschillen voor;

  • -

    er worden rijke detailleringen toegepast, zoals ornamenten en geveldecoraties;

  • -

    kleurgebruik en detaillering van aan- en uitbouwen is afgestemd op de hoofdmassa;

  • -

    materiaalgebruik en kleuren van bijgebouwen in de nabijheid van het hoofdgebouw zijn afgestemd op het hoofdgebouw.

Eventuele nadere bepalingen per gebied zijn te vinden in de gebiedsbeschrijving en de -criteria.

4 Gebiedscriteria

Met het oog op het formuleren van welstandsbeleid is de gemeente Leusden opgedeeld in 17 deelgebieden (zie Welstandskaart gemeente Leusden). Daarbij zijn gebieden bij elkaar genomen met vergelijkbare ruimtelijke en functionele eigenschappen. Omwille van de hanteerbaarheid is hierbij zoveel mogelijk aangesloten bij de begrenzingen en benamingen van de recente bestemmingsplannen. Voor wat betreft het buitengebied is tevens de gebiedsindeling uit het Landschapsontwikkelingsplan Gelderse Vallei als uitgangspunt genomen. Op die manier sluit het welstandsbeleid aan bij het overige, ruimtelijke beleid van de gemeente Leusden.

afbeelding binnen de regeling

Welstandskaart gemeente Leusden

Per gebied heeft eerst een beschrijving van de ruimtelijke structuur plaats, waarin de aanwezige karakteristieken en kwaliteiten benoemd worden. Vervolgens worden de afzonderlijke welstandsonderdelen nader toegelicht. Vervolgens wordt ingegaan op mogelijke ontwikkelingen en relevant beleid, waarna een waardebepaling plaats heeft ten aanzien van het te voeren welstandsbeleid. Door middel van een algemeen welstandscriterium is een koppeling gelegd tussen de beschreven ruimtelijke karakteristieken en de beoordeling van de criteria door de ARK. Hiermee wordt gewaarborgd dat de ruimtelijke situatie ter plaatse als referentiekader dient voor de beoordeling van de bouwaanvraag. Dan volgen de gebiedsgerichte criteria: plaatsing, massa en vorm en detaillering, kleur- en materiaalgebruik.

De gebiedscriteria hebben betrekking op de ‘overige bebouwing’, bebouwing die niet reeds via de objectcriteria is geregeld. Tevens kan per deelgebied een nuancering van de criteria voor kleinere bouwwerken en de objectcriteria plaats hebben.

4.1 Dorpslinten

Ruimtelijke structuur

Dit deelgebied omvat de oude dorpslinten van Leusden, Leusden-Zuid en Achterveld. In de kern Leusden is dit lint, langs de Hamersveldseweg, nog goed herkenbaar. Het lint vormt de centrale weg van de vroegere ontginningen. Een deel van de historische gemengde bebouwing is nog aanwezig. Langs de Hamersveldseweg ligt nog een aantal langs- en dwarshuisboerderijen. De boerderij ’t Claeverenblad dateert uit 16033. De Hofstede Roozendaal is gebouwd in de 18e eeuw. De overige bebouwing langs het lint is grotendeels in de 19e en 20e eeuw gerealiseerd en bestaat uit arbeiders en middenstandswoningen.

Typerend is de variatie in functies binnen het lint van Leusden. Na de tweede wereldoorlog is bijvoorbeeld veel bedrijfsbebouwing gerealiseerd. Langs het bebouwingslint in Leusden is veel detailhandel en horeca gevestigd. De bebouwing is georiënteerd op de straat. Aan de voorzijde van de boerderij ‘t Claeverenblad is de afstand tot de weg zo groot dat hier een woonbuurtje is gerealiseerd. Bij deze bebouwing is wel rekening gehouden met een boerderijachtige uitstraling door het gebruik van rode baksteen, één laag met kap en groene luiken. Er komen ook een aantal geschakelde woningen voor en enkele rijtjes woningen. Hierdoor verschilt de grootte van de percelen. De boerderijen en de later gerealiseerde bedrijven kennen grote percelen. De kleine arbeiderswoningen staan daarentegen op veel kleinere percelen.

afbeelding binnen de regeling

Karakteristieke boerderij ’t Claeverenblad

afbeelding binnen de regeling

Variatie aan functies binnen het oude bebouwingslint, zoals horeca

De oorspronkelijke bebouwing van Leusden-Zuid staat langs de huidige Arnhemseweg en de Maanweg. De bebouwing varieert in leeftijd en er zijn verschillende stijlen zichtbaar, aangezien het lint in de loop van de tijd verdicht en uitgebreid is. Zo zijn enkele elementen toegevoegd, zoals het appartementencomplex op de hoek van de Maanweg en de Arnhemseweg. De panden hebben voornamelijk een functie als woning. Er staan enkele panden met monumentale en karakteristieke waarden. Het gaat daarbij om herenhuizen en dwarshuizen uit de 19e en begin 20e eeuw, die veelal als gemeentelijk monument en in een enkel geval als rijksmonument zijn aangewezen. Een voorbeeld hiervan is het chalet aan de Arnhemseweg 56-58.

De bebouwing is georiënteerd op de straat. De percelen langs de linten zijn relatief diep. De panden zijn over het algemeen kleinschalig, individueel herkenbaar met vrijstaande panden en woningen van het type twee-onder-één-kap. De gebouwen bestaan uit één tot twee bouwlagen met kap. De toegepaste kapvorm en -richting variëren. Dat geldt ook voor de hoogte en breedte van de gevels.

afbeelding binnen de regeling

Beeldbepalend appartementencomplex op de hoek van de Maanweg

afbeelding binnen de regeling

Er staan enkele panden met monumentale en karakteristieke waarden

Langs de Hessenweg en de Jan van Arkelweg ligt het oude dorpslint van Achterveld, met overwegend vrijstaande bebouwing. Oude boerderijen en woningen worden afgewisseld met nieuwere bebouwing. Kenmerkend is de afwisseling in functies, met name in het centrale deel. Er zijn winkels, bedrijven, horeca en een verzorgingshuis gevestigd. Aan de westzijde van Achterveld bevindt zich relatief grootschalige bedrijfsbebouwing. Aan de oostzijde van het lint ligt het sportterrein. Aangrenzend hieraan ligt het bedrijventerrein De Fliert, wat onderdeel is van het deelgebied Bedrijventerreinen.

De bebouwing in het lint van Achterveld bestaat over het algemeen uit één bouwlaag met een kap. De kappen van de oudere bebouwing, met name boerderijen, zijn fors. De boerderij heeft een duidelijke, heldere hoofdvorm. De kaprichting varieert. Enkele nieuwere gebouwen, zoals de supermarkt en het verzorgingstehuis, bevatten meerdere bouwlagen en een plat dak. Ook de kerk, uit de jaren dertig van de twintigste eeuw, heeft een grotere hoogte dan de gemiddelde hoogte van de lintbebouwing. De lintbebouwing onderscheidt zich van de achterliggende woonbebouwing doordat de panden vrijstaan en individueel vormgegeven zijn. De bebouwing is georiënteerd op de straat, dit met uitzondering van de bebouwing op het sportterrein en enkele bedrijfspanden achter de lintbebouwing.

afbeelding binnen de regeling

De lintbebouwing van Achterveld is vrijstaand en individueel vormgegeven

Plaatsing

De lintbebouwing onderscheidt zich van de achterliggende woonbebouwing doordat de panden vrijstaan en individueel vormgegeven zijn. De percelen van het lint zijn wat dieper, zodat de nieuwere bebouwing niet direct zichtbaar is. De rooilijn binnen het lint verschilt. Op bepaalde delen is een strakke rooilijn gehanteerd, terwijl in andere delen de rooilijn verspringt. Met name de oudere boerderijen/panden liggen soms dicht tegen de weg, maar in een aantal gevallen ligt de bebouwing ook 10 tot 15 meter van de openbare weg af. De bebouwing staat over het algemeen midden op de kavel.

Massa en vorm

Over het algemeen heeft de bebouwing één tot twee bouwlagen met een kap. De kappen van de oudere bebouwing, met name boerderijen, zijn fors. Overigens staat er ook bedrijfsbebouwing met een plat dak aan het lint. De kaprichting en -vormen variëren, er komen grote rieten afgewolfde kappen voor bij de oudere boerderijen. Er zijn echter ook (gecombineerde) zadeldaken en mansarde daken toegepast.

De vorm van de bebouwing varieert en is individueel vormgegeven. De nieuw toegevoegde bebouwing is soms wat grootschaliger.

afbeelding binnen de regeling

Binnen het lint komt een grote variatie aan kapvormen en afdekkingsmaterialen voor

Detaillering, kleur- en materiaalgebruik

Binnen de dorpslinten is veel variatie zichtbaar. De oudere bebouwing bevat nog veel van de oorspronkelijke details en kleuren. Zo is de oudere bebouwing in een aantal gevallen voorzien van glas in lood, versieringen onder de dakgoot en van het boeiboord, roedenverdeling, muurankers en verbijzonderingen rond raam- en deuropeningen. Het kleurgebruik van deze panden is traditioneel, wit, groen en een enkele keer rood.

Over het algemeen is de overige bebouwing opgetrokken uit roodbruine baksteen. Regelmatig is ook wit pleisterwerk toegepast en een enkele keer geel. Soms worden de bakstenen wit geschilderd. Er zijn vooral dakpannen in oranje of in donkere tinten toegepast. De nieuwere woningen zijn vaak sober gedetailleerd, hoewel ook hier soms een roedenverdeling is toegepast. De kleur van de dakpannen varieert van rood tot zwart. Ook worden rietenkappen toegepast.

Waardebepaling, ontwikkeling en beleid

De oude bebouwingslinten laten met hun gevarieerde bebouwing de bijzondere geschiedenis van de kernen zien en zijn daarom waardevol voor de gemeente Leusden. Dat uit zich onder meer in het feit dat een aantal panden opgenomen is in de Monumenteninventarisatielijst (bijlage A). Kenmerkend is de maat en schaal van het gebied en de specifieke kenmerken van de lintbebouwing. De diversiteit van de bebouwing is waardevol.

Er zullen geen ingrijpende ontwikkelingen plaats hebben; de bestemmingsplannen zijn consoliderend van aard. Nieuwbouw dient zorgvuldig ingepast te worden, van belang zijn de maat en schaal van het gebied en de specifieke kenmerken van de lintbebouwing. De naoorlogse bebouwing heeft het beeld van de lintbebouwing op een aantal plekken aangetast door schaalvergroting en geringe architectonische kwaliteiten. Het beleid van de gemeente is er dan ook nadrukkelijk op gericht om de karakteristiek en waarden van het dorpslint als historische as te handhaven.

Er is een beeldkwaliteitplan (BKP) voor de Hessenweg binnen Achterveld opgesteld, waarvan de voor welstand relevante bepalingen zijn overgenomen in deze welstandsnota. In dat document worden drie deelgebieden onderscheiden: het Hart van Achterveld, het Centrumgebied en de (westelijke en oostelijke) Entree van Achterveld.

afbeelding binnen de regeling

Kaart deelgebieden Hessenweg (uit: Beeldkwaliteitplan Hessenweg, 2004)

Welstandscriteria

Algemeen

  • -

    de bestaande gebouwde omgeving is het kwalitatieve referentiepunt voor ieder bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering moet passen in de aanwezige stedenbouwkundige structuur en aansluiten op de typologie, de detaillering, de kleur en het materiaalgebruik van de bestaande gebouwen;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de monumenten inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Plaatsing

  • -

    de rooilijn die in de omgeving van het bouwwerk aanwezig is, wordt gevolgd;

  • -

    oriëntatie op de weg;

  • -

    bebouwingscomplexen in het Hart van Achterveld (BKP Hessenweg) staan vrij in de ruimte. Ten aanzien van de overige bebouwing wordt de rooilijn die in de omgeving van het bouwwerk aanwezig is, gevolgd (B)4;

  • -

    bijgebouwen worden achter de voorgevel gesitueerd (B).

Massa en vorm

  • -

    de hoofdgebouwen hebben een individuele uitstraling met heldere, eenduidige hoofdvormen;

  • -

    per rij of cluster eenheid in massaopbouw van de hoofdgebouwen;

  • -

    kleinschalige parcellering;

  • -

    royale kappen met een nok;

  • -

    begane grond en verdiepingen in het Centrumgebied van Achterveld (BKP Hessenweg) vormen een architectonische eenheid;

  • -

    nieuwbouw past in de (kleinschalige) schaal van het gebied, zowel qua oppervlak als hoogte5 (B);

  • -

    handhaven en versterken van de evenwichtige, hiërarchische indeling van de gevel;

  • -

    plaatsing en massa van bijgebouwen en aan- en uitbouwen is ondergeschikt aan het hoofdgebouw.

Detaillering, kleur- en materiaalgebruik

  • -

    handhaven, terugbrengen en versterken van de oorspronkelijke kenmerken;

  • -

    gevel bestaat uit rood/bruine(bak-)stenen of is gestuukt, afdekking met pannen of riet;

  • -

    er worden in het Centrumgebied van Achterveld (BKP Hessenweg) geen grootschalige gevelopeningen toegepast;

  • -

    kleur- en materiaalgebruik van aan het openbaar gebied grenzende aan- en bijgebouwen is afgestemd op het hoofdgebouw;

  • -

    toepassing van gedekte aardkleuren en/of groen, wit, (zaans)rood, dan wel in aansluiting op omgeving.

4.2 Hamershof en De Biezenkamp

Ruimtelijke structuur

Dit deelgebied omvat Winkelcentrum Hamershof en het iets noordelijker gelegen voorzieningencentrum De Biezenkamp.

Winkelcentrum Hamershof herbergt verschillende functies. De nadruk ligt op een ruim aanbod aan winkels. Daarnaast herbergt het gebied ook diverse horecavoorzieningen, kantoren (banken, gemeentehuis), voorzieningen (bibliotheek, cultureel centrum) en woningen (appartementen). Met name in het zuidelijke deel van het deelgebied zijn woningen gerealiseerd, in het noordelijk deel gaat het om appartementencomplexen boven de winkels/voorzieningen. Op enkele plaatsen zijn parkeerdekken (parkeren in twee lagen) gebouwd. De bebouwing staat dicht op de weg en heeft een stedelijk karakter. Het gebied doet echter niet “vol” aan, door de lage parkeerdekken wordt het zicht op het groen behouden. De hoogte van de bebouwing mag over het algemeen niet meer bedragen dan 4 bouwlagen.

afbeelding binnen de regeling

De meer recent gerealiseerde panden hebben een frisse aanblik door het lichte kleurgebruik

afbeelding binnen de regeling

Door de lage parkeerdekken wordt het zicht op het groen behouden

Iets noordelijker is rondom De Biezenkamp een voorzieningencluster aanwezig. De inrichting en de structuur van dit gebied ondergaan een ingrijpende wijziging, waarbij sloop-nieuwbouw plaats heeft en te handhaven bebouwing opnieuw wordt ingepast, volgens het inrichtingsplan ‘De Nieuwe Biezenkamp’ uit 2011. Naast winkels zijn hier ook zorg- en welzijnsvoorzieningen voorzien, een multifunctioneel centrum met een brede school en woningen. De twee paviljoens aan de Asschatterweg en de Marcuskerk worden gehandhaafd en ingepast.

afbeelding binnen de regeling

Schets uitbreiding zuidzijde winkelcentrum blok C - noordwestgevel (bron: www.7arts.nl )

afbeelding binnen de regeling

Schets blok C - noordoostgevel (bron: www.7arts.nl )

Detaillering, kleur en materiaal

De oudere gebouwen zijn veelal gerealiseerd in een rood-bruine baksteen. De meer recent gerealiseerde en nog te realiseren panden bevatten aardetinten en crème wit, met grijze of zwarte metalen onderdelen. Dit geeft het geheel een frisse aanblik.

Waardebepaling, ontwikkeling en beleid

De Hamershof fungeert als winkelcentrum, maar de gemeente wil ook de functie van ontmoetingspunt en verblijfscentrum versterken. Hiertoe zullen enkele ruimtelijke ingrepen plaatsvinden. Zo zal de sporthal mogelijk verplaatst worden, waardoor er ruimte ontstaat voor baliefuncties van commerciële dienstverlening met daarboven appartementen.

Voor wat betreft De Biezenkamp wordt gefaseerd uitvoering gegeven aan de plannen voor De Nieuwe Biezenkamp, waarbij voorzien wordt in het opknappen en uitbreiden van het winkelcentrum en het toevoegen van diverse functies, waaronder ook wonen.

Welstandscriteria

Algemeen

  • -

    de bestaande gebouwde omgeving is het kwalitatieve referentiepunt voor ieder bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering moet passen in de aanwezige stedenbouwkundige structuur en aansluiten op de typologie, de detaillering, de kleur en het materiaalgebruik van de bestaande gebouwen;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Plaatsing

  • -

    bij nieuwbouw en uitbreiding wordt de bestaande rooilijn gehanteerd (B)6.

  • -

    Voor De Biezenkamp wordt uitvoering gegeven aan het inrichtingsplan ‘De Nieuwe Biezenkamp’

Massa en vorm

  • -

    per rij of cluster eenheid in massaopbouw van de hoofdgebouwen;

  • -

    plaatsing en massa van bijgebouwen en aan-/uitbouwen is ondergeschikt aan het hoofdgebouw.

Detaillering, kleur en materiaalgebruik

  • -

    de bebouwing wordt in hoofdzaak uitgevoerd in hoogwaardige materiaalsoorten, zoals baksteen en glas;

  • -

    kleur- en materiaalgebruik zijn per rij/cluster in onderlinge samenhang.

4.3 Leusden-Noord

Ruimtelijke structuur

Het deelgebied Leusden-Noord is overwegend een woongebied, met zes buurten: Hamersveld, De Wetering, ’t Vliet, 't Ruige Veld, Alandsbeek, Rozendaal en Rozenboom. Verder zijn verspreid over het gebied zijn enkele maatschappelijke functies aanwezig.

Hamersveld is de eerste planmatig opgezette wijk van Leusden en is gerealiseerd tussen 1950 en 1970. De wijk wordt gekenmerkt door de traditionele blokverkaveling, met eenvoudige, rechthoekige bouwblokken van twee lagen en een zadeldak evenwijdig aan de straat. Binnen een straat zijn dezelfde type woningen gerealiseerd, waardoor de wijk een rustig en helder beeld heeft. De woningen staan min of meer parallel aan de in het gebied aanwezige openbare wegen. De wegen sluiten echter schuin aan op de Asschatterweg. Hierdoor staan de woningen gedraaid ten opzichte van deze weg.

Een veel voorkomend type woning rondom de Eikenlaan en in de wijk de Wetering zijn de rijenwoningen met een verticaal gelede gevel, waarbij de helft van de gevel enige decimeters naar binnen ligt. Dit type woningen wordt ook wel Z-kamer woningen, Olthoffwoningen of Bouwstroom ZO Utrecht genoemd.

Er is her en der gebruik gemaakt van een dakopbouw, dan wel een dakkapel. De dakkapellen hebben een plat dak. De dakopbouw komt in verschillende vormen voor, alleen aan de achterzijde, of een opbouw met aan beide zijden ramen. Op één hoeksituatie zijn zelfs de voor- en zijgevelwanden enkele meters opgetrokken.

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeld van een plat afgedekte dakkapel op een woning met uitbouw

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeld van een dakopbouw

Woonbuurt De Wetering is in hoofdzaak gerealiseerd in de jaren 70, met ook nog wat oudere bebouwing aan de Asschatterweg. De wijk bestaat uit clusters woonblokken gegroepeerd rondom parkeerhoven, onderling gescheiden door veel groen. Evenals een aantal andere wijken in Leusden is De Wetering naar binnen gekeerd, afgeschermd van de hoofdwegen door groene randen. De wijk bestaat voornamelijk uit blokken rijtjeswoningen van twee verdiepingen en een zadeldak, uitgevoerd in gele baksteen. De blokken zijn niet altijd naar elkaar toe gericht, er zijn ook situaties waar voor- en achterkanten van woningen naar elkaar zijn gericht. De bergingen zijn afwisselend aan de voor- of achterzijde gesitueerd.

Langs de noordrand is een aantal vrijstaande en geschakelde woningen gebouwd en er zijn enkele appartementengebouw van 2 tot 3.5 lagen en een kap.

Een markante woonbuurt is Park Rozendaal, waar in de jaren 70 de zogenaamde ‘Eurowoningen’ zijn gerealiseerd. Het gaat om 476 eengezins-‘drive-in’ woningen in 3 bouwlagen met een plat dak, ontworpen door architect H. Klunder in nauwe samenwerking met stedenbouwkundige D. Zuiderhoek. De woningen zijn aaneengesloten in boogvorm gebouwd, waarbij de gevelwand per woning enigszins verspringt. De woningen omsluiten binnenruimten, met een gevarieerde groene invulling. Rozendaal kent een sterke eigen gemeenschap, met ook eigen voorzieningen zoals een zwembad en een tennisbaan.

De uitstraling van Rozendaal wordt bepaald door het patroon van identieke, aaneengeschakelde woningen, waarbij de onderste bouwlaag wordt gevormd door de entree van de woning en een garage. De woon- leefruimte bevindt zich op de eerste verdieping, met uitzicht op de tuinen. De individuele woning is ondergeschikt aan de boogvormige structuur en daarom op zichzelf weinig opvallend.

afbeelding binnen de regeling

Markante woningen met een grote eenheid in vormgeving, kleur en materiaalgebruik

afbeelding binnen de regeling

Luchtfoto Park Rozendaal

Eveneens in de jaren 70 is woonbuurt Rozenboom gerealiseerd rondom een centrale groene zone met voet- en fietspad. Om de zone liggen parkeerhofjes met korte woonblokken van twee of vier woningen en twee verdiepingen met kap. Deze woningen zijn gemetseld in een gele baksteen. Verder bestaat dit gebied voornamelijk uit gevarieerde vrijstaande woningen met overwegend één bouwlaag met een kap en uit twee-onder-één-kap woningen. Aan de zuidrand, nabij de Noorderinslag, ligt een buurt met (senioren)woningen, die bestaan uit één bouwlaag met plat dak. Het verzorgingshuis telt vijf verdiepingen.

afbeelding binnen de regeling

De wijk bestaat grotendeels uit vrijstaande woningen, met name langs de randen

afbeelding binnen de regeling

Langs de centrale groenzone staan woningen van het type twee-onder-één-kap. Een enkeling is voorzien van een dakkapel

De woonbuurt Alandsbeek is gerealiseerd in de jaren 1973 tot en met 1982 en bestaat hoofdzakelijk uit eengezinswoningen in rijtjes, met ook enkele vrijstaande en halfvrijstaande woningen. Er komen geen gestapelde woningen voor. Een bijzonder element in deze buurt is de voormalige boerderij aan het Eiberpad. Binnen de wijk kunnen globaal twee typen woningen worden onderscheiden. Het grootste, oostelijke deel bestaat uit straten in een soort kronkelende boomstructuur. Langs de (doodlopende) takken staan rijenwoningen met grote verspringingen in de rooilijnen. De woningen staan min of meer parallel aan de weg. Dit varieert nogal eens door de kromming van de wegen. De garages zijn als uitbouw voor de woning geplaatst. De voortuinen zijn vaak diep, waardoor de woningen in mindere mate op de openbare weg zijn gericht. De bebouwing bestaat uit twee bouwlagen met kap, waarbij de kap doorloopt in de garage. De kap wordt in een groot aantal gevallen ter hoogte van de tweede verdieping onderbroken door een dakopbouw of een dakkapel. Deze dakkapellen en opbouwen krijgen dezelfde dakvorm als de woning. De woningen zijn qua vorm vergelijkbaar met de woningen langs de Landweg en worden ook wel 'skidakwoningen' genoemd.

afbeelding binnen de regeling

De skidakwoningen hebben een karakteristiek groot dakvlak. De voorgevel van de woningen verspringt ten opzichte van elkaar

afbeelding binnen de regeling

Het westelijke deel van Alandsbeek bestaat uit woningen in blokverkaveling, gebouwd in twee tot drie lagen met plat dak.

