Regeling vervallen per 01-01-2021

Grondstoffenplan gemeente Leusden 2016-2020

Geldend van 01-03-2016 t/m 31-12-2020

Intitulé

Grondstoffenplan gemeente Leusden 2016-2020

Grondstoffenplan 2016-2020

De gemeente gaat op een nieuwe manier huishoudelijk afval inzamelen. We willen het inwoners zo makkelijk mogelijk maken om zoveel mogelijk grondstoffen te scheiden. Grondstoffen apart inzamelen is niet alleen goed voor het milieu, maar zorgt ook voor lagere kosten. Dit komt doordat verwerking van restafval duur is, terwijl gescheiden grondstoffen kunnen worden hergebruikt en dus geld opleveren. Vanaf 2020 willen we de hoeveelheid restafval per inwoner gehalveerd hebben tot 75 kilo. Dit gaan we doen door plasticverpakkingen, blik en drankkartons tweewekelijks in een minicontainer aan huis op te halen. Bij goed scheiden blijft er minder dan 1,5 kilo restafval per week per inwoner over. Dit kan gemakkelijk op ieder moment naar een ondergrondse container in de wijk worden gebracht. Bovendien wordt goed scheiden beloond: hoe minder restafval je produceert, hoe minder je betaalt. De inzameling van gft en papier blijft zoals het is: dit wordt om de week aan huis opgehaald. Ook de groendepots, glascontainers en textielcontainers blijven bestaan.

De invoering van de nieuwe manier van inzamelen zal vanaf 2017 plaatsvinden. Om alvast het scheiden van afval zo makkelijk mogelijk te maken, kunnen inwoners al vanaf 2016 drankkartons en blik met het plastic verpakkingsmateriaal bij de huidige verzamelcontainers inleveren.

De hoeveelheid restafval is nu gemiddeld 150 kg per inwoner per jaar. De gemeente Leusden wil in 2020 per inwoner 75 kg restafval inzamelen en in 2030 de hoeveelheid verder verminderen naar 25 kg per inwoner

In het Grondstoffenplan 2016-2020 kunt u lezen waar de gemeente Leusden staat op het gebied van inzameling van grondstoffen en restafval bij huishoudens, waar de gemeente naar toe wil en hoe de nieuwe manier van inzamelen er uit gaat zien.

Waar staat de gemeente Leusden?

Gemeente Leusden is rijk aan grondstoffen en voor de inwoners van Leusden blijkt de bijdrage aan het milieu de belangrijkste reden om afval te scheiden.

In Leusden wordt gemiddeld 150 kg fijn restafval geproduceerd per inwoner per jaar. Al ruim 10 jaar is de hoeveelheid (fijn) restafval ongeveer 150 kg per inwoner. Dankzij de inspanning van onze inwoners presteert de gemeente Leusden beter dan vergelijkbare gemeenten. Doordat andere gemeente de inzameling van huishoudelijk afval verbeteren om zodoende te kunnen voldoen aan landelijke richtlijn wordt het verschil ieder jaar kleiner.

afbeelding binnen de regeling

In het Leusdense restafval zit 100 kg bruikbare grondstoffen per inwoner per jaar1. De grondstoffen kunnen direct of na bewerking toegepast worden. De drie grootste grondstofstromen in het restafval zijn: organisch keukenafval, verpakkingsmaterialen en oud papier en karton.

afbeelding binnen de regeling

In totaal produceert iedere inwoner jaarlijks gemiddeld 616 kg aan restafval en gescheiden grondstoffen (zie volgende grafiek). Hiervan wordt meer dan 70% gescheiden ingezameld wat resulteert in 435 kg grondstoffen. Een groot deel van de grondstoffen die momenteel gescheiden ingezameld wordt, bestaat uit gft, oud papier, glas en hout. Het restafval wordt onderscheiden in fijn er grof. Fijn huishoudelijk restafval is direct afkomstig van huishoudens en bedraagt 150 kg inwoner.

Per inwoner worden jaarlijks gemiddeld 29 vuilniszakken met restafval aangeboden. Grof huishoudelijk afval wordt ingezameld bij de milieustraat en is gemiddeld 31 kg per inwoner.

afbeelding binnen de regeling

Waar wil de gemeente Leusden naar toe?

De gemeente Leusden wil de hoeveelheid restafval halveren en meer grondstoffen inzamelen. Dit is nodig om aan de landelijke richtlijnen te voldoen. Dit draagt ook bij aan het beheersbaar houden van de kosten want het verwerken van restafval kost geld en het hergebruik van grondstoffen levert juist geld op. De gemeente wil naar 75 kg per inwoner per jaar in 2020 en wil haar inwoners daarbij ondersteunen door het aanbieden van grondstoffen makkelijker te maken en ze belonen voor hun prestatie. Met 75 kg restafval per inwoner per jaar stijgt het scheidingspercentage van meer dan 70% naar meer dan 82%.

De gemeente heeft als uitgangspunt bij het opstellen van het grondstoffenplan een optimale verhouding tussen de factoren - kosten, milieu en dienstverlening - genomen. De ambitie is om in 2030 nog slechts 25 kg restafval per inwoner te hebben. Het scheidingspercentage is in dat geval meer dan 90%.

afbeelding binnen de regeling

Voor de kaderstellende wet- en regelgeving en het beleid van de Gemeente Leusden wordt verwezen naar de bijlagen.

De nieuwe manier van inzamelen huishoudelijk afval

De gemeente Leusden kiest voor een nieuw inzamelsysteem. Door beter te scheiden wordt er meer aan huis ingezameld en hoeven huishoudens minder weg te brengen. De hoeveelheid restafval wordt meer dan gehalveerd en zal gemiddeld minder dan 1,5 kg per inwoner per week zijn.

In de kernen wordt kunnen huishoudens op ieder moment hun restafval kwijt in ondergrondse containers. Huishoudens in het buitengebied krijgen drie minicontainers aangeboden voor oud papier en verpakkingsmateriaal, restafval. Hoogbouw kan ook al het verpakkingsmateriaal apart inzamelen. Er wordt verkend op welke wijze huishoudens in de hoogbouw meer organisch keukenafval apart in kunnen zamelen. Als huishoudens meer grondstoffen (bruikbare materialen) apart inzamelen en daardoor minder restafval weggooien worden ze beloond met minder afvalstoffenheffing.

Huidige wijze van inzamelen

Het nieuwe inzamelen

Laagbouw in de kernen

Kunststofmateriaal – ondergrondse container

GF(t) – minicontainer of emmer aan huis

Papier – aan huis

Restafval – vuilniszak

Verpakkingsmateriaal – minicontainer aan huis

GF(t) – minicontainer of emmer aan huis

Papier – aan huis

Restafval – ondergrondse container

Buitengebied

Kunststofmateriaal – ondergrondse container

GF(t) – minicontainer of emmer aan huis

Papier – aan huis Restafval – vuilniszak

Verpakkingsmateriaal – minicontainer aan huis

GF(t) – minicontainer of emmer aan huis

Papier – aan huis mini container

Restafval – mini container

Hoogbouw

Kunststofmateriaal – ondergrondse container

GF(t) – zuil

Papier – aan huis / ond. container

Restafval – ondergrondse container

Verpakkingsmateriaal – ondergrondse container

GF(t) – zuil (onderzoeken verbetering)

Papier – aan huis / ond. container

Restafval – ondergrondse container

De inzameling van glasverpakking (flessen en potten) blijft gehandhaafd in de containers in de wijken. Inzameling van textiel zal voornamelijk plaatsvinden met (bovengrondse) containers. Het tuingroen wordt naar de tuingroendepots gebracht. Nader onderzoek zal uitwijzen of en hoe de inzameling van gft, oud papier en textiel verder kan worden geoptimaliseerd. Dit onderzoek zal plaatsvinden na invoering van het Nieuwe Inzamelen.

Optimalisatie van inzameling gft, oud papier en textiel inzameling

Inzamelmiddelen

Voor de inzameling van verpakkingsmateriaal krijgen huishoudens in laagbouw een minicontainer. De huishoudens kunnen zich via een opt-out systeem afmelden voor een minicontainer, bijvoorbeeld omdat er te weinig ruimte bij de woning is. Deze huishoudens kunnen alsnog verpakkingsmateriaal wegbrengen naar ondergrondse containers voor verpakkingsmateriaal nabij hoogbouw. Uit de inwonerspeiling blijkt dat gemiddeld 2-3 minicontainers aanvaardbaar zijn.

Huishoudens krijgen minicontainers aangeboden en kunnen aangeven dat zij een container niet willen omdat ze gebruik gaan maken van een inzamelpunt

Voor de inzameling van restafval kunnen huishoudens terecht bij ondergrondse containers. Voor de hoogbouw zijn al 66 ondergrondse containers in gebruik. Dit wordt uitgebreid. Daarbij wordt met de huishoudens in de wijk bekeken welke locaties slim en geschikt zijn. De geschiktheid wordt ook bepaald door de kabels en leidingen die al in de grond liggen of door bomen die de lediging van de container bemoeilijken. Er wordt een afstand van 150 meter als richtsnoer genomen. Daarvan kan worden afgeweken als de omgeving of de technische randvoorwaarden daarom vragen.

Ondergrondse containers op strategische en slimme locaties in overleg met inwoners

In het buitengebied wordt restafval ingezameld met minicontainers. Huishoudens kunnen zelf kiezen tussen een 240, 140 of geen container. In dat laatste geval gebruiken huishoudens de ondergrondse containers in de kernen.

Gft wordt aan huis ingezameld met een groene emmer of een minicontainer. Voor de inzameling van tuingroen blijven de tuingroendepots gehandhaafd. Per locatie wordt afgewogen of er maatregelen nodig zijn om ongeoorloofd gebruik van de tuingroendepots tegen te gaan. Om het makkelijker te maken om organisch keukenafval apart in te zamelen, wordt nader onderzocht welke mogelijkheden er zijn om dit afval vaker aan huis te gaan inzamelen.

Huishoudens in het buitengebied wordt een minicontainer voor oud papier aangeboden. Ook hier geldt dat huishoudens er vanaf kunnen zien. In dat geval kan het oud papier gebracht worden naar een vereniging, school of organisatie die oud papier inzamelt. Door het gebruik van minicontainers voor oud papier inzameling wordt zwerfafval tegengegaan.

Verenigingen profiteren van inspanningen afval scheiden

Veel verenigingen en organisaties zamelen grondstoffen in ruil voor een financiële bijdrage. In de afvalstoffenverordening worden de mogelijkheden uitgebreid. Naast papierinzameling mogen organisaties ook mobieltjes, cartridges, e-waste, textiel, frituurvet (alleen bij eigen keuken). De organisaties zijn zelf verantwoordelijk voor een verantwoorde wijze van inzamelen. Om de bijdrage aan gescheiden inzamelen op gemeenteniveau inzichtelijk te maken worden de organisaties gevraagd om jaarlijks de hoeveelheden te rapporteren aan de gemeente.

Verenigingen en organisaties mogen meer grondstoffen inzamelen waar zij profijt van hebben

De huidige garantieprijs voor oud papier is € 40 per ton. Ongeveer 10 organisaties maken gebruik van deze regeling. De organisaties zijn verantwoordelijk voor ongeveer 18% van het ingezamelde oud papier. Er is weinig tot geen animo bij organisaties om tegen vergoeding met de inzamelaar oud papier in te zamelen. Zo een werkwijze legt een te groot beslag op de vrijwilligers in de organisaties.

Organisaties die oud papier inzamelen, hebben aangegeven de inkomsten van oud papier goed te kunnen gebruiken. De organisaties zoeken naar extra inkomsten die past bij de beschikbaarheid van hun vrijwilligers. Maandelijks oud papier inzamelen door de organisaties sluit aan bij de beschikbaarheid van vrijwilligers. De garantieprijs gaat meebewegen met de oud-papierprijs.

Organisaties ontvangen een opslag als de oud-papierprijs hoger is dan de som van de garantieprijs en de inzamelkosten. De opslag bestaat uit de helft van het verschil tussen de oud-papierprijs en de som van de garantieprijs en de inzamelkosten.

Garantieprijs oud papier beweegt mee met oud-papierprijs

Kleine organisaties mogen gebruik maken van de gemeentelijke inzamelstructuur mits de organisaties bijdragen aan hergebruik grondstoffen en dit uitdragen binnen hun organisatie.

Milieustraat gericht op grondstoffen

De nieuw ingerichte milieustraat is gericht op scheiden van afval. Voor de grondstoffen verpakkingsmateriaal, papier, glas, textiel geldt dat de dienstverlening gericht is op ophalen aan huis of in de wijk met inzamellocaties. Op de milieustraat zijn minimale voorzieningen voor deze grondstoffen zodat huishoudens deze incidenteel daar kwijt kunnen. De milieustraat is vooral gericht op specialistische afvalstromen en grondstoffen die niet aan huis of in de wijk opgehaald worden. De milieustraat vult de inzameling aan huis en voorzieningen in de wijk aan.

Milieustraat heeft voor incidenteel gebruik ook voorzieningen voor grondstoffen die aan huis of in de wijk worden ingezameld

Niet gescheiden afval in vuilniszakken kan tegen betaling naar de milieustraat worden gebracht. Een mogelijkheid van inzamelen van vuilniszakken krijgt bij de milieustraat dezelfde vorm als in de wijk.

Het gebruik van de afvalpas als toegangsmiddel voor de milieustraat blijft gehandhaafd. Bij de herinrichting van de milieustraat wordt ook gekeken naar de tariefstelling van de diensten die op de milieustraat worden aangeboden.

Organisaties en bedrijven met afval – in omvang en samenstelling – gelijkend op het afval van huishoudens kunnen gebruik maken van voorzieningen

Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor het laten inzamelen en verwerken van hun afval. Alleen huishoudens met een afvalpas kunnen grof afval en grondstoffen brengen naar de milieustraat. Een uitzondering wordt gemaakt voor zogenaamde KWD bedrijven (klein winkel en diensten) die in omvang en samenstelling op huishoudelijk gelijkend afval hebben en die bijdragen aan hergebruik grondstoffen.