Het westelijke deel van Alandsbeek, tegen Park Rozendaal, bestaat uit woningen in blokverkaveling, gebouwd in twee lagen met plat dak. Soms komt er ook een blok van bijvoorbeeld twee woningen voor met drie bouwlagen. De woningen met plat dak in het westelijke deel van de wijk staan in min of meer rechte rijen, langs een doodlopende weg. Ook hier zijn de garages voor de woning geplaatst. In deze buurt wordt zeer veel aan de achterzijde uitgebreid.

Woonbuurt 't Ruige Veld is gerealiseerd in de jaren 1986 tot 1993, met voornamelijk eengezinswoningen. Hierbij is zoveel mogelijk gekozen voor gesloten bouwblokken, uitgevoerd in één of twee woonlagen met een zadeldak. Deze bouwblokken omsluiten binnenterreinen waar groen- en speelvoorzieningen zijn gesitueerd. De woningen staan over het algemeen evenwijdig langs de weg, met de kaprichting parallel aan de weg. De appartementengebouwen staan langs kleinere (insteek)wegen, enigszins schuin ten opzichte van de hoofdontsluiting. Aan de zuidzijde van de buurt bevinden zich een aantal vrijstaande woningen, terwijl het in het noordwesten over gaat in een kleinschalig werkgebied.

afbeelding binnen de regeling

De woningen staan met de kap evenwijdig aan de weg

afbeelding binnen de regeling

Appartementen gebouwen, bestaand uit drie bouwlagen

De bebouwing in ’t Vliet is over het algemeen gerealiseerd in twee lagen met kap en maximaal drie lagen zonder kap. De kappen dienen zich hier nadrukkelijk als kappen te manifesteren. Dakhellingen flauwer dan 35° zijn niet toegestaan. Langs de noordrand bestaan de woningen uit drie bouwlagen zonder kap. Eventuele dakopbouwen en dakkapellen zijn mee-ontworpen. Daarnaast liggen in de wijk enige appartementengebouwen, van vier tot vijf lagen hoog met een penthouse-laag. De maximale hoogte in deze wijk ligt op 12 meter.

Langs de Horsterweg zijn individuele woningbouwkavels uitgegeven. De hoogte is beperkt tot twee lagen met of zonder kap. De kap dient haaks op de weg te worden uitgevoerd. Dit sluit aan op de reeds bestaande, oudere bebouwing langs deze weg.

afbeelding binnen de regeling

Appartementengebouwen van vier tot vijf lagen hoog, met een frisse uitstraling

afbeelding binnen de regeling

Langs de Horsterweg staat nog oudere bebouwing. De nieuwe bebouwing sluit hierbij aan

Detaillering, kleur- en materiaalgebruik

Voor Hamersveld en De Wetering geldt dat door de eenheid in vorm en kleur van de bebouwing eenheid is ontstaan in het bebouwingsbeeld. De woningen zijn opgetrokken in roodbruine baksteen. Met name in het zuidelijk deel van de wijk zijn delen van de gevels witgepleisterd. In de omgeving van de Eikenlaan is ook gele baksteen toegepast. In het zuidelijk deel van de wijk komen ook bungalows voor, waarbij een lichte baksteen is toegepast. De dakpannen zijn oranjerood. Enkele clusters woningen hebben zwarte dakpannen, met name in het zuidelijk deel van de wijk en rond de Eikenlaan. In de wijk is meer detaillering te vinden in de bebouwing, dan in de later gebouwde woonwijken. In Rozenboom variëren de vrijstaande woningen in kleur, detaillering en materiaalgebruik.

De woningen in Alandsbeek zijn opgetrokken in een gelige baksteen. Het dak heeft een donkere tint, waarbij het materiaal een associatie oproept met leisteen. Er zijn aluminium kozijnen toegepast. Over het algemeen zijn de garagedeuren licht van kleur. In het westelijke deel zijn andere kleuren toegepast. Er is gebruik gemaakt van een grijzige baksteen. De kozijnen en garage deuren zijn licht of juist opvallend van kleur.

In het deel Park Rozendaal is de donkere plint van de woningen op de begane grond een opvallend gegeven. In een enkel geval is de garage omgezet in een kamer. Dit verandert het beeld enigszins, doordat het glas een lichtere uitstraling heeft. De twee bouwlagen daarboven zijn uitgevoerd in lichte grindtegels, waardoor deze lagen lijken te zweven.

Zowel voor de rijenwoningen als de appartementencomplexen in ’t Ruige Veld zijn lichte kleuren en witte crèmekleurige baksteen toegepast. De rijenwoningen zijn voorzien van donkere pannen. De woningen langs de Hazekamp hebben platen op de voorgevel met een grindstructuur. Dit doet denken aan de woningen in de wijk Rozendaal. Verder is de detaillering in deze wijk sober.

In ’t Vliet is baksteen een veel gebruikt materiaal in de woonbebouwing. Daarnaast is bijvoorbeeld in de appartementengebouwen, maar ook in de gevels van woningen gebruik gemaakt van plaatmateriaal en glas. In het Programma van eisen en Stedenbouwkundig plan wordt de nadruk gelegd op gebruik van duurzame en milieuvriendelijke materialen, en -bouwwijze. Aan de randen van het gebied, in de harde zone langs het Valleikanaal, zijn heldere lichte kleuren toegepast voor het metsel- en schilderwerk, zoals wit, crème, (licht) geel, rood, blauw en groen toegepast. De grote raamvlakken benadrukken de stadsrand. Langs de hoofdontsluitingsweg, de roze zone, zijn lichte kleuren metselwerk toegepast. Ook het schilderwerk is in lichte tinten uitgevoerd, zoals pasteltinten, licht grijs, roze en lavendel. Voor de noordgevels is gekozen voor meer primaire kleuren. Voor het metselwerk zijn diepere rode en bruine tinten toegepast. Ook het schilderwerk dient aan te sluiten bij de diepe rode en bruine tinten. Voorbeelden van kleuren die worden toegepast zijn Turks blauw, robijnrood, heidepaars en mintgroen. Deze kleuren zijn gekozen om de langgerekte bogen die de hoofdontsluiting begrenzen te versterken. Langs de Horsterweg, de nostalgische zone, is gekozen voor aansluiting bij de aanwezige bebouwing. Gekozen is voor traditioneel metselwerk in roodbruin, pannen in rood of zwart, en schilderwerk in traditionele kleuren, namelijk wit, standgroen, zaans rood en zwart. In het overige gebied, de witte zone, zijn voor het metselwerk lichte kleuren gebruikt, aangevuld door aardkleuren. Het schilderwerk sluit hierbij aan. Gedacht kan worden aan de kleuren wit, crème, appelbloesem, geel, oker, bruinbeige, wijnrood, olijfgroen en kaki.

Waardebepaling, ontwikkeling en beleid

Waardevol is de heldere stedenbouwkundige opzet en de duidelijke eenheid van de hoofdbebouwing. Handhaven van het gevarieerde beeld van de bebouwde omgeving is uitgangspunt, met behoud van de eenheid van kleur, maat, schaal en detaillering van de bebouwing. Nieuw- of verbouw van gebouwen dient hierbinnen te passen. Wijzigingen in de voorgevels moeten met de nodige terughoudendheid worden uitgevoerd. Zo dient, om aan de kwaliteit van het ontwerp voor Park Rozendaal geen afbreuk te doen, zorgvuldig omgegaan te worden met solitaire aanpassingen in de gevelwanden. In delen van Alandsbeek is de verschijningsvorm van de skidakwoningen bijzonder: de vorm en uiterlijke kenmerken van de woningen en de structuur van de wijk zijn het behouden waard.

Welstandscriteria

Algemeen

  • -

    de bestaande gebouwde omgeving is het kwalitatieve referentiepunt voor ieder bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering moet passen in de aanwezige stedenbouwkundige structuur en aansluiten op de typologie, de detaillering, de kleur en het materiaalgebruik van de bestaande gebouwen;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de monumenten inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Plaatsing

  • -

    bij nieuwbouw en uitbreiding wordt de bestaande rooilijn gehanteerd (B)7;

  • -

    de nokrichting van rijenwoningen is evenwijdig aan de weg.

Massa en vorm

  • -

    per rij of cluster eenheid in massaopbouw van de hoofdgebouwen;

  • -

    bebouwing heeft een hiërarchische gevelindeling;

  • -

    vrijstaande woningen hebben een individuele uitstraling;

  • -

    plaatsing en massa van bijgebouwen en aan-/uitbouwen is ondergeschikt aan het hoofdgebouw;

  • -

    voor de skidakwoningen in Alandsbeek geldt het behoud van de dakvorm;

  • -

    voor ’t Vliet geldt dat de kappen zich nadrukkelijk als kappen dienen te manifesteren, dakhellingen flauwer dan 35° zijn niet toegestaan.

Detaillering, kleur en materiaalgebruik

  • -

    bestaande details worden bij verbouwingen als vertrekpunt genomen;

  • -

    kleur- en materiaalgebruik van aan het openbaar gebied grenzende aan- en bijgebouwen zijn afgestemd op het hoofdgebouw;

  • -

    kleur- en materiaalgebruik zijn per rij/cluster in onderlinge samenhang;

  • -

    nadruk ligt op het gebruik van duurzame en milieuvriendelijke materialen, en -bouwwijze;

  • -

    voor Park Rozendaal geldt: het handhaven van de horizontale geleding en het onderscheid tussen de donkere onderbouw en de lichtere bovenverdiepingen;

  • -

    voor ’t Vliet geldt dat bij de bebouwing aan de buitenrand heldere lichte kleuren voor het metsel- en schilderwerk worden toegepast en grote raamvlakken. Langs de hoofdontsluitingsweg worden lichte kleuren metselwerk toegepast. Ook voor het schilderwerk worden lichte (pastel-)kleuren gebruikt, terwijl bij de noordgevels diepere rode en bruine tinten worden toegepast voor het metsel- en schilderwerk, dakpannen zijn donker van kleur. Langs de Horsterweg moet traditioneel metselwerk in roodbruin, pannen in rood of zwart, en schilderwerk in traditionele kleuren, namelijk wit, standgroen, zaans rood en zwart worden toegepast, dakpannen zijn donker van kleur. In de rest van ’t Vliet, de witte zone, zijn voor het metselwerk lichte kleuren gebruikt, aangevuld met aardkleuren. het schilderwerk sluit hierbij aan. Gebruikt wordt bijvoorbeeld wit, crème, appelbloesem, geel, oker, bruinbeige, wijnrood, olijfgroen en kaki, dakpannen zij rood of donker.

In afwijking van de criteria voor bijbehorende bouwwerken: aan- of uitbouwen (paragraaf 3.1) dienen aanbouwen aan de voorgevel of de openbaar gelegen zijgevel van hoekwoningen in ’t Ruige Veld uitgevoerd te worden in baksteen in de kleur van het bijbehorende huis, of in hout met een kleurstelling die afgestemd is de raamkozijnen van het woonhuis.

In afwijking van de criteria voor dakkapellen (paragraaf 3.4) zijn in ‘t Vliet geen dakkapellen toegestaan, behalve op de woningen gelegen aan Palissade 2 t/m 20 (even), Voorpost 1 t/m 22, Bruggeschans 1 t/m 21 (oneven) en Rondeel 8 t/m 748.

4.4 Valleipark

Ruimtelijke structuur

Aan de noordzijde, tussen de wijk de Wetering en het Valleikanaal wordt een nieuwe invulling met woningen beoogd. Hiervoor is het Beeldkwaliteitsplan Valleipark (BGSV, 29 augustus 2013) opgesteld. Daarbij is in het Valleipark onderscheid gemaakt tussen het wonen aan de randen (Valleikanaal en Liniedijk), het wonen aan intieme woonstraatjes, de ‘Leusdense Laantjes’ en het wonen aan wigvormige plantsoenen die zicht bieden op het landschap van de Gelderse Vallei. De Leusdense Laantjes meanderen door het plangebied en verbinden de twee buurttoegangen aan de noordwestzijde en aan de zuidoostzijde. De plantsoenen strekken zich uit vanaf de Liniedijk tot aan het Valleikanaal. Tussen de Liniedijk en Valleipark ligt de Liniesloot. De Liniedijk is een rijksmonument en is ingericht met een informeel wandelpad over de kruin van de dijk. Een bestaande tennisbaan wordt gehandhaafd in het gebied.

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeldverkaveling (uit; Beeldkwaliteitsplan Valleipark, augustus 2013)

Detaillering, kleur- en materiaalgebruik

In het Beeldkwaliteitsplan Valleipark is niet gekozen voor een bepaalde architectuurstijl. Met de begrippen landschappelijk en dorps wordt de basis gelegd voor een woonbuurt met een grote variatie in woonhuizen met een duidelijk eigen karakter. Deze ontwerpuitgangspunten zijn in het beeldkwaliteitsplan verder uitgewerkt.

Kenmerkend voor landschappelijke woonvormen is de dominantie van de kap in het beeld van de woning en de bijgebouwen (boerderij en schuren). Het dorpse aspect is gelegen in een ‘informele’ compositie van deze bebouwing. De plek van de gebouwen wisselt per kavel en nokrichtingen van gebouwen verschillen onderling. Ook is de bebouwing steeds anders van maat. Contrasten zijn een onderdeel van een dorpse sfeer, bijvoorbeeld door een wit gebouw in een omgeving van bakstenen gebouwen of een enorme schuur in een omgeving met kleinschalige bebouwing. Ondanks contrasten en afwisseling ademt de bebouwing een harmonieuze sfeer uit. Door een aantal gezamenlijke kenmerken vormen de woningen in het Valleipark een herkenbare eenheid, die zich tevens onderscheidt van andere (nieuwbouw) wijken in Leusden. Kenmerkend in het Valleipark is de relatie die de woning heeft met de straat (altijd met de tussenkomst van een tuin en haag), de vorm van de woning (meestal compact met een eenvoudige kap), maar ook in de keuze van hoogwaardige materialen, een beperkt kleurenpallet en bijzondere details, zoals veranda’s, erkers, serres en mooi vormgegeven woningentrees. Daarmee verbijzondert de buurt zich ten opzichte van de omgeving en behoudt zij op de lange termijn haar karakter.

afbeelding binnen de regeling

Referenties kappen en overstekken (uit Beeldkwaliteitsplan Valleipark, augustus 2013)

Waardebepaling, ontwikkeling en beleid

De nieuwbouw in Valleipark dient zorgvuldig ingepast te worden volgens de uitgangspunten van landschappelijk en dorps. Daarbij gaat het om contrasten en afwisseling, met oog voor details. Het hiervoor opgestelde Beeldkwaliteitsplan Valleipark vormt het toetsingskader voor de welstandsbeoordeling.

Welstandscriteria

  • -

    Het beeldkwaliteitplan Valleipark is leidend voor wat betreft de plaatsing, massa en vorm en detaillering, kleur en materiaalgebruik.

  • -

    Na realisering is de bestaande omgeving het kwalitatieve referentiepunt voor ieder bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering moet passen in de aanwezige stedenbouwkundige structuur en aansluiten op de typologie, de detaillering, de kleur en het materiaalgebruik van de bestaande gebouwen.

4.5 Leusden-Oost

Ruimtelijke structuur

Het tweede kwadrant is voornamelijk in de jaren zeventig en tachtig gerealiseerd. Het gebied bestaat uit de wijken Akkerhoeve (‘70), Noordwijck (‘70), Langenbeek (‘80), Zwanenburg (‘80), Munnikhove (‘80) en Bosveld (‘80). Door het gebied loopt een ontsluitingsweg, waarop woonstraten aantakken. Deze mondt uit op de Burgemeester van de Postlaan en de Noorderinslag. Met name de hoofdweg, maar ook de overige wegen zijn vrij bochtig aangelegd. De woningen volgen de weg, waardoor de rooilijn in veel gevallen meekronkelt. De hoofdweg is voorzien van een fietsstrook en een voetpad. Langs de overige wegen in de wijk ligt dit niet. Dit geeft de buurtjes een dorpskarakter. In een deel van de straten is centraal een parkeerplaats ingericht. De wijk wordt van het buitengebied en de omliggende wijken gescheiden door een waterstructuur. Dwars door de wijk loopt centraal een groenstrook, die het noordelijk deel en zuidelijk deel van de wijk van elkaar scheidt.

Het betreft voor het overgrote deel rijen woningen en woningen van het type twee-onder-één-kap. De bebouwing bestaat over het algemeen uit één tot twee bouwlagen met een kap. Veelal is een zadeldak toegepast. De richting van het (zadel)dak varieert. In een aantal gevallen staat de kap dwars op de weg. Het komt echter vaak voor dat de kap over de gehele rij parallel aan de weg ligt. Op een deel van de woningen van twee lagen met een kap is een standaard dakopbouw gerealiseerd. Ook hebben sommige woningen een standaard dakkapel. Deze dakkapel is aangekapt en begint ca. drie pannen uit de nok.

Op twee plekken in de wijk Munnikhove staan vrijstaande houten woningen, bijvoorbeeld rond de Pelgrimshove. De woningen zijn gerealiseerd in één bouwlaag met een kap. Een enkele woning heeft een dak met een kattenrug, waardoor ruimte voor een eerste verdieping is ontstaan. Een dakkapel op deze woningen wordt niet acceptabel geacht, vanwege de maat en schaal van de woningen en de buurt.

afbeelding binnen de regeling

Vrijstaande houten woningen rond Pilgrimshove

afbeelding binnen de regeling

Aan de zuid en oostkant van het gebied staan vrijstaande woningen

Verder zijn met name aan de zuid en oost kant van het gebied vrijstaande woningen gerealiseerd. De vorm hiervan is gevarieerd. Deze woningen bestaan over het algemeen uit één bouwlaag met een zadeldak. De vrijstaande woningen worden omringd door grote tuinen. De woningen staan min of meer parallel aan de erftoegangswegen.

Met name in de wijk Zwanenburg komen platte daken voor. Het betreft carrés van hetzelfde type rijen woningen, met een verbijzondering op de hoeken. In plaats van eengezinswoningen bestaan de hoeken uit appartementen. Op het dak wordt een standaarddakopbouw toegestaan ten behoeve van een derde bouwlaag. De dakopbouw heeft een afgeplat zadeldak dwars op de weg. Op specifieke en regelmatige punten is tijdens de bouw al een derde bouwlaag gerealiseerd, in de vorm van een zadeldak parallel aan de weg.

Ook in de wijk de Akkerhoeve zijn enkele portiek woningen gerealiseerd. Deze woningen bestaan uit twee bouwlagen met een kap.

afbeelding binnen de regeling

Woningen rondom Leeuwenburg met overwegend een plat dak

afbeelding binnen de regeling

Woningen met een asymmetrische kap en verbijzonderingen op de hoeken

Ten oosten van de weg de Beekridder in de wijk Langenbeek ligt een buurt met woningen die deel uitmaken van een woonerfstructuur. Bij de woningen ten oosten van de Beekridderweg worden de twee bovenverdiepingen afgedekt door een asymmetrisch gevormde kap. De hoeken van de rijen zijn verbijzonderd. Hier is aan één zijde geen kap toegevoegd, maar een rechte wand. In een aantal gevallen is deze situatie ongedaan gemaakt door dat ook op de hoek een kap is gerealiseerd ten behoeve van meer ruimte op de eerste verdieping.

De straten ten westen van de Beekridder zijn soms aan de voorzijde voorzien van een berging. Ook bij deze woningen is soms een verbijzondering op de hoeken gemaakt, waarbij op de kop van de rij een woning van één bouwlaag met een kap dwars op de rij gerealiseerd is.

Detaillering, kleur- en materiaalgebruik

In dit gebied is sprake van sobere detaillering van de woningen. Er is veelal een roodbruine of een gelige baksteen toegepast. Bij enkele woningen is in de gevel licht plaatmateriaal aangebracht. De dakpannen hebben een rode of donkere kleur. De vrijstaande woningen variëren in kleur, detaillering en materiaalgebruik. Baksteen is ook in deze woningen veel toegepast. Vaak is hout verwerkt in de gevels.

In Noordwijck is hout, geverfd in een groene kleur, toegepast in de gevel van een aantal woningen. De wanden en kozijnen van de houten woningen langs de Pelgrimshove zijn groen, transparant of donkerrood geverfd.

De woningen ten oosten van de Beekridder en in de wijk Zwanenburg zijn opgetrokken in een afwijkende, grijzige kleur baksteen. De woningen ten oosten van de Beekridder zijn voorzien van grijs plaatmateriaal in de gevel. Ook de kozijnen zijn in grijstinten uitgevoerd. De dakbedekking bestaat uit grijze golfplaten.

In de wijk Zwanenburg zijn lichte kleuren toegepast. In de gevels is wit plaatmateriaal toegepast. De kozijnen zijn wit of rood geverfd. Soms is boven de ramen op de verdieping enige sobere detaillering aangebracht in beton.

Waardebepaling, ontwikkeling en beleid

Waardevol is de stedenbouwkundige opzet van de wijk en de karakteristieke eenheid van de bebouwing binnen een woonbuurt. Handhaven van het beeld van de bebouwde omgeving is uitgangspunt. Verstoringen van het bebouwingsbeeld doen zich voor wanneer de ritmiek verstoord wordt, door bijvoorbeeld uitbreidingen aan de voorzijde of dakopbouwen. Deze uitbreidingen van woningen dienen zeer zorgvuldig te worden ingepast.

Welstandscriteria

Algemeen

  • -

    de bestaande gebouwde omgeving is het kwalitatieve referentiepunt voor ieder bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering moet passen in de aanwezige stedenbouwkundige structuur en aansluiten op de typologie, de detaillering, de kleur en het materiaalgebruik van de bestaande gebouwen;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de monumenten inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Plaatsing

  • -

    bij nieuwbouw en uitbreiding wordt de bestaande rooilijn gehanteerd;

  • -

    de nokrichting van rijenwoningen is evenwijdig aan de weg.

Massa, vorm bebouwing

  • -

    per rij of cluster eenheid in massaopbouw van het hoofdgebouw;

  • -

    bebouwing heeft een hiërarchische gevelindeling;

  • -

    vrijstaande woningen hebben een individuele uitstraling;

  • -

    plaatsing en massa van bijgebouwen en aan-/uitbouwen is ondergeschikt aan het hoofdgebouw.

Detaillering, kleur en materiaalgebruik

  • -

    bestaande details worden bij verbouwingen gerespecteerd;

  • -

    kleur- en materiaalgebruik van aan het openbaar gebied grenzende aan- en bijgebouwen is afgestemd op het hoofdgebouw;

  • -

    kleur- en materiaalgebruik zijn per rij/cluster in onderlinge samenhang.

4.6 Leusden-West

Ruimtelijke structuur

Het oudste deel van dit gebied (Hamersveld) dateert uit de jaren vijftig. Het noordelijk deel van Hamersveld is in de jaren zestig gerealiseerd. Deze wijk wordt gekenmerkt door de traditionele blokverkaveling. De gebouwen en gebouwcomplexen bestaan uit eenvoudige, rechthoekige bouwblokken van twee lagen en een zadeldak evenwijdig aan de straat. Er is rust in het bebouwingsbeeld ontstaan door de eenvoudige hoofdmassa en kapvormen. Er is sprake van een strakke rooilijn. Binnen een straat zijn dezelfde type woningen gerealiseerd, waardoor de wijk een rustig en helder beeld heeft. Er staan rijenwoningen in twee lagen met een kap en woningen van het type twee-onder-één-kap. Deze woningen zijn hetzelfde uitgevoerd als de rijenwoningen.

In de jaren zestig is aan de Lisidunalaan een verpleeghuis gerealiseerd. De wijk Hamersveld en Rossenberg wordt van het terrein gescheiden door een park met een waterstructuur, waardoor de bebouwing vanuit de woonwijk niet of nauwelijks zichtbaar is. Het gebouw bestaat voornamelijk uit één tot twee bouwlagen en heeft een plat dak. Het heeft een naar binnen gekeerd karakter en is gebouwd rond enkele atriums. Het verpleeghuis wordt ontsloten vanaf de Lisidunalaan.

De wijk Rossenberg is een typische uitbreidingswijk uit de jaren zeventig, opgezet in de woonervenstructuur. De woonerven worden vanaf de Lisidunalaan door middel van drie insteekwegen ontsloten. De hofjes zijn ruim opgezet, met een groengebied en parkeerplaatsen binnen in. Rondom dit openbaar gebied staan vier rijen woningen. Opvallend is dat de bergingen zijn gerealiseerd aan de voorzijde van de woningen, gekoppeld aan een carport. Dit geeft een vrij gesloten straatbeeld. De woningen zijn door de plaatsing van de schuren voor het huis in mindere mate straatgericht. In het midden van de hofjes ligt vaak een groene ruimte, al dan niet in gebruik als speelplaats voor kinderen.

afbeelding binnen de regeling

De bergingen zijn gerealiseerd aan de voorzijde van de woningen

afbeelding binnen de regeling

Aan de achterzijde zijn woningen soms uitgebreid met uitbouwen en dakkapellen

De bebouwing van Rossenberg kenmerkt zich door eenvoudige hoofdmassa's en kapvormen. De rijen woningen bestaan uit ca. 5 woningen. De bebouwing bestaat uit 2 bouwlagen en een zadeldak. In deze wijk wordt bij realisatie van dakkapellen rekening gehouden met de verhoudingen van de onderliggende gevel. De indeling van de ramen van de dakkapel wordt hierop aangepast.

In de jaren zeventig is ook het deel Groenhouten gerealiseerd, bestaande uit verschillende typen woningen. Enerzijds, dicht tegen het lint aan, is de traditionele blokverkaveling toegepast. Anderzijds is, meer richting de Groene Zoom, de woonerfstructuur toegepast. De randen van de wijk worden overwegend gevormd door geschakelde woningen, met trapsgewijze verspringingen in de rooilijn. Deze verspringingen komen in mindere mate terug in de rijen woningen langs de Landweg. Deze wijk sluit op een bijzondere manier aan op het lint, waarbij de oudste boerderij van de kern Leusden is opgenomen in de nieuwere bebouwing van de wijk.

afbeelding binnen de regeling

Deze twee-onder-één-kap woningen staan enigszins gedraaid ten opzichte van de openbare weg. De kap loopt door tot op de garage

afbeelding binnen de regeling

De woningen zijn voorzien van een standaard dakkapel

De wijk is ruim en groen opgezet. De hofjes hebben een groengebied en parkeerplaatsen binnenin. Rondom dit openbaar gebied staan de rijen woningen. Deze woningen zijn in mindere mate gericht op de straat, doordat in veel gevallen aan de voorzijde bergingen, garages en carports zijn gerealiseerd. Ook de woningen met een plat dak en de woningen van het type twee-onder-één-kap, beide langs de Landweg, hebben bergingen en/of carports aan de voorzijde. Deze twee-onder-één-kap woningen staan enigszins gedraaid ten opzichte van de openbare weg. De garages zijn aan de voorzijde van de woning gerealiseerd, waarbij de kap vanaf de tweede verdieping doorgetrokken is in de garage. De dakkapellen op deze woningen hebben een bijzondere driehoekige vorm. Aan de woonerven die vanaf de Landweg worden ontsloten staan rijen woningen gebouwd in twee lagen met zadeldak.

afbeelding binnen de regeling

Aan de woonerven staan rijen woningen, gebouwd in twee lagen met zadeldak

afbeelding binnen de regeling

Aan de zuidzijde van de wijk, parallel aan de Landweg zijn woningen gebouwd van 2 tot 3 lagen met platte daken. Op de platte daken is een standaard zadeldak haaks op de weg mogelijk

Aan de zuidzijde van Groenhouten, parallel aan de Landweg, zijn woningen gebouwd van 2 tot 3 lagen met platte daken. Op de platte daken is een standaard zadeldak haaks op de weg mogelijk. Dit geldt ook voor de woningen die gerealiseerd zijn in 3 bouwlagen. Tegenover de rijen woningen met plat dak staan rijenwoningen in 2 lagen met zadeldak en (schuin) afdak boven de deur.

In de zuidoostelijke en noordoostelijke hoek van de wijk staan lage appartementengebouwen van maximaal drie bouwlagen en een plat dak.

In deze wijk worden de dakkapellen conform de criteria voor kleinere bouwwerken gerealiseerd, uitgezonderd de dakkapellen van de geschakelde woningen van het type twee-onder-één-kap. Er wordt bij de indeling van de ramen rekening gehouden met de verhoudingen van de onderliggende gevel.

De wijk Claverenblad/Wildenburg is eind jaren tachtig gerealiseerd. Het gebied bestaat uit rijen woningen, op strategische punten afgewisseld met appartementencomplexen. Door de wijk loopt één centrale water-as. Claverenblad/Wildenburg kenmerkt zich door lange rijen woningen en enkele kleinschalige hofjes. Er staan voornamelijk rijenwoningen bestaand uit twee bouwlagen en een kap. De rijenwoningen zijn voorzien van een zadeldak. Op enkele plekken staan ook woningen die bestaan uit één bouwlaag met kap, dit betreft met name vrijstaande woningen aan de zijde van de Hamersveldseweg. De appartementencomplexen bestaan uit vier bouwlagen en zijn voorzien van een plat dak. De woningen staan over het algemeen evenwijdig langs de weg, met de nokrichting parallel aan de weg.

afbeelding binnen de regeling

In deze wijk staan voornamelijk rijen woningen met zadeldak

afbeelding binnen de regeling

Appartementencomplexen, bestaand uit vier bouwlagen

Detaillering, kleur en materiaal

Baksteen is hier het meest gangbare materiaal. Er zijn bruine en gelige bakstenen toegepast, maar in Claverenblad/Wildenburg betreft het lichte crèmekleurige en rode bakstenen. De dakpannen zijn overwegend donker van kleur. Er is veelal sprake van een sobere detaillering en een ingetogen kleurgebruik, al is ook rood, geel of blauw toegepast.

Waardebepaling, ontwikkeling en beleid

Waardevol is de stedenbouwkundige opzet en de duidelijke eenheid van de hoofdbebouwing. Het handhaven van dat eenduidige beeld van de bebouwde omgeving is uitgangspunt. Dit betekent dat aan de straatzijde het beeld van de verkaveling zichtbaar moet zijn en met wijzigingen in de voorgevels terughoudend moet worden omgegaan. Verstoringen doen zich met name voor op plaatsen waar de achtertuinen grenzen aan het openbaar gebied.

Voor wat betreft Lisidunahof is nog enige ruimte voor uitbreiding. Er kunnen aanleunwoningen, (zelfstandige) woningen, maatschappelijke voorzieningen en kantoren worden gerealiseerd. Er zijn plannen het verpleeghuis uit te breiden met zelfstandige seniorenwoningen. De representativiteit, met name in de richting van de hoofdweg de Groene Zoom vormt een aandachtspunt.

Welstandscriteria

Algemeen

  • -

    de bestaande gebouwde omgeving is het kwalitatieve referentiepunt voor ieder bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering moet passen in de aanwezige stedenbouwkundige structuur en aansluiten op de typologie, de detaillering, de kleur en het materiaalgebruik van de bestaande gebouwen;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de monumenten inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Plaatsing

  • -

    bij nieuwbouw en uitbreiding wordt de bestaande rooilijn gehanteerd;

  • -

    de nokrichting van rijenwoningen is evenwijdig aan de weg;

  • -

    rekening wordt gehouden met de bestaande organisatie op het perceel.

Massa, vorm bebouwing

  • -

    per rij of cluster eenheid in massaopbouw van het hoofdgebouw;

  • -

    bebouwing heeft een hiërarchische gevelindeling;

  • -

    plaatsing en massa van bijgebouwen en aan-/uitbouwen is ondergeschikt aan het hoofdgebouw;

  • -

    uitbreidingen aan de straatzijde moeten zorgvuldig worden ingepast, om het bebouwingsbeeld niet te verstoren;

  • -

    Voor het deel Lisidunahof geldt: gebouwen staan vrij in de ruimte en hebben een individuele uitstraling.

Detaillering, kleur en materiaalgebruik

  • -

    bestaande details worden bij verbouwingen als vertrekpunt genomen;

  • -

    kleur- en materiaalgebruik van aan het openbaar gebied grenzende aan- en bijgebouwen is afgestemd op het hoofdgebouw;

  • -

    kleur- en materiaalgebruik zijn per rij/cluster in onderlinge samenhang.

In afwijking van de criteria voor dakkapellen (paragraaf 3.4) op het voordakvlak of het openbaar gelegen zijdakvlak moet in het zuidelijke deel van Rossenberg bij de indeling van de ramen rekening worden gehouden met de verhoudingen van de onderliggende gevel.

In afwijking van de criteria voor dakkapellen (paragraaf 3.4) is het aan Claverenbladstraat 1 t/m 133 (oneven), Van den Bergstraat 1 t/m 32 en Kuperssingel 37 t/m 51 (oneven) toegestaan om op het achterdakvlak of het niet-openbaar gelegen zijdakvlak dakkapellen op te trekken vanuit de goot.

In afwijking van de criteria voor aan- of uitbouwen (paragraaf 3.1) zijn in dit deelgebied aan de voorgevel of de openbaar gelegen zijgevel geen aanbouwen groter dan 6 m² toegestaan.

4.7 Leusden-Zuid

Ruimtelijke structuur

Het woongebied Leusden-Zuid wordt gekenmerkt door een drietal noord zuid lopende, min of meer rechte lanen. Deze lanen ontsluiten met name in het zuiden kleine, doodlopende woonstraten. De woonstraten in het noorden lopen niet dood, maar verspringen, waardoor er korte woonstraten zijn ontstaan. In het zuiden, langs de Prinses Irene Laan, ligt het winkelcentrum. De centrale weg door Leusden-Zuid is de Prinses Irene Laan/De Roo van Alderwereltlaan.

Het woongebied achter het lint is redelijk eenvormig, hoewel het in verschillende tijden gebouwd is, variërend van de jaren 50 tot de jaren 70. Het betreft voornamelijk rijen woningen, gebouwd in twee bouwlagen met een kap, parallel aan de weg. De woningen van het type twee-onder-één-kap staan op de hoeken van de korte woonstraten. Deze woningen sluiten aan op de naastgelegen rijen woningen en kennen dezelfde detaillering, kleurgebruik en stijlkenmerken. Direct achter het bebouwingslint en aan de noordrand van de kern zijn voornamelijk vrijstaande woningen gerealiseerd. De vrijstaande woningen bestaan uit één tot twee bouwlagen. De kapvorm varieert.

afbeelding binnen de regeling

In Leusden-zuid staan met name rijenwoningen met een zadeldak, parallel aan de weg

afbeelding binnen de regeling

De oudere woningen bestaan uit roodbruine baksteen en hebben rode dakpannen

Detaillering, kleur- en materiaalgebruik

Kleur en materiaal gebruik verschilt. De oudere woningen bestaan uit roodbruine baksteen en hebben rode dakpannen. De woningen die in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw zijn gerealiseerd, bevatten gele baksteen en een donker getinte kap. De gevels van deze woningen zijn ook regelmatig voorzien van plaat of houtwerk in gelige, bruine of grijze tinten.

Waardebepaling, ontwikkeling en beleid

Waardevol is de structuur van het gebied, de heldere stedenbouwkundige opzet en de duidelijke eenheid van de hoofdbebouwing.

Het handhaven van het eenduidige beeld van de bebouwde omgeving is uitgangspunt.

Welstandscriteria

Algemeen

  • -

    de bestaande gebouwde omgeving is het kwalitatieve referentiepunt voor ieder bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering moet passen in de aanwezige stedenbouwkundige structuur en aansluiten op de typologie, de detaillering, de kleur en het materiaalgebruik van de bestaande gebouwen;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de monumenten inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Plaatsing

  • -

    bij nieuwbouw en uitbreiding wordt de bestaande rooilijn gehanteerd (B)9.

  • -

    de nokrichting van rijenwoningen is evenwijdig aan de weg;

  • -

    oriëntatie op de weg;

  • -

    bijgebouwen worden achter de voorgevel gesitueerd (B)21.

Massa en vorm

  • -

    per rij of cluster eenheid in massaopbouw van het hoofdgebouw;

  • -

    bebouwing heeft een hiërarchische gevelindeling;

  • -

    plaatsing en massa van bijgebouwen en aan-/uitbouwen is ondergeschikt aan het hoofdgebouw;

  • -

    uitbreidingen aan de straatzijde moeten zorgvuldig worden ingepast, om het bebouwingsbeeld niet te verstoren.

Detaillering, kleur en materiaal gebruik

  • -

    bestaande details worden bij verbouwingen als vertrekpunt genomen;

  • -

    kleur- en materiaalgebruik van aan het openbaar gebied grenzende aan- en bijgebouwen is afgestemd op het hoofdgebouw;

  • -

    kleur- en materiaalgebruik zijn per rij/cluster in onderlinge samenhang.

4.8 Tabaksteeg

Ruimtelijke structuur

Tabaksteeg is een nieuwe wijk in aanbouw. De wijk wordt begrensd door de Grift in het westen, de Maanweg in het noorden, de Pon-spoorlijn in het oosten en het fietspad Tabaksteeg in het zuiden.

De landschappelijke ondergrond is de leidraad geweest voor de opzet van Tabaksteeg. Het duidelijk oost-west georiënteerde patroon van sloten en houtwallen is duidelijk herkenbaar in het stratenpatroon van Tabaksteeg.

Een drietal structuurdragers vormen de basis voor de verkaveling van de wijk: De Dorpsstraat van noord naar zuid (parallel aan de Grift), de Groene Wig en de Kasteellaan. Het hart van de wijk wordt gevormd door Het Centrum dat een verbindende schakel vormt met Leusden-zuid en dat een duidelijke verbinding legt met het groengebied ten zuiden van fietspad Tabaksteeg. De Groene wig koppelt Het Centrum aan de Ecologische Verbindingszone aan de spoorlijn.

afbeelding binnen de regeling

Ligging Tabaksteeg (het gele gebied) ten opzichte van Leusden-zuid en Leusden

afbeelding binnen de regeling

Verkavelingsplan Tabaksteeg

De structuurdragers verdelen Tabaksteeg in een viertal woonbuurten. De meest noordelijke woonbuurt, de Tuinen. Dit gebied heeft een compacte, vrij dichte kern, met een losse, onregelmatige rand van bebouwing die in de Ecologische Verbindingszone aan de spoorlijn uitkomt.

Ten zuiden van De Tuinen bevindt zich De Kreek, gekenmerkt door een stevige rand en een los binnen gebied, waar water een grote rol speelt. Ten westen hiervan vormt een duidelijke stevige kern (Het Centrum) het hart van Tabaksteeg.

Het meest zuidelijke woonveld, Landerijen, wordt getypeerd door de langste oost-west rechtstanden. Hier komt de verwantschap met het onderliggende landschap het meest tot zijn recht.

Het gebied tussen de Grift en het zuidelijke deel van de Dorpsstraat, is een bijzonder gebied, waar met name de interactie tussen Leusden-zuid en Tabaksteeg door middel van zichtlijnen gewaarborgd wordt.

Detaillering, kleur- en materiaalgebruik

In Tabaksteeg wordt het dorpse en landelijke karakter nagestreefd. In de verkaveling maar ook in de bebouwing wordt dit verder uitgewerkt. De “identiteit van een dorp” wordt verkregen door variatie in de beeldkwaliteit te zoeken, waarin een zekere samenhang te herkennen is. Variatie speelt zich af op verkavelingniveau, door verschillende woningtypes door elkaar te gebruiken. Ook wordt verscheidenheid en variatie in de architectuur gezocht, waarbij de individualiteit van elk pand tot uitdrukking dient te komen.

De samenhang wordt bevorderd en gegarandeerd door het aantal materialen en kleuren voor gevels, daken, raamkozijnen, erfafscheidingen etc. te beperken. Lokale, traditionele materialen vormen het uitgangspunt, omdat zij zorgen voor herkenning en eigenheid van een gebied en ervoor zorgen dat Tabaksteeg ook in een groter gebied verankerd wordt.

afbeelding binnen de regeling

Variatie op verkavelingsniveau

afbeelding binnen de regeling

Referentie aan de jaren 20 en 30 met baksteen, overstekken en erkers

Waardebepaling, ontwikkeling en beleid

In Tabaksteeg vormt de architectuur uit de jaren 20 en jaren 30 het centrale thema, waaraan door diverse architecten een eigen gezicht is gegeven. De typische kenmerken van deze architectuurperiode zijn dan ook overal te herkennen. Stevige kappen, overstekken, baksteen, erkers komen overal terug en bevorderen het dorpse en de samenhang op een subtiele wijze.

Er zullen geen ingrijpende ontwikkelingen plaatshebben, het bestemmingsplan is consoliderend van aard. Nieuwbouw dient zorgvuldig ingepast te worden, waarbij de maat en schaal van het gebied en de specifieke stedenbouwkundige en architectonische kenmerken van Tabaksteeg van belang zijn.

Tevens is voor Tabaksteeg een masterplan opgesteld. Op basis daarvan zijn voor de verschillende deelprojecten in Tabaksteeg aparte verkavelingplannen opgesteld, met bijbehorende beeldkwaliteitplannen. Deze beeldkwaliteitplannen vormen mede een toetsingskader voor de welstandsbeoordeling.

Welstandscriteria

Algemeen

  • -

    de bestaande omgeving is het kwalitatieve referentiepunt voor ieder bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering moet passen in de aanwezige stedenbouwkundige structuur en aansluiten op de typologie, de detaillering, de kleur en het materiaalgebruik van de bestaande gebouwen;

Plaatsing

  • -

    oriëntatie op de weg;

  • -

    de rooilijn verspringt;

  • -

    bijgebouwen worden achter de voorgevel gesitueerd (B)10. Voor Tabaksteeg is een erfbebouwingsregeling opgesteld, die leidraad is bij de plaatsing van aan- en bijgebouwen.

Massa en vorm

  • -

    de hoofdgebouwen hebben een individuele uitstraling, ook in de rijenwoningen dient de individuele woning tot uitdrukking te komen;

  • -

    kleinschalige parcellering;

  • -

    alle woningen dienen van een kap te worden voorzien, waarbij de stijlkenmerken van de jaren 20 en 30 het uitgangspunt vormen;

  • -

    bebouwing heeft een evenwichtige, hiërarchische gevelindeling;

  • -

    plaatsing en massa van bijgebouwen en aan-/uitbouwen is ondergeschikt aan het hoofdgebouw en dient conform de reeds in het gebied aanwezige trendsetters te worden uitgevoerd.

Detaillering, kleur en materiaalgebruik

  • -

    gevel bestaat uit rood/bruine/purper bakstenen;

  • -

    daken worden afgedekt met antracietkleurige gebakken pannen of riet, waarbij in het zuidelijk deel van Tabaksteeg (Landerijen) tevens incidenteel een rode gebakken dakpan is toegelaten;

  • -

    gebruik van natuurlijke materialen, waarbij een uitzondering wordt gemaakt voor de rand aan de Leusden-zuid-zijde waar ook lichtkleurige bakstenen/keimwerk mag worden toegepast als verwijzing naar Leusden-zuid evenals in het zuidelijk deel van Tabaksteeg (Landerijen), waar gekeimde accenten in de bebouwing voorzien mogen worden;

  • -

    damwanden hebben een natuurlijke uitstraling in een gedekte kleur en met een horizontale of verticale plaatsing;

  • -

    kleur- en materiaalgebruik van aan het openbaar gebied grenzende aan- en bijgebouwen is afgestemd op het hoofdgebouw;

  • -

    handhaven, terugbrengen en versterken van de oorspronkelijke kenmerken. Bestaande details dienen bij verbouwing als vertrekpunt genomen te worden;

In afwijking van de criteria voor aan- of uitbouwen (paragraaf 3.1) dient ten aanzien van de plaatsing van aan- en bijgebouwen de voor Tabaksteeg opgestelde Erfbebouwingsregeling te worden toegepast.

4.9 Kantorenlocaties

Ruimtelijke structuur

Aan de noordkant van Leusden ligt De Horst, met uitdrukkelijk een representatief karakter. De Horst is bedoeld voor zakelijke en maatschappelijke dienstverlening en de lichte hoogwaardige industriële sector. Het terrein herbergt naast bedrijven ook een hotelaccommodatie. Er wordt een laag bebouwingspercentage gehanteerd. Ten minste 20% van de perceelsoppervlakte moet groen zijn. Voor kantoren is een minimale bouwhoogte vastgesteld van 10.5 meter. Op enkele plekken is een maximum van 14 meter toegestaan. Het aanwezige hotel heeft een hoogte van 17.5 meter. In het bestemmingsplan zijn gevellijnen aangegeven waarin de meest representatieve zijde dient te worden gebouwd. De parkeerplaatsen dienen zoveel mogelijk naast en tussen de gebouwen gesitueerd te worden. Dit betekent dat de afstand tussen de gebouwen groot moet zijn. Gestreefd wordt naar zo min mogelijk zichtbaarheid van de auto’s vanaf de openbare weg.

afbeelding binnen de regeling

Bebouwing met een representatieve uitstraling, zeker langs de openbare weg

In de oksel van de Randweg en de Groene Zoom bevindt zich het bedrijventerrein Princenhof, dat in de jaren zeventig en tachtig is ontwikkeld. Het bedrijventerrein wordt van de aangrenzende woonwijk Hamersveld gescheiden door een parkzone met een waterpartij. Tevens vormt de deels oorspronkelijke bebouwing aan de Burgemeester de Beaufortlaan de zuidelijke begrenzing van het bedrijventerrein.Rondom het kantoor aan de Burgemeester De Beaufortweg kunnen binnen het bestemmingsplan nog ontwikkelingen plaats vinden, het gebied heeft een werk- en woonbestemming. Terrein ’t Ruige Veld is in de jaren tachtig gerealiseerd, met name ten behoeve van kantoren, tezamen met de woonwijk erachter.

De bedrijventerreinen Princenhof en ’t Ruige Veld worden ontsloten vanaf de Zwarteweg. Princenhof is tevens bereikbaar vanaf de Groene Zoom. Op de terreinen zijn voornamelijk kantoren en kantoorhoudende bedrijven gevestigd, naast enkele kantoorverzamelgebouwen. De grootte van de bedrijfsgebouwen verschilt. Met name op Princenhof zijn enkele zeer grootschalige bedrijven gevestigd. Ook de kavelgrootte varieert sterk per bedrijf. De bedrijfsbebouwing staat veelal midden op het perceel. Op Princenhof is door het oorspronkelijke lage bebouwingspercentage (30%) veel buitenruimte ontstaan, dat veelal ingericht is als parkeerplaats en groen. Hierdoor heeft het gebied een groen aanzicht. Er is sprake van relatief extensief ruimtegebruik. ’t Ruige Veld is kleinschaliger en intensiever ingericht. De kavels zijn individueel uitgegeven en bebouwd, waardoor een grote variatie aan bebouwing optreedt. Het meest in het oog springen de grote gebouwen op Princenhof tot 15 meter hoog en met een plat dak.

afbeelding binnen de regeling

Kantoorpanden aan de Zwarteweg en Larikslaan

Aan de noordwest kant van Leusden ligt ’t Spieghel. Dit gebied bevat verschillende functies, zoals een sporthal, tennisbanen, tuincentrum, kassen, grofvuilinzameling van de gemeente en dergelijke. Momenteel is het gebied extensief bebouwd. Er staan enkele grootschaliger gebouwen zoals de tennishal naast enkele kleinschalige panden, in een groen gebied. Her en der staan (bedrijfs-) woningen. Met name langs de noordelijke tak van de Ursulineweg staan enkele kassencomplexen. De woningen bestaan overwegend uit één bouwlaag met een zadeldak. De bedrijfsbebouwing en de bebouwing van de tennishal bestaat uit een tot twee bouwlagen.

afbeelding binnen de regeling

Bedrijfswoning met kassencomplex langs Ursulineweg

afbeelding binnen de regeling

De bebouwing bestaat uit baksteen, aangevuld met hout en plaatwerk

Detaillering, kleur en materiaal

Voor het bedrijventerrein De Horst is een beeldkwaliteitplan geschreven. Hierin zijn hoogwaardige materiaalsoorten, zoals natuursteen, aluminium, baksteen en glasgevels voorgeschreven. Gebouwen mogen daarbij onderling contrasteren, mits sprake is van een harmonieus geheel. Aan de representatieve randen en hoeken van het gebied moet extra aandacht besteed worden aan architectuur en ontwerp. Hier moet gebruik worden gemaakt van de maximaal toegestane bouwhoogte. Deze bebouwing is zichtbaar vanaf de rijksweg A28. Hier mogen geen rommelige achterkantsituaties ontstaan.