Dit is bestaand beleid wat in de praktijk niet strikt is toegepast. Hierdoor maken nu veel bedrijven gebruik van de voorzieningen op de milieustraat en daarbuiten terwijl het afval niet gelijkend is op huishoudelijk afval. Aangescherpte wet- en regelgeving ten aanzien van verwerking van bedrijfsafval door overheden geven aanleiding om de KWD regel weer op de juiste manier toe te passen. In 2016 worden bedrijven en organisaties op de hoogte gesteld dat per 2017 alleen op huishoudelijk afval gelijkend afval nog ingezameld wordt. Momenteel maken circa 200 bedrijven gebruik van de voorzieningen. Bedrijven met afval dat niet gelijkend is op huishoudelijk afval moeten particuliere afvalinzamelaars contracteren.

Het Nieuwe Inzamelen per grondstof

In deze paragraaf worden de effecten van Het Nieuwe Inzamelen per grondstof beschreven. In onderstaande tabel staan de inzamelwijze per grondstof benoemd.

Grondstof

aan huis

inzamelcontainer

milieustraat

Verpakkingsmateriaal

Om de week

Hoogbouw

incidenteel

Papier

Om de week

Hoogbouw

incidenteel

Glasverpakkingen

-

Laag en hoogbouw

incidenteel

Groente/fruitafval

Om de week2

Zuil voor hoogbouw

-

Tuinafval

Om de week2

Tuingroendepot

incidenteel

Textiel

-

Laag en hoogbouw

incidenteel

Klein chemisch afval

-

-

structureel

Grof huishoudelijk

afvalstromen

-

-

structureel

Verpakkingsmateriaal

In Leusden wordt met verzamelcontainers ongeveer 4,8 kg plastic verpakkingsmateriaal ingezameld. Vergelijkbare gemeenten zamelen 9 kg plasticafval in.

In het restafval zit per inwoner ongeveer 22 kg plastic en 10 kg metaal verpakkingsmateriaal (blik) en drankkartons. In de inwonersraadpleging heeft 24-28% van de respondenten aangegeven dat zij verpakkingsmateriaal (bijna) niet scheiden.

Per 2016 kunnen huishoudens naar de verzamelcontainers van plastic ook metaalverpakkings- materiaal (blik) en drankkartons brengen. Vanaf 2017 zal met de invoering van de nieuwe manier van inzamelen het verpakkingsmateriaal om de week aan huis ingezameld met een mini-container waardoor het voor huishoudens makkelijker wordt om deze grondstoffen apart aan te leveren.

Oud papier

Bijna 70 kg oud papier per inwoner per jaar wordt aan huis ingezameld. Vergelijkbare gemeenten zamelen 61 kg per inwoner per jaar in.

In het restafval zit per inwoner ongeveer 16 kg oud papier. Het bestaat voor een groot deel uit kranten, folders, tijdschriften en kartonnen verpakkingen. De respondenten uit de inwonersraadpleging geven aan oud papier bijna altijd apart in te zamelen. Dit lijkt niet in overeenstemming te zijn met de hoeveelheid oud papier in het restafval.

Met de nieuwe manier van inzamelen wordt in het buitengebied het oud papier ingezameld met een mini-container. Het gebruik van een minicontainer beperkt de hoeveelheid zwerfafval. In het uitvoeringsplan wordt bekeken of huishoudens in de bebouwde kom optioneel een mini-container kunnen aanvragen. De inzamelfrequentie blijft gelijk. Organisaties uit de gemeente mogen blijven papier inzamelen. De garantieprijs die de organisaties ontvangen gaat deels mee bewegen met de marktprijs (zie financiën).

Glasverpakkingen

Meer dan 31 kg glas per inwoner per jaar wordt naar de glasbakken in Leusden gebracht. Vergelijkbare gemeenten zamelen bijna 23 kg per inwoner per jaar in.

In het restafval zit nog ongeveer 7 kg aan glas, te weten flessen en potten.

De inzamelcontainers voor glas blijven bestaan. Doordat potten en flessen met deksel, dop en resten in de glascontainer mag, is de drempel voor inwoners verlaagd om glas apart in te leveren. Dit is in 2015 gecommuniceerd. Door de invoering van de nieuwe manier van inzamelen en de variabele tarieven zal de hoeveelheid apart ingezameld glas stijgen.

Groente, fruit en tuinafval

In Leusden wordt aan huis ongeveer 82 kg gft aan huis ingezameld (om de week en in de zomer iedere week). In combinatie met de tuingroendepots wordt er jaarlijks 265 kg per inwoner ingezameld. Vergelijkbare gemeenten zamelen 147 kg per inwoner in.

In het restafval zit per inwoner ongeveer 40 kg gft. Uit de sorteer analyses blijkt dat dit voornamelijk groente-, fruit en etensresten zijn. Dit komt overeen met de inwonersraadpleging 2015 waar 25-49% respondenten aangeven groente-, fruit en etensresten niet of nauwelijks te scheiden.

De inzameling aan huis van gft en de tuingroen depots blijven gehandhaafd. Door invoering van de nieuwe manier van restafval inzamelen en variabele tarieven zal de hoeveelheid apart ingezamelde gft toenemen. Na de invoering wordt onderzocht of de dienstverlening op het gebied van gft verder kan worden geoptimaliseerd, waardoor het voor huishoudens aantrekkelijker wordt om groente-, fruit en etensresten apart in te zamelen.

Textiel

Met de bovengrondse en ondergrondse inzamelcontainers en aan huis wordt jaarlijks bijna 5 kg per inwoner ingezameld. De inzamelcontainers zijn verantwoordelijk voor circa 90% van de hoeveelheid. Vergelijkbare gemeenten zamelen ongeveer 4 kg per inwoner in. De hoeveelheid textiel die bij winkels en/of organisatie wordt ingezameld is niet bekend bij de gemeente.

In het restafval zit ongeveer 6 kg textiel. Circa 18-26% van de respondenten van de inwonersraadpleging zamelt textiel niet of nauwelijks in.

Bij de nieuwe manier van inzamelen zal in met de inzamelaar van de openbare inzamellocaties worden bekeken om de mogelijkheden van textielinzameling meer publiciteit te geven. Niet commerciële organisaties uit de gemeente krijgen de mogelijkheid om textiel in te zamelen.

Klein chemisch afval

Inwoners van Leusden kunnen klein chemisch afval brengen naar verschillende locaties. Alle soorten KCA kunnen naar de milieustraat gebracht worden. Voor producten waarvoor de producentenverantwoordelijkheid geldt, kunnen winkels ook terecht bij bedrijven. Voorbeelden hiervan zijn batterijen inleveren bij winkels, frituurvet bij supermarkten en medicijnen bij apotheken.

In het restafval komt slechts een zeer beperkte hoeveelheid KCA voor.

Gescheiden grof huishoudelijk afval

Gescheiden grof huishoudelijke afval kan gebracht worden naar de milieustraat. De milieustraat is er speciaal op gericht om grondstoffen die niet in de wijk of aan huis worden opgehaald, in te zamelen. Voor inzameling van textiel, glas, papier of verpakkingsmateriaal is een beperkte voorziening bij de milieustraat.