Een deel van de bebouwing op Princenhof bestaat uit loodsen, opgetrokken uit plaatmateriaal in grijze, groene of blauwe tinten. Vaak is een gemetselde plint gebruikt. De bebouwing in ’t Ruige Veld is kleinschaliger. De bebouwing is over het algemeen opgetrokken in baksteen. De daken zijn op de beide terreinen over het algemeen plat. De grens tussen openbaar en privé wordt bepaald door hekwerken. Een aandachtspunt vormt de representativiteit van de bebouwing langs de Randweg, de Zwarteweg en de Groene Zoom.

De woningen op ’t Spiegel bestaan uit roodbruine baksteen. De kozijnen en overig houtwerk zijn uitgevoerd in traditionele kleuren. De bedrijfsbebouwing en de tennishal zijn opgetrokken uit baksteen, aangevuld met hout en plaatwerk in rode, groene en grijzige tinten.

Waardebepaling, ontwikkeling en beleid

De ruimtelijke mogelijkheden in de bestemmingsplannen zijn ruim. Wel zijn nadrukkelijk representatieve rooilijnen aangegeven, en is de maximale hoogte en bebouwingspercentage vastgelegd. Aan de openbare randen van de bedrijventerreinen, waar de gebouwen voor velen zichtbaar zijn, is representatie van belang. Voor De Horst is dit vastgelegd in het beeldkwaliteitplan De Horst: nieuw- of verbouw van gebouwen dient binnen dit plan te passen. Aan de bebouwing midden op de terreinen kunnen minder vergaande eisen gesteld worden.

In ’t Spiegel zal herinrichting plaatsvinden (De Plantage en De Buitenplaats). De precieze invulling is nog niet bekend.

Welstandscriteria

Algemeen

  • -

    de bestaande gebouwde omgeving is het kwalitatieve referentiepunt voor ieder bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering moet passen in de aanwezige stedenbouwkundige structuur en aansluiten op de typologie, de detaillering, de kleur en het materiaalgebruik van de bestaande gebouwen;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de monumenten inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Plaatsing

  • -

    met representatieve zijde (kantoorgedeelte, entree) naar de doorgaande wegen. Indien het pand niet gelegen is aan de doorgaande wegen, dient de representatieve zijde naar de openbare weg gekeerd te zijn;

Massa en vorm

  • -

    gebouwen staan vrij in de ruimte;

  • -

    per cluster eenheid in massaopbouw van het hoofdgebouw;

  • -

    panden hebben een individuele uitstraling;

  • -

    bebouwing heeft een hiërarchische gevelindeling.

Detaillering, kleur en materiaalgebruik

  • -

    het representatieve deel wordt in hoofdzaak uitgevoerd in hoogwaardige materiaalsoorten, zoals natuur- en baksteen en glas;

  • -

    bij bedrijfshallen en loodsen; het gebruik van gedekte en donkere kleuren en een gemetselde plint.

  • -

    aan en uitbouwen en bijgebouwen sluiten in kleur en materiaalgebruik aan bij het hoofdgebouw.

4.10 Bedrijventerreinen

Ruimtelijke structuur

Dit deelgebied omvat de bedrijventerreinen Paardenmaat en Ambachtsweg aan de zuidzijde van de kern Leusden en De Fliert in Achterveld.

Bedrijventerrein Paardenmaat is in de jaren tachtig en negentig ontwikkeld rondom een autodepot, dat sinds de jaren zeventig aan de PON-lijn gevestigd is. Op het terrein zijn voornamelijk grootschalige bedrijven gevestigd, enkele autodealers en enkele kleinere bedrijven. De kavels zijn individueel uitgegeven en bebouwd, waardoor een grote variatie aan bebouwing optreedt. De bedrijfsbebouwing staat veelal midden op het perceel. De ruimte om de bebouwing is ingericht is als parkeerplaats, manoeuvreerruimte en groen. Hierdoor heeft het gebied vanaf de omliggende openbare wegen een groen en ruim aanzicht. Het meest in het oog springt de representatieve bebouwing langs de Zuiderinslag. Een deel van deze bebouwing onderscheidt zich van de overige bebouwing door de rondere, creatievere vormen. Een futuristisch vormgegeven autoshowroom is een belangrijke blikvanger.

afbeelding binnen de regeling

Een futuristisch vormgegeven autoshowroom als blikvanger

afbeelding binnen de regeling

De bebouwing is vaak rechthoekig en strak

Er staan enige oude boerderijen langs de Hamersveldseweg: deze bebouwing, die bepalend is voor het oorspronkelijke karakter van dit deel van de Hamersveldseweg, dient in stand gehouden te worden. Nieuwbouw zal qua uitstraling moeten aansluiten bij de gemiddelde hoogte die in deze omgeving voorkomt. Uitgangpunt is om langs de Hamersveldseweg gebouwen met een kap te realiseren, in aansluiting op de omgeving11.

Bedrijventerrein Ambachtsweg is ontstaan in de jaren zestig. In de jaren zeventig hebben meer bedrijven zich hier gevestigd. Het terrein ligt gescheiden, op afstand van de kern, en wordt ontsloten vanaf de Hamersveldseweg. Rondom een tweetal grootschaliger bedrijven ligt een groot aantal kleinere bedrijven. De bedrijfsbebouwing staat veelal midden op het perceel. Er omheen is ruimte voor parkeren en manoeuvreren. Het terrein geeft hierdoor een stenige indruk. De kavels zijn individueel uitgegeven en bebouwd, waardoor een grote variatie aan bebouwing optreedt. Het meest in het oog springen de grote gebouwen en loodsen met een plat dak. In een aantal gevallen is in meer of mindere mate verticale geleding aangebracht, waardoor de loods minder massaal overkomt. De bebouwing is rechthoekig en strak. De panden bestaan uit één tot twee bouwlagen. Op het terrein staan nog enkele oude bedrijfsloodsen, bestaand uit baksteen en glas. Deze gebouwen zijn voorzien van een zadeldak met een flauwe helling. Bij enkele panden is tevens een bedrijfswoning aanwezig.

afbeelding binnen de regeling

Bedrijfspand met gevelgeleding

afbeelding binnen de regeling

De nieuwere gebouwen hebben een representatieve uitstraling

Bedrijventerrein De Fliert in Achterveld is opgezet om ruimte te bieden voor te verplaatsen bedrijven uit de kom van Achterveld of het buitengebied en voor nieuwe bedrijven met een lokaal karakter. Het terrein ligt achter het oorspronkelijke lint en wordt ontsloten vanaf de Klettersteeg. Het terrein kent een verscheidenheid aan bebouwing, met de nadruk op plat afgedekte bedrijfsgebouwen. Verder zijn enkele bedrijfswoningen aanwezig.

Detaillering, kleur en materiaal

Een deel van de bebouwing op de bedrijventerreinen bestaat uit loodsen, opgetrokken in baksteen. Een ander deel is opgetrokken in donker/grijs plaatmateriaal, veelal met een gemetselde plint. De panden zijn over het algemeen plat afgedekt. De nieuwere gebouwen hebben een representatievere uitstraling, door het gebruik van voornamelijk glas en baksteen in rode, lichte, grijzige en blauwe tinten. Zo zijn langs de Zuiderinslag futuristisch ogende vormen toegepast en hoogwaardige materiaalsoorten zoals glas en staal. Hierbij wordt geen gemetselde plint toegepast. De grens tussen openbaar en privé wordt bepaald door hekwerken.

Waardebepaling, ontwikkeling en beleid

De ruimtelijke mogelijkheden in de bestemmingsplannen zijn relatief ruim; de nadruk ligt op de bedrijfseconomische efficiency. De ruimtelijke uitstraling van het bedrijventerrein, in de richting van de hoofdwegen Zuiderinslag en Hamersveldseweg, is een aandachtspunt. Aan de bebouwing midden op de terreinen en op het terrein De Fliert kunnen minder vergaande eisen gesteld worden. Het aanwezige coöperatiegebouw tegen over de ingang van het bedrijventerrein Ambachtsweg zal in stand gehouden worden. Nieuwbouw zal qua uitstraling moeten aansluiten bij de gemiddelde hoogte, vormgeving en kleurstelling die in deze omgeving langs de Hamersveldseweg voorkomt12.

afbeelding binnen de regeling

Bebouwing langs de Hamersveldseweg

Welstandscriteria

Algemeen

  • -

    de bestaande gebouwde omgeving is het kwalitatieve referentiepunt voor ieder bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering moet passen in de aanwezige stedenbouwkundige structuur en aansluiten op de typologie, de detaillering, de kleur en het materiaalgebruik van de bestaande gebouwen;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Plaatsing

  • -

    met representatieve zijde (kantoorgedeelte, entree) naar de doorgaande wegen Zuiderinslag en Hamersveldseweg. Indien het pand niet gelegen is aan de doorgaande wegen, dient de representatieve zijde naar de openbare weg gekeerd te zijn;

  • -

    representativiteit en kleinschalige uitstraling van de panden langs de Hamersveldseweg;

  • -

    de representatieve zijde staat in de rooilijn.

Massa en vorm

  • -

    instandhouden van de bebouwing die bepalend is voor het oorspronkelijke karakter van de Hamersveldseweg, inclusief het coöperatiegebouw;

  • -

    gebouwen staan vrij in de ruimte;

  • -

    per cluster eenheid in massaopbouw van het hoofdgebouw;

  • -

    panden hebben een individuele uitstraling;

  • -

    bebouwing heeft een hiërarchische gevelindeling;

  • -

    voor grootschalige bouwwerken wordt een verticale geleding van de gevel toegepast;

  • -

    nieuwbouw langs de Hamersveldseweg worden voorzien van een kap.

Detaillering, kleur en materiaalgebruik

  • -

    het representatieve deel wordt in hoofdzaak uitgevoerd in baksteen en glas;

  • -

    bij bedrijfshallen en loodsen; het gebruik van gedekte en donkere kleuren en een gemetselde plint.

4.11 Sportcomplexen

Ruimtelijke structuur

Dit deelgebied beslaat twee sportcomplexen; sportpark Burgemeester Buining aan de westzijde en sportcomplex Valleikanaal aan de noordoostzijde van Leusden. Op sportpark Burgemeester Buining zijn sportvelden, een zwembad en een ijsbaan aanwezig. De bebouwing bevindt zich met name bij de toegangsweg de Duiker. Op het sportcomplex Valleikanaal is bebouwing aanwezig aan de zijde van de Valleilaan.

De hoogte varieert, met name het zwembad en de sporthallen hebben een grotere hoogte. De overige bebouwing bestaat overwegend uit één bouwlaag. Er worden zowel platte als schuine daken toegepast.

Detaillering, kleur en materiaal

Het grootste deel van de bebouwing is opgetrokken in baksteen en heeft de kleur rood/bruin of geel. Er is ook regelmatig plaatmateriaal toegepast in de kleuren grijs, zwart, blauw of rood.

afbeelding binnen de regeling

Het zwembad en de sporthal hebben een grotere hoogte, dan de omliggende gebouwen van de voetbal- en tennisvereniging

afbeelding binnen de regeling

Er wordt met name baksteen en plaatmateriaal toegepast

Waardebepaling, ontwikkeling en beleid

Aan de randen kunnen de gebouwen zichtbaar zijn vanaf de openbare weg; hier is enige representativiteit van belang. Bij de beoordeling is de aansluiting bij gebouwen op de omgeving van belang.

Welstandscriteria

Algemeen

  • -

    de bestaande gebouwde omgeving is het kwalitatieve referentiepunt voor ieder bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering moet passen in de aanwezige stedenbouwkundige structuur en aansluiten op de typologie, de detaillering, de kleur en het materiaalgebruik van de bestaande gebouwen;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de monumenten inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Plaatsing

  • -

    indien de bebouwing van af de openbare weg zichtbaar is, is de representatieve zijde naar deze weg gericht;

Massa, vorm bebouwing

  • -

    bebouwing staat los in de ruimte;

  • -

    per cluster eenheid in massaopbouw van het hoofdgebouw;

  • -

    gebouwen hebben een individuele uitstraling;

  • -

    panden hebben een evenwichtige en samenhangende gevelindeling.

Detaillering, kleur en materiaalgebruik

  • -

    het representatieve deel wordt uitgevoerd in baksteen en glas;

  • -

    geen gebruik van felle kleuren, maar het gebruik van gedekte en donkere kleuren en een gemetselde plint.

4.12 Achterveld

Ruimtelijke structuur

Achter het bebouwingslint liggen twee woonwijken. Het gebied rond de Hendrik van Viandenstraat in het westelijke woongebied vormt de eerste planmatige uitbreiding van dit dorp. De woningen in dit gebied zijn veelal voorzien van een flauwe kap en een relatief lage nok. Vervolgens is het gebied rond de Van Amersfoortstraat gerealiseerd, waarna het oostelijke woongebied rond om de Rentinckstraat is aangelegd. Als laatste is recentelijk het gebied ten oosten van de Ruurd Visserstraat ontwikkeld.

afbeelding binnen de regeling

Woningen met een relatief lage nok

afbeelding binnen de regeling

Woning met een tentdak in de oostelijke woonbuurt

De woningen zijn op de openbare weg georiënteerd en worden hiervan gescheiden door voortuinen.

Er is sprake van gesloten bebouwingswanden, met rijen van vier tot vijf woningen in overwegend twee bouwlagen en een zadeldak evenwijdig aan de weg. In het oostelijke woongebied staan de zadeldaken in een enkel geval ook haaks op de weg. Ook staat hier een aantal woningen met een tentdak.

In het westelijke woongebied komen rijenwoningen voor met een verticaal gelede gevel, waarbij de helft van de gevel enkele decimeters naar binnen springt. Dat zijn de Olthoffwoningen, ook wel Bouwstroom Zuid Oost Utrecht genoemd. In het oudste deel van de wijk staat ook een aantal vrijstaande woningen.

afbeelding binnen de regeling

De gevel springt enkele decimeters in

afbeelding binnen de regeling

Recent gerealiseerde woningen, bestaand uit rode baksteen en een donkere kap, opvallend is de ruime dakoverstek

Detaillering, kleur- en materiaalgebruik

De woningen zijn over het algemeen opgetrokken uit roodbruine of gele baksteen, met rode of donkere kappen. De recent gerealiseerde woningen aan de Ruurd Visserstraat zijn opgetrokken in rode baksteen en bevatten een donkere kap. Kenmerkend voor deze woningen zijn de grote dakvlakken en forse dakoverstekken.

Voor het houtwerk zijn over het algemeen crèmewit en donkere kleuren toegepast. De woningen zijn voorzien van een sobere detaillering.

Waardebepaling, ontwikkeling en beleid

Waardevol is de stedenbouwkundige opzet van het gebied, waaruit de ontwikkelingsgeschiedenis blijkt, en de eenheid van de bebouwing binnen een woonbuurt. Handhaving van het beeld van de bebouwde omgeving is uitgangspunt.

Welstandscriteria

Algemeen

  • -

    de bestaande gebouwde omgeving is het kwalitatieve referentiepunt voor ieder bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering moet passen in de aanwezige stedenbouwkundige structuur en aansluiten op de typologie, de detaillering, de kleur en het materiaalgebruik van de bestaande gebouwen;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Plaatsing

  • -

    bij nieuwbouw en uitbreiding wordt de bestaande rooilijn gehanteerd (B)13;

  • -

    de nokrichting van rijenwoningen is evenwijdig aan de weg;

  • -

    oriëntatie op de weg;

  • -

    bijgebouwen worden achter de voorgevel gesitueerd (B).

Massa, vorm bebouwing

  • -

    per rij of cluster eenheid in massaopbouw van het hoofdgebouw;

  • -

    vrijstaande woningen hebben een individuele uitstraling;

  • -

    bebouwing heeft een hiërarchische gevelindeling;

  • -

    plaatsing en massa van bijgebouwen en aan-/uitbouwen is ondergeschikt aan het hoofdgebouw.

Detaillering, kleur en materiaalgebruik

  • -

    bestaande details worden bij verbouwingen gerespecteerd;

  • -

    kleur- en materiaalgebruik van aan het openbaar gebied grenzende aan- en bijgebouwen is afgestemd op het hoofdgebouw;

  • -

    kleur- en materiaalgebruik zijn per rij/cluster in onderlinge samenhang.

4.13 Groot Agteveld

Ruimtelijke structuur

Aan de zuidzijde van de kern Achterveld wordt een uitbreiding gerealiseerd: Groot Agteveld. Voor dit gebied is de Ontwikkelingsvisie Achterveld-Zuid (2009) opgesteld. De realisatie van deze woningbouwlocatie biedt kansen om de levendigheid en leefbaarheid van het dorp verder te versterken, zonder de identiteit van het dorp te verliezen. Het project is echter breder dan de realisatie van woningbouw alleen en omvat de aanpak van het hart van het dorp rond het kruispunt Hessenweg-Jan van Arkelweg en een nieuwe invulling van het gebied tussen de bestaande zuidelijke dorpsrand en de Modderbeek aan de zuidzijde.

Een en ander is nader uitgewerkt in een proefverkaveling, dat vooral gezien moet worden als een inrichtingssuggestie. Het project Groot Agteveld telt ongeveer 230 woningen, met een mix van verschillende typen woningen en vrije kavels. Het is hierbij niet mogelijk gebleken om het coöperatiegebouw in stand te houden.

Voor dit gebied is ook een beeldkwaliteitplan opgesteld (HSRO Stedenbouw en Ruimtelijke Ontwikkeling B.V. en Theo Verburg Architecten, 15 november 2011). Het Beeldkwaliteitplan Groot Agteveld is op 29 maart 2012 vastgesteld door de raad.

afbeelding binnen de regeling

Proefverkaveling Groot Agteveld (HSRO Stedenbouw en Ruimtelijke Ontwikkeling B.V.)

Waardebepaling, ontwikkeling en beleid

Het Beeldkwaliteitplan Groot Agteveld vormt een belangrijk toetsingskader voor de welstandsbeoordeling. In dat plan is aangegeven dat in Groot Agteveld wordt het principe van het ‘dorps bouwen’ toegepast. In relatief lage dichtheden en met een slimme menging van woningtypen, kaveloppervlakten en het variëren van hoogte en materialisering. Daarbij worden verschillende deelgebieden onderscheiden, met eigen sferen en beeldkwaliteitseisen: Centrum wonen, Dorps wonen, Domein wonen, Hoeve wonen en Bos wonen, met nadere beschrijvingen en regels gekoppeld aan de typologie (rijenwoningen, 2-onder-1- kapwoningen e.d.).

Welstandscriteria

  • -

    Het beeldkwaliteitplan Groot Agteveld is leidend voor wat betreft de plaatsing, massa en vorm en detaillering, kleur en materiaalgebruik.

  • -

    Na realisering is de bestaande omgeving het kwalitatieve referentiepunt voor ieder bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering moet passen in de aanwezige stedenbouwkundige structuur en aansluiten op de typologie, de detaillering, de kleur en het materiaalgebruik van de bestaande gebouwen.

4.14 Buurtschappen

Ruimtelijke structuur

Tot het deelgebied Buurtschappen behoren de volgende kernen: Bavoort, Stoutenburg, Schuttershoeflaan en Waterloo.

Van oorsprong lag op de huidige plek van Bavoort een doorwaadbare plek in de Heiligenbergerbeek. Langs de wegen en nabij de brug over de beek is in de loop van de tijd losse, individuele bebouwing ontstaan. De huidige Arnhemseweg liep oorspronkelijk door Bavoort. Hier ligt nog een oud tolhuis uit het eind van de 19e eeuw. De doorgaande weg is later om de plaats heen gelegd. In eerste instantie bestond dit buurtschap voornamelijk uit enkele boerderijen en een molen.

Het buurtschap Bavoort bestaat voornamelijk uit individuele, veelal wat oudere bebouwing. Er staan oude boerderijen, maar ook vrijstaande villa’s. De meeste dateren uit begin 20e eeuw, hoewel er ook panden aan het eind van de 20e eeuw zijn gerealiseerd. Een enkel pand heeft een moderne uitstraling meegekregen, echter past wat betreft kapvorm en materiaalgebruik wel binnen het bebouwingsbeeld. Bijzonder is het landhuis St. Hubertushof, daterend uit 1939. De woningen bestaan uit één bouwlaag met daarop een kap. Dit is vaak een zadeldak. Een oudere boerderij is voorzien van een afgewolfde kap.

afbeelding binnen de regeling

Een oude boerderij

afbeelding binnen de regeling

Woning met een rieten kap

In buurtschap Stoutenburg staan met name woningen van het type twee-onder-één-kap en enige vrijstaande woningen. Het betreft karakteristieke, kleinschalige woningen, waaraan een enkele nieuwe woning is toegevoegd. De woningen staan min of meer parallel aan de doorgaande wegen en zijn hierop georiënteerd. Enkele woningen staan aan een parallelweg. Er is sprake van een strakke rooilijn.

De gebouwen bestaan uit eenvoudige, rechthoekige bouwblokken van een tot twee bouwlagen en een zadel- of mansarde kap, evenwijdig aan de straat. De kappen staan parallel aan de weg. Er is rust in het bebouwingsbeeld ontstaan door de duidelijke eenheid van de hoofdbebouwing. Er zijn in het verleden weinig aan- of uitbreidingen, danwel dakkapellen gerealiseerd.

afbeelding binnen de regeling

De woningen staan met de kap parallel aan de doorgaande wegen, of aan de parallelweg

afbeelding binnen de regeling

Kenmerkende materialen: rode pannen en roodbruine baksteen

Buurtschap Schuttershoeflaan bestaat uit één doodlopende straat, de Schutterhoeflaan. Op de welstandskaart betreft dit gebied 26. De bebouwing bestaat uit woningen van het type twee-onder-één-kap en vrijstaande woningen. Een deel van de woningen van het type twee-onder-één-kap is gelijkvormig, waardoor er enige eenheid in het bebouwingsbeeld ontstaat. De bebouwing dateert uit het begin van de vorige eeuw. Enkele panden zijn later gerealiseerd. Kenmerkend zijn de erkers, waar bijna iedere woning van voorzien is. De gevelindeling van de panden is evenwichtig en hiërarchisch. De woningen zijn voorzien van een flinke kap, voornamelijk in de vorm van een (afgewolfd) zadeldak, mansarde en tentdak. De kappen staan zowel parallel als haaks op de weg. Op de haakse daken zijn met name in het verleden dakkapellen toegestaan. De vorm en pui-indeling variëren.

afbeelding binnen de regeling

Deze woningen van het type twee-onder-één-kap wordt enkele malen herhaald

afbeelding binnen de regeling

Verschillende kapvormen

Buurtschap Waterloo bestaat uit vrijstaande villa-achtige woningen langs een oude doorgaande weg van Doorn naar Amersfoort, de Doornseweg. Dit betreft gebied 27 op de welstandskaart. De woningen worden ontsloten via een parallelweg. De woningen dateren uit begin 20e eeuw. Enkele woningen zijn van latere datum. In het buurtschap zijn drie grote restaurants aanwezig. De restaurants kennen een grotere bouwmassa, maar vorm, kleur en materiaal gebruik is in overeenstemming met de omgeving.

Over het algemeen bestaan de woningen uit één bouwlaag met een kap. Een enkele keer zijn de woningen opgetrokken in twee lagen met een kap. De kap bestaat meestal uit een zadel- of mansardedak.

afbeelding binnen de regeling

Woningen met een forse kap

afbeelding binnen de regeling

De restaurants hebben een grotere bouwmassa

Detaillering, kleur en materiaal

De bebouwing in de buurtschappen bestaat overwegend uit traditionele roodbruine baksteen, al dan niet wit geschilderd. De schuren en bijgebouwen zijn regelmatig opgetrokken uit hout. De kleurstelling van de kozijnen en de detaillering is vaak in traditionele kleuren, groen, bruin/rood of crème wit. Voor met name de restaurants in Waterloo zijn veelal crème-witte kleuren toegepast. Het dak is meestal bedekt met rode en een enkele keer donkere pannen. Enkele panden zijn voorzien van een forse rietenkap.

Waardebepaling, ontwikkeling en beleid

Waardevol is het kleinschalige karakter en het traditionele kleur en materiaalgebruik dat in deze buurtschappen is toegepast. Ook de bestaande eenheid in bebouwing is waardevol.

Welstandscriteria

Algemeen

  • -

    de bestaande gebouwde omgeving is het kwalitatieve referentiepunt voor ieder bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering moet passen in de aanwezige stedenbouwkundige structuur en aansluiten op de typologie, de detaillering, de kleur en het materiaalgebruik van de bestaande gebouwen;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Plaatsing

  • -

    bij nieuwbouw en uitbreiding wordt de bestaande rooilijn gehanteerd (B)14.

  • -

    oriëntatie op de weg;

  • -

    de nokrichting van rijenwoningen is evenwijdig aan de weg;

  • -

    bijgebouwen worden achter de voorgevel gesitueerd.

Massa en vorm

  • -

    per rij of cluster eenheid in massaopbouw van de hoofdgebouwen;

  • -

    de hoofdgebouwen hebben een individuele uitstraling met heldere, eenduidige hoofdvormen;

  • -

    handhaven en versterken van de evenwichtige, hiërarchische indeling van de gevel;

  • -

    royale kappen met een nok;

  • -

    plaatsing en omvang van bijgebouwen en aan- en uitbouwen is ondergeschikt aan het hoofdgebouw;

  • -

    nieuwbouw past in de (kleinschalige) schaal van het gebied.

Detaillering, kleur en materiaal gebruik

  • -

    bestaande details worden bij verbouwingen als vertrekpunt genomen;

  • -

    gevel bestaat uit rood/bruine(bak-)stenen of is gestuukt, afdekking met pannen of riet;

  • -

    gebruik van natuurlijke materialen;

  • -

    toepassing van traditionele kleuren, zoals gedekte aardkleuren, dan wel in aansluiting op omgeving;

  • -

    kleur- en materiaalgebruik zijn per rij/cluster in onderlinge samenhang.

4.15 Bos- en heidegebied

Ruimtelijke structuur

Het bosgebied is gesitueerd aan de westzijde van de gemeente Leusden. Een groot deel van het bosgebied maakt deel uit van militaire oefenterreinen. Binnen dit gebied, aan weerszijden van de Doornseweg en omgeven door bos, is ook een uitgebreid heidelandschap aanwezig, de Leusderheide. In dit gebied staat landgoed Den Treek. De beschrijving en criteria voor de landgoederen zijn te vinden in de objectcriteria voor landgoederen.

afbeelding binnen de regeling

"Wellom" aan de Treekerweg/Heetvelderweg

afbeelding binnen de regeling

“Loevestein” aan de Heetvelderweg

Bebouwing

In dit bosgebied is weinig gebouwd. Langs de A28 zijn enkele grootschalige instellingen aanwezig zoals de Politieschool ’t Boskamp en Technische school Don Bosco aan de Dodeweg Oost. Het merendeel van de bebouwing staat aan weerszijden van de Treekerweg/Heetvelderweg, in de bosrand van de Utrechtse Heuvelrug. Deze is kleinschalig zoals traditionele boerderijhuisjes (hallenhuizen met vele rieten daken) met schuurtjes met nog een agrarische functie tot villa-achtige en landhuisachtige panden (landgoed Den Treek met een recreatieve functie). Veel van de aanwezige bebouwing stamt uit de eerste helft van de negentiende eeuw. De bebouwing staat in het algemeen dicht verweven in het bos.

Ontwikkeling en beleid

In het bestemmingsplan Buitengebied 2009 is weergegeven dat het Landschapsontwikkelingsplan Gelderse Vallei de natuur zoveel mogelijk ruimte geeft, conform de basisdoelstellingen van het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. De recreatie wordt gezoneerd en afgestemd op de natuurwaarden.

Op basis van het gebiedsdocument dat in de aanvangsfase (2004) samen met zeven andere gemeenten in de Gelderse Vallei is opgesteld, heeft een nuancering van de objectcriteria plaats, ten aanzien van vorm, richting en kleur- en materiaalgebruik.

Welstandscriteria

Algemeen

  • -

    de bouwwerken passen in de omgevingskarakteristiek (bebouwing) en houden rekening met de bestaande organisatie op het perceel en gerelateerd aan de landschappelijke inrichting;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de Monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Massa en vorm bebouwing

  • -

    de bebouwing wordt terughoudend vormgegeven;

  • -

    panden hebben een individuele uitstraling;

  • -

    de gevelindeling wordt gekenmerkt door een evenwichtige opbouw.

Detaillering, kleur en materiaalgebruik

  • -

    de hoofdkleuren zijn terughoudende naturel of gedempte (aard-)kleuren.

In afwijking van de objectcriteria voor hallenhuisboerderij (paragraaf 4.1), agrarische bedrijfswoning (paragraaf 4.2), bedrijfsbebouwing (paragraaf 4.3) en niet-agrarische woonbebouwing (paragraaf 4.4) is het gebruik van stucwerk in gebroken wit of grijs in dit deelgebied niet toegelaten.

In afwijking van de objectcriteria voor agrarische bedrijfswoning (paragraaf 4.2) en niet-agrarische woonbebouwing (paragraaf 4.4) hoeft de hoofdvorm in dit deelgebied niet enkelvoudig en rechthoekig te zijn.

In afwijking van de objectcriteria voor agrarische bedrijfswoning (paragraaf 4.2), bedrijfsbebouwing (paragraaf 4.3) en niet-agrarische woonbebouwing (paragraaf 4.4) hoeft de nokrichting in dit deelgebied niet in de verkavelingsrichting van het landschap te zijn.

4.16 Slagenlandschap

Ruimtelijke structuur

Het Slagenlandschap, ook wel Veenontginningslandschap of Strokenlandschap geheten, wordt aan de noordzijde begrensd door de A28, het Valleikanaal en de Modderbeek. In het westen ligt de grens bij de Treekerweg en de Arnhemseweg. Een lijn lopend van Groot Riet, Klein Zandbrink tot de beboste cluster nabij Laapeers en uiteindelijk aansluitend op de zuidelijke gemeentegrens bij de Langesteeg geeft de oostelijke begrenzing aan.

Het relatief open slagenlandschap kenmerkt zich door lange en smalle rechthoekige kavels met her en der kleinschalige bosclusters. In het algemeen staat de bebouwing langs verbindingswegen (Leusbroekerweg, Langesteeg en Laapeerseweg, Schoolsteeg, Kanaalweg). Bij Asschat en de Hamersveldseweg is de bebouwing terugliggend van de hoofdweg en geclusterd aan het einde van een toegangsweg. In dit gebied staat landgoed De Boom. De beschrijving en criteria voor de landgoederen zijn te vinden in de objectcriteria voor landgoederen.

afbeelding binnen de regeling

Agrarisch bedrijf aan de Lange Steeg

afbeelding binnen de regeling

Agrarisch complex aan de Lange Steeg

Bebouwing

De agrarische functie van dit gebied is duidelijk aanwezig. De bebouwing bestaat uit (hallenhuis-) boerderijen en naoorlogse gebouwen met één laag met kap tot soms twee lagen met kap en bijgebouwen naast – maar achter de voorgevelrooilijn – of achter het hoofdgebouw. Deze is gericht naar de weg met de nok haaks daarop.

Langs de N226 en de Leusbroekerweg is nog veel historische bebouwing aanwezig. Deze stamt uit het begin van de negentiende eeuw, soms eerder, en is erg divers. De (hallenhuis-) boerderijen hebben sobere gevels of een meer verfijnde uitstraling (okergele stenen versieringen en pilasters). De hoofdbebouwing kan ook bestaan uit twee naast elkaar gebouwde hallenhuizen (weliswaar uit verschillende bouwperioden) met een dwarsverbinding zodat de opzet een U-vorm heeft. Aanbouwen en uitbouwen (o.a. erkers) zijn niet zeldzaam. Soms zijn deze fors in verhouding tot het hoofdgebouw.

In het Slagenlandschap komt ook recentere bebouwing voor. De naoorlogse bebouwing, jaren ’50/’60 kenmerkt zich door sobere en kleinschalige gebouwen maar ook door, niet vaak voorkomend, forse gebouwen met twee lagen en kap. Het beeld in dit gebied is relatief rustig en er bestaat langs de verbindingswegen (o.a. Langesteeg, Laapeerseweg, Asschatterweg) een wisselend beeld van traditioneel (hallenhuizen/schuurtjes) naar hedendaagse verschijnselen (grotere woningen en schuren). Recente bebouwing uit de jaren ’80 en ’90 komt ook voor. Deze hebben, zoals aan de Leusboekerweg (veel glas, hout, een lessenaarsdak), een resoluut eigen uitstraling met hedendaagse kleur- en materiaalgebruik.

Roodachtige bakstenen, wit/licht grijs geschilderde en gepleisterde gevels, donkere en oranje (vooral bij recentere bouwwerken) pannen en riet worden veelvuldig toegepast bij het hoofdgebouw. Licht metselwerk, groen geprofileerde stalen platen en golfplaten bij de schuren en stallen zijn de meest voorkomende kleuren en materialen in dit gebied. Het houtwerk (kozijnen, windveren, dakranden) heeft traditionele witte en groene kleuren. Bijzonder in dit gebied (de Leusbroekerweg maar ook sporadisch elders) zijn de donkerblauw geschilderde luiken, vooral bij de (hallenhuis-) boerderijen.

Ontwikkeling en beleid

Het bestemmingsplan Buitengebied 2009 geeft aan dat het Landschapsontwikkelingsplan Gelderse Vallei het slagenlandschap als een onderdeel van de Utrechtse Heuvelrug ziet. De karakteristiek van de akkerbouwcomplexen op de flank worden versterkt. Ze bieden perspectieven voor cultuurrecreatie en als uitvalsbasis voor natuurrecreatie op de Heuvelrug.

Aan de noordzijde van Leusden speelt de realisatie van het project ‘Venster op de Vallei’, een initiatief van het Utrechts Landschap. Deze beoogt de toegankelijkheid en zichtbaarheid vanuit Amersfoort en Leusden te verhogen. In een convenant heeft de gemeente zich een inspanningsverlichting opgelegd mee te werken aan de uitwerking van deze visie. Er is ook gekeken naar de vormgeving van de regionale ecologische verbindingszone, die ook in het Slagenlandschap is gesitueerd. De zone kan worden gebruikt om de landschappelijke kwaliteiten van de deelgebieden te versterken. In de zone tussen de beekdalen en de Grebbelinie kunnen ambities voor waterberging en natuurontwikkeling worden gerealiseerd. Hierdoor wordt op een positieve landschappelijke manier ingespeeld op het ‘afbreken’ van de oorspronkelijke beeklopen door de Grebbelinie.

Welstandscriteria

Algemeen

  • -

    de bouwwerken passen in de omgevingskarakteristiek (bebouwing) en houden rekening met de bestaande organisatie op het perceel en gerelateerd aan de landschappelijke inrichting;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de Monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Plaatsing

Massa en vorm bebouwing

  • -

    de bebouwing wordt terughoudend vormgegeven;

  • -

    panden hebben een individuele uitstraling;

  • -

    de gevelindeling wordt gekenmerkt door een evenwichtige opbouw.

Detaillering, kleur en materiaalgebruik

  • -

    de hoofdkleuren zijn terughoudende naturel of gedempte (aard-)kleuren en afgestemd op de omgeving.

Er wordt geen aanleiding gevonden tot een verbijzondering van de loket- en objectcriteria voor de bebouwing in dit gebied.

4.17 Kampenlandschap

Ruimtelijke structuur

Het Kampenlandschap, ook wel Mozaïeklandschap geheten, strekt zich globaal uit aan weerszijden van de Hessenweg tussen de Barneveldsebeek en Valleikanaal/Modderbeek en ten oosten van het Slagenlandschap. Het noordelijke gedeelte van dit Kampenlandschap is opener dan het zuidelijke gedeelte dat meer bebossing kent. De verkaveling toont mozaïekachtige patronen. Het merendeel van de bebouwing staat in dit gebied langs de hoofdwegen als de Hessenweg, Asschatterweg, Postweg of Emelaarseweg of is verspreidt in kleine clusters in het landschap.

In dit gebied staat landgoed en kasteel Stoutenburg. De beschrijving en criteria voor de landgoederen zijn te vinden in de objectcriteria voor landgoederen.

afbeelding binnen de regeling

“Groot Zandbrink” aan de Postweg

afbeelding binnen de regeling

“Klein Zandbrink” aan de Asschatterweg

Bebouwing

Het bebouwingsbeeld is in dit gebied relatief gevarieerd. Langs de wegen is de lintachtige bebouwing los opgesteld, haaks, evenwijdig of schuin, dicht of terugliggend ten opzichte van de weg. Tussen de relatief lage gebouwen uit een laag met kap, vallen de gebouwen met twee lagen met kap in wegprofielen op. Ze zijn meestal eenvoudig van vorm met een zadeldak – met en zonder wolfseinde of gebroken – en stammen uit uiteenlopende bouwperioden met een merendeel uit de naoorlogse bouwperiode. De bebouwing is opgetrokken uit rood metselwerk, soms wit geschilderd, en de daken zijn bedekt met donkere of oranje dakpannen en riet. In het halfopen gebied, ver terugliggend van de hoofdwegen staan boerderijen met een historisch karakter. In de loop der tijden zijn, i.v.m. het intensiveren van de landbouw, grote en lange bijgebouwen/schuren op de erven gebouwd.

In de omgeving van Groot Zandbrink bevindt zich horecafaciliteit “De Klaveet” met een opvallend “chaletachtige” vormgegeven gebouw. Verder komen enkele grootschalige bedrijven met hoge silo’s voor: eenvoudige hoge blokken met lichtkleurige geprofileerde stalen platen.

Ontwikkeling en beleid

Zoals weergegeven in het bestemmingsplan Buitengebied 2009, zet het Landschapsontwikkelingsplan Gelderse Vallei in op het versterken van het landschappelijke raamwerk. Hiervoor wordt het beeksysteem verder ontwikkeld, wegbeplantingen aangevuld en bosgebieden versterkt. Het LOP noemt als grote kans het verbeteren van het recreatieve netwerk, om het recreatieve medegebruik van het landschap te stimuleren. Aandacht wordt besteed aan behoud van het agrarische karakter en de versterking van streekeigen landschapselementen. Een belangrijk onderdeel vormt de realisatie van een robuuste ecologische verbindingszone tussen de Heuvelrug en de Veluwe.

Welstandscriteria

Algemeen

  • -

    de bouwwerken passen in de omgevingskarakteristiek (bebouwing) en houden rekening met de bestaande organisatie op het perceel en gerelateerd aan de landschappelijke inrichting;

  • -

    bouwaanvragen die betrekking hebben op panden die voorkomen op de Monumenten Inventarisatielijst (bijlage A) worden voorgelegd aan de ARK ten aanzien van het aspect welstand. De beschrijving uit het Monumenten Inventarisatieproject (MIP) is uitgangspunt van de beoordeling.

Plaatsing

Massa en vorm bebouwing

  • -

    de bebouwing wordt terughoudend vormgegeven;

  • -

    panden hebben een individuele uitstraling;

  • -

    de gevelindeling wordt gekenmerkt door een evenwichtige opbouw;

Detaillering, kleur en materiaalgebruik

  • -

    de hoofdkleuren zijn terughoudende naturel of gedempte (aard-)kleuren en afgestemd op de omgeving.

Er wordt geen aanleiding gevonden tot een verbijzondering van de criteria voor kleinere bouwwerken en objectcriteria voor de bebouwing in dit gebied.

5 Excessenregeling

Bouwwerken waarvoor geen omgevingsvergunning voor bouwen hoeft te worden aangevraagd, moeten toch aan minimale welstandseisen voldoen. Op grond van artikel 13a van de Woningwet kunnen burgemeester en wethouders de eigenaar van een bouwwerk dat ‘in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand’ aanschrijven om de strijdige situatie ongedaan te maken. Volgens datzelfde wetsartikel moeten de criteria hiervoor in de welstandsnota zijn opgenomen. Deze 'excessenregeling' is niet bedoeld om de plaatsing van het bouwwerk tegen te gaan.

De gemeente hanteert bij het toepassen van deze excessenregeling het criterium dat sprake moet zijn van een buitensporigheid in het uiterlijk die ook voor niet-deskundigen evident is en die afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit van een gebied.

Vaak heeft dit betrekking op:

  • -

    het visueel of fysiek afsluiten van een bouwwerk voor zijn omgeving;

  • -

    het ontkennen of vernietigen van architectonische bijzonderheden bij aanpassing van een bouwwerk;

  • -

    inferieur materiaalgebruik;

  • -

    toepassing van felle of contrasterende kleuren;

  • -

    te opdringerige reclames;

  • -

    ernstige verwaarlozing van het uiterlijk van een bouwwerk;

  • -

    een te grove inbreuk op wat in de omgeving gebruikelijk is (zie daarvoor de gebiedsgerichte criteria).

Omgevingsvergunningsvrije bouwwerken die voldoen aan de welstandscriteria voor veel voorkomende kleinere bouwwerken, zijn in elk geval niet in strijd met redelijke eisen van welstand.

6 Algemene welstandscriteria

De welstandstoets heeft steeds plaats gehad aan de hand van de volgende aspecten: het gebouw in zijn omgeving, het gebouw op zichzelf, de detaillering en het kleur- en materiaalgebruik. Die indeling is op zich nog steeds bruikbaar en zal ook van nut blijken bij het formuleren van criteria maar geeft zelf geen of onvoldoende inzicht in de inhoudelijke kant ervan. Voor het ‘inkleuren’ van deze aspecten met de algemene principes die de beoordeling van een bouwplan op kwaliteit (of het ontbreken daarvan) mogelijk maken is gebruik gemaakt van een notitie van voormalig rijksbouwmeester prof. ir Tj. Dijkstra waarin de aspecten in vijf punten worden uitgewerkt. Die worden hier puntsgewijs samengevat, de complete tekst is te vinden in de bijlagen.

Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag worden verwacht dat:

  • 1.

    het een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de openbare (stedelijke of landschappelijke) ruimte. Daarbij worden hogere eisen gesteld naarmate de openbare betekenis van het bouwwerk of van de omgeving groter is (relatie tussen bouwwerk en omgeving);

  • 2.

    dat verwijzingen en associaties zorgvuldig worden gebruikt en uitgewerkt, zodat er concepten en vormen ontstaan die bruikbaar zijn in de bestaande maatschappelijke realiteit (betekenissen van vormen in de sociaal-culturele context);

  • 3.

    er structuur is aangebracht in het beeld, zonder dat de aantrekkingskracht door simpelheid verloren gaat (evenwicht tussen helderheid en complexiteit);

  • 4.

    het een samenhangend stelsel van maatverhoudingen heeft dat beheerst wordt toegepast in ruimtes, volumes en vlakverdelingen (schaal en maatverhoudingen)

  • 5.

    materiaal, textuur, kleur en licht het karakter van het bouwwerk zelf ondersteunen en de ruimtelijke samenhang met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan duidelijk maken.

Deze algemene welstandscriteria worden als een vangnet gebruikt voor die gevallen waarin de overige criteria niet toereikend zijn. Ze zijn ook, in hun samenhang, een illustratie van de wijze waarop de onafhankelijke, deskundige en geïnteresseerde ARK tot een oordeel komt, niet door het ‘afvinken’ van onderdelen maar door een integrale afweging.

7 Welstandskaart

afbeelding binnen de regeling

Ondertekening

Bijlage A Monumenten Inventarisatie Lijst

STRAAT

HUISNR

HUISNR2

OMSCHRIJVING

STATUS

MIP cat

Arnhemseweg

4

en 6

landhuis

beoogd CW

MIP*

Arnhemseweg

5

villa

beoogd CW

MIP***

Arnhemseweg

9

langhuisboerderij met schuur en hooiberg

beoogd CW

MIP*

Arnhemseweg

10

en 8

landhuis

beoogd CW

MIP**

Arnhemseweg

12

chalet

rijksmonument

Arnhemseweg

14

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Arnhemseweg

19

21

landhuis (dubbel)

beoogd CW

MIP**

Arnhemseweg

22

24

middenstandswoning (dubbel)

beoogd CW

MIP**

Arnhemseweg

23

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP***

Arnhemseweg

29

31

landhuis

beoogd CW

MIP**

Arnhemseweg

33

landhuis

beoogd CW

MIP*

Arnhemseweg

37

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Arnhemseweg

48

50

landhuis (dubbel)

beoogd CW

MIP*

Arnhemseweg

54

dwarshuisboerderij

rijksmonument

Arnhemseweg

56

58

chalet

rijksmonument

Arnhemseweg

74

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Arnhemseweg

75

a

kerk, zaalkerk

rijksmonument

Arnhemseweg

78

dwarshuisboerderij

beoogd CW

MIP**

Arnhemseweg

80

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Arnhemseweg

84a

86

beoogd CW

MIP**

Arnhemseweg

84

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP***

Arnhemseweg

85

langhuisboerderij

beoogd CW

Arnhemseweg

88

landhuis

beoogd CW

MIP*

Arnhemseweg

89

91

middenstandswoning (dubbel)

beoogd CW

MIP*

Arnhemseweg

93

landhuis

beoogd CW

MIP*

Arnhemseweg

95

restaurant

beoogd CW

MIP***

Arnhemseweg

97

97a

herenhuis

beoogd CW

MIP**

Arnhemseweg

99

arbeiderswoning

beoogd CW

MIP*

Arnhemseweg

101

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Arnhemseweg

105

bij

schuur - tuinmanswoning - wagenschuur

RM complex 524206

Arnhemseweg

105

bij

orangerie

RM complex 524206

Arnhemseweg

105

bij

tuinmuur

CW

Arnhemseweg

107

bij

prieel - fazantenren achtkantig

RM complex 524206

Arnhemseweg

107

landgoed - landhuis

RM complex 524206

Arnhemseweg

107

bij

toegangshek en hek aan Leusbroekerweg

RM complex 524206

Arnhemseweg

107

bij

landgoed - parkaanleg

RM complex 524206

Arnhemseweg

44

tot 52

complex aan parallelpad (was ooit ook aan de overkant nrs 57-67)

beoogd CW

Asschatterweg

23

kerk

beoogd CW

Asschatterweg

38

beoogd CW

Asschatterweg

40

beoogd CW

Asschatterweg

42

arbeiderswoning

beoogd CW

MIP*

Asschatterweg

46

beoogd CW

Asschatterweg

48

beoogd CW

Asschatterweg

50

beoogd CW

Asschatterweg

56

boerenwoning met stal

beoogd CW

MIP*

Asschatterweg

60

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Asschatterweg

66

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP**

Asschatterweg

71

73

landhuis (dubbel)

beoogd CW

MIP*

Asschatterweg

74

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP**

Asschatterweg

76

beoogd CW

Asschatterweg

207

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Asschatterweg

215

langhuisboerderij met schuur

beoogd CW

MIP*

Asschatterweg

219

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Asschatterweg

233

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP**

Asschatterweg

209

beoogd CW

Asschatterweg

211

woonhuis

beoogd CW

Asschatterweg

213

beoogd CW

Asschatterweg

217

beoogd CW

Asschatterweg

225

bij

schaapskooi

beoogd CW

Asschatterweg

235

beoogd CW

Bolderikhof

18

schaapskooi

beoogd CW

Burgemeester De Beaufortweg

1

landhuis

beoogd CW

MIP*

Burgemeester De Beaufortweg

2

4

villa (dubbel)

beoogd CW

MIP***

Burgemeester De Beaufortweg

10

landhuis

beoogd CW

MIP**

Burgemeester de Beaufortweg

12

beoogd CW

Burgemeester De Beaufortweg

61

villa

beoogd CW

MIP**

Burgemeester De Beaufortweg

63

raadhuis

beoogd CW

MIP***

Buurtweg

2

4

landhuis

beoogd CW

MIP***

Buurtweg

3

duiventoren

beoogd CW

MIP*

De Biezenkamp

2

woonhuis

beoogd CW

De Brink

16

dwarshuisboerderij

rijksmonument

Dodeweg

6

herenhuis+transformatorhuisje!