Retourette

De retourette is een onderdeel van de milieustraat. Inwoners met bruikbare bouwmaterialen kunnen deze inleveren bij de retourette voor hergebruik. Andere inwoners kunnen deze bouwmaterialen tegen een vrijwillige bijdrage komen ophalen.

Uit de inwonersraadpleging 2015 blijkt dat slechts een kleine deel van de respondenten de retourette kent en gebruikt. Bij de herinrichting van de milieustraat wordt bekeken of de retourette een meer logische locatie kan krijgen en mogelijk organisatorisch kan worden gekoppeld aan het Kringloop Centrum Leusden.

Kringloop centrum Leusden

Het kringloopcentrum Leusden aan de Bedrijfsweg in Leusden is een zelfstandige organisatie. De gemeente Leusden heeft contracten met het kringloopcentrum ten aanzien van elektronica, wit- en bruingoed en textiel inzameling. Deze contracten worden geactualiseerd.

Financiën

De gemeente is wettelijk verplicht om huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen bij alle huishoudens. Om de kosten die gemoeid zijn met het inzamelen, sorteren en verwerken van het huishoudelijk afval te dekken wordt bij huishoudens afvalstoffenheffing in rekening gebracht. Jaarlijks wordt de hoogte van de afvalstoffenheffing bepaald aan de hand van de kosten die gemaakt worden voor de inzameling, sortering en verwerking van de huishoudelijke afvalstoffen. De afvalstoffenheffing in de gemeente Leusden is kostendekkend. De gemeente kent twee tarieven: een tarief voor éénpersoonshuishoudens en één tarief voor meerpersoonshuishoudens.

Afvalstoffenheffing gemeente Leusden

De afvalstoffenheffing in Leusden is relatief laag vergeleken met omliggende en vergelijkbare gemeenten. De afgelopen jaren is de afvalstoffenheffing verlaagd door de afbouw van de egalisatiereserve van de afvalstoffenheffing. Vanaf 2016 is de egalisatiereserve op het gewenste niveau waardoor voor huishoudens hieruit geen bijdrage meer komt. De landelijke verbrandingsbelasting die per 2015 van kracht is op het verbranden van restafval – van € 13 per ton restafval – heeft effect op de heffing in 2016. In onderstaande grafiek staat de ontwikkeling van de afvalstoffenheffing weergegeven exclusief de teruggave van de egalisatiereserve.

afbeelding binnen de regeling

Effect op afvalstoffenheffing

Op basis van het inzamelsysteem zoals voorgesteld in dit plan is de verwachting dat de afvalstoffenheffing nagenoeg gelijk blijft (zie tabel). Dit is inclusief de investeringslast van € 1,2 mln. voor de invoering van het nieuwe systeem met mini containers en extra ondergrondse containers. Als deze investeringslasten buiten beschouwing worden gelaten dan daalt de afvalstoffenheffing met gemiddeld meer dan € 11. De uiteindelijke kosten en de doorwerking daarvan in de afvalstoffenheffing hangt sterk af met het aantal ondergrondse containers die geplaatst zullen worden als gevolg van het nieuwe systeem.

Nr.

Onderwerp

Investering

Jaarlasten

Tarief

Incidentele kosten:

1.

Aanschaf minicontainers

€ 419.900

€ 45.500

2.

Aanschaf en plaatsing ondergrondse containers

€ 508.200

€ 49.900

3.

Invoering gedifferentieerd tarief

€ 119.800

€ 14.800

4.

Uitvoeringsplan, projectbegeleiding en communicatie

€ 160.4003

€ 33.500

Subtotaal (afgerond)

€ 1.210.000

€ 143.700

€ 11,28

Structurele kosten:

5.

Inzamelkosten

- € 92.900

6.

Meerkosten gedifferentieerd tarief

€ 81.400

7.

Onderhoud ondergrondse containers

€ 15.200

8.

Verwerkingskosten

€ 276.100

9.

Vergoeding verpakkingsmateriaal

- € 393.000

10.

Opbrengst papier/glas

- € 27.800

Subtotaal (afgerond)

- € 141.000

- € 11,08

Totaal

€ 2.700

€ 0,20

Belonen huishoudens

Huishoudens die grondstoffen goed gescheiden inzamelen en daardoor weinig restafval hebben, worden beloond. In de nieuwe situatie betalen huishoudens een basistarief, is het aanleveren van grondstoffen gratis en wordt het restafval afgerekend op basis van hoeveelheden. Huishoudens die veel grondstoffen scheiden houden weinig restafval over en betalen minder. Huishoudens die weinig grondstoffen scheiden houden meer restafval over en betalen meer. In het uitvoeringsplan wordt een voorstel gedaan voor tariefstelling.

Invoering van variabele tarieven voor het belonen van huishoudens

Effecten aanpassen garantieprijs oud papier

In 2013 en 2014 heeft de gemeente Leusden respectievelijk € 2980 en € 3680 toegelegd op de garantieprijs (op basis van 350 ton oud papier). Sinds juli 2015 is de papierprijs hoger dan de garantieprijs en de kosten van inzameling. De meerkosten van een opslag van € 10 bovenop de garantieprijs zijn € 3.500 oftewel € 0,27 per aansluiting. Op basis van de huidige oud-papierprijs is de opslag bovenop de garantieprijs ongeveer € 1,50. Bij invoering vanaf 2016 zou de toepassing van het profijtbeginsel ongeveer € 0,05 kosten.

De oud-papierprijs fluctueert sterk en is afhankelijk van ontwikkelingen op de wereldmarkt van papier. In april 2011 was de oud-papierprijs het hoogst: € 148 per ton. Begin 2009 was de oud- papierprijs op zijn dieptepunt van circa € 23 per ton.

afbeelding binnen de regeling

Communicatie

Inwonersraadpleging

In voorbereiding op het Grondstoffenplan heeft I&O Research in opdracht van de gemeente Leusden een inwonersraadpleging laten plaatsvinden. Bijna 1.200 respondenten hebben de vragenlijst volledig ingevuld. I&O Research heeft naar aanleiding van de resultaten de volgende conclusies getrokken.

Huidige afvalinzameling

  • Gemiddeld gezien is de meerderheid van de respondenten tevreden over de afvalinzameling van huishoudelijk afval.

Inzamellocaties

Er zijn verschillende inzamellocaties in Leusden: (ondergrondse) containers, Milieustraat ’t Spieghel en de kringloop. Ook is er de mogelijkheid om herbruikbare spullen op te halen bij de retourette.

  • De (ondergrondse) containers zijn bij de meerderheid van de respondenten bekend, maar ze worden niet door iedereen gebruikt. Respondenten gebruiken ze het vaakst voor glas en het minst vaak voor papier en karton.

  • De kringloop wordt goed bezocht: drie vierde heeft het afgelopen jaar producten gebracht.

  • Verder wordt Milieustraat ’t Spieghel veel gebruikt voor gescheiden afval. Over het algemeen is men tevreden over de openingstijden en de aanbiedingsvoorzieningen van deze milieustraat. De retourette is minder bekend en wordt ook minder bezocht.