beoogd CW

MIP***

Dodeweg

7

landhuis

beoogd CW

MIP**

Dodeweg

8

school

beoogd CW

MIP***

Dodeweg

16

23

woonhuis (complex)

beoogd CW

MIP**

Dodeweg

18

(bij)

gedenkteken, monument

beoogd CW

MIP**

Dodeweg

16

17

villa

beoogd CW

MIP**

Dodeweg

21

23

villa

beoogd CW

MIP**

Dodeweg

29

30

begraafplaats, algemene

rijksmonument

Dodeweg

29

30

aula met dienstgebouw

rijksmonument

Dodeweg

29

30

begraafplaats, Russisch

rijksmonument

Doornseweg

28

arbeiderswoning, 1 woonlaag

beoogd CW

MIP*

Doornseweg

13

a

loodsen daterend uit de mobilisatieperiode

beoogd CW

Driftakkerweg

6

a

krukhuisboerderij

rijksmonument

Driftakkerweg

8

a

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP***

Emelaarseweg

0

begraafplaats, algemene

gemeentelijk monument

Emelaarseweg

10

10a

beoogd CW

Emelaarseweg

11

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Emelaarseweg

11

a

aanbouw boerderij

beoogd CW

Emelaarseweg

13

13a

beoogd CW

Emelaarseweg

14

beoogd CW

Emelaarseweg

15

beoogd CW

Emelaarseweg

16

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP**

Emelaarseweg

18

beoogd CW

Emelaarseweg

20

beoogd CW

Emelaarseweg

21

a en b

beoogd CW

Emelaarseweg

22

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Emelaarseweg

23

dwarshuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Engweg

1

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Engweg

2

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Grebbelinie

aarden wal - parallel aan valleikanaal

RM complex 528556

Grebbelinie

Krakhorster Verlaat

RM complex 528556

Grebbelinie

kazemat S3

RM complex 528556

Grebbelinie

kazemat S3

RM complex 528556

Grebbelinie

kazemat S3

RM complex 528556

Grebbelinie

kazemat S3

RM complex 528556

Grebbelinie

kazemat S3

RM complex 528556

Grebbelinie

kazemat S3

RM complex 528556

Grebbelinie

kazemat S3

RM complex 528556

Grebbelinie

kazemat S3

RM complex 528556

Grebbelinie

kazemat S3

RM complex 528556

Grebbelinie

kazemat type B

RM complex 528556

Grebbelinie

kazemat type B

RM complex 528556

Grebbelinie

kazemat type B

RM complex 528556

Grebbelinie

kazemat type B

RM complex 528556

Grebbelinie

Duitse kanonkazemat

RM complex 528556

Grebbelinie

Duitse kanonkazemat

RM complex 528556

Grebbelinie

Duitse kanonkazemat

RM complex 528556

Grebbelinie

Duitse kanonkazemat

RM complex 528556

Grebbelinie

komkering en verdedigingswal Asschatterkeerkade

RM complex 528582

Grebbelinie

damsluis

RM complex 528582

Grebbelinie

voorwerk

RM complex 528582

Grebbelinie

tankversperring

RM complex 528582

Grebbelinie

kazemat S3

RM complex 528582

Grebbelinie

kazemat S3

RM complex 528582

Grebbelinie

kazemat S3

RM complex 528582

Grebbelinie

kazemat S3

RM complex 528582

Grebbelinie

kazemat S3

RM complex 528582

Grebbelinie

kazemat S3

RM complex 528582

Grebbelinie

kazemat S3

RM complex 528582

Grebbelinie

kazemat S7

RM complex 528582

Grebbelinie

kazemat type B

RM complex 528582

Hagenouwselaan

1

a

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Hagenouwselaan

7

langhuisboerderij met schuur

beoogd CW

MIP*

Hamersveldseweg

1

tolhuis, arbeiderswoning met smidse

beoogd CW

MIP***

Hamersveldseweg

2

2a

voorm gemeentehuis gehele gebouw

beoogd CW

Hamersveldseweg

5

langhuisboerderij, keuterboerderij

beoogd CW

MIP**

Hamersveldseweg

7

middenstandswoning

beoogd CW

Hamersveldseweg

12

middenstandswoning voorhuis

beoogd CW

MIP*

Hamersveldseweg

13

dwarshuisboerderij

gemeentelijk monument

Hamersveldseweg

19

landhuis

beoogd CW

MIP**

Hamersveldseweg

28

dienstwoning, onderwijzerswoning (?)

gemeentelijk monument

Hamersveldseweg

30

school, lagere

gemeentelijk monument

Hamersveldseweg

39

middenstandswoning voorhuis

beoogd CW

MIP*

Hamersveldseweg

43

dwarshuisboerderij

gemeentelijk monument

Hamersveldseweg

47

woonhuis

beoogd CW

Hamersveldseweg

49

voorm kosterswoning

beoogd CW

Hamersveldseweg

51

(bij)

begraafplaats, R.K.

RM complex 524216

Hamersveldseweg

51

(bij)

kapel, kerkhofkapel

RM complex 524216

Hamersveldseweg

51

kerk, zaalkerk

beoogd CW

Hamersveldseweg

53

pastorie, herenhuis

beoogd CW

MIP***

Hamersveldseweg

67

villa

beoogd CW

MIP*

Hamersveldseweg

69

boerenwoning (rentenier)

beoogd CW

MIP**

Hamersveldseweg

71

dwarshuisboerderij

beoogd CW

MIP**

Hamersveldseweg

77

langhuisboerderij

gemeentelijk monument

Hamersveldseweg

80

woning

beoogd CW

Hamersveldseweg

92

twee onder 1 kap

beoogd CW

Hamersveldseweg

101

langhuisboerderij boerderij met 2 schuren, bakhuis en hooiberg

beoogd CW

MIP**

Hamersveldseweg

103

boerderij

beoogd CW

Hamersveldseweg

110

woonhuis

beoogd CW

Hamersveldseweg

111

keuterboerderij met twee-roedige hooiberg

beoogd CW

Hamersveldseweg

112

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Hamersveldseweg

113

middenstandswoning voorhuis

beoogd CW

MIP*

Hamersveldseweg

120

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP***

Hamersveldseweg

124

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Hamersveldseweg

125

twee-roedige schuurberg

beoogd CW

Hamersveldseweg

127

langhuisboerderij met kaaskamer

beoogd CW

MIP*

Hamersveldseweg

128

oorspronkelijke boerderij met 4 roedige hooiberg

beoogd CW

Hamersveldseweg

129

dwarshuisboerderij

beoogd CW

MIP**

Hamersveldseweg

130

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Hamersveldseweg

134

134a

dwarshuisboerderij

gemeentelijk monument

Hamersveldseweg

138

fabrieksgebouw, hal en kantoor

beoogd CW

MIP**

Hamersveldseweg

142

rentenierswoning

beoogd CW

Hamersveldseweg

144

dienstwoning, spoorwegwachterswoning

beoogd CW

MIP**

Hamersveldseweg

146

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP***

Heetvelderweg

0

schaapskooi: afgebrand en heropgebouwd

beoogd CW

Heetvelderweg

1

dwarshuisboerderij

rijksmonument

Heetvelderweg

2

dienstwoning, boswachterswoning

rijksmonument

Heetvelderweg

3

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP***

Heetvelderweg

4

beoogd CW

Heetvelderweg

5

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Heetvelderweg

6

langhuisboerderij

beoogd CW

Heetvelderweg

7

(bij)

schaapskooi

rijksmonument

Heiligenbergerweg

1

a-t.o.

prieel, fazantenhuis

RM complex 507015

Heiligenbergerweg

1

bij

koude bakken

RM complex 507015

Heiligenbergerweg

1

dienstwoning, tuinmanswoning

rijksmonument

Heiligenbergerweg

1

tuinmanswoning

RM complex 507015

Heiligenbergerweg

2

tolhuis, arbeiderswoning

RM complex 507015

Heiligenbergerweg

3

en 3a

dienstwoning, koetsierswoning met portierswoning

RM complex 507015

Heiligenbergerweg

3

bij

hoofdinrijhek

RM complex 507015

Heiligenbergerweg

3

bij

brug

RM complex 507015

Heiligenbergerweg

5

bij

buitenplaats - parkaanleg

RM complex 507015

Heiligenbergerweg

5

bij

smeedijzeren hekwerk

RM complex 507015

Heiligenbergerweg

5

bij

overlaat

RM complex 507015

Heiligenbergerweg

5

buitenhuis, landhuis

RM complex 507015

Heiligenbergerweg

5

duiventoren

RM complex 507015

Heiligenbergerweg

9

arbeiderswoning noordvleugel

beoogd CW

MIP**

Heiligenbergerweg

1a

bij

kas

RM complex 507015

Heiligenbergerweg

1a

bij

schuur

RM complex 507015

Heiligenbergerweg

1b

orangerie

RM complex 507015

Hessenweg

2

beoogd CW

Hessenweg

18

dwarshuisboerderij

beoogd CW

Hessenweg

62

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Hessenweg

64

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP**

Hessenweg

66

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Hessenweg

82

beoogd CW

Hessenweg

88

woonhuis

beoogd CW

MIP*

Hessenweg

96

a

langhuisboerderij

beoogd CW

Hessenweg

98

arbeiderswoning, wederopbw

beoogd CW

MIP*

Hessenweg

100

104

langhuisboerderij, complex met schuur

beoogd CW

MIP**

Hessenweg

102

langhuisboerderij met schuur

beoogd CW

MIP*

Hessenweg

104

langhuisboerderij met schuur

beoogd CW

MIP*

Hessenweg

108

arbeiderswoning

beoogd CW

Hessenweg

112

langhuisboerderij

beoogd CW

Hessenweg

120

beoogd CW

Hessenweg

128

langhuisboerderij

beoogd CW

Hessenweg

130

beoogd CW

Hessenweg

134

136

dwarshuisboerderij

gemeentelijk monument

Hessenweg

134

bij

brandspuithuisje

gemeentelijk monument

Hessenweg

138

beoogd CW

Hessenweg

140

beoogd CW

Hessenweg

142

arbeiderswoning, 1 woonlaag

beoogd CW

MIP*

Hessenweg

143

beoogd CW

Hessenweg

146

beoogd CW

Hessenweg

148

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP**

Hessenweg

149

beoogd CW

Hessenweg

150

langhuisboerderij

beoogd CW

Hessenweg

151

keuterboerderij

beoogd CW

Hessenweg

154

krukhuisboerderij

beoogd CW

MIP**

Hessenweg

171

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Hessenweg

192

arbeiderswoning

beoogd CW

MIP*

Hessenweg

193

langhuisboerderij met bakhuis

beoogd CW

MIP**

Hessenweg

189

langhuisboerderij

beoogd CW

Hessenweg

191

langhuisboerderij

beoogd CW

Hessenweg

201

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP**

Hessenweg

203

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP**

Hessenweg

205

langhuisboerderij

beoogd CW

Hessenweg

206

dorpshuis/zaal

beoogd CW

Hessenweg

208

t

weeghuisje met -brug

beoogd CW

Hessenweg

212

hotel restaurant

beoogd CW

Hessenweg

218

a

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP***

Hessenweg

255

257

arbeiderswoning

beoogd CW

MIP*

Hessenweg

259

259a

landhuis (blok)

beoogd CW

MIP*

Hessenweg

277

langhuisboerderij

beoogd CW

Hessenweg

291

-299

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Hessenweg

311

winkel-woonhuis

gemeentelijk monument

Hessenweg

325

kerk, kruiskerk met transept

rijksmonument

Hessenweg

301

boerderij

beoogd CW

Hoge Kleyweg

1

landhuis

beoogd CW

MIP**

Hoge Kleyweg

3

landhuis

beoogd CW

MIP**

Honthorsterweg

2

langhuisboerderij met schaapskooi

beoogd CW

MIP**

Horsterweg

1

3

dubbel woonhuis

beoogd CW

Horsterweg

2

4

dubbel woonhuis

beoogd CW

Horsterweg

5

7

dubbel woonhuis

beoogd CW

Horsterweg

6

woonhuis

beoogd CW

Horsterweg

8

10

dubbel woonhuis

beoogd CW

Horsterweg

9

11

dubbel woonhuis

beoogd CW

Horsterweg

12

14

dubbel woonhuis

beoogd CW

Horsterweg

13

15

dubbel woonhuis

beoogd CW

Horsterweg

16

18

dubbel woonhuis

beoogd CW

Horsterweg

17

woonhuis

beoogd CW

Horsterweg

19

beoogd CW

Horsterweg

21

langhuisboerderij

beoogd CW

Horsterweg

26

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Horsterweg

28

dwarshuisboerderij+barak Kamp Amersfoort

beoogd CW

MIP*

Horsterweg

31

beoogd CW

Jan van Arkelweg

0

(ong.)

begraafplaats, R.K.

beoogd CW

Jan van Arkelweg

6

school, lagere

gemeentelijk monument

Jan van Arkelweg

8

bovenmeesterswoning

beoogd CW

Jan van Arkelweg

20

keuterboerderij

beoogd CW

Jan van Arkelweg

42

langhuisboerderij

beoogd CW

Jan van Arkelweg

26

voorm bakkerij

beoogd CW

Kerkdijk

45

boerderij annex bakkerij

beoogd CW

Kerkweg

5

7

landhuis+portiersoning

beoogd CW

MIP***

Klettersteeg

5

tolhuis, arbeiderswoning

beoogd CW

MIP***

Klettersteeg

27

bakhuis

beoogd CW

Klettersteeg

29

langhuisboerderij

beoogd CW

Kolfschoterdijk

24

beoogd CW

Koningin Julianaweg

2

A

winkel-woonhuis

beoogd CW

MIP*

Koningin Julianaweg

5

landhuis

beoogd CW

MIP**

Koningin Julianaweg

37

keuterboerderij

beoogd CW

t Laantje

5

langhuisboerderij

gemeentelijk monument

Laapeerseweg

1

beoogd CW

Laapeerseweg

5

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Laapeerseweg

6

langhuisboerderij met schuur

beoogd CW

MIP*

Laapeerseweg

7

beoogd CW

Laapeerseweg

9

beoogd CW

Laapeerseweg

10

beoogd CW

Laapeerseweg

11

boerenwoning met schuur/hooiberg

beoogd CW

MIP*

Laapeerseweg

12

a+b

langhuisboerderij met schuur en wagenloods

beoogd CW

MIP*

Laapeerseweg

13

beoogd CW

Langesteeg

5

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Langesteeg

6

(bij)

schaapskooi

beoogd CW

MIP*

Langesteeg

11

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Langesteeg

14

langhuisboerderij met twee schuren

beoogd CW

Langesteeg

1

1a

beoogd CW

Langesteeg

2

a+b

beoogd CW

Langesteeg

3

dwarshuisboerderij

beoogd CW

Leusbroekerweg

0

hek Arnhemseweg 97

rijksmonument

Leusbroekerweg

1

langhuisboerderij met veeschuur

rijksmonument

Leusbroekerweg

2

dienstwoning, arbeiderswoning

beoogd CW

MIP*

Leusbroekerweg

3

boerderij en varkensschuur

beoogd CW

Leusbroekerweg

4

buitenhuis, landhuis

beoogd CW

Leusbroekerweg

5

krukhuisboerderij met bakhuis, zomerhuis

beoogd CW

MIP***

Leusbroekerweg

6

dienstwoning, spoorwegwachterswoning

beoogd CW

MIP**

Leusbroekerweg

11

langhuisboerderij met zomerhuis

beoogd CW

MIP**

Leusbroekerweg

12

14

krukhuisboerderij

beoogd CW

Leusbroekerweg

13

15

arbeiderswoning

beoogd CW

MIP**

Leusbroekerweg

14

a

beoogd CW

Leusbroekerweg

17

19

dwarshuisboerderij met bakhuis,zomerhuis

beoogd CW

MIP*

Leusbroekerweg

21

dwarshuisboerderij met schuur

beoogd CW

MIP**

Leusbroekerweg

23

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Leusbroekerweg

24

landhuis

beoogd CW

MIP**

Lockhorsterweg

1

a

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Lockhorsterweg

1

dienstwoning, arbeiderswoning

beoogd CW

MIP***

Lockhorsterweg

2

dwarshuisboerderij met schaapskooi

beoogd CW

MIP*

Lockhorsterweg

4

(bij)

koetshuis

beoogd CW

MIP***

Lockhorsterweg

4

landgoed

beoogd CW

MIP***

Lockhorsterweg

4

buitenhuis, landhuis

beoogd CW

MIP***

Lockhorsterweg

brug

beoogd CW

Loes van Overeemlaan

0

kampaanleg

RM complex 529205

Loes van Overeemlaan

19

restant huis kampcommandant met muurschildering

RM complex 529205

Loes van Overeemlaan

19

wachttoren

RM complex 529205

Loes van Overeemlaan

19

gedenkteken, herdenkingsmonument

RM complex 529205

Loes van Overeemlaan

19

klokkenstoel

RM complex 529205

Loes van Overeemlaan

19

lijkenhuisje

RM complex 529205

Loes van Overeemlaan

19

gedenkteken, herdenkingsmonument

RM complex 529205

Maanweg

31

langhuisboerderij met schuren

beoogd CW

MIP**

Maanweg

2

4,6,12

complex woningen

beoogd CW

Maanweg

22

24

wederopbouw woning (uniek)

beoogd CW

Meester van Bergenweg

1

langhuisboerderij

gemeentelijk monument

Moorsterweg

11

langhuisboerderij met schuur

beoogd CW

MIP**

Moorsterweg

13

langhuisboerderij met zomerhuis, bakhuis

beoogd CW

MIP**

Ooievaarshorsterweg

3

6

school, scholencomplexje

beoogd CW

MIP***

Ooievaarshorsterweg

3

dienstwoning, onderwijzerswoning

beoogd CW

MIP***

Ooievaarshorsterweg

4

school, lagere

beoogd CW

MIP***

Ooievaarshorsterweg

5

school, kleuterschool

beoogd CW

MIP***

Ooievaarshorsterweg

6

dienstwoning

beoogd CW

MIP*

Ooievaarshorsterweg

7

langhuisboerderij

rijksmonument

Oude Utrechtseweg

1

beoogd CW

Pachter

16

16a

beoogd CW

Paradijsweg

6

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP**

Paradijsweg

8

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP**

Paradijsweg

10

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Postweg

2

langhuisboerderij met zomerhuis

rijksmonument

Postweg

19

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Postweg

3

5

beoogd CW

Postweg

4

beoogd CW

postweg

7

beoogd CW

Postweg

8

beoogd CW

Postweg

9

beoogd CW

Ruifweg

6

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Ruifweg

8

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Ruifweg

5

langhuisboerderij met schuur

beoogd CW

Ruifweg

8

langhuisboerderij rietgedekt

beoogd CW

Schutterhoeflaan

als ensemble nrs 10,12,14,16,18,22 en 5,7,9,11,13,15,17,19

beoogd CW

Storkstraat

12

beoogd CW

Stoutenburgerlaan

1

buitenplaats

beoogd CW

MIP***

Stoutenburgerlaan

1

tolhuis, langhuisboerderij

gemeentelijk monument

Stoutenburgerlaan

2

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Stoutenburgerlaan

4

koetshuis

beoogd CW

MIP***

Stoutenburgerlaan

5

herenhuis

beoogd CW

MIP***

Stoutenburgerlaan

6

beoogd CW

Treekerweg

0

landgoed - parkaanleg

RM complex 512200

Treekerweg

1

tolhuis, arbeiderswoning

beoogd CW

MIP**

Treekerweg

5

dwarshuisboerderij

gemeentelijk monument

Treekerweg

7

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP**

Treekerweg

8

10

beoogd CW

Treekerweg

9

dwarshuisboerderij

rijksmonument

Treekerweg

11

stal/droogschuur

RM complex 512200

Treekerweg

12

landhuis

beoogd CW

MIP***

Treekerweg

13

bij

tuinmuur

RM complex 512200

Treekerweg

13

bij

hopschuur

RM complex 512200

Treekerweg

13

woonhuis met stal

RM complex 512200

Treekerweg

15

jachtopzienerswoning, arbeiderswoning

RM complex 512200

Treekerweg

17

jachthuis

RM complex 512200

Treekerweg

19

21

dienstwoning

RM complex 512200

Treekerweg

23

bij

duiventoren

RM complex 512200

Treekerweg

23

buitenhuis, landhuis

RM complex 512200

Treekerweg

28

café

beoogd CW

Treekerweg

44

arbeiderswoning

rijksmonument

Treekerweg

46

koetshuis met dienstwoning en poortgebouw

rijksmonument

Ursulineweg

1

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Ursulineweg

5

middenstandswoning

beoogd CW

MIP*

Verjaagde Ruiterweg

37

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP*

Vieweg

2

tolhuis, arbeiderswoning

beoogd CW

MIP***

Vieweg

4

beoogd CW

Vieweg

4

bij

paaltje met waterpeil vd overstroming in 1855

beoogd CW

Vlooswijkseweg

1

bij

uitspanning en stalhouderij

beoogd CW

MIP***

Vlooswijkseweg

1

hotel-restaurant

beoogd CW

MIP*

Vlooswijkseweg

2

(bij)

begraafplaats oude gedeelte met muur

gemeentelijk monument

Vlooswijkseweg

2

kerktoren

rijksmonument

Vlooswijkseweg

3

langhuisboerderij

rijksmonument

Voskuilerdijk

transformatorhuisje bij kruispunt Langesteeg

beoogd CW

Waarden

25

c

beoogd CW

Waterlooweg

36

beoogd CW

Zwarteweg

3

5

vrijstaand pand, dwars huis (1-beukig)

beoogd CW

MIP**

Zwarteweg

4

woning

beoogd CW

Zwarteweg

5

café en woning

beoogd CW

Zwarteweg

6

café en snackbar

beoogd CW

Zwarteweg

16

woning

beoogd CW

Zwarteweg

20

woning

beoogd CW

Zwarteweg

22

24

dubbel woonhuis

beoogd CW

Zwarteweg

27

langhuisboerderij

beoogd CW

MIP**

Bijlage B: Straatnamenregister

Straat

Huisnummer

Woonplaats

Gebieden

Abtskamp

Leusden

8 Tabaksteeg

Acacialaan

Leusden

3 Leusden-Noord

Agnietenhove

Leusden

5 Leusden-Oost

Akkerwinde

Leusden

3 Leusden-Noord

Albast

Leusden

3 Leusden-Noord

Alberikpad

Leusden

6 Leusden-West

Albert Buininggaarde

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

Alcantarahof

Achterveld

12 Achterveld

Amalia van Solmslaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Ambachtsweg

Leusden

10 Bedrijventerreinen

Amiant

Leusden

3 Leusden-Noord

Anna Aleidalaan

Leusden

8 Tabaksteeg

Anna Paulownalaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Anna van Saksenlaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Ansfriduslaan