Informatievoorziening

  • Bijna de helft van de respondenten maakt gebruikt van de afvalapp en bijna een derde gebruikt de website www.mijnafvalwijzer.nl .

Vervolg conclusies i&o research: afvalscheiden

  • Respondenten uit de laagbouw scheiden hun afval vaker dan respondenten uit de hoogbouw.

  • Voor ruim de helft is het milieu de belangrijkste reden om afval te scheiden. ‘Teveel gedoe’ en ‘een gebrek aan ruimte’ zijn belangrijke redenen om geen afval te scheiden.

  • Meer dan de helft van de respondenten is bereid om blik, drankkartons en (indien van toepassing) luiers en/of incontinentiemateriaal te scheiden.

  • Aan de respondenten werd meerdere malen een tweetal situaties voorgelegd waaruit ze konden kiezen. Wat betreft restafval, kiest meer dan de helft van de respondenten voor het huis-aan-huis laten ophalen van restafval (in een minicontainer), in plaats van het naar een ondergrondse container te brengen. Wanneer restafval echter eens in de 3 of 4 weken wordt opgehaald, kiest de meerderheid toch voor een ondergrondse container op korte loopafstand.

  • Verder laten respondenten papier het liefst om de week huis-aan-huis ophalen (of in een ondergrondse container voor hoogbouw), in plaats van het te brengen bij een vereniging, school, kerk of milieustraat. Textiel brengt men wel liever zelf weg (naar de ondergrondse container), in plaats van dat dit elk kwartaal aan huis wordt opgehaald.

  • Wat betreft het financiële plaatje, zijn de meningen minder uitgesproken dan de overige stellingen. Zo is twee derde van de respondenten uit de laagbouw voor een vast bedrag, in plaats van een kleiner bedrag plus een bijdrage die afhankelijk is van de hoeveelheid restafval. Voor bewoners in de hoogbouw is dit aandeel kleiner (57 procent).

  • Meer dan de helft van de respondenten is van mening dat de opbrengsten van gescheiden inzamelen uitsluitend gebruikt moeten worden om de afvalstoffenheffing te verlagen. Het overige deel is van mening dat de opbrengst ook deels mag toekomen aan verenigingen en organisaties als tegenprestatie voor hun bijdrage aan het inzamelen.

Preventie, hergebruik en recycling grondstoffen

Afvalcommunicatie is gericht op het voorkomen van afval, hergebruik en recycling van grondstoffen. Het nieuwe inzamelen omvat een ander inzamelsysteem waarover inwoners en huishoudens geïnformeerd moeten worden. Het nieuwe inzamelen richt zich op het beter scheiden van grondstoffen zodat deze hergebruikt of gerecycled kunnen worden. Door inzet van communicatie op preventie wordt voorkomen dat er onnodig grondstoffen worden gebruikt en restafval ontstaat.

Doelgroepen en aanpak

De huishoudens in de gemeente Leusden vormen de hoofdoelgroep voor afvalcommunicatie. Er worden subdoelgroepen onderscheiden waarbij mogelijk apart overleg en communicatie nodig is:

  • ouderen(organisaties)

  • thuiswonende patiënten

  • jonge gezinnen

  • wijken

  • scholen, verenigingen en stichtingen

  • ondernemers

  • deelnemers aan zogenaamd 100-100-100 project

  • gemeentelijke organisatie, inclusief klantcontactcentrum

Communicatie bij besluitvorming

De communicatie bij de besluitvorming richt zich op het informeren over de nieuwe manier van afvalinzameling op het moment dat de raad hier een besluit over neemt. Inwoners worden uitgenodigd om mee te denken over invulling locatieplan.

De gemeente Leusden informeert Leusdenaren via verschillende middelen m.b.v. een kernboodschap. Door veel te herhalen in middelen en tijd proberen we de boodschap onder de aandacht te brengen, zodat inwoners weten wat er van hen verwacht wordt op het moment dat de nieuwe manier van afvalinzameling wordt ingevoerd. In het uitvoeringsplan wordt hier verder handen en voeten aan gegeven. Hier worden inwoners ook uitgenodigd om mee te denken, vooral over de locaties van ondergrondse containers en met bijzondere doelgroepen.

Om de mogelijkheden van afval scheiden onder de aandacht te brengen is de bedoeling om in 2016 een project uit te voeren met huishoudens gericht op zo weinig mogelijk restafval (naar voorbeeld van het project 100-100-100 uitgevoerd door ROVA).

Communicatiemiddelen: persbericht, persgesprek, afvalapp/www.mijnafvalwijzer.nl, website, sociale media (ook persoonlijk van de portefeuillehouders) wethouderspreekuren en klantcontactcentrum.

Communicatie bij uitvoering

In het uitvoeringsplan wordt een plan van aanpak opgenomen over de communicatie rondom de invoering van het nieuwe systeem. Er wordt uitgelegd wat, wanneer en hoe de nieuwe manier van inzamelen wordt uitgevoerd.

De communicatiestrategie wordt opgesteld i.s.m. een extern bureau met ervaring op het gebied van afvalinzameling. In de communicatiestrategie worden de doelgroep(en), middelen en de planning bepaald. In het plan van aanpak wordt dit verder uitgewerkt.

Digitale afvalwijzer

Dé informatiebron voor huishoudens op het gebied van afval is de digitale afvalwijzer (afvalapp en www.mijnafvalwijzer.nl). Uit de inwonerspeiling blijkt dat de website door bijna 1/3 wordt gebruikt en dat bijna de helft de app gebruikt. Meer dan 1/3 kent de app of de website niet. Een onderdeel van het plan van aanpak is de inzet van de afvalwijzer en de afvalwijzer meer onder de aandacht brengen.

Controle en handhaving

Bij de invoering van een nieuw inzamelsysteem moeten huishoudens gewennen. Controles van de wijze waarop grondstoffen aan huis aangeboden worden, is onderdeel van de bestaande taken en zal bij het nieuwe inzamelen ook ingezet worden. Huishoudens kunnen aan de hand van controles geïnformeerd worden over de wijze van afval en grondstoffen inzamelen. Bij excessen kunnen de buitengewoon opsporingsambtenaren ingezet worden.

Planning

Vooruitlopend op de invoering van de nieuwe manier van inzamelen kunnen huishoudens met ingang van 2016 ook metaal- en drankkartonverpakkingen wegbrengen naar de inzamelcontainer van plastic verpakkingsmateriaal. De combinatie plastic-, metaal- en drankkartonverpakkingen (PMD) wordt door de inzamelaar gesorteerd en verkocht als grondstof.

Invoering van Het Nieuwe Inzamelen in 2017 en 2018

Per 2017 start de Invoering van het nieuwe inzamelen. In 2018 wordt de invoering afgerond. Invoering vindt fasegewijs plaats, waarbij gestart wordt met wijken die aan hebben gegeven als eerste te willen overstappen. Door het fasegewijs invoeren kan er gebruik gemaakt worden van leermomenten in eerdere fasen. Huishoudens die eerder willen beschikken over ondergrondse containers kunnen eerder toegang aanvragen voor bestaande ondergrondse containers.