Leusden

6 Leusden-West

Aragon

Leusden

3 Leusden-Noord

Ardennen

Leusden

3 Leusden-Noord

Arebos

Leusden

3 Leusden-Noord

Arnhemseweg

18 tot 72, 45 tot 83

Leusden

1 Dorpslint Leusden

Arnhemseweg

11 tot 21

Leusden

14 Buurtschappen

Arnhemseweg

2 tot 16

Leusden

15 Bos- en heidelandschap

Arnhemseweg

5, 7, 9, 23 tot 33

Leusden

16 Slagenlandschap

Arnhemseweg

74 tot 90, 85 tot 107

Leusden

16 Slagenlandschap

Arnhemseweg

35 tot 43

Leusden

7 Leusden-Zuid

Arsenaal

Leusden

3 Leusden-Noord

Asschatterweg

38 tot 60, 207 tot 221

Leusden

16 Slagenlandschap

Asschatterweg

62 tot 78, 223 tot 235

Leusden

17 Kampenlandschap

Asschatterweg

23 tot 27, 28 tot 34

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

Asschatterweg

27 tot 163

Leusden

3 Leusden-Noord

Augustijnenhove

Leusden

5 Leusden-Oost

Azuriet

Leusden

3 Leusden-Noord

Bab van Garderenstraat

Leusden

8 Tabaksteeg

Bantuin

Leusden

8 Tabaksteeg

Barbeel

Leusden

5 Leusden-Oost

Bavoortseweg

Leusden

11 Sportcomplex

Bedrijfsweg

Leusden

10 Bedrijventerreinen

Beekforel

Leusden

5 Leusden-Oost

Beekridder

Leusden

5 Leusden-Oost

Beemden

Leusden

3 Leusden-Noord

Beerzewijk

Leusden

5 Leusden-Oost

Begijnhove

Leusden

5 Leusden-Oost

Beltmolen

Leusden

6 Leusden-West

Ben Pon Baan

Leusden

8 Tabaksteeg

Benedictijnenhove

Leusden

5 Leusden-Oost

Berg Enk

Leusden

8 Tabaksteeg

Bergroos

Leusden

3 Leusden-Noord

Berkelwijk

Leusden

5 Leusden-Oost

Berkenlaan

Leusden

6 Leusden-West

Beukenhof

Leusden

3 Leusden-Noord

Beverhoeve

Leusden

5 Leusden-Oost

Bisschop van Dieststraat

Achterveld

12 Achterveld

Bitterschoten

Leusden

3 Leusden-Noord

Boekweitland

Leusden

6 Leusden-West

Bohemen

Leusden

3 Leusden-Noord

Bolderikhof

Leusden

3 Leusden-Noord

Bolwerk

Leusden

3 Leusden-Noord

Boshuisweg

Leusden

17 Kampenlandschap

Boswachter

Leusden

5 Leusden-Oost

Boterkamp

Leusden

3 Leusden-Noord

Bottelroos

Leusden

3 Leusden-Noord

Bouwdriest

Leusden

3 Leusden-Noord

Brasem

Leusden

5 Leusden-Oost

Bretagne

Leusden

3 Leusden-Noord

Brinkhorst

Leusden

6 Leusden-West

Bruggeschans

Leusden

3 Leusden-Noord

Bruinhorst

Leusden

6 Leusden-West

Burgemeester de Beaufortweg

1 en 2 tot 12

Leusden

16 Slagenlandschap

Burgemeester de Beaufortweg

Overig

Leusden

6 Leusden-West

Burgemeester de Beaufortweg

13 en 15 tot 19

Leusden

9 Kantorenlocatie

Burgemeester van der Postlaan

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

Buurtweg

Leusden

14 Buurtschappen

Calabrië

Leusden

3 Leusden-Noord

Charlotte van Bourbonlaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Clarenburg

1

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

Clarenburg

Overig

Leusden

5 Leusden-Oost

Claverenbladstraat

Leusden

6 Leusden-West

Croessrak

Leusden

6 Leusden-West

Dalmatië

Leusden

3 Leusden-Noord

Damreesche Spoor

Leusden

8 Tabaksteeg

Damsluis

Leusden

3 Leusden-Noord

Dashorst

Leusden

6 Leusden-West

Davelaak

Overig

Leusden

3 Leusden-Noord

Davelaak

17

Leusden

9 Kantorenlocatie

De Biezenkamp

2 tot 4

Leusden

1 Dorpslint Leusden

De Biezenkamp

Overig

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

De Blekerij

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

De Boomgaard

Leusden

3 Leusden-Noord

De Brink

Leusden

6 Leusden-West

De Brouwerij

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

De Fliert

Achterveld

10 Bedrijventerreinen

De Grutterij

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

De Hank

Leusden

8 Tabaksteeg

De Imkershilt

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

De Kervershilt

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

De Klamp

Leusden

8 Tabaksteeg

De Komenij

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

De Kramershilt

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

De Looiershilt

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

De Meent

Leusden

6 Leusden-West

De Mulderij

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

De Pirken

Leusden

3 Leusden-Noord

De Roo van Alderwereltlaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

De Schepershilt

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

De Smidse

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

De Spijlen

Leusden

8 Tabaksteeg

De Start

Leusden

3 Leusden-Noord

De Twijnderij

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

De Wevershilt

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

De Zeilmakerij

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

Deliana van Weedestraat

Achterveld

12 Achterveld

Diakenhove

Leusden

5 Leusden-Oost

Dijkhoeve

Leusden

8 Tabaksteeg

Dinkelwijk

Leusden

5 Leusden-Oost

Dioriet

Leusden

3 Leusden-Noord

Dissel

2

Leusden

1 Dorpslint Leusden

Dissel

Overig

Leusden

6 Leusden-West

Dodeweg

Leusden

15 Bos- en heidelandschap

Dokter Braunstraat

Achterveld

12 Achterveld

Dokter Lantinkstraat

Leusden

8 Tabaksteeg

Dolomietenpad

Leusden

3 Leusden-Noord

Dongewijk

Leusden

5 Leusden-Oost

Doornseweg

Overig

Leusden

14 Buurtschappen

Doornseweg

13 en 10 tot 16

Leusden

15 Bos- en heidelandschap

Dordogne

Leusden

3 Leusden-Noord

Dorser

Leusden

6 Leusden-West

Driftakkerweg

6 en 8

Leusden

16 Slagenlandschap

Driftakkerweg

2 en 4

Leusden

9 Kantorenlocatie

Duikersluis

Leusden

3 Leusden-Noord

Duinroos

Leusden

3 Leusden-Noord

Egelwier

Leusden

5 Leusden-Oost

Egger

Leusden

6 Leusden-West

Eikenlaan

Leusden

3 Leusden-Noord

Elatinehof

Leusden

3 Leusden-Noord

Emelaarseweg

Achterveld

17 Kampenlandschap

Engweg

Stoutenburg

17 Kampenlandschap

Eremietenhove

Leusden

5 Leusden-Oost

Ereprijshof

Leusden

3 Leusden-Noord

Esdoornhof

Leusden

3 Leusden-Noord

Essex

Leusden

3 Leusden-Noord

Esveld

Achterveld

1 Dorpslint Leusden

Eysinkplaats

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

Fazantenhoeve

Leusden

5 Leusden-Oost

Finnmark

Leusden

3 Leusden-Noord

Flankement

Leusden

3 Leusden-Noord

Fokkerstraat

23

Leusden

16 Slagenlandschap

Fokkerstraat

Overig

Leusden

9 Kantorenlocatie

Gagelhof

Leusden

3 Leusden-Noord

Galicië

Leusden

3 Leusden-Noord

Ganzeweihof

Leusden

6 Leusden-West

Geertrudishof

Leusden

1 Dorpslint Leusden

Genthoek

Leusden

8 Tabaksteeg

Gersteland

Leusden

6 Leusden-West

Geulwijk

Leusden

5 Leusden-Oost

Gildenburg

Leusden

5 Leusden-Oost

Gironde

Leusden

3 Leusden-Noord

Gorzen

Leusden

3 Leusden-Noord

Goudplevier

Leusden

3 Leusden-Noord

Gradus van den Hengelstraat

Leusden

8 Tabaksteeg

Grasdrogerijweg

Leusden

10 Bedrijventerreinen

Grasland

Leusden

6 Leusden-West

Grebbewijk

Leusden

5 Leusden-Oost

Grienden

Leusden

3 Leusden-Noord

Grifthorst

Leusden

6 Leusden-West

Groene Zoom

Leusden

9 Kantorenlocatie

Groepsekom

Leusden

3 Leusden-Noord

Grondel

Leusden

5 Leusden-Oost

Hagenouwselaan

Leusden

16 Slagenlandschap

Hakhorst

Leusden

6 Leusden-West

Hamersveldseweg

Overig

Leusden

1 Dorpslint Leusden

Hamersveldseweg

124 tot 144, 133 tot 141

Leusden

10 Bedrijventerreinen

Hamersveldseweg

101 tot 131, 146

Leusden

16 Slagenlandschap

Hamersveldseweg

65 tot 91

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

Hamersveldseweg

102 tot 120

Leusden

6 Leusden-West

Haverland

Leusden

6 Leusden-West

Hazenkamp

Leusden

3 Leusden-Noord

Heetvelderweg

3, 4, 5 ,8

Leusden

15 Bos- en heidelandschap

Heetvelderweg

Overig

Leusden

16 Slagenlandschap

Heggerank

Leusden

3 Leusden-Noord

Heiligenbergerweg

Leusden

16 Slagenlandschap

Hekkerdreef

Leusden

8 Tabaksteeg

Hendrik Schoutenstraat

Achterveld

12 Achterveld

Hendrik van Viandenstraat

Achterveld

12 Achterveld

Henegouwen

Leusden

3 Leusden-Noord

Herderhof

Leusden

6 Leusden-West

Herikhof

Leusden

3 Leusden-Noord

Hertenhoeve

Leusden

5 Leusden-Oost

Hessenweg

Overig

Achterveld

1 Dorpslint Leusden

Hessenweg

206, 208, 210

Achterveld

13 Groot Agteveld

Hessenweg

18, 20, 34 tot 50

Stoutenburg

14 Buurtschappen

Hessenweg

57 tot 63, 81 tot 101

Stoutenburg

14 Buurtschappen

Hessenweg

2 tot 18, 60 tot 154

Stoutenburg

17 Kampenlandschap

Hessenweg

117 tot 207

Achterveld

17 Kampenlandschap

Hessenweg

234 tot 240

Achterveld

17 Kampenlandschap

Het Spul

Leusden

8 Tabaksteeg

Hilhorstpoort

Leusden

6 Leusden-West

Hoefijzer

Leusden

6 Leusden-West

Hoefslag

Leusden

8 Tabaksteeg

Hoge Kleiweg

Leusden

15 Bos- en heidelandschap

Hohorstlaan

Leusden

6 Leusden-West

Hondsdraf

Leusden

3 Leusden-Noord

Hondsroos

Leusden

3 Leusden-Noord

Honthorsterweg

Stoutenburg

17 Kampenlandschap

Hooiland

Leusden

6 Leusden-West

Horsterweg

Overig

Stoutenburg

14 Buurtschappen

Horsterweg

19, 21, 22 tot 28

Stoutenburg

17 Kampenlandschap

Horsterweg

23 tot 31

Leusden

3 Leusden-Noord

Houtvester

Leusden

5 Leusden-Oost

Hunzewijk

Leusden

5 Leusden-Oost

Ildefonsahof

Achterveld

12 Achterveld

Jachtopziener

Leusden

5 Leusden-Oost

Jacob de Bijestraat

Achterveld

12 Achterveld

Jan van Arkelweg

Overig

Achterveld

1 Dorpslint Leusden

Jan van Arkelweg

8 tot 12, 20, 40 tot 46

Achterveld

12 Achterveld

Jan van Arkelweg

31 tot 41

Achterveld

12 Achterveld

Jan van Arkelweg

43 tot 59

Achterveld

17 Kampenlandschap

Jan Wagenaarlaan

Leusden

8 Tabaksteeg

Jonker Bolpoort

Leusden

6 Leusden-West

Kalverkamp

Leusden

3 Leusden-Noord

Kanaalweg

Leusden

16 Slagenlandschap

Kapelhoek

Leusden

10 Bedrijventerreinen

Karekiet

Leusden

3 Leusden-Noord

Karel Brouwerhof

Leusden

8 Tabaksteeg

Karel van Ginkelstraat

Leusden

8 Tabaksteeg

Karper

Leusden

5 Leusden-Oost

Kastanjelaan

Leusden

9 Kantorenlocatie

Keerkade

Leusden

3 Leusden-Noord

Kees van Burgstedenstraat

Leusden

8 Tabaksteeg

Kerkdijk

2 tot 34

Achterveld

1 Dorpslint Leusden

Kerkdijk

11 tot 45

Achterveld

12 Achterveld

Kerkweg

Leusden

15 Bos- en heidelandschap

Kinkelenburg

Leusden

8 Tabaksteeg

Klaverland

Leusden

6 Leusden-West

Kleinhorst

Leusden

6 Leusden-West

Klepelhoek

Leusden

10 Bedrijventerreinen

Klettersteeg

Achterveld

1 Dorpslint Leusden

Klokhoek

Leusden

10 Bedrijventerreinen

Kloosterhof

1 tot 23

Leusden

1 Dorpslint Leusden

Kloosterhof

Overig

Leusden

3 Leusden-Noord

Koekkel

Leusden

3 Leusden-Noord

Kokkelaantje

Leusden

6 Leusden-West

Kokmeeuw

Leusden

3 Leusden-Noord

Kolfschoterdijk

Leusden

17 Kampenlandschap

Kollenkamp

Leusden

3 Leusden-Noord

Kolonel H.L. van Royenweg

Leusden

15 Bos- en heidelandschap

Koningin Beatrixlaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Koningin Emmalaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Koningin Julianalaan

1 tot 11

Leusden

1 Dorpslint Leusden

Koningin Julianalaan

Overig

Leusden

7 Leusden-Zuid

Koningin Julianaweg

Overig

Achterveld

1 Dorpslint Leusden

Koningin Julianaweg

26 tot 30, 35 tot 41

Achterveld

17 Kampenlandschap

Koningin Sophielaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Koningin Wilhelminalaan

1, 2, 3, 4

Leusden

1 Dorpslint Leusden

Koningin Wilhelminalaan

Overig

Leusden

7 Leusden-Zuid

Kooikersgracht

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

Koolzaadland

Leusden

6 Leusden-West

Korenschoof

Leusden

6 Leusden-West

Kornoelje

Leusden

3 Leusden-Noord

Korte Geer

2, 6, 8

Leusden

1 Dorpslint Leusden

Korte Geer

Overig

Leusden

6 Leusden-West

Krakhorst

Leusden

6 Leusden-West

Kromhoutplaats

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

Krooneend

Leusden

3 Leusden-Noord

Kuperssingel

Leusden

6 Leusden-West

Kwartelhoeve

Leusden

5 Leusden-Oost

Kwintlaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Laapeerseweg

Leusden

16 Slagenlandschap

Lagevogeldriest

Leusden

8 Tabaksteeg

Lambalgerkom

Leusden

3 Leusden-Noord

Lamoen

Leusden

6 Leusden-West

Lamshoeve

Leusden

5 Leusden-Oost

Landjonker

Leusden

5 Leusden-Oost

Landweg

349

Leusden

1 Dorpslint Leusden

Landweg

Overig

Leusden

6 Leusden-West

Langesteeg

Overig

Leusden

16 Slagenlandschap

Langesteeg

10, 11, 14

Leusden

17 Kampenlandschap

Larikslaan

Leusden

9 Kantorenlocatie

Leeuwenburg

Leusden

5 Leusden-Oost

Lepelaar

Leusden

3 Leusden-Noord

Leusbroekerweg

Leusden

16 Slagenlandschap

Leusdensepad

Leusden

15 Bos- en heidelandschap

Libel

Leusden

5 Leusden-Oost

Lijsterbeslaan

52, 54

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

Lijsterbeslaan

Overig

Leusden

3 Leusden-Noord

Lindenlaan

Leusden

3 Leusden-Noord

Lingewijk

Leusden

5 Leusden-Oost

Linieweg

Leusden

11 Sportcomplex

Lisidunalaan

2

Leusden

1 Dorpslint Leusden

Lisidunalaan

Overig

Leusden

6 Leusden-West

Lockhorsterweg

Leusden

16 Slagenlandschap

Loes van Overeemlaan

Leusden

15 Bos- en heidelandschap

Louise de Colignylaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Maanweg

Leusden

1 Dorpslint Leusden

Magisterhove

Leusden

5 Leusden-Oost

Maisland

Leusden

6 Leusden-West

Maria Stuartlaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Mariënhove

Leusden

5 Leusden-Oost

Marterhoeve

Leusden

5 Leusden-Oost

Martinalaan

Achterveld

12 Achterveld

Maten

Leusden

3 Leusden-Noord

Maximaplein

Leusden

8 Tabaksteeg

Meerkoet

Leusden

3 Leusden-Noord

Meester Hendriksenstraat

Leusden

8 Tabaksteeg

Meester van Akenstraat

Leusden

8 Tabaksteeg

Meester van Bergenweg

Achterveld

12 Achterveld

Meidoornhof

Leusden

3 Leusden-Noord

Melafier

Leusden

3 Leusden-Noord

Middelbroek

Leusden

8 Tabaksteeg

Middellaken

Leusden

3 Leusden-Noord

Molenhoekje

Leusden

14 Buurtschappen

Moorsterweg

Leusden

17 Kampenlandschap

Morgenster

Leusden

3 Leusden-Noord

Mulderskolk

Leusden

6 Leusden-West

Nabbert

Leusden

3 Leusden-Noord

Nassaulaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Nicolaas Wijntjesstraat

Achterveld

12 Achterveld

Noorderkreek

Leusden

8 Tabaksteeg

Olmenlaan

Leusden

9 Kantorenlocatie

Ooievaarshorsterweg

Leusden

16 Slagenlandschap

Oranjelaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Ossensteegje

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

Oude Rijksweg

Leusden

1 Dorpslint Leusden

Oude Utrechtseweg

Leusden

15 Bos- en heidelandschap

Pachter

Leusden

5 Leusden-Oost

Palissade

Leusden

3 Leusden-Noord

Paradijsweg

1

Leusden

14 Buurtschappen

Paradijsweg

Overig

Leusden

15 Bos- en heidelandschap

Parelduiker

Leusden

3 Leusden-Noord

Pastoor Kitselaarstraat

Leusden

8 Tabaksteeg

Pater Stormstraat

48 en 50

Achterveld

1 Dorpslint Leusden

Pater Stormstraat

Overig

Achterveld

12 Achterveld

Patrijzenhoeve

Leusden

5 Leusden-Oost

Pauwenhoeve

Leusden

5 Leusden-Oost

Pelgrimshove

Leusden

5 Leusden-Oost

Pelmolenhof

Leusden

6 Leusden-West

Petri Markensteinstraat

Leusden

8 Tabaksteeg

Philipsstraat

Leusden

9 Kantorenlocatie

Pieter van Vollenhovenstraat

Leusden

8 Tabaksteeg

Plantageweg

Leusden

9 Kantorenlocatie

Platanenlaan

Leusden

6 Leusden-West

Plesmanstraat

Leusden

9 Kantorenlocatie

Ploegschaar

Leusden

6 Leusden-West

Populierenlaan

Leusden

3 Leusden-Noord

Porfier

Leusden

3 Leusden-Noord

Postweg

Leusden

17 Kampenlandschap

Prelatenhove

Leusden

5 Leusden-Oost

Princenhoflaan

Leusden

6 Leusden-West

Prins Bernhardlaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Prins Clausplein

Leusden

8 Tabaksteeg

Prins Clausplein

Leusden

8 Tabaksteeg

Prins Frederiklaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Prins Hendriklaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Prins Mauritslaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Prinses Christinalaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Prinses Irenelaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Prinses Margrietlaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Prunuslaan

Leusden

6 Leusden-West

Randweg

Leusden

9 Kantorenlocatie

Ravenhorst

Leusden

6 Leusden-West

Reehoeve

Leusden

5 Leusden-Oost

Reggewijk

Leusden

5 Leusden-Oost

Regulierenhove

Leusden

5 Leusden-Oost

Reinier Roeststraat

Leusden

8 Tabaksteeg

Remmerstein

Leusden

8 Tabaksteeg

Rentinckstraat

Achterveld

12 Achterveld

Rietgors

Leusden

3 Leusden-Noord

Rietspinner

Leusden

5 Leusden-Oost

Ringlaan

Leusden

17 Kampenlandschap

Rita de Voogdstraat

Leusden

8 Tabaksteeg

Roffelaarskom

Leusden

3 Leusden-Noord

Roggeland

Leusden

6 Leusden-West

Rondeel

Leusden

3 Leusden-Noord

Rosmolenstraat

Leusden

6 Leusden-West

Rossenberglaan

Leusden

6 Leusden-West

Rozendaallaan

9, 14 tot 18

Leusden

1 Dorpslint Leusden

Rozendaallaan

Overig

Leusden

6 Leusden-West

Rozengaarde

22, 44, 43, 45

Leusden

1 Dorpslint Leusden

Rozengaarde

4

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

Rozengaarde

Overig

Leusden

3 Leusden-Noord

Rozenhaag

Leusden

3 Leusden-Noord

Ruifweg

Stoutenburg

17 Kampenlandschap

Ruige Velddreef

Overig

Leusden

3 Leusden-Noord

Ruige Velddreef

127 tot 133

Leusden

9 Kantorenlocatie

Ruisvoorn

Leusden

5 Leusden-Oost

Ruiterhorst

Leusden

6 Leusden-West

Ruurd Visserstraat

2 tot 16, 65

Achterveld

1 Dorpslint Leusden

Ruurd Visserstraat

Overig

Achterveld

12 Achterveld

Salamander

Leusden

5 Leusden-Oost

Sandenburg

Leusden

5 Leusden-Oost

Schaapherder

Leusden

5 Leusden-Oost

Schaapsdrift

Leusden

8 Tabaksteeg

Schammersteeg

Stoutenburg

17 Kampenlandschap

Schoolsteeg

Leusden

16 Slagenlandschap

Schoonderbekerweg

Overig

Achterveld

1 Dorpslint Leusden

Schoonderbekerweg

3

Achterveld

17 Kampenlandschap

Schutterhoeflaan

Leusden

14 Buurtschappen

Sine Cura

Achterveld

1 Dorpslint Leusden

Slaperdijk

Leusden

3 Leusden-Noord

Sleedoornhof

Leusden

3 Leusden-Noord

Sluithek

Leusden

9 Kantorenlocatie

Snoekbaars

Leusden

5 Leusden-Oost

Snuifmolen

Leusden

6 Leusden-West

Spaarnewijk

Leusden

5 Leusden-Oost

Speelkamp

Overig

Leusden

3 Leusden-Noord

Speelkamp

22 tot 34

Leusden

9 Kantorenlocatie

Spieghelweg

Leusden

9 Kantorenlocatie

Spijkerplaats

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

Stadhouderslaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Stekelbaars

Leusden

5 Leusden-Oost

Stelling

Leusden

3 Leusden-Noord

Sterkenburg

Leusden

5 Leusden-Oost

Stijgbeugel

Leusden

6 Leusden-West

Stins

Leusden

5 Leusden-Oost

Storkstraat

Leusden

9 Kantorenlocatie

Stoutenburgerlaan

Stoutenburg

17 Kampenlandschap

Streep

Leusden

8 Tabaksteeg

't Erf

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

't Jannendorp

Achterveld

17 Kampenlandschap

't Koendert

Leusden

9 Kantorenlocatie

't Laantje

Overig

Achterveld

1 Dorpslint Leusden

't Laantje

3, 5

Achterveld

12 Achterveld

't Plein

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

't Slot

Leusden

5 Leusden-Oost

't Sluisje

Leusden

4 Valleipark

Tabaksteeg

Leusden

8 Tabaksteeg

Tarweland

Leusden

6 Leusden-West

Terberghorst

Leusden

6 Leusden-West

Tiendvrij

Leusden

3 Leusden-Noord

Tijmensenpoort

Leusden

6 Leusden-West

Tjongerwijk

Leusden

5 Leusden-Oost

Toermalijn

Leusden

3 Leusden-Noord

Tolboomstraat

Leusden

6 Leusden-West

Tolplaats

Leusden

1 Dorpslint Leusden

Trappistenhove

Leusden

5 Leusden-Oost

Traverse

Leusden

3 Leusden-Noord

Travertijn

Leusden

3 Leusden-Noord

Treekerweg

Overig

Leusden

14 Buurtschappen

Treekerweg

36, 44, 46

Leusden

15 Bos- en heidelandschap

Treekerweg

5 tot 23

Leusden

16 Slagenlandschap

Uilenhoeve

Leusden

5 Leusden-Oost

Ursulineweg

1

Leusden

16 Slagenlandschap

Ursulineweg

Overig

Leusden

9 Kantorenlocatie

Valkenhoeve

Leusden

5 Leusden-Oost

Valleilaan

Leusden

11 Sportcomplex

Valleilaan

Leusden

11 Sportcomplex

Valleilaan

Leusden

3 Leusden-Noord

Van Boetzelaerlaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Van Daatselaarhof