Bijlage Beleidskaders

Lineaire versus circulaire economie

De traditionele lineaire economie is gebaseerd op onbeperkt beschikbare grond- en hulpstoffen, de vervaardiging van producten en het verbruik door afnemers. Dit model, waarvan de eindfase van een product niet ‘hergebruik’ maar ‘vernietiging’ is, loopt tegen haar grenzen aan. De voorraden van ruwe grondstoffen zijn namelijk beperkt en schaarste ligt binnen afzienbare tijd op de loer. In de circulaire economie staan productie, innovatie én hergebruik centraal. Hierdoor wordt waardeverlies tot een minimum beperkt.

Bij circulaire economie gaat het overigens niet om het milieu alleen. Grondstofschaarste en het hieraan gerelateerde economische belang voeren op dit moment de boventoon.

Daarnaast biedt het hergebruik van grondstoffen uit afval kansen op het gebied van werkgelegenheid en innovatie. Hiermee komt afvalscheiding en recycling in het algemeen en brongescheiden afvalinzameling in het bijzonder steeds hoger op de overheidsagenda’s te staan. Gemeenten hebben immers een positie aan het eind van de gebruiksketen waarmee zij een belangrijke rol kunnen vervullen bij de ombuiging van ‘afval’ naar waardevolle producten en grondstoffen. Daarmee leveren zij een wezenlijke bijdrage aan hergebruik en de vermindering van CO2 uitstoot.

afbeelding binnen de regeling

Europees afvalbeleid

De Europese wetgeving voor afval- en grondstoffen is neergelegd in een aantal verschillende richtlijnen en verordeningen. In de Europese wetgevingsstructuur zijn een drietal verschillende niveaus te onderscheiden:

  • Kaderstellende richtlijnen;

  • Sectorale richtlijnen over afvalverwerking (verbranding en storten);

  • Sectorale richtlijnen over specifieke afvalstromen (verpakkingen, afgedankte elektrische apparatuur, batterijen en accu’s, autowrakken, mijnafval, zuiveringsslib, PCB’s).

De belangrijkste kaderstellende richtlijn is de Afval Kaderrichtlijn die de basis vormt voor veel sectorale richtlijnen. Daarnaast is de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (waste shipment regulation) van belang die regel stelt aan het transport van afvalstoffen tussen lidstaten. De Europese wet- en regelgeving is een belangrijke bron van de Nederlandse wet- en regelgeving, die tegenwoordig in belangrijke mate zijn oorsprong vindt in de implementatie van Europese regels.

De kaderrichtlijn verplicht lidstaten om maatregelen te nemen ter bevordering van in de eerste plaats preventie of de vermindering van de productie en de schadelijkheid van afvalstoffen en in de tweede plaats nuttige toepassing van de afvalstoffen door recycling, hergebruik, terugwinning dan wel andere handelingen gericht op het verkrijgen van secundaire grondstoffen of het gebruik van afvalstoffen als energiebron.

Lidstaten zijn verplicht om ervoor te zorgen dat de nuttige toepassing of de verwijdering van de afvalstoffen plaatsvindt zonder gevaar voor de gezondheid van de mens en dat procedés of methoden worden vermeden die nadelige gevolgen hebben voor het milieu. Voorts moeten lidstaten ook bevoegde instanties aanwijzen die uitvoering geven aan het opstellen van afvalbeheerplannen en met bevoegde instanties de registratieplicht en vergunningverlening voor afvalverwerkingsinrichtingen in overeenstemming brengen met de voorwaarden van de kaderrichtlijn. Lidstaten mogen de nodige maatregelen nemen om vervoer van afvalstoffen, dat niet in overeenstemming is met deze afvalbeheerplannen, te voorkomen.

Tot slot bepaalt de kaderrichtlijn, dat de kosten voor de verwijdering van afvalstoffen volgens het beginsel "de vervuiler betaalt" voor rekening komen van de houder die afvalstoffen afgeeft aan een afvalinzamelaar en/of een voorgaande houder of de producent van het product dat tot ontstaan van de afvalstoffen heeft geleid. Met deze laatste bepaling werd de basis gelegd voor de invoering van producentenverantwoordelijkheid voor afval.

Landelijk afvalbeleid

Door het Ministerie van VROM is in december 2009 het landelijk afvalbeheerplan 2009 – 2021 vastgesteld. Dit plan geeft de kaders voor het afvalbeheer in Nederland aan. De belangrijkste Nederlandse wetgeving voor afvalstoffen is terug te vinden in hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer. Daarnaast is het Landelijke afvalbeheer plan (LAP) het belangrijkste beleidskader. Hierna wordt eerst ingegaan op de Wet milieubeheer, waarna een toelichting wordt gegeven op het LAP en vervolgens op de producentenverantwoordelijkheid.

Wet Milieubeheer

Gemeenten hebben in de uitvoering van het landelijk beleid een belangrijke taak. Zij zamelen het huishoudelijk afval (gescheiden) in en stimuleren afvalscheiding en -preventie bij burgers en bedrijven. In hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer wordt voorgeschreven welke afvalstromen gemeenten in ieder geval gescheiden moeten inzamelen en welke middelen hiervoor beschikbaar moeten worden gesteld. Gemeenten hebben een wettelijke zorgplicht voor het inzamelen van huishoudelijk afval. In de gemeente moet een brengvoorziening zijn voor het afgeven van grof huishoudelijk afval. De gemeenten zijn ook wettelijk verplicht om gft-afval gescheiden in te zamelen.

Een dergelijke verplichting bestaat ook voor papier en karton, glas, textiel, wit- en bruingoed, klein chemisch afval en plastic verpakkingsafval. De gemeenten hebben de vrijheid om andere stromen ook gescheiden in te zamelen. De verplichting voor de lagere overheden om papier, glas, textiel en KCA gescheiden in te zamelen vloeit voort uit het LAP. Verder bevat de Wet milieubeheer sinds 21 juni 2001 expliciet de verplichting om een afvalstoffenverordening vast te stellen waarbij rekening wordt gehouden met het gemeentelijk milieubeleidsplan. De afvalstoffenverordening van de gemeente Leusden is in december 2013 opnieuw vastgesteld.

Landelijk afvalbeheerplan 2009 - 2021

In Nederland is het totale beleid voor afvalbeheer opgenomen in het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP). Dit plan is op 24 december 2009 in werking getreden en op 25 maart 2010 voor de eerste keer gewijzigd. Ten behoeve van de implementatie van de nieuwe Europese Kaderrichtlijn Afvalstoffen (2008/98/EG) is het LAP voor de tweede keer gewijzigd in 2014. Het tweede LAP is in december 2009 in werking getreden en heeft een geldingsduur van zes jaar.