Leusden

6 Leusden-West

Van de Lagemaathof

Leusden

6 Leusden-West

Van den Bergstraat

Leusden

6 Leusden-West

Van den Hengelplein

Leusden

6 Leusden-West

Van Diepenheim Scheltuslaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Van Eijdenhof

Leusden

6 Leusden-West

Van Geijnstraat

Achterveld

12 Achterveld

Van Hardenbroeklaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Van Oldenbarneveltstraat

Achterveld

12 Achterveld

Van Waldeck Pyrmontlaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Van Zandbrinkstraat

Achterveld

12 Achterveld

Veensekom

Leusden

3 Leusden-Noord

Verjaagde Ruiterweg

2

Achterveld

1 Dorpslint Leusden

Verjaagde Ruiterweg

Overig

Achterveld

12 Achterveld

Vicarishove

Leusden

5 Leusden-Oost

Vieweg

Leusden

16 Slagenlandschap

Viltroos

Leusden

3 Leusden-Noord

Visotter

Leusden

5 Leusden-Oost

Vlasland

Leusden

6 Leusden-West

Vlietsingel

Leusden

3 Leusden-Noord

Vlistwijk

Leusden

5 Leusden-Oost

Vlooswijkseweg

Leusden

15 Bos- en heidelandschap

Vogelwikke

Leusden

3 Leusden-Noord

Voorpost

Leusden

3 Leusden-Noord

Voskuilerdijk

Leusden

16 Slagenlandschap

Vrijhoef

Leusden

6 Leusden-West

Waarden

Leusden

3 Leusden-Noord

Wagenberg

Achterveld

1 Dorpslint Leusden

Walenburg

Leusden

5 Leusden-Oost

Walstro

Leusden

3 Leusden-Noord

Walter van Amersfoortstraat

52, 54, 65

Achterveld

1 Dorpslint Leusden

Walter van Amersfoortstraat

Overig

Achterveld

12 Achterveld

Wanmolen

Leusden

6 Leusden-West

Waterhoen

Leusden

3 Leusden-Noord

Waterjuffer

Leusden

5 Leusden-Oost

Waterlinie

Leusden

3 Leusden-Noord

Waterlooweg

Overig

Leusden

14 Buurtschappen

Waterlooweg

14, 30 tot 36

Leusden

15 Bos- en heidelandschap

Watermolen

Leusden

6 Leusden-West

Waverwijk

Leusden

5 Leusden-Oost

Wederik

Leusden

3 Leusden-Noord

Weerdenburg

Leusden

5 Leusden-Oost

Weesboom

Leusden

6 Leusden-West

Wierickewijk

Leusden

5 Leusden-Oost

Wiggeruslaan

Leusden

6 Leusden-West

Wildenburgstraat

Leusden

6 Leusden-West

Wilgenlaan

Leusden

3 Leusden-Noord

Wilhelmina van Pruisenlaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Willem Alexanderhof

Leusden

8 Tabaksteeg

Willem de Zwijgerlaan

Leusden

7 Leusden-Zuid

Wim Vrijhoefstraat

Leusden

8 Tabaksteeg

Zaagmolenhof

Leusden

6 Leusden-West

Zaaier

Leusden

6 Leusden-West

Zadel

Leusden

6 Leusden-West

Zilverreiger

Leusden

3 Leusden-Noord

Zonnedauw

Leusden

3 Leusden-Noord

Zonnedauwhof

Leusden

3 Leusden-Noord

Zuiderinslag

Leusden

10 Bedrijventerreinen

Zuiderkreek

Leusden

8 Tabaksteeg

Zuster Prinsstraat

Leusden

8 Tabaksteeg

Zuylenburg

Leusden

5 Leusden-Oost

Zwanenburghof

Leusden

6 Leusden-West

Zwarteweg

Overig

Leusden

2 Hamershof en Biezenkamp

Zwarteweg

3 tot 29

Leusden

6 Leusden-West

Zwarteweg

28

Leusden

9 Kantorenlocatie

Bijlage C: Begrippenlijst

Aanbouw

Bouwwerk dat in directe verbinding staat met het (hoofd)gebouw, waaraan het is gebouwd en dat een toevoeging van een afzonderlijke ruimte betreft.

Achtererfgebied

Erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant van het hoofdgebouw.

Afgewolfd

De nok van een zadeldak loopt niet door tot de geveleinden, maar wordt met een driehoekig dakschild of dakvlak afgesloten. Term die gebruikt wordt wanneer een uiteinde van de nok van een zadeldak is afgeschuind.

Arbeiderswoning

Klein type woonhuis oorspronkelijk voor arbeiders en ambachtslieden. Veelal twee aan twee of in een rijtje van verscheidene woningen.

Bedrijfswoning /

Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van)

Dienstwoning

een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.

Bijgebouw

Een gebouw, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

Bouwblok

Een geheel van geschakelde bebouwing.

Bouwwerk

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

Bouwlaag

Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.

Buitenplaats

Een historische buitenplaats is aangelegd. Zij kan deel uit maken van een landgoed. Het geheel wordt met name gevormd door een, eventueel thans verdwenen, in oorsprong versterkt huis, kasteel, buitenhuis of landhuis, met bijgebouwen, omgeven door tuinen en/of park met een of meer van de volgende onderdelen: grachten, waterpartijen, lanen, boomgroepen, parkbossen, (sier)weiden, moestuinen, ornamenten.

Dakkapel

Klein uitspringend venster dat het hellende dakvlak onderbreekt, aangebracht om lucht en licht onder de kap toe te laten.

Dakopbouw

Een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van de nok van het dak, die het silhouet van het oorspronkelijke dak verandert.

Dakschild

Elk der hellende en elkaar snijdende vlakken van een dak.

Damwandprofiel

Metalen beplantingmateriaal.

Delftse School

Traditionalistische sobere bouwstijl (ca. 1925-1955) ontstaan rondom de Delftse hoogleraar Grandpré Molière. Inspiratiebron is de traditionele Nederlandse baksteenarchitectuur.

Detaillering

Een klein toegevoegd onderdeel wat een bijzonderheid aangeeft.

Dwarshuisboerderij

Boerderij waarbij het woonhuisgedeelte dwars op het achterhuis van de boerderij is geplaatst. Beide delen zijn voorzien van een eigen dak.

Erker

Ronde, vierkante of veelhoekige uitkragende uitbouw aan de gevel, die vaak uitsteekt langs een of meer bouwlagen: kan gezien worden als een uitgebouwd venster.

(Gevel)geleding

Elementen van een gebouw die de indeling van wanden of gevels bepalen of accentueren zoals pilasters, lisenen en lijsten.

(Gevel)indeling

Compositie van de gevel. De indeling van bijvoorbeeld raamopeningen over de gevel.

Hallenhuis

Boerderij naar het Saksische type, het ‘los hoes’: zware gebinten die een middenbeuk begrenzen, vormen het geraamte, waarbij aan weerszijden de lagere zijbeuken aansluiten. De plattegrond bestaat uit een langwerpige rechthoek, aan de ene smalle zijde de inrit naar de middenbeuk of deel, links en rechts hiervan de lage veestallen in open verbinding met de deel.

Hoofdgebouw

Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.

Hoofdvorm

Oorspronkelijk de vorm van het eerste deel.

Kamp

Een individuele, blokvormige ontginning met bewoning op de kavel. De ontginning was in veel gevallen omgeven door een houtwal of een heg.

Kampenlandschap

Landschap ontstaan door ontginning in de vorm van kampen in het zandgebied.

Kaprichting

Richting waarnaar de lange zijde van een kap georiënteerd is.

Kasteel

Een versterkte en verdedigbare woning van een edelman.

Kozijn

Omlijsting van steen, hout of ijzer, bestaand uit de onder- of bovendorpel en twee of meer stijlen, om een ingang of lichtopening te omlijsten en er een raam, deur of luik in te bevestigen

Kwalitatief Referentiebeeld

Gewaardeerd beeld waarnaar men zijn handelen of denken kan richten.

Landgoed

Geheel of gedeeltelijk met bossen of andere houtopstanden bezette terreinen, daaronder begrepen die waarop een buitenplaats voorkomt, voor zover het blijven voortbestaan van die terreinen in de bestaande toestand voor het behoud van het natuurschoon wenselijk wordt geacht.

Landhuis

Royaal opgezet woonhuis in de regel vrijstaand of twee onder een kap gebouwd. Vertoont qua bouwstijl invloeden van stromingen.

Langhuisboerderij

Boerderij waarbij het woonhuis en het achterhuis onder een dak in elkaars verlengde liggen.

Lessenaarsdak

Een dak dat bestaat uit een hellend dakschild of dakvlak volgens het model van de oude lessenaar.

Linie

Een reeks van verdedigingswerken die elkaar ondersteunen.

Lint(bebouwing)

Langgerekte lijn van (veelal vrijstaande) bebouwing langs een weg of veenrivier.

Mansardedak

Een gebroken dakvorm die door de Fransman Mansard (ca. 1660) is ontwikkeld ten behoeve van meer zolderruimte voor slaapvertrekken. In eenvoudige vorm veel toegepast bij kleine woningen vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw.

Nok

Horizontale snijlijn van twee dakvlakken, bovenste rand van een dak.

Nokvulling

De in een topgevel onder de nok aanwezige houten schoren opgevuld met decoratief uitgezaagde panelen.

Ondergeschikt

Voert niet de boventoon.

Ontginning

Het gebruiksklaar maken van woeste gronden voor agrarische productie en/of bewoning.

Ornamenten

Versieringen aangebracht op de buitenkant van een bouwwerk.

Overstek

Bouwdeel dat vooruitsteekt ten opzicht van het eronder gelegen deel.

Parcellering

De mate van indeling van percelen. Deze indeling van breedtes en hoogtes van bouwwerken bepaalt het straatbeeld.

Pilaster

Weinig uitspringende, band- of liseenachtige, van een basement, een schacht en een kapiteel voorziene muurpijler, dienende om een muraalboog ofwel een hoofdgestel te dragen.

Plint

Een duidelijk te onderscheiden horizontale lijn aan de onderzijde van een gebouw.

Portiek

Vaak ingebouwde, aan de straatzijde geheel open ruimte, waarin zich de ingang van een gebouw bevindt.

Rooilijn

Richtlijn waarin gebouwen worden geplaatst en die de grens aangeeft met de openbare weg. Ook wel: de plaats die de lijn van de voorgevel bepaalt.

Samengesteld

Uit verschillende bestanddelen gevormd, bijvoorbeeld een groot venster gevormd door middel van een aantal kleine samengevoegde vensters.

Situering

Plaats van het bouwwerk in zijn omgeving.

Stucwerk

In pleisterkalk uitgevoerd werk.

Tentdak

Dak met vier of meer gelijkbenige driehoekige schilden, die samenkomen in een punt.

Textuur

De voelbare structuur van een materiaal (bij metselwerk dus de oneffenheden van de steen en het voegwerk).

Traditioneel

Zoals de gewoonte dat meebrengt, van oudsher. Onder traditionele kleuren worden in de meeste gevallen donkere tinten verstaan, zoals (donker)bruin, donkerrood, antraciet e.d.

Uitbouw

Ruimte in een gebouw die naar buiten steekt.

Villa

Aanduiding voor een vrijstaande, aanzienlijke woning. De stadsvilla is ontwikkeld in de tweede helft van de 19e eeuw toen het voor een grotere groep stedelingen financieel mogelijk werd huizen te laten bouwen te midden van veel groen. De inspiratiebron was de middeleeuwse bouwtraditie van vakwerkhuizen. De nadruk lag op een onregelmatige gevormde dakpartij en een asymmetrische gevelopbouw. Karakteristiek zijn het siermetselwerk, de houten topgeveldecoratie, de gedeeltelijke bepleistering van de gevels of het siermetselwerk in gekleurde baksteen of natuursteen op constructieve punten.

Voorerfgebied

Erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.

Windveer

Plank bevestigd langs de kanten van een rieten of pannendak ter afdekking van de voorraad. De windveer is vaak decoratief uitgesneden.

Woning

Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding.

Zadeldak

Dak, bestaande uit twee tegen elkaar geplaatste hellende schilden.

Bijlage D: Tekst algemene criteria

Inleiding

De algemene welstandscriteria15 hebben betrekking op de zeggingskracht en het vakmanschap van het architectonisch ontwerp en is terug te voeren op vrij universele kwaliteitsprincipes. Deze liggen (haast onzichtbaar) ten grondslag aan elke planbeoordeling omdat ze het uitgangspunt vormen voor de uitwerking van de gebiedsgerichte en objectgerichte welstandscriteria. In de praktijk zullen die uitwerkingen meestal voldoende houvast bieden voor de planbeoordeling.

Relatie tussen vorm, gebruik en constructie

Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag worden verwacht dat de verschijningsvorm een relatie heeft met het gebruik ervan en de wijze waarop het gemaakt is, terwijl de vormgeving daarnaast ook zijn eigen samenhang en logica heeft.

Een bouwwerk wordt primair gemaakt om te worden gebruikt. Hoewel het welstandstoezicht slechts is gericht op de uiterlijke verschijningsvorm, kan de vorm van het bouwwerk niet los worden gedacht van de eisen vanuit het gebruik en de mogelijkheden die materialen en technieken bieden om een doelmatige constructie te maken. Gebruik en constructie staan aan de wieg van iedere vorm. Daarmee is nog niet gezegd dat de vorm altijd ondergeschikt is aan het gebruik of de constructie. Ook wanneer andere aspecten dan gebruik en constructie de vorm tijdens het ontwerpproces gaan domineren, mag worden verwacht dat de uiteindelijke verschijningsvorm een begrijpelijke relatie houdt met zijn oorsprong. Daarmee is tegelijk gezegd dat de verschijningsvorm méér is dan een rechtstreekse optelsom van gebruik en constructie. Er zijn daarnaast andere factoren die hun invloed kunnen hebben zoals de omgeving en de associatieve betekenis van de vorm in de sociaal-culturele context. Maar als de vorm in tegenspraak is met het gebruik en de constructie dan verliest zij daarmee aan begrijpelijkheid en integriteit.

Relatie tussen bouwwerk en omgeving

Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag worden verwacht dat het een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de openbare (stedelijke of landschappelijke) ruimte. Daarbij worden hogere eisen gesteld naarmate de openbare betekenis van het bouwwerk of van de omgeving groter is.

Bij het oprichten van een gebouw is sprake van het afzonderen en in bezit nemen van een deel van de algemene ruimte voor particulier gebruik. Gevels en volumes vormen zowel de externe begrenzing van de gebouwen als ook de wanden van de openbare ruimte die zij gezamenlijk bepalen. Het gebouw is een particulier object in een openbare context, het bestaansrecht van het gebouw ligt niet in het eigen functioneren alleen maar ook in de betekenis die het gebouw heeft in zijn stedelijke of landschappelijke omgeving. Ook van een gebouw dat contrasteert met zijn omgeving mag worden verwacht dat het zorgvuldig is ontworpen en de omgeving niet ontkent. Waar het om gaat is dat het gebouw een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de omgeving en de te verwachten ontwikkeling daarvan. Over de wijze waarop dat bij voorkeur zou moeten gebeuren kunnen de gebiedsgerichte welstandscriteria duidelijkheid verschaffen.

Betekenissen van vormen in de sociaal-culturele context

Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag worden verwacht dat verwijzingen en associaties zorgvuldig worden gebruikt en uitgewerkt, zodat er concepten en vormen ontstaan die bruikbaar zijn in de bestaande maatschappelijke realiteit.

Voor vormgeving gelden in iedere cultuur bepaalde regels, net zoals een taal zijn eigen grammaticale regels heeft om zinnen en teksten te maken. Die regels zijn geen wetten en moeten ter discussie kunnen staan. Maar als ze worden verhaspeld of ongeïnspireerd gebruikt, wordt een tekst verwarrend of saai. Precies zo wordt een bouwwerk verwarrend of saai als de regels van de architectonische vormgeving niet bewust worden gehanteerd. Als vormen regelmatig in een bepaald verband zijn waargenomen krijgen zij een zelfstandige betekenis en roepen zij, los van gebruik en constructie, bepaalde associaties op. Pilasters in classicistische gevels verwijzen naar zuilenstructuren van tempels, transparante gevels van glas en metaal roepen associaties op met techniek en vooruitgang.

In iedere bouwstijl wordt gebruik gemaakt van verwijzingen en associaties naar wat eerder of elders reeds aanwezig was of naar wat in de toekomst wordt verwacht. De kracht of de kwaliteit van een bouwwerk ligt echter vooral in de wijze waarop die verwijzingen en associaties worden verwerkt en geïnterpreteerd binnen het kader van de actuele culturele ontwikkelingen, zodat concepten en vormen ontstaan die bruikbaar zijn in de bestaande maatschappelijke realiteit. Zorgvuldig gebruik van verwijzingen en associaties betekent onder meer dat er een bouwwerk ontstaat dat integer is naar zijn tijd doordat het op grond van zijn uiterlijk in de tijd worden geplaatst waarin het werd gebouwd of verbouwd. Bij restauraties is sprake van herstel van elementen uit het verleden, maar bij nieuw- of verbouw in bestaande (monumentale) omgeving betekent dit dat duidelijk moet zijn wat authentiek is en wat nieuw is toegevoegd. Een ontwerp kan worden geïnspireerd door een bepaalde tijdsperiode, maar dat is iets anders dan het imiteren van stijlen, vormen en detailleringen uit het verleden.

Associatieve betekenissen zijn van groot belang om een omgeving te ‘begrijpen’ als beeld van de tijd waarin zij is ontstaan, als verhaal van de geschiedenis, als representant van een stijl. Daarom is het zo belangrijk om ook bij nieuwe bouwplannen zorgvuldig met stijlvormen om te gaan, zij vormen immers de geschiedenis van de toekomst.

Evenwicht tussen helderheid en complexiteit

Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag worden verwacht dat er structuur is aangebracht in het beeld, zonder dat de aantrekkingskracht door simpelheid verloren gaat.

Een belangrijke eis die aan een ontwerp voor een gebouw mag worden gesteld is dat er structuur wordt aangebracht in het beeld. Een heldere structuur biedt houvast voor de waarneming en is bepalend voor het beeld dat men vasthoudt van een gebouw. Symmetrie, ritme, herkenbare maatreeksen en materialen maken het voor de gemiddelde waarnemer mogelijk de grote hoeveelheid visuele informatie die de gebouwde omgeving geeft, te reduceren tot een bevattelijk beeld.

Het streven naar helderheid mag echter niet ontaarden in simpelheid. Een bouwwerk moet de waarnemer blijven prikkelen en intrigeren en zijn geheimen niet direct prijsgeven. Er mag best een beheerst beroep op de creativiteit van de voorbijganger worden gedaan. Van oudsher worden daarom helderheid en complexiteit als complementaire begrippen ingebracht bij het ontwerpen van bouwwerken. Complexiteit in de architectonische compositie ontstaat vanuit de stedenbouwkundige eisen en het programma van eisen voor het bouwwerk. Bij een gebouwde omgeving met een hoge belevingswaarde zijn helderheid en complexiteit tegelijk aanwezig in evenwichtige en spanningsvolle relatie.

Schaal en maatverhoudingen

Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag worden verwacht dat het een samenhangend stelsel van maatverhoudingen heeft dat beheerst wordt toegepast in ruimtes, volumes en vlakverdelingen.

Ieder bouwwerk heeft een schaal die voortkomt uit de grootte of de betekenis van de betreffende bouwopgave. Grote bouwwerken kunnen uiteraard binnen hun eigen grenzen geleed zijn maar worden onherkenbaar en ongeloofwaardig als ze er uitzien alsof ze bestaan uit een verzameling losstaande kleine bouwwerken.

De maatverhoudingen van een bouwwerk zijn van groot belang voor de belevingswaarde ervan, maar vormen tegelijk één van de meest ongrijpbare aspecten bij het beoordelen van ontwerpen. De waarnemer ervaart bewust of onbewust de maatverhoudingen van een bouwwerk, maar wáárom de maatverhoudingen van een bepaalde ruimte aangenamer, evenwichtiger of spannender zijn dan die van een andere, valt nauwelijks vast te stellen.

Duidelijk is dat de kracht van een compositie groter is naarmate de maatverhoudingen een sterkere samenhang en hiërarchie vertonen. Mits bewust toegepast kunnen ook spanning en contrast daarin hun werking hebben.

De afmetingen en verhoudingen van gevelelementen vormen tezamen de compositie van het gevelvlak. Hellende daken vormen een belangrijk element in de totale compositie. Als toegevoegde elementen (zoals een dakkapel, een aanbouw of een zonnecollector) te dominant zijn ten opzichte van de hoofdmassa en/of de vlakverdeling, verstoren zij het beeld niet alleen van het object zelf maar ook van de omgeving waarin dat is geplaatst.

Materiaal, textuur, kleur en licht

Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag worden verwacht dat materiaal, textuur, kleur en licht het karakter van het bouwwerk zelf ondersteunen en de ruimtelijke samenhang met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan duidelijk maken.

Door middel van materialen, kleuren en lichttoetreding krijgt een bouwwerk uiteindelijk zijn visuele en tactiele kracht: het wordt zichtbaar en voelbaar. De keuze van materialen en kleuren is tegenwoordig niet meer beperkt tot wat lokaal aan materiaal en ambachtelijke kennis voorhanden is. Die keuzevrijheid maakt de keuze moeilijker en het risico van een onsamenhangend beeld groot. Als materialen en kleuren teveel los staan van het ontwerp en daarin geen ondersteunende functie hebben maar slechts worden gekozen op grond van decoratieve werking, wordt de betekenis ervan toevallig en kan het afbreuk doen aan de zeggingskracht van het bouwwerk. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het gebruik van materialen en kleuren geen ondersteuning geeft aan de architectonische vormgeving of wanneer het gebruik van materialen en kleuren een juiste interpretatie van de aard en de ontstaansperiode van het bouwwerk in de weg staat.


Noot
1

criteria waarachter een “(B)” staat zijn van toepassing indien dit niet geregeld is in het bestemmingsplan.

Noot
2

criteria waarachter een “(B)” staat zijn van toepassing indien dit niet geregeld is in het bestemmingsplan.

Noot
3

Leusden, Geschiedenis en architectuur, p139

Noot
4

Criteria waarachter een “B”staat zijn van toepassing indien dit niet geregeld is in het bestemmingsplan.

Noot
5

BenW-advies: Visie op de Hamersveldseweg, archiefcode 2003/5019

Noot
6

Criteria waarachter een “(B)” staat zijn van toepassing indien dit niet geregeld is in het bestemmingsplan.

Noot
7

Criteria waarachter een “(B)” staat zijn van toepassing indien dit niet geregeld is in het bestemmingsplan.

Noot
8

Advies aan het college van Burgemeester en Wethouders, 25 januari 2000,Plaatsen dakkapellen op woningen in ’t Vliet

Noot
9

Criteria waarachter een “(B)” staat, zijn van toepassing, indien dit niet geregeld is in het bestemmingsplan.

Noot
10

Criteria waarachter een “(B)” staat, zijn van toepassing, indien dit niet geregeld is in het bestemmingsplan.

Noot
11

Uit “De Hamersveldseweg westzijde, tussen Paardenmaat en het spoor, aanzet voor een globale ruimtelijke visie op de toekomstige ontwikkeling van dit gebied”.

Noot
12

Uit “De Hamersveldseweg westzijde, tussen Paardenmaat en het spoor, aanzet voor een globale ruimtelijke visie op de toekomstige ontwikkeling van dit gebied”.

Noot
13

Criteria waarachter een “(B)” staat zijn van toepassing indien dit niet geregeld is in het bestemmingsplan.

Noot
14

Criteria waarachter een “(B)” staat, zijn van toepassing, indien dit niet geregeld is in het bestemmingsplan.

Noot
15

De algemene welstandscriteria zijn ontleend aan de notitie ‘Architectonische kwaliteit, een notitie over architectuurbeleid’ van prof. ir. Tj.Dijkstra die hij schreef als Rijksbouwmeester in 1985.