Het LAP is kaderstellend voor het beleid van provincies en gemeenten voor de invoering en stimulering van afvalpreventie en de gescheiden inzameling van huishoudelijk afval en bedrijfsafval. Deze verplichting vloeit voort uit artikel 10.14 van de Wet milieubeheer. Het LAP bestaat uit een beleidskader en sectorplannen. Het beleidskader bevat de hoofdlijnen van het afvalbeleid. Het betreft bijvoorbeeld de landelijke doelstellingen voor gescheiden inzameling en algemene uitgangspunten voor instrumenten als vergunningverlening en handhaving. De sectorplannen bevatten de uitwerking van het beleidskader voor specifieke (categorieën van) afvalstoffen. De kern van ieder sectorplan is de zogenaamde minimumstandaard waarin wordt aangegeven op welke wijze een bepaalde afvalstroom verwerkt dient te worden.

In 2014 is ook het landelijke programma Van Afval Naar Grondstoffen (VANG) gestart. Het doel van VANG is om in 2020 gemiddeld 100 kg per inwoner huishoudelijk restafval en 75% afvalscheiding. Via VANG wil het Ministerie ondernemende koplopers ondersteunen, de afvalberg verkleinen en een slimme productie van goederen stimuleren zodat deze na gebruik gemakkelijk kunnen worden ontmanteld en hergebruikt. Gemeenten kunnen afvalscheiding stimuleren, bijvoorbeeld door meer verschillende soorten afval gecombineerd op te halen.

De landelijke doelstellingen 100 kg restafval per inwoner en 75% gescheiden huishoudelijk afval zijn in een landelijke concept richtlijn vertaald naar maximale hoeveelheden restafval per inwoner per jaar voor verschillende categorieën gemeenten. Voor de categorie waarin de gemeente Leusden is in de richtlijn een streefcijfer van 75 kg per inwoner per jaar in 2020 opgenomen.

In de Wet is een voorkeursvolgorde voor het afvalbeheer opgenomen. Van oudsher wordt die volgorde de “Ladder van Lansink” genoemd. De voorkeursvolgorde van afvalbeheer is:

  • 1.

    Het ontstaan van afvalstoffen wordt voorkomen of beperkt (preventie);

  • 2.

    Gebruik van stoffen met zo min mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu (ontwerp voor preventie en nuttige toepassing);

  • 3.

    Nuttige toepassing door producthergebruik;

  • 4.

    Nuttige toepassing door materiaalhergebruik;

  • 5.

    Nuttige toepassing als brandstof;

  • 6.

    Verbranden als vorm van verwijderen;

  • 7.

    Verwijderen door storten.

afbeelding binnen de regeling

Producenten verantwoordelijkheid

Producenten worden in toenemende mate verantwoordelijk gesteld voor de verantwoorde verwijdering van hun producten in de afvalfase. Het principe van producentenverantwoordelijkheid is inmiddels voor een aantal afvalstromen in de regelgeving opgenomen, zoals voor verpakkingen, elektr(on)ische apparaten, autobanden, autowrakken, batterijen. Bij aankoop van een nieuw product betaalt de consument een verwijderingsbijdrage.

Doel is het voorkomen van afval door minder en beter materiaalgebruik en beter hergebruik. De kosten van de afvalstoffenheffing worden daarmee overgeheveld naar de prijs van het product. Met deze bijdrage financiert de producent de inzameling en verwerking van het product in het afvalstadium. Gemeenten spelen vaak een rol bij de inzameling van deze afvalstromen. De daaraan verbonden kosten krijgen de gemeenten voor het grootste deel vergoed.

De regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur regelt de uitwerking van de producentenverantwoordelijkheid voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, bijv. wit- en bruingoed en ICT apparatuur. Op grond van de regeling moet er in de gemeente een plaats zijn waar de houder van afgedankte apparatuur, afkomstig uit particuliere huishoudens, deze apparatuur kan achterlaten. In de gemeente Leusden is dat milieustraat ‘t Spieghel.

Raamovereenkomst verpakkingen en zwerfafval

In december 2012 is de raamovereenkomst over de aanpak van verpakkingen en zwerfafval voor de jaren 2013 – 2022 door de staatssecretaris van I&M, de VNG en het verpakkende bedrijfsleven ondertekend.

Het akkoord bestaat uit afspraken voor de verpakkingsmaterialen glas, papier en karton, hout, metaal en kunststof. Het onderhandelaarsakkoord bevat voor de gemeente de volgende relevante hoofdpunten:

  • De gemeenten hebben sinds 1 januari 2015 de regie over de kunststofketen, in elk geval het inzamelen en sorteren. De gemeenten kunnen er ook voor kiezen om het her te gebruiken materiaal als grondstof aan de markt aan te bieden. Via de AVU is een contract gesloten met de Sita voor het inzamelen, sorteren en de verkoop grondstoffen uit kunststofverpakkingen aan de markt;

  • Het verpakkende bedrijfsleven zorgt voor de bekostiging van de inzameling door middel van een toereikend en kostendekkend financieringsstelsel;

  • De brongescheiden inzameling van glas en papier wordt voortgezet;

  • De gemeenten ontvangen een vergoeding voor het inzamelen en sorteren op basis van de aan de sorteerder/verwerkers aangeleverde hoeveelheid verpakkingsmateriaal dat geschikt is voor hergebruik (deze vergoeding bedraagt per ton in 2016 € 778 en loopt terug tot € 656 in 2019).

Gemeentelijk grondstoffenbeleid

In het vorige hoofdstuk zijn de Europese en landelijke kaders weergegeven. Deze vormen de kaders waarbinnen het gemeentelijk beleid ingevuld wordt. Uit zowel de Europese als de landelijke kaders blijkt dat er steeds meer ingezet gaat worden op het winnen van grondstoffen uit het aangeboden afval. Vandaar dat in dit plan gesproken wordt van grondstoffenbeleid.

Afvalstoffenverordening

In de Wet milieubeheer is vastgelegd dat gemeente een afvalstoffenverordening vaststellen. In deze verordening wordt vastgelegd op welke wijze de gemeente invulling geeft aan haar taak om huishoudelijk afval in te zamelen. De huidige afvalstoffenverordening is in december 2013 vastgesteld. Bij de uitwerking van het grondstoffenplan zal een gewijzigde afvalstoffenverordening worden voorgelegd aan de gemeenteraad.

Contracten

De gemeente Leusden heeft diverse contracten die te maken hebben met de inzameling, het transport en de verwerking van huishoudelijke afvalstoffen. Waar mogelijk en wenselijk, wordt gebruik gemaakt van gezamenlijke contracten via de gemeenschappelijke regeling Afval Verwijdering Utrecht. Overige contracten zijn/worden door de gemeente Leusden zelf afgesloten. Bij het aanbesteden van transport en/of verwerking van afvalstoffen gelden de Europese aanbestedingsregels, het Nederlandse aanbestedingsrecht en het gemeentelijk inkoopbeleid als randvoorwaarde. Bij het sluiten van contracten is het uitgangspunt een zo optimaal mogelijke balans te vinden tussen milieu (scheidingsresultaten en bijdrage aan CO2 reductie), kosten (financiën) en de dienstverlening aan de inwoners van Leusden.

Gemeenschappelijk regeling Afval Verwijdering Utrecht

De gemeente Leusden is aangesloten bij de gemeenschappelijke regeling Afval Verwijdering Utrecht (AVU). De AVU is in 1984 opgericht door de Utrechtse gemeenten en de provincie Utrecht (sinds 1 januari 2014 uitgetreden). Afvalverwijdering vraagt om een goede balans tussen dienstverlening, kostenbeheersing en milieuzorg. De Afval Verwijdering Utrecht (AVU) werkt samen met en in opdracht van de Utrechtse gemeenten in de afvalketen en draagt zorg voor de overslag, het transport en de verwerking van het huishoudelijk afval van de deelnemende gemeenten in de provincie Utrecht. Dit met zoveel mogelijk terugdringing van de belasting op het milieu tegen aanvaardbare kosten.

Via de AVU zijn contracten gesloten voor de verwerkingen van huishoudelijk restafval, gft, oud papier, glas en verpakkingsmateriaal. Ook voor de overslag en inzameling van grondstoffen en afvalstoffen zijn via AVU contracten afgesloten. In opdracht van de AVU voert Eureco sorteeranalyses uit bij de aangesloten gemeenten. Sita verzorgt de inzameling van huishoudelijk restafval, gft, papier, glas en verpakkingsmateriaal. De ervaringen met de AVU zijn positief en daarom zal de samenwerking voortgezet worden.

Milieustraat ’t Spieghel

De milieustraat ’t Spieghel is de centrale inzamelvoorziening in de gemeente Leusden. Huishoudens uit de gemeente kunnen daar met de afvalpas terecht voor de (gescheiden) inzameling van andere grondstoffen en afvalstromen. Een herinrichting van de locatie moet er aan bijdrage dat zowel de gemeentewerf als de milieustraat op die locatie gestationeerd kunnen worden.

Bijlage Scenario’s nieuwe inzamelen

Ter voorbereiding op het Grondstoffenplan en het voorstel voor een nieuwe manier van inzamelen van huishoudelijk afval voor vier scenario’s de kosten- en milieuaspecten berekend:

  • A.

    Restafval wordt ingezameld met een minicontainer, verpakkingsafval wordt naar inzamelcontainers gebracht. Voor de inzameling met de minicontainer is gerekend met een ophaalfrequentie van eens in de 2, eens in de 3 weken en eens in de 4 weken.

  • B.

    Verpakkingsafval wordt ingezameld met een minicontainer, restafval wordt naar inzamelcontainers gebracht. Voor de inzameling met de minicontainer is gerekend met een ophaalfrequentie van eens in de 2 en eens in de 3 weken. Voor de ondergrondse containers is gerekend met verschillende aantallen.

  • C.

    Restafval en verpakkingsafval wordt ingezameld met ondergrondse containers. Er is gerekend met verschillende aantallen ondergrondse containers voor restafval.

  • D.

    Scenario’s A, B en C zijn aangevuld met een mixscenario. Het mixscenario bestaat uit twee varianten. Ten eerste restafval in (betaalde) vuilniszak en verpakkingsafval met minicontainer aan huis opgehaald. Ten tweede zowel restafval als verpakkingsafval in minicontainers aan huis opgehaald.

Voor alle scenario’s zijn de effecten van variabele tarieven doorgerekend.

afbeelding binnen de regeling

In de hierna volgende grafiek zijn alle scenario’s uitgezet in hoeveelheid restafval tegen de wijziging in afvalstoffenheffing (paars = scenario A, groen = scenario B, blauw = scenario C en oranje = scenario D). De volgende conclusies kunnen daaraan verbonden worden:

  • De hoeveelheid restafval van scenario’s met variabele tarieven is lager dan 100 kg per inwoner per jaar. Scenario’s B en C zijn lager dan 75 kg (VANG doelstelling voor gemeenten als Leusden).

  • Scenario’s B en C (restafval brengen) geven minder restafval dan scenario’s A en D/mix (restafval aan huis inzamelen).

    • Scenario B heeft lagere kosten dan scenario C

    • Scenario A presteert beter tegen lagere kosten dan scenario D/mix

  • Bijna alle varianten van scenario’s zorgen voor een hogere afvalstoffenheffing.

  • Variabele tarieven zorgen voor lagere hoeveelheden restafval en hogere kosten. Een uitzondering is het D/mix scenario waarbij vuilniszak door tariefzakken worden vervangen.

  • Scenario A resulteert door verlagen van ophaalfrequentie van mini container restafval in minder restafval en lagere kosten.

  • Scenario B resulteert door verlagen van ophaalfrequentie van minicontainer verpakkingsmateriaal in meer restafval en lagere kosten. Een lager aantal ondergrondse containers voor restafval resulteert in lagere kosten.

  • Scenario C resulteert door minder ondergrondse containers lagere kosten.

  • Scenario D/mix resulteert in lagere kosten en minder restafval door het verlagen van de ophaalfrequentie van inzameling restafval. Bij de variant waarbij de vuilniszak wordt vervangen door de tariefzak worden de kosten en restafval aanzienlijk lager.

  • Van de scenario’s waarbij aan huis restafval wordt ingezameld, presteert scenario A beter dan D/mix.

  • Van de scenario’s waarbij het restafval naar ondergrondse containers wordt gebracht presteert scenario B beter dan C.

afbeelding binnen de regeling

Scenario’s A en B presteren beter dan de vergelijkbare scenario’s. In onderstaande figuur zijn beide scenario’s met elkaar vergeleken. Bij scenario B is de variant waarbij eens in de 3 weken het verpakkingsafval wordt ingezameld, niet in onderstaande grafiek opgenomen omdat deze variant voor meer restafval zorgt. In onderstaande grafiek blijkt het effect van een lagere ophaalfrequentie bij scenario A en het effect van meer of minder ondergrondse containers bij scenario B. Omdat onvoldoende data voorhanden is van het effect van de hoeveelheid ondergrondse containers op de hoeveelheid restafval is de hoeveelheid restafval voor beide varianten gelijk gesteld. Als ondergrondse container op strategische locaties geplaatst worden waar ze veel gebruikt worden dan hoeft dat niet te betekenen dat minder ondergrondse containers tot minder restafval kan leiden.

afbeelding binnen de regeling

Bijlage Sorteeranalyses 2014

Resultaten van de sorteeranalyses 2014 uitgevoerd door Eureco in opdracht van AVU. Er zijn in het noordelijke en in het zuidelijke deel van Leusden steekproeven gedaan met een omvang van 240 vuilniszakken per gebied. Uit de rapportage van de sorteeranalyse zijn de pagina’s overgenomen die de samenstelling van het Leusdense restafval weergeven.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling


Noot
1

De 100 kg aan grondstoffen per inwoner per jaar is gebaseerd op de sorteeranalyses die in 2014 zijn uitgevoerd door Eureco. Het restant restafval bestaat voornamelijk uit luiers, incontinentiemateriaal, schoonmaakdoekjes en stofzuigerzakken.

Noot
2

In de zomervakantie iedere week

Noot
3

Het betreft hier de kosten (€ 145.000 excl. BTW) waar via dit advies een voorbereidingskrediet voor wordt gevraagd. Deze kosten bestaan uit opstellen locatieplan (€ 56.000), interne extra uren (€ 18.000), externe projectleiding (€ 20.000), communicatie (€ 51.000).